Het Medisch Interventieplan (MIP) Multi-Site CoDGH Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vergelijkbare documenten
NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

DIR - MED ACTIEKAART C4. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED

DIR - MED ACTIEKAART C1. Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED

ACTIEKAART C2. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED DIR MED

Actiekaart DGH 1 - Vertrek uit standplaats. Actiekaart CHEMISCH INCIDENT : TRANSPORT. Actiekaart CHEMISCH INCIDENT : THUIS / BEDRIJF

MEDISCH INTERVENTIEPLAN

Coördinerend ACTIEKAART C3 DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED. ACTIEKAART C3 : DIR MED 1e MUG arts - 1/5

Coördinerend ACTIEKAART C4 DIR - MED ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED

Discipline 2. Inhoud. KB 16 febr Art 11. Wetgeving Hierarchie Medische definitie Medische keten

Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED

NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006. Definities. Doel: Bevoegde overheid. Actualiseren Instrument Harmoniseren

Coördinerend ACTIEKAART C2 ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED ACTIEKAART C2 : ADJ DIR MED 1/5

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR

Interactie tussen het INTERN NOODPLAN van de SCHOOL en de GEMEENTELIJKE NOODPLANNING. Bourdeau Barbara Ambtenaar Noodplanning Politiezone RIHO

Noodplanning en crisisbeheer in België

Medisch interventieplan (MIP)

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

Noodplanning en rampenhulpverlening

Noodplanning in scholen. Theorie

Actiefiches Medisch Interventie Plan

KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S ) Eerste deel BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING

Postgraduaat Rampenmanagement KB van 16 februari omzendbrieven NPU 1-4

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL

SYMPOSIUM D2 EN DE COMMUNICATIEPROBLEMEN

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

HET NIEUWE ZIEKENHUISRAMPENPLAN. Algemene beschouwingen door Federaal Gezondheidsinspectrice Antwerpen Dr. Winne Haenen

2010 Buizingen. door Alain Habils Elmar De Geyter. Bron: GVA

HOE WERKT HET PROVINCIAAL RAMPENPLAN

Algemene Directie. Algemene Directie Crisiscentrum. Crisiscentrum Jurgen Volckaert

ALARMERING BIJ NOODPLANNING DOOR HET HULPCENTRUM 112/100 OOST-VLAANDEREN

22/03/2016 HULPCENTRUM 112 VLAAMS-BRABANT VERSIE 18/11/2016

Ervaringen met een gemeenschappelijk informatieplatform

Algemene beschouwingen door Federaal Gezondheidsinspecteur Dr. Winne Haenen

Psychosociale hulpverlening DSI

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Ziekenhuisnoodplan (ZNP)

Psychosociale zorg. binnen de noodplanning. Erik DE SOIR

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

De functie van een coordinator rampenplan binnen het ziekenhuisnoodplan!

De impact van een opgestart ziekenhuisnoodplan op de spoedgevallendienst en de dienst intensieve zorgen

Noodplanoefeningen Veel nood...weinig oefening?

Veiligheidsportaal. OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide

BRENGT ZIEKENHUIZEN IN CRISISSIMULATIE TOT LEVEN

Functiebeschrijving Kapitein

MONODISCIPLINAIR INTERVENTIEPLAN VAN DE MEDISCHE DISCIPLINE (OF DISCIPLINE 2)

Algemeen Raad van beheer Intern crisisteam Eerste interventieploeg Aantal personeelsleden 17

Functiebeschrijving Kapitein

Psychosociaal interventieplan (PSIP)

RADIOPROCEDURE WVL NOODPLANNING

UITVOERING AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE OVER 22 MARCH AANSLAGEN

CBRN : opvang van slachtoffers in de pre-hospitaalfase

Ziekenhuisnoodplan (ZNP) Deel V FAQ

Versie Deel I Basisplan. Opgemaakt door de Veiligheidscel Stad Kortrijk (aktename in de gemeenteraad - 14 juli 2008)

Formation Sapeur pompier - Module 5 : Lutte contre incendie Les Progressions Rapides du Feu (PRF) LESSONS LEARNED

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 september 2018;

Inzet van vrijwilligers in het kader van het Psychosociaal Interventieplan (PSIP)

Organisatie en werking Hulpcentrum 100 Antwerpen Communicatiemiddelen

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Principes van Rampengeneeskunde

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

Kapitein beroeps (m/v/x)

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

Programma Postgraduaat Rampenmanagement

Inleiding. Noodplanning

Hoe bereidt een ziekenhuis zich voor in tijden van dreiging?

