Kenmerken van het project Inleiding Theo Pouw Beheer B.V. (hierna: Theo Pouw) richt zich op onder meer op transport en levering van bouw- en grondstoffen alsmede op de overslag en bewerking van bedrijfsafvalstoffen (zoals bouw- en sloopafval). Zij beschikt hiervoor over 5 vestigingen. Sinds 2004 heeft Theo Pouw een depot in Lelystad, aan de Mortelstraat. Vanuit deze locatie verzorgt Theo Pouw levering van primaire en secundaire bouwstoffen, inname van bouw- en slooppuin en asfalt. Daarnaast verhuur van kranen, shovels en trucks. Begin 2012 heeft Theo Pouw een terrein verworven aan de Asfaltstraat in Lelystad. De inrichting is gelegen op het Industrieterrein Oostervaart, aan de noordzijde grenzend aan een insteekhaven. Deze inrichting is thans nog in hoofdzaak gericht op op- en overslag van primaire en secundaire bouwstoffen (zogenaamde bouwstoffenbank). Vergunningen Voor aan- en afvoer van zand, grind en (gecertificeerde) bouwstoffen, en -in beperkte mate- van afvalstoffen (zowel per as als per schip) is op 5 februari 2013 een melding (iy9fy9fspa) op grond van het Activiteitenbesluit ingediend bij de gemeente Lelystad. Ten behoeve van de realisatie van keerwanden, een kantoor met weegbrug en wielwasser is op 28 februari 2013 een aanvraag om omgevingsvergunning onderdeel Bouwen (incl. bijlagen) ingediend. Deze aanvraag is op 28 juni 2013 ingetrokken en vervolgens inclusief vernieuwing van de bestaande kadeconstructie1- op 9 juli 2013 opnieuw ingediend. Ook hier is de gemeente Lelystad bevoegd gezag. De Omgevingsvergunning is op 18 juli 2013 verleend (dossier L20130200) Aanleiding aanvraag Aanleiding voor de voorliggende aanvraag vormt de voorgenomen verplaatsing van de afval -activiteiten vanaf de locatie Mortelstraat naar de locatie Asfaltstraat. Opgave veranderingen De voorliggende aanvraag ziet daarmee toe op: op- en overslag voorzien van afvalstoffen (vooral in bulk); breken van bouw- en slooppuin tot menggranulaat; zeven van mengvrachten. 1 ook in het kader van de Waterwet Pagina 1 van 7
Overeenkomstig de ingediende melding op grond van het Activiteitenbesluit is thans sprake van op- en overslag van in totaal 300.000 ton per jaar aan primaire en secundaire bouwstoffen. Met nadruk wordt erop gewezen dat de totale doorzet van de inrichting met de voorliggende aanvraag om omgevingsvergunning niet zal wijzigen. De totale doorzet van de inrichting aan primaire en secundaire bouwstoffen alsmede van afvalstoffen bedraagt in de toekomst ook 300.000 ton/jaar. Ter plaatse van de locatie Mortelstraat vindt echter ook overslag plaats van afvalstoffen zoals verontreinigde baggerspecie en vergelijkbare afvalstoffen alsmede van stukgoed (handels- en koopmansgoederen (nietgevaarlijk cf ADR/IMDG), in een totale hoeveelheid van 200.000 ton/jaar. Ook die activiteit zal worden verplaatst, waardoor de verkeersaantrekkende werking van de inrichting (per as) wel groter wordt dan op dit moment: dagperiode: 75 +54 vrachten = 129 vrachten; avondperiode: 2 + 27 vrachten = 29 vrachten; nachtperiode: 6 (+0=) 6 vrachten De maximaal aanwezige voorraad niet veranderen: primair en secundaire bouwstoffen zullen gedeeltelijk zijn/worden vervangen door afvalstoffen en producten uit de bewerkingsinstallaties. Tenslotte wordt nog opgemerkt dat ook de oppervlakte van de inrichting ongewijzigd blijft. Omschrijving project Op en overslag van primaire bouwstoffen (zand en grind) en van afvalstoffen Overslag Het bedrijfsterrein beschikt over een kade waarmee primaire en secundaire grond-, bouw- en afvalstoffen, zoals zand, grind, lava en flugsand resp. menggranulaat en verontreinigde grond, per schip kunnen worden aan- en afgevoerd. Voor aan- (en af-)voer over water is de inrichting ontsloten en is een kadeconstructie aangelegd voor binnenvaartschepen. Overslag geschiedt met een (mobiele) kraan. Voor aan- en afvoer per as is een (geijkte) weegbrug aanwezig. Opslag Opslag van aangevoerde bouw-, en afvalstoffen geschiedt op het buitenterrein in open depots. Opslag geschiedt op het buitenterrein tot een hoogte van 10 meter. Uitgaande van een beschikbaar oppervlak voor opslag van ca. 5.000 m2 bedraagt de maximale voorraad op enig moment daarmee ca.50.000 m3 i.c. 80.000 ton. In de praktijk echter zal over het algemeen een veel kleinere hoeveelheid in opslag zijn, vooral aangezien: 1) verschillende soorten bouw-, grond- en afvalstoffen gescheiden van elkaar c.q. naar bewerkingsroute en bestemming moeten worden