making globalisation work

making globalisation work Eerste Jaarverslag Global Compact Nederland Global Compact Netw Nederland

making globalisation work Eerste Jaarverslag Global Compact Nederland

colofon Global Compact Nederland Postbus 93002, 2509 AA Den Haag, Nederland Telefoon 00 31 70 3490 467 e-mail rutgersvdloeff@vno-ncw.nl Vanaf 1 juli 2008 Telefoon 00 31 70 3490 468 e-mail klamer@vno-ncw.nl www.unglobalcompact.org Dit eerste jaarverslag kwam tot stand dankzij sponsoring van: - Reed Elsevier - BladVorm (vormgeving) - Jan Vermeer Photography - Thieme Amsterdam (drukwerk) Foto omslag en foto s op pagina 2, 5, 8, 13, 17, 2o en 31 Jan Vermeer Photography Juni 2008 4

inhoud Voorwoord 6 First annual report 1. Global Compact: globalisering laten werken Door André van Heemstra voorzitter 9 2. De relatie tussen internationaal bedrijfsleven en armoedebestrijding; het onderzoeksrapport van Oxfam GB, Novib, Unilever en Unilever Indonesia 2.1 De grondslag: een onderneming in de samenleving 10 2.2 Het onderzoek: een vruchtbare samenstrijd 11 2.3 In dialoog 15 2.4 Conclusies 18 3. Communications on Progress and Sustainability Reports Peer Feedback 19 Bijlagen: 1. De Tien Beginselen van Global Compact 21 2. Aankondiging oprichting van Global Compact Nederalnd 22 3. Reactie Koffi Annan 23 4. Missie, doelstellingen, strategie en activiteiten van GC NL 24 5. De Millenniumdoelstellingen 26 6. Nederlandse ondertekenaars van Global Compact 27 7. General conclusions GC Leaders Summit Geneva, July 2007 28 5

voorwoord Voor u ligt de eerste publicatie van het Netherlands Network of the UN Global Compact, kortweg Global Compact Nederland. Het bevat het jaarverslag 2007 en is grotendeels gebaseerd op het openingssymposium van dit netwerk, dat op 29 mei 2007 werd gehouden bij Unilever in Rotterdam. De verschillende bijlagen maken dit rapport bovendien geschikt als voorlichtingsbrochure over Global Compact Nederland. Het heeft mij verheugd dat wij vorig jaar bij de lancering van Global Compact Nederland een groot aantal ondertekenaars van de Global Compact Beginselen en andere belangstellenden hebben mogen verwelkomen. Onder hen vertegenwoordigers van het private bedrijfsleven, de publieke sector, de NGO s en de universiteiten. Daarmee is vanaf het begin invulling gegeven aan één van de doelstellingen van het Nederlandse Global Compact netwerk: het bevorderen van de dialoog tussen de verschillende stakeholders over de thema s die in de Tien Beginselen en in de daarmee verwante Millenniumdoelstellingen aan bod komen. Een dialoog om te leren van elkaars ervaringen, zowel ten behoeve van het eigen opereren als ten behoeve van de partners in de Derde Wereld. Deze brochure is mede bedoeld om de waarde van die dialoog uit te dragen en nieuwe deelnemers te interesseren. André van Heemstra Voorzitter Global Compact Nederland 31 maart 2008 6

first annual report of the netherlands network of the un global compact 1 In January 2007GC Netherlands got off the ground. A Chairman of the Netherlands Network and of its Steering Group was found and nominated - André van Heemstra, former member of the Board of Unilever International - and a mission statement and action plan developed. The year previous, many preparatory activities had taken place including a letter in April 2006 from the CEO s of ABN.Amro, Shell, TNT and Unilever, all signatories of the UN Global Compact, to UN Secretary-General Kofi Annan declaring their intention to start a Netherlands local network (GC NL; see appendix 2). The letter was inspired by contact between these CEOs and the Prime Minister of the Netherlands, Jan Peter Balkenende, who stressed the importance of business support for the goals and activities of the UN. In October 2006 the secretariat for the steering group moved from ABN.Amro to the Confederation of the Netherlands Industry and Employers, VNO-NCW. It was agreed by all active participants that the administration of the Netherlands Network should be as light as possible: in particular, that costs should be born primarily by companies (and VNO-NCW) as contributions in kind, for example by organising and hosting meetings of GC NL. There is no formal membership of GC NL, the steering group and all the activities of GC NL are open to all Dutch signatories (see the mission statement in appendix 4). NGO s, government and the International Chamber of Commerce are represented in the steering group also. In accordance with the mission statement and action plan, the first conference of GC NL took place on May 29, 2007 at the headquarters of Unilever International in Rotterdam. It was a successful event, with approximately 60 participants from all relevant societal groups: in addition to business representatives (both members and non-members), NGO s, government and academics. The theme of the conference was the research report The relation between International Business and Poverty Reduction: the case of Unilever Indonesia, produced in 2005 by Oxfam GB, Oxfam-NOVIB, Unilever and Unilever Indonesia. This first annual report contains the main elements and conclusions of the conference in chapter 2. A smaller scale second meeting was successfully organised and hosted by KLM on October 3rd to provide peer feedback on sustainability reports and Communications on Progress (COPs). The reports of ABN.Amro, Akzo-Nobel, Air France /KLM and Unilever were discussed indepth in small working groups and following in a plenary meeting. Often these sustainability reports are used by GC signatories as annual COPs for the Global Compact Office in New York. In 2007 the number of Dutch signatories of the Global Compact steadily grew, with about one new signatory a month, without any recruitment activities other than the two meetings mentioned above. Many contacts were made by the Chairman and the Secretary of GC NL with government departments and relevant organisations. André van Heemstra held talks with the Secretary of State responsible for CSR from the Ministry of Economic Affairs. Other engagement included discussions with the Department of Foreign Affairs, the National Contact Point for the OECD Guidelines and NEN, the Dutch affiliate of the ISO. 1 as approved by the steering group gc nl on november 6, 2007. edited for inclusion in this report. 7