Ziekenhuisnoodplannen. Werkgroep Wetgeving

MIVB/STIB Intern Noodplan Metro/Prémetro Installaties

Support. Brengt crisissimulatie tot leven

Principes van Rampengeneeskunde

WETGEVING DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 100 SYSTEEM. Dr. Koen Bronselaer. Dienst Urgentiegeneeskunde Universitaire Ziekenhuizen K. U.

MP: Code 20. Het uitsturen van een MUG (volgens regulatieniveau 1) is NIET nodig in de context van:

Klik op het icoon met het plus-teken om één of meerdere partner ondernemingen toe te voegen aan het formulier.

Ziekenhuisnoodplannen. Werkgroep Learning - Oefening

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-2 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE HET ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR. (B.S

Treinongeval (inter)nationale (pers)belangstelling

Nodal policing als onderdeel van een geïntegreerd veiligheidsbeleid in de haven van Antwerpen. Wat moet onderzocht worden?

KCCE.be. Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid. Crisisbeheer. Operationeel geheugensteuntje

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN

VOORSTEL VAN DECREET

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

ANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

Functiebeschrijving Majoor

OPVANG D2 INTERVENTANTEN Aanslagen 22 maart

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

PROCEDURE 23/07/2015: Overgang NBMV. Om toegewezen te worden aan een individuele opvangstructuur, moet de NBMV (cumulatieve voorwaarden) :

Exploitatie van bioscoopzalen ( 35 mm of meer )

Het Psychosociaal Interventieplan (PSIP)

Cursus Crisissituatiebeheer. Wetgeving en reglementering

Ziekenvervoer - tarieven 2016

Transcriptie:

SYMPOMED DE NIEUWE UITDAGINGEN IN DE RAMPENGENEESKUNDE Het Medisch Interventieplan (MIP) Multi-Site CoDGH Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Inhoud: 1. Doel CoDGH Brussels Hoofdstedelijk gewest 2. Algemene principes 3. Het MIP volgens de CoDGH Brussels Hoofdstedelijk gewest 4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen

1. Doel van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De wettelijke basis van het Medisch Interventieplan (MIP): Het KB van 16.02.2006, bepaalt dat elke discipline een monodisciplinair interventieplan opstelt (artikel 9) en dat het monodisciplinair interventieplan de interventiemodaliteiten regelt van één discipline, in overeenstemming met de bestaande NIP (artikel 4)

1. Doel van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De wettelijke basis van het Medisch Interventieplan (MIP): Ministeriële omzendbrief (B.S. 14.12.2009) betreffende het Monodisciplinair Plan D2 dat bestaat uit 4 componenten (pa 1-4):

1. Doel van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De wettelijke basis van het Medisch Interventieplan (MIP): Ministeriële omzendbrief (B.S. 14.12.2009) (pa 5-25) met als doel het definiëren van de specifieke procedures voor het medisch beheer van een collectief incident met grote omvang teneinde voor elk van de slachtoffers een aangepaste hulp te voorzien aktiekaarten op te maken dewelke door de territoriaal bevoegde PCDGH goedgekeurd moeten worden.

1. Doel van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Voor de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdt dit in: Op basis van de Ministeriële Omzendbrief (B.S. 14.12.2009) en de aktiekaarten, is het mogelijk om interventiemaatregelen vast te leggen die rekening houden met de specificiteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: de middelen DGH (HC 112, aantal MUG s, ZW s 112, ziekenhuizen, SIT RK, enz.) de specifieke risico s, waaronder de terroristische dreigingen op verschillende lokaties (stations, metro, nationale en internationale instellingen, enz.)

