NOTITIE STAND VAN ZAKEN EXPERIMENTEN AMBULANTE JEUGDHULP ZONDER INDICATIE Adviseurs: Ewoud Jonker & Lotte Vermeer, Dock4& Organisatieadvies in Zorg Opdrachtgever: Provincie Gelderland Datum: 25 maart 2013 Status: Definitief
Inhoudsopgave 1. Inleiding pag. 2 2. Stand van zaken regio s pag. 3 3. Reflectie pag. 8 1. Inleiding De provincie Gelderland stimuleert de ontwikkeling van regionale experimenten door samen met gemeenten vorm te geven aan nieuwe werkwijzen die bijdragen aan de transformatie van de jeugdzorg. Transformatie staat voor inhoudelijke vernieuwing van het stelsel zorg voor jeugd, onder andere gericht op het versterken van de eigen kracht van gezinnen en minder instroom van jeugdigen in zware vormen van zorg. Dock4 heeft in februari 2013 een inventarisatie gemaakt van de stand van zaken op hoofdlijnen van de zeven Gelderse regio s. Daarbij is gekeken naar de stand van zaken van de experimenten ambulante jeugdzorg zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg, ook in relatie tot de overdracht van de jeugdzorg. In hoofdstuk 2 staan de resultaten. Bij het weergeven van de resultaten is een verdeling gemaakt in regio s die al zijn gestart met het feitelijk uitvoeren van de nieuwe werkwijze in de praktijk en regio s waar de uitvoering nog gaat starten. In hoofdstuk 3 volgt de afsluiting met een reflectie op de stand van zaken in de zeven regio s. De reflectie kan tevens gelezen worden als samenvatting. 2
2. Stand van zaken regio s Regio s die nog in de praktijk gaan starten met de nieuwe werkwijze ambulante jeugdhulp zonder indicatie Experiment Rivierenland Achterhoek Arnhem Planning & projectorganisatie De regio bevindt zich in de voorbereidingsfase van het experiment. De geplande start van de uitvoering is voorjaar 2013. De eerste plannen dateren van maart 2012. Het plan van aanpak wordt op dit moment ontwikkeld door een regionale projectgroep. De regio bevindt zich in de ontwerpfase van het experiment. De geplande start van de uitvoering van de nieuwe werkwijze is april 2013. De regionale projectgroep beschikt over een projectplan (vastgesteld in 2012) en een uitvoeringsplan. De regio bevindt zich in de ontwerpfase van het experiment. Verwachte start van de uitvoering is 1 juni 2013. Het regionale plan van aanpak is in 2012 vastgesteld. Momenteel wordt de werkwijze uitgewerkt. Er is geen structurele projectorganisatie, situationeel nemen partijen deel aan project. Wat is nog nodig voor de start? Een externe projectleider voor het experiment wordt momenteel geworven. Die projectleider gaat aan de slag met de nadere uitwerking van het projectplan in een plan van aanpak. Er is behoefte aan een monitor op casusniveau die aantoont welke afwegingen professionals maken in het beoordelen van een casus. Er is behoefte aan afspraken over de rol van Bureau Jeugdzorg Starten met nieuwe werkwijze in een aantal gemeenten en (daarna) regiobreed uitrollen op basis van een formele overeenkomst. Investeren op medewerking van gemeenten om klein te starten zonder formele uitvoeringsovereenkomst. Welke uitdagingen zijn er? Lokale verschillen in organisatie, financiering en uitvoeringspraktijk. Een aantal gemeenten doet niet mee met het experiment. De uitwerking wordt geïmplementeerd gelijktijdig/in samenhang met de pilot gebiedsgericht werken met jeugd- en gezinswerkers als generalist (die er nog niet voldoende zijn). Het experiment raakt de ontwikkeling van het profiel van generalisten die gebiedsgericht werken. Dit profiel is nog onduidelijk, dat kan een negatief effect hebben op het experiment. Grote verschillen tussen gemeenten in werkwijzen en instrumenten zijn een opgave voor regionaal werkende uitvoeringsorganisaties. Om hieraan tegemoet te komen, wordt gezamenlijk ingezet op Gezinsplan en Zelfredzaamheid- Matrix. Spanningsveld wat regionaal dan wel lokaal te organiseren (lokale keuzes hebben bijvoorbeeld betrekking op CJG of WMO loket en de scope van het ambulante aanbod). Het project is nog niet duidelijk ingekaderd; er is geen formele regionale projectstructuur. Onduidelijk is waar welke verantwoordelijkheden liggen. 3