1. global compact: globalisering laten werken 2 Global Compact is een vrijwillig initiatief dat zich richt op duurzame ontwikkeling en het bevorderen van goed burgerschap, ook van bedrijven. Make globalisation work, dat is kort en bondig het motto. Global Compact omvat waarden die zijn afgeleid van de universele beginselen die de Verenigde Naties onderbouwen. Het is een netwerk van ondernemingen en belanghebbenden en biedt een forum waar men leren kan en wezenlijke ervaringen uit kan wisselen. Een bron van inspiratie om maatschappelijke verantwoordelijkheid actief in te zetten. global compact is uitdrukkelijk niet: - wettelijk verplichtend - een compliance instrument - een standaard of een gedragscode - een PR kanaal Het Nederlandse netwerk wil dan ook niet weer een nieuwe vereniging zijn die een nieuwe tak van sport introduceert met allerhande eigen sociale en financiële verplichtingen. Integendeel: het netwerk beoogt hulp te bieden op een pad dat velen reeds ingeslagen zijn. Ondertekening van het initiatief brengt voor een onderneming de verplichting mee om periodiek te rapporteren over de vooruitgang in het uitdragen en realiseren van de tien beginselen (zie daarvoor bijlage 1). Zowel voor interne berichtgeving als voor de open communicatie met externe belanghebbenden biedt die verplichting echter grote voordelen. missie In de eerste maanden van 2007 is de missie van Global Compact Nederland in kaart gebracht. Daarbij is gebruik gemaakt van zogeheten MGSAtechnologie: mission - goals - strategies - actions. Deze stapsgewijze methode staat een zeer abstract startpunt toe, zolang dit via een aantal logische stappen tot uitdrukking komt in een concreet plan van actie, met de daartoe behorende tijdschalen en toegewezen verantwoordelijkheden (zie bijlage 4; in die bijlage is tevens de voor 2008/2009 vernieuwde paragraaf Actions toegevoegd). De missie van Global Compact Nederland legt de nadruk op duurzame ontwikkeling. Dat gebeurt langs twee wegen: tot leven brengen van de beginselen van Global Compact en nastreven van de Millenniumdoelstellingen (zie bijlage 5 voor de inhoud daarvan).via een drietal strategieën willen we onze doelstellingen bereiken: werven van nieuwe ondertekenaars van Global Compact; in het leven roepen van een systeem van peer feedback op elkaars ervaringen, berichtgeving en de acties die daaraan ten grondslag liggen; gelegenheid bieden tot gezamenlijke experimenten. Op 29 mei 2007 vond de startbijeenkomst plaats van Global Compact Nederland. Het hoofdgerecht bestond uit een unieke studie die Oxfam-Novib in 2005 in samenwerking met Unilever uitvoerde in Indonesië. Samen wilden de organisaties inzicht krijgen in de betekenis van de aanwezigheid van een multinationale onderneming, en dan met name voor de armoede in een bepaald gebied. Hoofdstuk 2 geeft de kernpunten en conclusies van deze conferentie. 2 gebaseerd op de openingsspeech door andré van heemstra tijdens de startbijeenkomst van gc nl op 29 mei 2007 te rotterdam. 9

2. de relatie tussen internationaal bedrijfsleven en armoedebestrijding; het onderzoeksrapport van oxfam gb, novib, unilever en unilever indonesia 2.1 de grondslag: een onderneming in de samenleving 3 André van Heemstra, Voorzitter GC NL Gastheer Cees van der Waaij (Voorzitter Directie Unilever Benelux) Ik ervaar het als een persoonlijk voorrecht dat ik een tijd lang uit hoofde van mijn toenmalige functie binnen Unilever nauw betrokken ben geweest bij Indonesië. In dat kader wil ik graag een betekenisvolle gebeurtenis uit die tijd met u delen. Het was 1998, het jaar van grote onrust na de val van Soeharto. In vele delen van het land kwam het tot oproer, zo ook in Soerabaya waar één van onze belangrijke fabrieken stond. Bendes trokken door het gebied en plunderden onder meer fabrieken. Het openbaar gezag was nergens te bekennen. Tegen deze achtergrond raadpleegde ons toenmalige management in Indonesië een Indonesische generaal met de vraag hoe wij het beste de veiligheid van onze mensen en fabrieken konden garanderen. De generaal nam een wit stuk papier en zette in het midden een punt: Here is your factory. Vervolgens tekende hij met de fabriek als middelpunt twee excentrische cirkels. De buitenste cirkel omschreef hij als your sphere of interest, de binnenste als your sphere of influence. Voor wat betreft de buitenste ring was het belangrijk voor ons zo meende hij om nauwgezet op de hoogte te zijn van alle ontwikkelingen op sociaal gebied. Bij de binnenste ring ging het erom dat wij een diepe betrokkenheid zouden tonen met sociale instituties als gemeenschapshuizen, ziekenhuizen, scholen, etc, etc. Want zo sprak hij: If you do so well, you will be protected. Dit was een belangrijke les die mij daarna nooit meer losgelaten heeft. Die generaal Yudhoyono is overigens thans de President van Indonesië. andré van heemstra, voorzitter global compact nederland 3 onderdeel van de inleiding van de conferentie door andré van heemstra. 10