1. Doel van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De doelstelling van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was dan ook om aktiekaarten te produceren die rekening houden met de middelen DGH in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij een situatie van een collectieve noodsituatie overgaat naar een uitzonderlijke situatie vanaf het ogenblik dat de nood aan middelen de beschikbare capaciteit aan middelen overstijgt de terroristische dreigingen op verschillende lokaties, waarbij interventiemaatregelen en aktiekaarten worden geproduceerd toepasbaar op elk type risico en op één of meerdere lokaties.

2. Algemene principes Tussen september 2015 en november 2016 zijn er 9 vergaderingen geweest van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als doel: - de algemene principes vast te leggen van een collectieve noodsituatie volgens de filosofie van het MIP - de algemene principes vast te leggen in de aktiekaarten van het MIP en de aktiekaarten aan te passen aan de sleutelposities (functies) binnen het MIP

2. Algemene principes van een noodsituatie Historisch is de medische benadering georganiseerd op 2 niveaus:. De individuele noodsituatie Behandeld door de gebruikelijke middelen. L Urgence collective Prise en charge les moyens habituels. De collectieve noodsituatie. L Urgence collective (HC 112, ZW s 112, MUG) Behandeld door uitzonderlijke middelen (FGI, Dir-Med, SIT RK) Prise en charge les moyens exceptionnels

2. Algemene principes van een noodsituatie De overgang van de gebruikelijke middelen bij de individuele noodsituatie naar de exceptionele middelen bij de collectieve noodsituatie is reeds 30 jaar gebaseerd op kwantitatieve criteria: 5 ernstig gekwetsten, of meer 10 licht gekwetsten, of meer 20 personen die mogelijks in gevaar zijn, of meer De Ministeriële Omzendbrief (B.S. 14.12.2009) herneemt dit in 2.2 activatie van het MIP

2. Algemene principes van een noodsituatie maar de Ministeriële Omzendbrief (B.S. 14.12.2009) bevat ook in het punt 2.2 activatie van het MIP de vermelding van de kwalitatieve criteria, rekening houdend met ofwel de oorzaak van de pathologie(n) ofwel speciale en specifieke situaties. De nieuwe benadering van de collectieve noodsituatie binnen de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is nu gebaseerd op deze kwalitatieve criteria omdat deze veel meer soepelheid en mogelijkheden tot vernieuwing bieden.

2. Algemene principes van een noodsituatie De kwalitatieve criteria benaderen de noodsituatie op 4 niveaus:. De individuele noodsituatie Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie Behandeld door uitzonderlijke middelen

2. Algemene principes van een noodsituatie De kwalitatieve criteria benaderen de noodsituatie op 4 niveaus:. De individuele noodsituatie Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (catastrofe met beperkt effect) Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (in de historische zin) Behandeld door uitzonderlijke middelen. De collectieve noodsituatie (op verschillende lokaties) Behandeld door uitzonderlijke middelen

2. Algemene principes van een noodsituatie De kwalitatieve criteria benaderen de noodsituatie op 4 niveaus:. De individuele noodsituatie Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (catastrofe met beperkt effect) Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (in de historische zin) Behandeld door uitzonderlijke middelen. De collectieve noodsituatie (op verschillende lokaties) Behandeld door uitzonderlijke middelen De vorige classificatie, op basis van de vraag

2. Algemene principes van een noodsituatie De kwalitatieve criteria benaderen de noodsituatie op 4 niveaus:. De individuele noodsituatie Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (catastrofe met beperkt effect) Behandeld door de gebruikelijke middelen. De collectieve noodsituatie (in de historische zin) Behandeld door uitzonderlijke middelen. De collectieve noodsituatie (op verschillende lokaties) Behandeld door uitzonderlijke middelen Nieuwe classificatie, op basis van het antwoord

2. Algemene principes van een actiekaart Indien de gebruikelijke middelen DGH (HC 112, ZW s 112, MUG) worden ingezet bij zowel een individuele noodsituatie als een collectieve noodsituatie, zijn de gebruikelijke richtlijnen van de DGH van toepassing. De actiekaarten zijn bedoeld om de collectieve noodsituatie te organiseren vanaf het ogenblik dat de uitzonderlijke middelen van de DGH (FGI, Dir-Med, SIT RK) worden ingeschakeld, met uitzonderlijke interventierichtlijnen.

