INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

Vergelijkbare documenten
Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Vl. M. Nadruk verboden 1

7.1 Zwaartelijn en hoogtelijn [1]

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

Soorten lijnen. Soorten rechten

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

7.1 Symmetrie[1] Willem-Jan van der Zanden

Herhalingsles 5 Meetkunde Weeroefeningen

wiskunde B vwo 2017-II

handleiding pagina s 241 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 59: wandelplannen pagina 60: grondplannen constructies 2 Werkboek

Hoofdstuk 5 : De driehoek

wiskunde B vwo 2016-I

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

Hoofdstuk 5 - Meetkundige plaatsen

Herhalingsles 3 Meetkunde Weeroefeningen

wiskunde B bezem vwo 2018-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

handleiding pagina s 687 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 444: tangram 2 Werkboek 3 Posters

Hoofdstuk 6 Driehoeken en cirkels uitwerkingen

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Congruentie. Dit heb je nodig leerwerkboek p oefenboek nr geodriehoek passer groene en rode pen kleurpotloden

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2015-II

Eigenschappen van driehoeken

Eindexamen wiskunde B vwo I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo II

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur.

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

2 Lijnen en hoeken. De lijn

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

3.1 Soorten hoeken [1]

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde. Syllabus voortentamen Wiskunde B

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

LANDSEXAMEN VWO

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12

Verdieping - De Lijn van Wallace

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

HZH: c, α en β ZZR: a, b en β

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

1 Het midden van een lijnstuk

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Antwoordmodel - Vlakke figuren

UITWERKINGEN VOOR HET VWO

4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B bezem vwo 2018-II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Eindexamen vwo wiskunde B II

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

(fonsvendrik.nl 2017)

Samenvatting. Hoofdstuk 4. Machtsfunctie De functie f x x n heet een machtsfunctie. Het verloop van de grafiek hangt af van de waarde van n.

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

Transcriptie:

INHOUDSTBEL 1. TRNSFORMTIES (fiche 1)...3 2. SYMMETRIE (fiche 2)...4 3. MERKWRDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6 4. VLKKE FIGUREN: DRIEHOEKEN (fiche 4)...7 5. VLKKE FIGUREN: BIJZONDERE VIERHOEKEN (fiche 5)...8 6. EIGENSCHPPEN HOEKEN (fiche 6)...9 7. CONGRUENTIE (fiche 7)...10 8. GELIJKVORMIGHEID (fiche 8)...12 9. SYMBOLENLIJST...13

Fiche 1 1. TRNSFORMTIES (fiche 1) GEDEFINIEERD DOOR EIGENSCHPPEN een as SPIEGELING VERSCHUIVING (translatie) DRIING(rotatie) een richting een lengte een zin 1 ) beeld van een rechte is een rechte. 2 ) beeld van een halve rechte is een halve rechte. 3 ) beeld van een lijnstuk is een lijnstuk. 4 ) behoudt lengte lijnstuk. 5 ) behoudt het midden. 6 ) behoudt grootte hoek. 7 ) behoudt omtrek vlakke figuren. 8 ) behoudt oppervlakte vlakke figuren. 9 ) behoudt de evenwijdigheid. 10 ) behoudt de loodrechte stand. 11 ) behoudt oriëntatie hoek. 12 ) beeld van een rechte is een evenwijdige rechte. een centrum grootte georiënteerde hoek 11 ) behoudt oriëntatie hoek. DEKPUNTEN elk punt van de spiegelas het centrum BIJZONDERE DRIINGEN 1 ) POSITIEVE KWRTDRI: I = r (O,90 ) 2 ) NEGTIEVE KWRTDRI: I -1 = r (O,-90 ) 3 ) HLVE DRI of PUNTSPIEGELING: r (O,180 ) = r (O,-180 ) = s O 3