2.2 het oxfam-unilever onderzoek: een vruchtbare samenstrijd 4 Liesbeth Unger (Oxfam Novib) Lettemieke Mulder (Director External Affairs Unilever) motieven en achtergronden Wanneer bedrijven hun core business inzetten voor duurzame ontwikkeling kunnen ze, volgens Oxfam- Novib, hun bijdrage aan armoedebestrijding vergroten. Oxfam Novib zoekt daarom enerzijds samenwerking met dergelijke bedrijven en spreekt anderzijds bedrijven die dit niet doen aan op hun verantwoordelijkheden. Voor Oxfam Novib zijn accountability en transparantie essentieel om Global Compact en Global Compact Nederland te laten slagen. Bedrijven die ondertekenaar zijn van de Global Compact principes, moeten laten zien in hoeverre zij aan die principes voldoen. En dan niet alleen qua intenties en beleid op papier, maar meer nog door meetbaar resultaat. Unilever wilde door deze studie samen met Oxfam meer inzicht krijgen in de wijze waarop het bedrijf een bijdrage kan leveren aan de Millenniumdoelstellingen (MDG s). Het debat over de rol van het bedrijfsleven is tot nu toe vaak academisch en theoretisch. Sommigen menen dat het bedrijfsleven eigenlijk alleen een negatieve invloed heeft op ontwikkelingslanden, terwijl anderen van mening zijn dat het bedrijfsleven via een bijdrage aan de economische groei als het ware automatisch bijdraagt aan welvaartsverbeteringen en armoedebestrijding. Hoe zit dat nou echt? In een artikel over de Oxfam-Unilever studie noemt de Financial Times Oxfam en Unilever strange bed fellows. Er was veel moed voor nodig om aan het project te beginnen. De vroegere CEO van Unilever, Niall FitzGerald, en Oxfam GB s Executive Director Barbara Stocking wilden de uitdaging wel aangaan. Voor Unilever betekende dit veel leren van een organisatie die op een heel andere manier in verbinding staat met mensen die in armoede leven, en hún behoeften als uitgangspunt heeft. de onderzoeksvragen en onderzoeksopzet De vraagstelling die het gezamenlijke Unilever- Oxfam GB/Oxfam Novib onderzoek in Indonesië zoals gezegd (deels) heeft proberen te beantwoorden: kunnen bedrijfsactiviteiten bijdragen aan armoedebestrijding? Wat is de werkelijke impact van een bedrijf op het tegengaan van armoede? Draagt Foreign Direct Investment (FDI) automatisch bij aan vermindering van armoede? Is het mogelijk om dit te meten? En is het mogelijk en noodzakelijk voor bedrijfsleven en NGO s om op deze terreinen samen te werken? Om het project in goede banen te leiden werd één en ander vastgelegd in een Memorandum of Understanding, en werden Terms of Reference afgesproken. Verschillende onderzoeksteams begonnen hun werk in Indonesië in de zomer van 2004. De studie richtte zich op de volgende terreinen: macro-economische analyse HR en ondernemingsbeleid ketenbeheer consumenten die op lage inkomens leven de gemeenschap 4 gebaseerd op de inleidingen van liesbeth unger (oxfam novib) en lettemieke mulder (unilever). voor verdere informatie over het onderzoeksrapport exporing the links between international business and poverty reduction: a case study of unilever in indonesia zie www.unilever.com 11

resultaten en conclusies Eén van de meest opvallende resultaten voor Unilever was dat de circa 3000 Unilever werknemers en 2000 contractworkers in dienst van Unilever Indonesië tot ongeveer 300.000 FTE s in Unilever Indonesië s value chain leidden. Daarbij toonde de studie duidelijk aan dat het grootste deel van de waarde wordt gegenereerd in het midden van de keten. Deelname aan de keten leidt overigens niet automatisch tot verbeteringen in inkomen of levensomstandigheden voor mensen die aan de beide uiteindes van de keten zitten (productie en distributie). Om dat te bewerkstelligen moeten er andere sociale instellingen, regelingen, diensten en middelen beschikbaar zijn, zoals kredietverlening, marketing organisaties, verzekeringsmogelijkheden en het diversifiëren van inkomensstromen. De impact van het bedrijf op consumenten die van lage inkomens moeten rondkomen, was één van de meest controversiële terreinen van de studie. Wel was er overeenstemming over de vraag onder welke omstandigheden het adverteren bij mensen die in armoede leven een positieve bijdrage kàn leveren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij producten die goed zijn voor hygiëne en voeding/gezondheid, of waar economische mogelijkheden en banen gecreëerd worden in de keten. Verder bleek uit het onderzoek dat hoe dichter mensen in de gehele productieketen bij Unilever zitten, hoe meer voordeel ze daarvan hebben. In de discussies over deze keteneffecten kwam onder andere de vraag naar voren of de betreffende banen echt nieuw gecreëerd waren, en er dus niet geweest zouden zijn zonder Unilever. Deze vraag bleek niet eenduidig te beantwoorden. Andere vragen waren: om wat voor soort banen gaat het? Zijn dit banen die mensen uit de armoede halen of erin houden? Zijn de mensen er beter van geworden? Het antwoord op deze laatste vraag is voor een groot gedeelte van deze mensen niet per se positief. Een van de conclusies is daarom dat investeringen van internationale bedrijven niet altijd en automatisch leiden tot armoedevermindering of creatie van welvaart. Daar is zoals reeds eerder opgemerkt meer voor nodig. en vervolgens Sinds het verschijnen van het rapport Exploring the links between international business and poverty reduction in 2005 zijn zowel Unilever als Oxfam Novib vele malen gevraagd hierover te spreken en ervaringen te delen. Dit was ook één van de belangrijkste doelen van dit rapport: anderen ermee inspireren. De studie was een goede mogelijkheid om de relatie tussen bedrijfsleven, economische ontwikkeling en armoedebestrijding beter te begrijpen. Het rapport geeft niet alle antwoorden, en pretendeert dat ook zeker niet. Sinds het verschijnen van het Indonesië-rapport heeft Unilever dus niet stilgezeten. Naast het delen van de resultaten van de studie met allerhande organisaties en ondernemingen, is in Indonesië zelf gevolg gegeven aan een aantal in het rapport genoemde punten van zorg, zoals het beter controleren van de contracten van Unilever met 12

