Beschrijving AV-AOIC (juli 2013) Lelystad

Beschrijving AV-AOIC (juli 2013) Lelystad Inleiding Theo Pouw Beheer B.V. beschikt voor haar inrichting aan de Mortelstraat te Lelystad over een goedgekeurde beschrijving van de acceptatie en registratie van afvalstoffen. Deze goedgekeurde acceptatieprocedure moet echter worden afgestemd op de thans aangevraagde activiteiten. Aan de hand van de leidraden, behorende bij het Landelijk afvalbeheersplan 2009-2021 (LAP2) alsmede de goedgekeurde AO/AOIC voor de inrichting van Theo Pouw in Lelystad, zijn bijgaande checklijsten opgesteld waarin het A&V-beleid resp. de AOIC van Theo Pouw nader zijn uitgewerkt, specifiek voor de vergund e en te vergunnen activiteiten in Lelystad. Achtergrond In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. In 2007/2008 is het rapport geëvalueerd. In de evaluatie is vastgesteld dat het rapport in de bestaande vorm slecht toepasbaar is. Met het van kracht worden van dit tweede LAP vervalt het rapport De verwerking verantwoord als specifiek beleidsinstrument. Delen van de kaders van het rapport zijn in dit LAP opgenomen, met inachtneming van een aantal aanbevelingen uit de evaluatie. Uit het oogpunt van uniformering van vergunningaanvragen en beoordelingen, zijn in de LAPachtergrondinformatie twee leidraden opgenomen. In deze leidraden is uitgewerkt welke elementen binnen het acceptatie- en verwerkingsbeleid en het AO/IC beleid van belang zijn en moeten worden opgenomen in een vergunningaanvraag. Op die manier heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om te beoordelen in hoeverre sprake is van een doelmatig beheer van afvalstoffen In het acceptatiebeleid wordt aandacht besteed aan het afval dat Theo Pouw accepteert en de omvang van het acceptatieonderzoek. Bij het afval dat het bedrijf accepteert wordt gekeken naar de te hanteren acceptatieparameters en criteria, de acceptatie van afvalstoffen in relatie tot emissies naar de lucht en oppervlaktewater en de risicobeoordeling bij acceptatie. De omvang van het acceptatieonderzoek wordt bepaald door de hoeveelheid en de aard van de aangeboden afvalstoffen. Een belangrijk onderdeel van het acceptatieonderzoek is de vaststelling van de be-/verwerkingsroute voor een afvalstof. Om de opslag en be-/verwerking van afval in goede banen te leiden, beschikt Theo Pouw over een verwerkingsbeleid. Hierin is het beleid vastgelegd dat geldt vanaf de lossing van het afval tot en met de afvoer van reststoffen. Het doel van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) is om door technische, administratieve en organisatorische maatregelen een systematische aandacht voor de beheersing van de relevante processen binnen een bedrijf te waarborgen en daarmee de risico s binnen de bedrijfsvoering te minimaliseren. Overigens moet bij risico s niet alleen worden gedacht aan milieuhygiënische risico s, maar ook aan informatietechnische risico s. Dergelijke risico s hebben betrekking op het onjuist of onvolledig vastleggen van informatie, waardoor er onvoldoende sturing kan plaatsvinden van de processen en (keten)handhaving wordt bemoeilijkt. bijlage 9-av_aoic_c2 24 december 2012 Pagina 1 van 26