Fiche 2a 2. SYMMETRIE (fiche 2) DEFINITIE SYMMETRIES: Een rechte is een (symmetrie)as van een figuur F asa het spiegelbeeld van die figuur rond die as de figuur F zelf is. m as van F asa s m ( F ) = F MIDDELPUNT: Een punt P is middelpunt van een figuur F asa het beeld van die figuur rond dit punt de figuur F zelf is. P middelpunt van F asa s P ( F ) = F FIGUUR SYMMETRIES(SEN) MIDDELPUNT(EN) Rechte oneindig veel De rechte zelf. lle loodlijnen op de rechte. oneindig veel lle punten van de rechte. Lijnstuk twee De middelloodlijn van het lijnstuk De drager van het lijnstuk één Het midden van het lijnstuk. Vierkant vier De middelloodlijnen van de zijden. De diagonalen. één Het snijpunt van de diagonalen. Rechthoek twee De middelloodlijnen van de zijden. één Het snijpunt van de diagonalen. 4

Fiche 2b FIGUUR SYMMETRIES(SEN) MIDDELPUNT(EN) Ruit twee De diagonalen. één Het snijpunt van de diagonalen. Parallellogram één Het snijpunt van de diagonalen. Gelijkbenig trapezium één De middelloodlijn van de evenwijdige zijden. Gelijkbenige één De middelloodlijn van de basis Gelijkzijdige drie De middelloodlijnen van de zijden. Cirkel oneindig veel De middellijnen (diameters) van de cirkel. één Het middelpunt van de cirkel. 5

Fiche 3 3. MERKWRDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3) MIDDELLOODLIJN (rechte die een lijnstuk in twee gelijke delen verdeelt en loodrecht op dat lijnstuk staat) Een middelloodlijn van een is een middelloodlijn van een zijde van de m BISSECTRICE (deellijn van een hoek: rechte die de hoek in twee gelijke delen verdeelt) Een bissectrice van een is een bissectrice van een hoek van de b HOOGTELIJN Een hoogtelijn van een is de loodlijn uit een hoekpunt op de drager van de overstaande zijde h h ZWRTELIJN Een zwaartelijn van een is een rechte door een hoekpunt en het midden van de overstaande zijde z 6

Fiche 4 4. VLKKE FIGUREN: DRIEHOEKEN (fiche 4) INDELING VN DE DRIEHOEKEN VOLGENS ZIJDEN HOEKEN NTL SYMMETRIESSEN Willekeurige Gelijkbenige Gelijkzijdige Scherphoekige Stomphoekige Rechthoekige Geen enkel symmetrieas Juist één symmetrieas Juist drie symmetrieassen E I G E N S C H P drie zijden verschillende lengtes lengtes twee zijden zijn gelijk lengtes drie zijden zijn gelijk drie hoeken scherp minstens één hoek stomp minstens één hoek recht willekeurige gelijkbenige gelijkzijdige 7

Fiche 5 5. VLKKE FIGUREN: BIJZONDERE VIERHOEKEN (fiche 5) EIGENSCHPPEN PRLLELLOGRM RECHTHOEK RUIT VIERKNT H O E K E N Z IJ D E N D I G O N L E N Overstaande hoeken even groot De vier hoeken even groot Opeenvolgende hoeken supplementair Overstaande zijden evenwijdig Lengtes overstaande zijden gelijk Lengtes vier zijden gelijk Lengtes gelijk Delen elkaar middendoor Staan loodrecht op elkaar 8

Fiche 6 6. EIGENSCHPPEN HOEKEN (fiche 6) HOEKEN VN ZIJN EVEN GROOT ZIJN SUPPLEMENTIR Twee evenwijdige rechten gesneden door een gemeenschappelijke rechte 1 ) overeenkomstige hoeken 2 ) verwisselende binnenhoeken 3 ) verwisselende buitenhoeken 1 ) binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn 2 ) buitenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn Parallellogram overstaande hoeken opeenvolgende hoeken Rechthoek alle hoeken opeenvolgende hoeken Ruit overstaande hoeken opeenvolgende hoeken Vierkant alle hoeken Gelijkbenige basishoeken Gelijkzijdige alle hoeken 9