GC NL-stuurgroeplid Gemma Crijns(Coördinator MVO Platform) Voorts heeft Unilever aan professor Ethan Kapstein van INSEAD gevraagd om de economic footprint van Unilever in Zuid-Afrika te onderzoeken. Het rapport beoogt een goed economisch model te verschaffen om de impact van een bedrijf te meten en verder uit te bouwen, en kijkt tevens naar investeringen op sociaal, milieu- en mvo-gebied. Ook Oxfam Novib is verder gegaan met dergelijke metingen, zoals een MDG impact scan van NCDO en een economische impact studie van Heineken in Sierra Leone. In deze vervolgstudies ontbraken steeds belangrijke elementen. Al tijdens de Indonesië-studie bleek dat een complete impact assessment noodzakelijkerwijs heel complex is. Het gaat uiteindelijk om het vinden van een balans tussen wat je wel, en wat je niet of niet compleet onderzoekt. evaluatie De samenwerking is zowel voor het bedrijf als voor de NGO erg leerzaam gebleken. De twee organisaties keken als het ware door verschillende brillen naar dezelfde resultaten, en dat leverde vaak stof voor discussie. Natuurlijk hadden Oxfam GB en Oxfam Novib de studie ook alleen kunnen uitvoeren. Dat had echter betekend dat er minder toegang zou zijn geweest tot bepaalde informatie, met mogelijk verkeerde conclusies als gevolg. Bovendien is het moeilijk om een sociale impact analyse effectief uit te voeren op basis van zuiver kwantitatieve gegevens. Daar is ook de dialoog met diverse stakeholders voor nodig, die allen de data weer anders interpreteren. De gezamenlijke studie is dus geen voorbeeld van de makkelijkste weg kiezen. Integendeel: het was een lange, en ingewikkelde weg. Naarmate bedrijfsleven en NGO s meer begrip voor elkaar gaan krijgen, zal dit soort werk zonder twijfel makkelijker worden en soepeler gaan verlopen. bedrijven die contractarbeiders leveren. betekenis voor global compact nederland Oxfam Novib gaat ervan uit dat als bedrijven zich houden aan de principes van Global Compact, ze een positieve bijdrage kunnen leveren aan armoedebestrijding. De bijdrage aan de Millenniumdoelstellingen (MDG s) is zeer positief, maar het brengt een risico met zich mee, namelijk dat de bijdrage vooral gezocht wordt in de makkelijke doelstellingen; degene die buiten de core business van bedrijven vallen. Als bedrijven bijvoorbeeld willen bijdragen aan het doel van ieder kind naar school, dan zou het niet alleen moeten gaan om financiering van onderwijsprojecten, maar ook over uitbannen van kinderarbeid in de totale keten. Nog veel belangrijker is dat bedrijven er zorg voor dragen dat hun werknemers en alle mensen die in hun ketens werkzaam zijn, voldoende verdienen om hun kinderen naar school te kunnen sturen. Het zal een uitdaging worden voor Global Compact Nederland om toegevoegde waarde te genereren, gezien alle reeds bestaande sector-initiatieven, seminars en workshops over de rol en verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. Oxfam Novib hoopt op meer bedrijven en meer vooruitgang. Dus niet alleen een nieuwe vlag voor dingen die een paar voorlopers toch al deden. De betrokkenheid van NGO s, en ook van Oxfam Novib zelf, zal afhangen van de bereidheid van bedrijven om zich werkelijk te committeren aan de principes van Global Compact. 14