gehouden. Deze scheiding wordt gerealiseerd door middel van keerwanden dan wel het aanhouden van voldoende tussenruimte; 2) in voorkomende gevallen, opslag in containers plaatsvindt. Afvalstoffen, die in afwachting van bewerking binnen de inrichting zelf dan wel nuttige toepassing daarbuiten, in de inrichting in opslag aanwezig zijn, worden voor een maximale periode van 3 jaar opgeslagen. Voor afvalstoffen, die aanwezig zijn in afwachting van verwerking (zoals reiniging of definitieve verwijdering) elders, wordt een maximale termijn van opslag van 1 jaar aangehouden, e.e.a. overeenkomstig artikel 11.e van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Stb. 336; 2001). Pagina 2 van 7
Breken van puin De puinfractie uit bouw- en sloopafval (slooppuin) bestaat uit beton, asfalt, klinkerbestrating, metselpuin en /of combinaties hiervan. Deze afvalstromen worden gescheiden en /of gebroken in een puinbreekinstallatie(s) tot: gebroken puin en granulaten met een verschillende diameter, dat voldoet aan de BRL 2506 of anderszins; ijzerfracties; lichte fracties (gasbeton, plastic, hout, karton, textiel e.d.). Binnen de Theo Pouw-groep zijn mobiele installaties beschikbaar, waarmee elders/op locatie een bewerking van grond- en/of afvalstoffen kan worden gerealiseerd. Voorbeeld hiervan is een mobiele puinbreekinstallatie. Periodiek wordt deze mobiele puinbreekinstallatie binnen de inrichting gebruikt teneinde het puin os (al dan niet teerhoudend) asfalt te breken. De installatie heeft een capaciteit van ca. 150 ton/uur, afhankelijk van de te breken soort puin, en bestaat uit een tweetal zeven en een impactbreker. Vooraf wordt het materiaal mbv de kraan dan wel handmatig ontdaan van ongewenste bestanddelen. Tijdens de bewerking worden geen hulpstoffen (anders dan water ten behoeve van beperking stofemissies) gebruikt. Naast de granulaten ontstaan als nevenproducten: ijzer/schroot. Dit residu wordt afgevoerd voor hergebruik. Uitgaande van een doorzet van 120 kton/jaar zal de mobiele puinbreker ca. 800 uur per jaar in gebruik zijn (alleen dagperiode). Pagina 3 van 7
Naast de mobiele puinbreker beschikt Theo Pouw over andere (semi-)mobiele installaties, alwaar in hoofdzaak fysische verontreinigingen droog kunnen worden afgescheiden. Het betreft hier: zeef; Zeven van mengvrachten De mobiele zeefinstallatie heeft met verschillende zeefdekken. Naar behoefte kan hiermee tot scheiding van afval- of grondstoffen worden overgegaan tot een fijne resp. een grove fractie. De afzetbaarheid is sterk afhankelijk van de milieuhygiënische kwaliteit van de fracties. In het geval van het afzeven van grove delen uit hergebruiksgrond (ikv grondbank) bijvoorbeeld zijn beide fracties schoon en kunnen worden hergebruikt. Het grove materiaal wordt dan afgevoerd naar de puinbreekinstallatie; de fijne fractie kan worden afgezet. Ingeval van afzeving van bijvoorbeeld niet-toepasbare grond zal de grondfractie worden afgezet naar een (extern) verwerker. Uitgaande van een doorzet van 60 kton/jaar en een gemiddelde doorzet van 150 ton/uur, zal de mobiele zeef ca. 400 uur/jaar in bedrijf zijn. ( uitsluitend in dagperiode). Intern materieel In het kader van de op- en overslag van de bouw- en afvalstoffen als ook het voeden van de bewerkingsinstallaties zijn een shovel en een kraan aanwezig. Overige activiteiten 1. Binnen de inrichting kunnen proefprojecten plaatsvinden in relatie tot de aard van de inrichting, die verband houdend met onder andere markt- en overheidsbeleidontwikkelingen. Om de ontwikkelingen te kunnen volgen en nieuwe technologieën te kunnen beoordelen, zodat de procesvoering van de inrichting verder kan worden geoptimaliseerd, is Theo Pouw voornemens om binnen haar inrichting incidenteel proefnemingen uit te voeren. De proefnemingen hebben tot doel: de procesvoering te kunnen optimaliseren; de verwerkbaarheid van overige bulkafvalstoffen te kunnen vaststellen; nieuwe technologieën, met betrekking tot be- en verwerking van zandige en/of steenachtige afvalstoffen, te kunnen testen en het ontwikkelen van nieuwe verwerkingstechnieken. De voornoemde proeven worden uitgevoerd op een beperkte schaal en gedurende een beperkte periode. Voor i iedere proefneming zal vóóraf een plan van aanpak worden opgesteld, dat aan het bevoegd gezag ter goedkeuring zal worden overgelegd. Het plan beschrijft ten minste: de aard en kwaliteit van de te bewerken stromen, inclusief de eventuele aanpassing van acceptatiecriteria; doelstelling en verwachte resultaten van de proefneming; technische beschrijving van de proefneming; te treffen maatregelen en voorzieningen om te voldoen aan het criterium dat de proefneming ten opzichte van de vergunde situatie geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu; de verwachte bestemming en verdere nuttige toepassing van de bewerkte productstromen; indien van toepassing- meet- en analyseprocedures. 2. Op het buitenterrein vindt naast de opslag van afvalstoffen en bulkstoffen stalling plaats van (wegenbouw-) materieel en materialen alsmede van voertuigen. Pagina 4 van 7