Rivierenland Achterhoek Arnhem Samenwerking tussen Het project valt onder regie en gemeenten, instellingen en verantwoordelijkheid van een regionale jeugdzorgaanbieders ambtelijke werkgroep. Er wordt een projectgroep samengesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van gemeenten en uitvoeringsorganisaties onder coördinatie van een externe projectleider. Samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Overdracht ( transitie) jeugdzorg Het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal is opdrachtgever voor het project. Gemeenten en uitvoeringsorganisaties werken samen in een regionale projectorganisatie met onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling. De regio heeft een ambtelijke werkgroep decentralisaties waaraan de projectleider verantwoording aflegt. Instellingen en jeugdzorgaanbieders bevinden zich afhankelijk van het thema in de projectorganisatie. Samenwerking vindt momenteel voornamelijk op uitvoerend niveau plaats omdat de werkwijze zonder indicatie van onderaf wordt opgebouwd. Regionale aanpak transitie Het experiment is onderdeel van het regionale Plan van Aanpak transitie jeugdzorg 2013. De transitie sluit aan op het programma zelfredzaam dat de thema s rondom jeugd, volksgezondheid en WMO en de samenhang daartussen versterkt. Het experiment wordt gezien als onderdeel van de transitie Jeugdzorg. Voor de transitie bestaat een stuurgroep en een transitieplan. Lokaal hebben gemeenten vrijheid in het bepalen van werkwijzen, tenzij een aanpak op regionaal beter is. Er is een regionaal vastgesteld visiedocument. De regionale aanpak is afhankelijk van inhoudelijke keuzes. De regio initieert verschillende proeftuinen, waaronder het experiment. Planning is de regionale projectorganisatie voor de zomer van 2013 vast te leggen met duidelijkheid over opdrachtgeverschap. Overzicht van het veld (# jeugdigen in zorg, betrokken instellingen) Er is een start gemaakt met zicht te verkrijgen op het zorggebruik en het veld middels de rapportage van Spectrum. De regio heeft zicht op het veld, er is een inventarisatie gemaakt van het aantal jeugdigen in zorg en van betrokken instellingen. De cijfers van Spectrum worden beschouwd als nulmeting. Arnhem heeft een redelijk inzicht in aantal jeugdigen in zorg en in betrokken instellingen. De meeste gemeenten hebben nog weinig inzicht in het veld. 4
Regio s die reeds experimenteren in de praktijk met ambulante jeugdhulp zonder indicatie FoodValley Oost Veluwe & Midden IJssel Nijmegen Noord-Veluwe Experiment Looptijd en regionale inbedding experiment Het experiment loopt vanaf mei 2012. Alle gemeenten (5 Gelderse en 3 Utrechtse) doen mee. Het experiment zit volop in de uitvoeringsfase. De gemeente Apeldoorn is in september 2011 gestart met de pilot CJG4kracht (pilot is indicatieluw ). Er zijn plannen voor uitrol naar de overige gemeenten. Pilot Apeldoorn bevindt zich in de borgingsfase; voor overige gemeenten geldt voorbereidingsfase. Het experiment loopt vanaf april 2011 in de gemeenten Nijmegen en Wijchen. In 2012 is werkwijze uitgerold naar de overige regiogemeenten. Het experiment bevindt zich in de borgingsfase. Het experiment is januari 2011 gestart in de zes regiogemeenten. Het regionale experiment bevindt zich in de borgingsfase. Aantal aanmeldingen Er zijn 18 aanmeldingen gedaan tot 15 januari 2013. In vier van de acht gemeenten zijn nog geen aanmeldingen voor ambulante jeugdhulp gedaan. In de pilot van Apeldoorn zijn 215 aanmeldingen gedaan, daarvan is 46% in het voorliggend veld opgepakt en 54% aangemeld voor ambulante hulp. Eind 2012 zijn er 147 aanmeldingen gedaan. De meeste (46) vanuit het schoolmaatschappelijk werk. Eind 2012 zijn er in totaal 84 aanmeldingen gedaan, waarvan 8 via de oudercursus Triple P niveau 4 zijn gemeld. Best practices Expliciete keuze voor lokale ruimte per gemeente en borging van het experiment in de lokale zorgstructuur. Gezamenlijke aanpak en methodiek CJG4kracht. Effectieve monitoring, registratie en dossiervorming. Gebruik prestatie-indicatoren NJI. Ouderpanel opgezet dat concrete ervaringen en verbeterpunten oplevert. Regio beschikt over een doorontwikkeld aanmeldformulier. Aanmeldgesprekken bij jeugdzorgaanbieder worden gevoerd mét aanmelders die aanwezig zijn, leidt tot hoge kwaliteit. Lessen uit het experiment worden benut om een nieuw organisatiemodel zorg voor jeugd te ontwikkelen. Afspraken met provincie om te kunnen sturen. Afspraken met huisartsen om de toewijzing van de jeugd-ggz en jeugdzorg goed af te stemmen. 5