2.3 in dialoog 5 Bram Rutgers van der Loeff (Secretaris GC NL) Tijdens de openingsbijeenkomst van Global Compact Nederland werd nader invulling gegeven aan de doelstellingen van GC NL door een uitwisseling van ervaringen en inzichten tussen de aanwezigen. Dat gebeurde aan tafels van steeds 7 of 8 personen, waarbij gestreefd werd naar een zo groot mogelijke diversiteit van deelnemers per tafel. Dat betekende dat er aan elke tafel minstens één vertegenwoordiger zat van een onderneming die de Global Compact-principes had onderschreven en daarnaast vertegenwoordigers van andere bedrijven en van NGO s, overheden en universiteiten. In twee rondes werd gediscussieerd aan de hand van een aantal vragen en stellingen. Deze betroffen allereerst de mogelijke, feitelijke en gewenste bijdragen van bedrijven aan de verwezenlijking van de Millennium-doelstellingen en de Global Compact-beginselen: wat gebeurt er al, op wiens initiatief, met welke prioriteiten, waar liggen de grenzen, hoe wordt erover gerapporteerd, wat zijn de toekomstplannen en welke lessen worden geleerd door welke betrokkenen? Vervolgens werd gesproken over de rol die verschillende partnerschappen tussen bedrijven, NGO s en/of overheden kunnen spelen. Ook in deze ronde werden concrete ervaringen uitgewisseld en werd er gediscussieerd over de relatie met de corebusiness van de betreffende bedrijven, de struikelblokken en toekomstplannen. Aan de hand van 2-minutenrapportages werden de belangrijkste conclusies vervolgens plenair besproken. Enkele van die conclusies staan hieronder aangegeven, de conclusies van het plenaire debat en de gehele conferentie zijn opgenomen in paragraaf 2.4. bedrijven, duurzaamheid en armoedebestrijding Veel geïnteresseerde bedrijven die de Global Compact Principles ondertekenden of willen ondertekenen, vinden het lastig om deze principes een onderdeel van de core business te maken. Hierbij is de dialoog met NGO s belangrijk. Global Compact Nederland ziet die dialoog dan ook als een wezenlijk onderdeel van haar activiteiten. Bedrijfsinitiatieven worden veelal gestart vanuit historische verwevenheid met de lokale cultuur en de belangrijke rol van een bedrijf als werkgever. Initiatieven kunnen ook om vele andere motieven zijn begonnen (van bovenaf opgelegd, vanuit de organisatie, vanuit de klant) en kunnen offensief of defensief zijn. Ook zijn sommige organisaties, NGO s zowel als bedrijven, opgericht vanuit de gedachte van duurzaamheid. Daar zit dat dus in de genen. rapporteren Verschillende bedrijven rapporteren al over hun ervaringen, maar vele bevinden zich nog in het beginstadium. Rapporten moeten meer business driven zijn en de Millenniumdoelstellingen moeten worden gekoppeld aan de core business. Belangrijke vraag is ook wat er gebeurt met deze rapportages: wie leest ze en op welke manier beïnvloeden ze de resultaten. Door ze in te brengen in stakeholdersdialogen met klanten, eigen werknemers, omwonenden, leveranciers, NGO s, branchegenoten en/of overheden wordt vrijblijvendheid voorkomen. 5 grotendeels gebaseerd op het verslag van de terugrapportages van de acht tafels door öznur yurtsever van triple value strategy consulting.. 15

doelstellingen en prioriteiten De belangrijkste bedreigingen voor de MDGdoelstellingen: Einddatum van 2015 kan een teleurstelling zijn als het niet wordt gehaald. We zijn nu op de helft van de tijd, maar de doelen zijn nog niet voor de helft gerealiseerd. Doelen zijn niet dynamisch: hoe moet men verder na het behalen van de doelen? Bij nieuwe partnerships is het van belang om actief de stakeholder-dialoog aan te gaan en om NGO s te kiezen die bij de kerncompetenties van een bedrijf passen. Ook is transparantie binnen partnerships erg van belang. Behalve op zichzelf staande bedrijven kan men ook kijken naar partnerships met bedrijfstakken. Kleinschalige partnerships kunnen het voordeel hebben de employee pride en betrokkenheid te bevorderen. Herman Mulder, als hoofd Group Risk Management van ABN.Amro in 2006 mede-initiatiefnemers voor Global Compact Nederland, nu ondermeer adviseur Global Compact, lid van Nationaal Contactpunt (NCP) voor de OESOrichtlijnen en lid van de Stuurgroep GC NL De betrokkenheid bij Global Compact en/of MDG s kan op vele manieren tot stand komen: bottom-up, top-down of incident driven. In ieder geval moeten de gekozen prioriteiten passen bij de kernwaarden en de core business. De betrokken activiteiten moeten dus waarde opleveren: bijvoorbeeld employee pride en ook zakelijk eigenbelang zijn daarbij normaal. partnerschappen Hoe bepaal je met wie je samenwerkt? Veel partnerships zijn het eindresultaat van langdurende relaties en dus eerder gebaseerd op gegroeid vertrouwen dan op een puur rationele selectie. Partnerships tussen vertegenwoordigers van de private sector en NGO s worden als het meest vruchtbaar gezien. Maar ook (lokale) overheden moeten betrokken worden om een level playing field te creëren. Betrokken partijen moeten zich herkennen in het project en dus in het doel van de samenwerking. Dat doel moet dus duidelijk en duurzaam zijn. Mede op die basis moeten de partners vertrouwen in elkaar krijgen.. lessen uit partnerschappen en armoedebestrijding Het kan lastig zijn om onderwerpen meetbaar te maken: naast cijfers zijn daarom gesprekken en dialoog nodig. Organisaties moeten onderkennen dat men als bedrijven en NGO s verschillende talen spreekt: men moet beginnen met goed luisteren om de taalverschillen te overbruggen. Een goede impact-assesment is een complexe zaak met vele betrokkenen: maak daarom de regels voor de communicatie over een project duidelijk aan alle partners. Organisaties moeten vanuit hun kerncompetenties blijven opereren. Wees ambitieus: laat resultaten zien, bouw vertrouwen op en kies een duidelijke focus. Global Compact Nederland kan het uitwisselen van kennis voor grote organisaties vergemakkelijken. 16