2. Algemene principes van een actiekaart Momenteel zijn er 19 actiekaarten goedgekeurd door de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : FC01.1 DIR MED Belangrijkste taak : Verzekert de monodisciplinaire leiding van D2 FC01.2 DIR MED ADJUNCT Belangrijkste taak : Coordineert de monodisciplinaire leiding van D2 FC01.3 VERANTW RK Belangrijkste taak : Coordineert de actie van het RK binnen het monodisciplinair plan van D2 FC02.1 1 e MUG MED Belangrijkste taak : Verzekert in 1ste instantie de functie DIR MED FF FC02.2 1 e MUG VPK Belangrijkste taak : Verzekert de TRI (werf) FC03.1 2 e MUG MED Belangrijkste taak : Verzekert de TRI (VMP) FC03.2 2 e MUG VPK Belangrijkste taak : Verzekert de coordinatie van de VMP FC03.3 VERANTWRK VMP Belangrijkste taak : Coordineert de actie van het RK in de VMP FC04.1 3 e MUG MED Belangrijkste taak : Coordineert de medische evaluatie en de zorgen in de VMP FC04.2 3 e MUG VPK Belangrijkste taak : coordineert de evacuaties vanuit de VMP FC04.3 COORD-LOG Belangrijkste taak : Coordineert de logistiek van de zorgen en techniek van de VMP FC04.4 COORD-SECRETARIAAT Belangrijkste taak : Coordineert het secretariaat IN en OUT van de VMP FC05.1 ZIEKENWAGEN BRAND Belangrijkste taak : Participeert aan het aflossingspunt/verzamelpunt FC05.2 1 e AMBU Belangrijkste taak : Participeert aan de TRI-werf FC05.3 2 e AMBU Belangrijkste taak : Verzekert in 1ste instantie de functie COORD-LOG FF en PARK AMBU FF FC05.4 3 e AMBU Belangrijkste taak : Verzekert in 1ste instantie het secretariaat IN FF FC05.5 4 e AMBU Belangrijkste taak : Participeert aan de Kleine en/of Grote Noria FC05.6 5 e AMBU Belangrijkste taak : Participeert aan de Kleine en/of Grote Noria FC05.7 PARK AMBU Belangrijkste taak : Coordineert de aankomst an de vertrekken van de ziekenwagens

2. Algemene principes van een actiekaart Inhoud actiekaart (vb) :

2. Algemene principes van een actiekaart Inhoud actiekaart(vb) :

2. Algemene principes van een actiekaart Inhoud actiekaart (vb) :

2. Algemene principes van een actiekaart Inhoud actiekaart (vb) :

2. Algemene principes van een actiekaart Inhoud actiekaart (vb) :

2. Algemene principes van een actiekaart Inoud actiekaart (vb) :

3. Het MIP volgens de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Elke theorie van de noodplanning heeft praktische beperkingen : Noodplanning (theorie) Noodmiddelen Nooddispositief (praktijk)

3. Het MIP volgens de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (theoretisch schema) PC-OPS FF Ramp Gewondennest (PRV) Kleine Noria IN VMP OUT Grote Noria Uitsluitingsperimeter Isolatieperimeter Ontradingsperimeter Middelen van het MIP

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen De initiële doelstelling van de CoDGH van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was interventierichtlijnen en unieke actiekaarten op te stellen, toepasbaar bij elk type risico en bij één of meerdere sites. Ook al lijkt het principe evident, de praktische toepassing is niet altijd vanzelfsprekend, en meer specifiek voor de 3 sleutelfuncties: De Dir-Med De Adjunct Dir-Med De Dir-Med FF (arts 1ste MUG)

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen De Dir-Med ontslaat de Dir-Med FF (arts 1ste MUG) niet van zijn functies en verzekert dus niet het verder zetten van de multidisciplinaire leiding (coordinatie, bilan, bevestiging lokatie VMP en de toegang, afsluiten van het MIP, ). Hij vervult plots een functie algemene coordinatie, in samenwerking met de Dir-Med 112 De Adjunct Dir-Med verzekert niet de monodisciplinare leiding van de site (toewijzing van de functies, band met het multidisciplinaire, ) maar assisteert de Dir-Med in de functie van algemene coordinatie.