Ten behoeve van de werkzaamheden zijn de volgende utilities beschikbaar: 1. voor opslag van smeermiddelen tbv van (klein) onderhoud aan eigen materieel is een container beschikbaar. Hier zijn aanwezig: beperkte voorraad olie en smeermiddelen (boven lekbak) gasflessen; De reststoffen, zoals onder andere poetsdoeken, lege vetpatronen en absorptiekorrels, die vrijkomen tijdens de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden geïsoleerd van de overige stoffen opgeslagen en afgevoerd. 2. Binnen de inrichting is een weeggebouw met keuken en sanitair aanwezig en in gebruik door administratieve medewerkers. 3.. Naast het kantoor zijn parkeerplaatsen aanwezig voor persol en bezoekers. Zie bijlage 2.a voor de inrichtingstekening. Pagina 5 van 7
Grondstoffen Binnen de inrichting is een beperkte voorraad aan smeer- en onderhoudsmiddelen alsmede gasflessen aanwezig: activiteit omschrijving (klein) onderhoud verf verdunner gasolie gasflessen omschrijving argon acetyleen zuurstof wegebouwverf koelvloeistof machine-olien hoeveelheid (enig moment) 60 l. 15 l. 3.000 l 2 * 50 l 2 * 50 l 2 * 50 l 40 l 100 l. 400 l. opmerking in mobiele tankjes spuitbussen lekbak lekbak Pagina 6 van 7
Stand der techniek en IPPC Een IPPC-installatie is een installatie waarin een of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de Richtlijn industriële emissies. Voor afvalbeheer is in die bijlage de volgende opsomming gegeven: cat 5.1 Omschrijving De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten: (..) b) fysisch-chemische behandeling Van toepassing 5.2 De verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen in afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties (..) a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten Stortplaatsen, (..) Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde behandelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 ton 5.3 5.4 5.5 5.6 Ondergrondse opslag van gevaarlijke afvalstoffen (..) overweging Zie ook LAP2, Beleidskader: handelingen als sorteren, breken, verdichten, palletiseren zijn vormen van mechanische afvalverwerking en niet fyischchemisch zie ook onder [5.1] ja, voor zover die opslag plaatsvindt in afwachting van verwerking zoals bedoeld in 5.1, 5.2, 5.4 en/of 5.6 Gelet op het voorgaande dient de opslag van gevaarlijke afvalstoffen, die nadat ze de inrichting verlaten, worden gestort of verbrand dan wel anderszins nuttig zullen worden hergebruikt, als een IPPC-activiteit te worden aangemerkt en dient in dat kader de stand-der-techniek (BBT) te worden toegepast. Sinds 1 januari 2013 moet overeenkomstig artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (MOR) bij het bepalen van beste beschikbare technieken (BBT) rekening worden gehouden met BBT-conclusies én bij ministeriële regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT. BBT-conclusies worden door de Europese commissie vastgesteld en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (Uitvoeringbesluit van Europese commissie). Zij worden daarom in de Nederlandse regelgeving niet meer apart aangewezen. Voor cat. 5.5. zijn tot op heden geen (primair) relevante BBT-conclusies aangewezen. Desalniettemin bevat de BREF Afvalbehandeling ook elementen die toezien op op- en overslag van (gevaarlijke) afvalstoffen. In bijlage 10 is deze beoordeling gedaan. Geconcludeerd wordt dat de inrichting voldoet aan de aldus vastgestelde BBT. De Nederlandse informatiedocumenten over BBT zijn opgenomen in de bij de MOR behorende bijlage. In relatie tot de inrichting betreft het hier: NeR Nederlandse emissierichtlijn lucht (juli 2012) NRB 2012; Nederlandse richtlijn bodembescherming (maart 2012); PGS-richtlijnen i.c. PGS-15: Opslag van verpakte gevaarlijke Stoffen en errata (december 2011). De wijze waarop met deze documenten rekening is gehouden is opgenomen in bijlage 4. Pagina 7 van 7