2.4. conclusies Als conclusies van de inleidingen en discussies werden de volgende punten geaccordeerd: 6 Elfrieke van Galen (Senior Vice President Corporate Communications & CSR KLM), later gastvrouw voor de Peer Feedback over duurzaamheoidsrapporten (zie hfdst.3) 1. Ondersteuning van de beginselen van Global Compact en de Millenniumdoelstellingen komt veelal voort uit: a. Verwevenheid met de lokale omgeving en cultuur. b. Verplichtingen die men als werkgever voelt. 2. Het is tevens van belang je open te stellen voor wat je toevalt. 3. Een belangrijke uitdaging blijft om verantwoordelijkheid van niche tot hoofdstroom om te vormen. 4. Meten is essentieel, maar moeilijk. Hier schiet Global Compact te hulp: de verplichting tot jaarlijks rapporteren is een uitstekende discipline en een gezonde prikkel tot relevante actie. 5. Andere obstakels op de weg die aandacht behoeven: a. luisteren in verschillende talen b. de gehele waardeketen in het oog houden c. teveel willen doen, verwijdering van kerncompetenties d. vernieuwing ten koste van verankering. Uitwisseling van ervaring en inzicht in Global Compact-kader kan helpen hiermee om te gaan. 6. Een uitstekend devies blijft : think big, start small, move fast 7. Er is een duidelijke toename zichtbaar van succesvolle partnerships tussen private ondernemingen en NGO s. De publieke sector is nog te weinig betrokken. 8. Aan de andere kant zijn veel bedrijven nog vaak te bang voor negatieve publiciteit. Durf naar buiten te treden, het gesprek aan te gaan, en doelgericht en ambitieus te zijn. Zoek complementariteit. Global Compact biedt hier een houvast, het dwingt immers tot handelen. 6 op voorstel van en zoals geformuleerd door voorzitter andré van heemstra. 18

peer feedback 3. sustainability reports and communications on progress Communications on progress (COPs) play a vital role within the Global Compact: they are the only formal requirement signatories must fulfil. COPs provide transparency on the efforts of a signatory toward implementing the Ten Principles of Global Compact. Often a COP is an integral part of a broader sustainability report. Thus Global Compact Netherlands has instituted yearly peer feedback on CR/sustainability reports and COPs as part of its program. Air France KLM organised and hosted this meeting. There was an opportunity to ask questions and exchange feedback on sustainability reports andwebsites, with a focus on Global Compact principles and Millennium Development Goals (MDGs). In four workshops (three in Dutch, one in English) the reports of ABN.AMRO, Unilever, Akzo Nobel and Air France KLM were analysed. The feedback on the four reports was the basis for a plenary discussion (in English) from which the following ten conclusions and learning points were distilled: 3. content selection make choices, less is more Consider which topics you want to emphasize. Do not overload the report with too much information. 4. csr strategy, explanation Explain to your target groups the reasons you are doing what you do. 5. printed vs e versions? The tendency is for written reports to be replaced or accompanied by a CR-website. Some still however like to receive information in print. Peers all refer to a website where they are able to find more content. 6. uncg, gri, mdg: which guidelines? - Consider how to include - Consider GRI approach The Netherlands Network consider whether action is required. Some signatories should consider joint actions with GRI. 1. target groups: for whom are you writing the cr/sustainabilityreport? This is a challenge for all companies. Ask who is reading the report- only specialists or others? Think through who you want to reach. 2. readability and structure Be aware of tone of voice and language. Many companies make their reports too technical. The structure should be simple and clear. 7. next steps in reporting Report on your progress so stakeholders can see whether improvements are being made. 8. clarify your environmental impact Make clear your key impact on the environment and show your progress. 9. assurance (certified facts and figures) External assurance is important for credibility of data in reports. 10. look and feel: professional presentation Use one, clear style. 19

bijlage 1 the ten principles of global compact The Global Compact s principles enjoy universal consensus being derived from: The Universal Declaration of Human Rights The International Labour Organisation s Declaration on Fundamental Principles and Rights at Work The Rio Declaration on Environment and Development The United Nations Convention Against Corruption The Global Compact asks companies to embrace, support and enact, within their sphere of influence, a set of core values in the areas of human rights, labour standards, the environment and anti-corruption: human rights Principle 1 Businesses should support and respect the protection of international human rights within their sphere of influence; Principle 2 and make sure they are not complicit in human rights abuses. labour Principle 3 Businesses should uphold the freedom of association and the effective recognition of the right to collective bargaining; Principle 4 the elimination of all forms of forced and compulsory labour; Principle 5 the effective abolition of child labour; Principle 6 and the elimination of discrimination in respect of employment and occupation. environment Principle 7 Businesses should support a precautionary approach to environmental challenges; Principle 8 undertake initiatives to promote greater environmental responsibility; Principle 9 and encourage the development and diffusion of environmentally friendly technologies. anti-corruption Principle 10 Businesses should work against corruption in all its forms, including extortion and bribery. 21