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen De Dir-Med FF (arts 1ste MUG) wordt niet ontheven van zijn functies. Dus, Hij/zij verzekert niet meer de Triage en moet dus een andere arts aanduiden om deze functie uit te oefenen Hij/zij beschikt niet meer over een Adjunct Dir-Med FF en moet dus een persoon aanduiden om deze functie uit te oefenen. De anderen 16 actiekaarten bleven onveranderd.

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen (theoretisch schema) Dir Med Dir Med 112 FF. FF FF

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen (specifieke aanpassingen) In het vooruitzicht van het multi site risico, werden de directieven van het HC 112 aangepast: Een versterking van het aantal operatoren op niveau HC 112, in het bijzonder met een operator van het RK en administratief personeel Terwijl de COORD-REG de prioriteiten tot evacuatie vanuit de VMP bepaalt, en de wijze van evacuatie, zal het HC 112 de middelen mobiliseren en de medische regulatie verzekeren naar de ziekenhuizen De externe versterkingen MUG en ziekenwagens (via Vlaams en Waals Brabant, en tevens de ziekenwagens RK Brussel, Vlaanderen en Wallonie) worden toegewezen aan de gewone dagelijkse Dringende Geneeskundige Hulpverlening

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen (specifieke aanpassingen) In het vooruitzicht van het multi site risico, werden de directieven van het snelle interventieteam RK aangepast: 5 x 1 vertrek vanuit Brussel Hoofdstad, waarvan 2 binnen de 60 minuten, en per vertrek: Personeel : De functies MIP Het personeel verantwoordelijk voor de verzorging, het secretariaat en de logistiek Materiaal Verzorging : Rampenkoffer FOD, koffer Woundcare RK, koffer IV RK, koffer Airway RK, koffer Burn injuries RK, koffer Secrétariat RK Voor de behandeling van de 10 slachtoffers T1, 20 slachtoffers T2 en 30 slachtoffers T3 Technisch/Logistiek materiaal: Rampenbrancard SNOGG, ASTRID-radios, ed.

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen (specifieke aanpassingen) In het vooruitzicht van het multi site risico, werden richtlijnen voor de ziekenhuizen en de MUG-diensten aangepast: De MUG-ziekenhuizen hebben de mogelijkheid om een 2de MUG te activeren binnen de tijdsspanne van 1 uur, met als doel op te schalen van 8 naar 16 MUG-ploegen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest In alle ziekenhuizen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met of zonder MUG, al dan niet ingeschakeld in de DGH, wordt het ziekenhuisnoodplan (plan alarmering ziekenhuisdiensten) in alarmfase geplaatst Alle ziekenhuizen worden beveiligd (veiligheidsperimeter en bewaking door politie/leger)

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen (samenvatting) Principe : een MIP multi site vertoont gelijkenissen met een MIP Onmiddellijk vertrek van minimaal 5 ziekenwagens, 3 MUG s, 2 SIT (per site) Activatie functie Dir-Med De 1ste MUG ter plaatse voorziet in de functie Dir-Med FF Principe : een MIP multi site vertoont verschillen met een MIP De Dir-Med is verantwoordelijk voor alle sites en het MIP, een niet voor 1 specifieke site of MIP De Dir-Med FF van elke site wordt niet ontheven door de Dir-Med en blijft verantwoordelijk over de middelen D2

4. en de toepassing bij de multi-site aanslagen Overzicht: (samenvatting) Minimaal dispositief Ramp met beperkt effect Ziekenwagen MUG Dir-Med FIT RK Tot 5 Tot 3 1 Vooralarm 2 Vooralarm MIP 5 3 1 2 MIP multi-site 5 per site. 3 per site. 1 (voor het geheel) 1 FF per site 2 per site.