FoodValley Oost Veluwe & Midden IJssel Nijmegen Noord-Veluwe Concrete plannen 2013 Vertalen van aanbevelingen uit procesevaluatie in verbeteracties. Waar mogelijk worden deze lokaal opgepakt, tenzij regionaal handiger is. Delen van best practices in de regio. Versterking van de binding van het experiment met het onderwijs Versterken van risicotaxatie en vraagverheldering door het voorliggende veld. Uitrol van de pilot in de regio op basis van afspraken met de provincie. Begin 2013 worden in de gemeente Apeldoorn integrale wijkteams (CJG en wijk) rond probleemgezinnen georganiseerd. Het experiment is in 2012 uitgerold in de regio. In 2013 wordt het experiment vertaald in een structurele werkwijze. Belangrijk is om het point of no return te benoemen van het indicatievrij inzetten van hulp. Plan is om de werkwijze te verbreden: directe inzet van ambulante hulp zonder indicatie vanuit Jeugd en Opvoedhulp, Jeugd-LVG en Jeugd-GGZ De werkgroep blijft actief om deelnemende partijen te ondersteunen. De ruimte in het huidige experiment is benut. De kwaliteit moet nog verbeterd worden, maar er zit niet veel rek meer in de breedte in. Er is besloten tot een volgende stap: uitbreiding van het dienstenpakket in CJG-verband (vrijwillige deel van BJz en ambulante deel van de zorgaanbieders). Dit betekent een reorganisatie van partijen in lokale teams met één regionaal (specialistisch) team. Deze worden aangestuurd vanuit gemeentelijke regie, waar gemeenten gemandateerde bevoegdheid bij provincie voor vragen. Hiervoor heeft de regio een subsidieaanvraag met projectplan ingediend bij de provincie. Onderdeel van het nieuwe experiment is een gedelegeerde verantwoordelijkheid van provincie naar gemeenten. De ontwerpfase wordt gepland voor februari/maart 2013, in /mei 2013 moeten de teams geformeerd zijn. 6
FoodValley Oost Veluwe & Midden IJssel Nijmegen Noord-Veluwe Wat heeft men nodig? Eenduidigheid over rol BJZ in aanmeldroute experiment. Afspraken met BJz over wel/niet afhandelen van aanmeldingen die in aanmerking komen voor het experiment. Vertaling van de regionale visie naar de praktische lokale situatie. Projectleider voor de uitrol in de gehele regio Duidelijke afspraken met de provincie voor uitrol van de werkwijze in de regio Oost Veluwe. Evaluatie van de Apeldoornse pilot als basis voor de uitrol. Kwartiermaker voor de regionale aanpak van de transitie, inclusief het doorvertalen van het experiment naar een structurele werkwijze. Afspraken met zorgkantoren voor indicatievrije inzet van jeugd-ggz en jeugd-lvb. Kwartiermaker voor het maken van afspraken met organisaties voor vorming van lokale teams. Kennis bij gemeenten over opbouw van de kosten van het aanbod en financieringsprincipes. Samenwerking tussen gemeenten en instellingen In de regionale projectorganisatie zijn gemeenten en organisaties vertegenwoordigd. Er is een vertegenwoordigingsmodel waarin zorgaanbieders één contactpersoon per gemeente hebben. CJG4kracht Apeldoorn kent een stuurgroep met alle instellingen. Er is sprake van commitment in de samenwerking. Partijen zoeken elkaar op en zijn in gesprek over kansen van de transities. Binnen het experiment zijn aanmelders standaard aanwezig bij het aanmeldgesprek en blijven zij betrokken. Er is sprake van vertrouwen in professionals. Voor het experiment geldt een regionale projectstructuur. Overdracht ( transitie) jeugdzorg Regionale aanpak transitie De wethouders Sociaal Domein van de regio FoodValley hebben besloten de voorbereiding van de decentralisatie gezamenlijk ter hand te nemen. Ze werken volgens het principe: lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Er is een regionaal plan van aanpak waarin een stappenplan per fase en een regionale projectstructuur is uitgewerkt. Er is een notitie met een regionale visie. Het experiment vormt onderdeel van de transitie. De drie decentralisaties (jeugd, AWBZ, participatie) worden gekoppeld op gemeenteniveau. Elke decentralisatie kent een eigen aanpak. 