bijlage 2 aankondiging oprichting van global compact nederland 22

bijlage 3 reactie kofi annan 23

bijlage 4 mission, goal, strategy, action statement global compact netherlands (as presented on May 29, 2007) mission The Netherlands Network of the UN Global Compact (GC NL) is an initiative of Dutch business leaders to further the contribution of private business within its sphere of influence to sustainable development. Led and driven by signatory companies, GC NL will be guided in its efforts by the ten Global Compact principles and by the Millennium Development Goals. goals To achieve between now and 2015 a significant step forward in the contribution to be targeted and measured both in qualitative and quantitative terms from private business in attaining sustainable development. strategy The strategy sets out to: 1. 2. 3. stimulate private companies in the Netherlands to become signatories to the Global Compact; provide Netherlands business signatories with a vehicle for inspirational learning and benchmarking through: peer feed-back on the periodic COP (Communication of Progress) reporting to which signatory companies are committed more general exchange of experience, also with public authorities, civil society and academic institutions that show an active interest in sustainability, with regard to the fulfilment of the GC NL mission; establish a platform for joint projects between signatories on a voluntary basis. 24

actions 1. Prepare recruitment materials as well as more general informational material on the role of business in supporting the Ten Global Compact Principles and the Millennium Development Goals 2. Assume ambassadorship to seek new signatories to the GC 3. Develop a list of target companies to be approached, with a time frame 4. Develop a system for peer feedback 5. Organise a first symposium in May 2007 on the Oxfam-Unilever study in Indonesia, intended as a launch of GC Netherlands, and as a preparation for the GC summit in Geneva in July 2007. This to be used also as a learning opportunity to decide on nature and frequency of future symposia and enthusiasm for joint projects 6. Develop and maintain an information source to give signatories from the Netherlands insight into institutions and initiatives focused on sustainable development, to be set up by the GC NL secretariat actions 2008/2009 7 1. Maintain a list of target companies to be approached, with a time frame. Apply 2. and 3. below to promote new signatories to the GC and assume, if and when required, ambassadorship toward that end. 2. Organise one or two annual symposia under sponsorship of specific signatory companies/ organisations to promote collective learning on the implementation of the Global Compact Principles and the Millennium Development Goals. 3. Prepare annual GC-NL and specific event reports for network learning. 4. Develop and maintain indicators to gauge the progress GC-NL against its goals 5. Conduct annual peer feedback to improve the quality of Communication on Progress submissions. Consult with relevant organisations on measurement tools for COP reporting. 6. Maintain an information resource to give signatories from the Netherlands insight into sustainable development institutions and initiatives. 7 as approved in march 2008 25

bijlage 5 de millennium doelstellingen 8 1. de armoede halveren en minder mensen honger Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, is in 2015 tenminste tot de helft teruggebracht ten opzichte van 1990. 2. alle kinderen naar school In 2015 volgen alle kinderen in alle landen basisonderwijs. 3. mannen en vrouwen gelijkwaardig Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen zijn gerealiseerd, onder meer door gelijke participatie van jongens en meisjes in het onderwijs te realiseren voor 2005. 4. minder kindersterfte De sterftecijfers van kinderen onder de 5 jaar zijn in 2015 in elk ontwikkelingsland teruggedrongen met tweederde ten opzichte van1990. 7. meer mensen schoon drinkwater Meer mensen leven in een duurzaam milieu in 2015 door het integreren van duurzame ontwikkeling in nationaal beleid en halvering van het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater. In 2020 zijn de levensomstandigheden van tenminste 140 miljoen bewoners van krottenwijken aanzienlijk verbeterd. 8. toegang tot betaalbare medicijnen en een eerlijk handelssysteem, minder schulden voor ontwikkelingslanden Er wordt een mondiaal samenwerkingsverband (partnerschap) voor ontwikkeling gesloten, met afspraken over goed bestuur, de ontwikkeling van een open en eerlijk handels- en financieel systeem, het bevorderen van jongeren-werkgelegenheid, een oplossing voor het schuldenvraagstuk en de overdracht van nieuwe technologieën. 5. verbetering van de gezondheid van moeders Het niveau van moedersterfte is in 2015 in elk ontwikkelingsland teruggedrongen met driekwart ten opzichte van 1990. 6. bestrijding van aids, malaria en andere dodelijke ziektes Voor het jaar 2015 is de verspreiding van aids, malaria en andere ziektes gestopt. 8 de oorspronkelijke engelse versie van de millennium doelstellingen is te vinden op www.un.org. In de oorspronkelijke versie kennen de doelstellingen drie niveau s, te weten goals, targets en indicators. in de meeste nederlandse vertalingen is dit onderscheid niet expliciet aangebracht. mede daardoor zijn er verschillende vertalingen in omloop. 26

bijlage 6 nederlandse ondertekenaars van global compact 9 ABN AMRO Holding * Helios MPPD BV Adecco Netherlands ING Group AIESEC International KLM Royal Dutch Airlines * Akzo Nobel nv * Koninklijke Philips Electronics B.V. * Amazing Wheels BV mybas.com N.V. ASN Bank Océ N.V. Bons & Evers Metaalperswerk Rabobank Group Cinop Advies BV Randstad Holding NV Deloitte * Road Air DSM N.V. Saybolt International EADS NV Stichting Milieunet Milieunet Foundation Essent N.V. * Thieme GrafiMedia Groep Fujitsu Siemens Computers B.V. TPG (TNT N.V.) * Global Reporting Initiative ( GRI ) USG People N.V. Heineken N.V. Witteveen & Bos Consulting Engineers dutch and other relevant organisations that signed in other countries (non-exhaustive list) Amnesty International PricewaterhouseCoopers Coca Cola Company Reed Elsevier Group Fortis Bank Shell* KPMG Unilever* Nike *) Members Steering Group GC NL 27