Fiche 7a 7. CONGRUENTIE (fiche 7) 1 ) CONGRUENTE FIGUREN DEFINITIE Figuren zijn congruent indien zij elkaar volledig kunnen bedekken SYMBOOL is congruent met EIGENSCHP Bij congruente figuren zijn al de overeenkomstige elementen even groot. (d.w.z. de lengtes van de overeenkomstige zijden zijn even groot. de grootte van de overeenkomstige hoeken zijn gelijk.) GEVOLGEN Congruente figuren hebben 1 ) dezelfde vorm 2 ) even grote omtrek 3 ) even grote oppervlakte 10

Fiche 7b 7b. CONGRUENTE DRIEHOEKEN (fiche 7b) noot: Z betekent zijde en H betekent hoek CONGRUENTIEKENMERKEN Twee en zijn congruent als: 1 ) De lengtes van de drie overeenkomstige zijden even groot zijn. ZZZ BC YZ 1 ) B = Y 2 ) C = Z 3 ) BC = YZ B C Z Y 2 ) De lengtes van twee overeenkomstige zijden en de grootte van hun overeenkomstige ingesloten hoek even groot zijn. ZHZ BC YZ 1 ) B = Y 2 ) B ˆ = Y ˆ 3 ) BC = YZ B C Z Y 3 ) De lengte van één overeenkomstige zijde en de grootte van twee overeenkomstige hoeken even groot zijn. HZH ZHH HHZ BC YZ 1 ) B ˆ = Y ˆ 2 ) B = Y 3 ) ˆ = ˆ BC YZ 1 ) B = Y 2 ) B ˆ = Y ˆ 3 ) C ˆ = Z ˆ B B C C Z Z Y Y 11

Fiche 8 8. GELIJKVORMIGHEID (fiche 8) 1 ) GELIJKVORMIGE FIGUREN DEFINITIE Twee figuren zijn gelijkvormig indien de ene figuur congruent is met een schaalfiguur van de andere. SYMBOOL ~ is gelijkvormig met EIGENSCHP 1 ) Bij gelijkvormige figuren zijn al de overeenkomstige hoeken even groot. 2 ) Bij gelijkvormige figuren zijn de verhoudingen van de lengtes van de overeenkomstige zijden gelijk. GELIJKVORMIGHEIDSFCTOR De gelijkvormigheidsfactor van gelijkvormige figuren is de waarde van de verhouding van de lengtes van de overeenkomstige zijden. BC ~ YZ 1 ) B Y C BC = = = gelijkvormigheidsfactor Z YZ 2 ) ˆ= ˆ B ˆ= Y ˆ C ˆ= Z ˆ B C Y Z 12

Symbolenlijst 9. SYMBOLENLIJST Symbool Betekenis punt a rechte a B rechte bepaald door de punten en B Ñ Í Ñ[B halve rechte B met als randpunt B] halve rechte B met als randpunt B [B] lijnstuk B met als randpunten en B staat loodrecht op // is evenwijdig met // snijdt B lengte lijnstuk B d(,b) afstand van tot B C (O,r) Cirkel met als middelpunt O en straal r  hoek (,B) koppel (,B) 13

Symbolenlijst s a spiegeling om de as a s spiegeling om het punt s a () spiegelbeeld van om de as a s () spiegelbeeld van om het punt t (,Y) verschuiving t bepaald door het koppel (,Y) t() het beeld van door verschuiving t r (O,α ) draaiing r met als centrum O over een hoek α r() beeld van door draaiing r I positieve kwartdraai i -1 negatieve kwartdraai r (O,180 ) r (O,-180 ) halve draai met als centrum O / puntspiegeling om O is congruent met ~ is gelijkvormig met 14