31 januari 2013 is de visie op de transitie jeugdzorg vastgesteld. De regionale projectorganisatie bestaat uit stuurgroep, expertgroep, regionaal platform, bestuurlijk platform en thematische werkgroepen. Men beschikt over een concept regionaal beleidsplan. Transitie (AWBZ en jeugdzorg): er is een visie, plan van aanpak en keuzenota. Keuzes gaan over toegang, aanbod en organisatie (o.a. gebiedsgerichte teams). Men vindt het tijd om instellingen te betrekken en te gaan doen. In de transitie bevinden zich meerdere proeftuinen waaronder ambulant werken zonder indicatie - onder één paraplu. De spanning is lokaal, tenzij. Welke grenzen zijn er? De RNV voert de regionale regie in opdracht van de zes gemeenten over de transitie. Er is een plan van aanpak (maart 2012) met een fasering. De overdracht wordt ambtelijk aangestuurd door het regionaal Transitieteam Jeugd (beleidsmedewerkers jeugd). Dit team communiceert de resultaten naar het regionaal ambtelijk Ontwerpteam Transities (afdelingshoofden) en regionale Stuurgroep Transities. (bestuurders) 7
FoodValley Oost Veluwe & Midden IJssel Nijmegen Noord-Veluwe Overzicht van het veld (# jeugdigen in zorg, betrokken instellingen) De regio heeft nog een beperkt inzicht in het aantal jeugdigen in vormen van jeugdzorg en het aantal betrokken instellingen. De regio heeft nog weinig informatie over het aantal jeugdigen in zorg. Algemene informatie van de Branche Jeugdzorg is niet te herleiden tot unieke gebruikers (BSN code). Het ontbreken van feitelijke informatie maakt het lastig om een impactanalyse te maken. Nijmegen maakt gebruik van de beleidscijfer basisset die de Branche Jeugdzorg heeft ontwikkeld. Men heeft zicht op de aantallen jeugdigen uit de gemeenten die een beroep doen op jeugdzorg. Voor de jeugd-ggz en jeugd-lvb is dat nog niet helder genoeg. 3. Reflectie Experiment In onderstaande tabel wordt schematisch weergegeven in welke fase een regio zich bevindt met betrekking tot het experiment ambulante jeugdzorg zonder indicatie (peilmoment: maart 2013). Tabel: stand van zaken experiment per regio d.d. maart 2013 Rivierenland Oost-Veluwe & Midden IJssel Achterhoek Arnhem FoodValley Nijmegen Noord-Veluwe Voorbereiding Ontwerp Uitvoering Borging Gemeentelijke pilot De regio Rivierenland bevindt zich in de voorbereidingsfase van het experiment jeugdzorg zonder indicatie ; de regio is bezig met de ontwikkeling van een plan van aanpak en het werven van een projectleider. 8
De pilot CJG4kracht dat de gemeente Apeldoorn (in de regio Oost-Veluwe) heeft ingezet, bevindt zich in de borgingsfase; de werkwijze heeft zich bewezen als operationeel. Er zijn plannen voor de uitrol van de pilot naar andere gemeenten in de regio Oost-Veluwe. Voor deze gemeenten is de voorbereidingsfase van toepassing. De regio s Achterhoek en Arnhem bevinden zich in de ontwerpfase van het experiment: zij werken momenteel de nieuwe werkwijze uit. Zowel Rivierenland, Achterhoek als Arnhem zijn voornemens om op korte termijn te starten met de uitvoeringsfase van het experiment. Het experiment in de regio FoodValley zit volop in de uitvoeringsfase, waarin de gemeenten oefenen met de nieuwe werkwijze. De regio s Nijmegen en Noord-Veluwe bevinden zich in de borgingsfase, waarin de resultaten van het experiment worden geborgd in een structurele werkwijze. In Nijmegen wordt deze fase benut om het experiment te verbreden naar andere vormen van hulp. In de regio Noord-Veluwe wordt het experiment verbreed naar alle vormen van ambulante hulp en alle taken van BJz in het vrijwillig kader. Dit wordt vertaald in een nieuwe organisatievorm, met bevoegdheden voor gemeenten om te kunnen sturen. Hiervoor wordt een nieuw experiment gestart. Vanuit de ervaringen in de regio Nijmegen en Noord-Veluwe blijkt dat het experiment na twee jaar vorm kan krijgen in een vaste werkwijze. Overdracht (transitie) jeugdzorg In alle regio s wordt het experiment in lijn gezien met de transitie. In alle regio s, behalve regio Noord-Veluwe, is het adagium in meer of mindere mate lokaal wat kan, regionaal wat moet. Door alle nog te starten regio s worden lokale verschillen / voorkeuren genoemd als uitdaging in de vormgeving van het experiment. Dit overzicht kan bijdragen aan het leren en ontwikkelen tussen regio s. 9