bijlage 7 united nations global compact leaders summit 5-6 july 2007 geneva, switzerland geneva declaration 9 preamble It is unprecedented in history to have the objectives of the international community and the global business community so aligned. Common goals, such as building sustainable markets, combating corruption, safeguarding human rights and protecting the environment, are resulting in new levels of partnership and openness among business, civil society, labour, governments, the United Nations, and other stakeholders. Underlying this new spirit of collaboration is the belief that globalization, if rooted in universal principles, has the power to improve our world fundamentally delivering economic and social benefits to people, communities and markets everywhere. The need for action is urgent. Poverty, income inequality, protectionism and the absence of decent work opportunities pose serious threats to world peace and markets. Business, as a key agent of globalization, can be an enormous force for good. Through a commitment to corporate citizenship and the principles of the UN Global Compact, companies can continue to create and deliver value in the widest possible terms. In this way, globalization can act as an accelerator for the diffusion of universal principles, creating a valuesoriented competition for a race to the top. Understanding this unique moment in time, we, the participants of the Global Compact Leaders Summit gathered in Geneva, agree to the following statements and pledges: the role of business in society 1. Globalization is redefining the role of business in society. As interdependencies between markets, communities and people deepen, business organizations face an ever-widening range of environmental, social and governance issues. 2. Companies that proactively adopt and implement corporate citizenship practices through the UN Global Compact principles or other similar corporate responsibility initiatives are better positioned to ensure the sustainability of their operations and the markets and communities in which they do business and depend on. 3. Responsible business practices can contribute to social and economic inclusion, helping to advance international cooperation, peace, development, and the protection of human rights the fundamental goals of the United Nations. 4. Open and accurate communication on progress on the integration of the UN Global Compact principles is important for companies to measure their performance and allow stakeholders to assess that progress. 5. Partnership and collaboration with stakeholders including governments, civil society and labour are essential as the dilemmas, challenges and opportunities at both the global and local levels are sometimes too complex for any one actor to address or solve alone. 9 de stuurgroep global compact nederland heet in september 2007 per brief, namens global compact nederland, aan george kell, directeur van het global compact office in new york, laten weten de actiepunten 10 t/m 16 uit deze verklaring geheel te onderschrijven. 28

6. Investors and the finance community are increasingly placing importance on the proper management of environmental, social and governance issues by companies, and are incorporating this interest into investment decision-making and value considerations. The Principles for Responsible Investment is a framework for institutional investors in this regard. Using standardized methodologies and indicators, such as the Global Reporting Initiative, is essential to allow investment decisions to be made on the basis of comparable data. 7. In situations of weak state governance or in areas of the world where tensions or conflict prevail, investors (and the companies they invest in) can sometimes play a more helpful role through engagement rather than divestment, provided such activities are in line with the principles of the UN Global Compact and use the various tools and guidelines developed by multi-stakeholder groups to ensure that such investment is likely to be beneficial in those situations. 8. Investors can contribute positively by encouraging companies in which they invest to be transparent and ensure that they are pursuing responsible business practices, while urging governments in these states to act responsibly and uphold pertinent laws and international norms. 9. Lenders can ensure that funds loaned are applied in ways that are aligned with international standards. The Equator Principles provide a platform to encourage the application of commonly agreed standards. actions for un global compact participants 10. We, the participants of the Global Compact Leaders Summit, commit to advance the implementation of the UN Global Compact and its ten principles continuously in the areas of human rights, labour conditions, the environment and anticorruption. We will strive to give concrete meaning to a principles-based approach in our strategy, operations and culture. 11. We will engage in responsible advocacy on global challenges, including climate change and the Millennium Development Goals. We will work in partnership and collaboration with other stakeholder groups to arrive at practical solutions to common problems. 12. We will seek to ensure that our corporate citizenship commitments and policies are embedded throughout our organizations, including relevant governance bodies and subsidiaries, and commit to report on our activities through annual Communications on Progress. 13. We will seek to mobilize our subsidiaries and business units around the world to engage in the UN Global Compact s Local Networks, with a view to strengthening them so that the ten principles are embedded in cultures and languages everywhere. 14. We will encourage our supply chain partners and other organizations we do business with to commit to the UN Global Compact and its ten principles. 29

15. We commit to build on best practices and form alliances and collaborative efforts with other businesses, including between foreign and local companies, and within industry sectors. 16. We will seek to instil the tenets of corporate citizenship in tomorrow s business leaders, through support for initiatives such as The Principles for Responsible Management Education. actions for governments 17. We, the participants of the Global Compact Leaders Summit, are taking steps to make the global economy more robust and inclusive by implementing universal principles into business practices. But, responsible business practices will provide benefits to society only in an enabling environment. We call on Governments to cultivate environments with effective economic institutions and supportive policy to provide long-term stability and promote transparency and entrepreneurship. 18. We urge Governments to ratify and effectively implement relevant conventions and declarations, including the ILO core labour standards and the United Nations Convention against Corruption. 19. We call on Governments to provide support for responsible business on national and international levels through public advocacy and educational support. 20. We call on Governments to support an open international trading system and discourage protectionism and inward orientation. 21. We recognize that the UN Global Compact is an innovative public-private partnership with a governance, support and funding structure specifically tailored to the diversity of its stakeholders and its mission to advance UN values among the global business community. We encourage the Member States of the United Nations and the Secretary-General to continue to support the initiative and uphold its position within the Organization. In conclusion, we, the participants of the Global Compact Leaders Summit, believe that through responsible business practices a more sustainable and inclusive economy can be realized. 30

Global Compact Nederland Postbus 93002, 2509 AA Den Haag, Nederland www.unglobalcompact.org