Leidraad AV (acceptatie en verwerking) nr. Omschrijving conform Leidraad LAP2 uitwerking Acceptatiebeleid 1) Een beschrijving van het acceptatiebeleid dient de volgende elementen te bevatten. Er dient een beschrijving te zijn van het be- en verwerkingsproces. Op basis van deze beschrijving dient te worden aangegeven welke afvalstoffen worden geaccepteerd. 2) Van welke verontreinigingen is het aannemelijk dat deze in de algemeen te accepteren afvalstoffen aanwezig kunnen zijn en aanleiding kunnen geven tot de keuze voor een andere verwerkingsroute dan beoogd, dan wel tot een verstoring van het be/verwerkingsproces (bijvoorbeeld PCB s in olie). 3) Indien het bedrijf moet voldoen aan emissie-eisen dient het bedrijf aan te geven of men in relatie hiermee specifieke acceptatiecriteria hanteert (bijvoorbeeld men accepteert slechts afvalstoffen met een maximale concentratie aan componenten waarvoor emissie- eisen gelden). 4) Beschreven moet worden wie verantwoordelijk is voor het vaststellen en wijzigen van de procedures rond de (voor)acceptatie van de afvalstof. Voor een beschrijving van de onderscheiden be- en verwerkingsinstallaties wordt verwezen naar de bijlage Kenmerken. De in aanmerking komende afvalstoffen alsmede de verwerkingsroutes zijn uitgewerkt in bijlage van de aanvraag Voor de kenmerkende verontreinigingen in puin, asfalt, grond e.d. wordt onderscheid gemaakt in: fysische verontreinigingen (grove bijmenging); chemische verontreinigingen. De fysische verontreinigingen kunnen een belemmering vormen voor de toepassing/hergebruik, maar ook voor eventuele verdere bewerking. Derhalve is in dit kader een zeefinstallatie voorzien. Chemische verontreinigingen in grond zijn zeer divers en betreffen organische en/of anorganische stoffen. Scheiding van verontreinigde grondstromen voor hergebruik geschiedt conform BBk/Rbk. Geen van de onderscheiden installaties hebben beperkingen zodanig dat aanwezigheid van een (andere) verontreiniging leidt tot een verstoring van het proces. Hooguit voldoet het product niet aan de gestelde kwaliteitseisen. In dat laatste geval is herhaalde bewerking (binnen de inrichting of daarbuiten nodig. Niet van toepassing: er is geen sprake van emissies naar water of lucht. In het algemeen geldt dat de aangevoerde afvalstoffen (voor tijdelijke opslag en/of bewerking) geen hinder (zoals geur- of stofoverlast) naar de omgeving mogen geven De Bedrijfsleider is verantwoordelijk voor het vaststellen en wijzigen van de procedures rond de (voor)acceptatie van de afvalstof. 5) Er dient een beschrijving te worden gegeven van de vooracceptatie. Indien in deze vooracceptatie monstername plaatsvindt dient eveneens worden beschreven op welke wijze monstername en analyse van monsters wordt uitgevoerd. (..) Zie appendix 1 bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 2 van 26

nr. Omschrijving conform Leidraad LAP2 uitwerking 6) Geef een beschrijving van de wijze waarop de acceptatie wordt Zie appendix 1 uitgevoerd. De onder 5 beschreven te onderscheiden situaties dienen in deze beschrijving te worden opgenomen. Daarnaast moet de situatie beschreven worden waarin er geen vooracceptatie heeft plaatsgevonden. 7) Geef een beschrijving van de wijze waarop en welke informatie uit het (voor)acceptatieproces worden vastgelegd. Zie appendix 1 8) Beschreven moet worden welke (civielrechtelijke) afspraken bestaan tussen de ontdoener en de ontvanger van de afvalstoffen, indien gedurende de procedures van de ontvangende inrichting blijkt dat afvalstoffen waarvan zij reeds de houder is geworden niet in overeenkomstig de eerder gemaakte afspraken verwerkt kunnen worden Verwerkingsbeleid 1) Per be- verwerkingsroute dient te worden aangegeven of menghandelingen plaatsvinden 2) Per be- verwerkingsroute dient te worden aangegeven welke controlepunten ter beheersing van be- verwerkingsprocessen aanwezig zijn. Daarnaast dient beschreven hoe controles worden uitgevoerd en wie verantwoordelijk is voor beoordeling van de controles en wie bevoegd is correctieve acties te treffen 3) Per be- verwerkingsroute dient te worden aangegeven wat er met de afvalstoffen, reststoffen of producten gebeurt. Hierbij moet zowel aandacht worden besteed aan interne andere verwerkingsroute als externe verwerkingsrouten. Indien controles en analyses plaatsvinden dient dit eveneens beschreven te worden Zie appendix 3. Uitsluitend conform BRL2506 (puin) resp. Bbk/Rbk (hergebruiksgrond met klasse-indeling resp. niet-toepasbare grond) Voor de onderscheiden routes gelden de volgende beheersaspecten i.c. controlepunten: grondbank: bij samenvoegen borging via BRL9335 (pas certificering) zeef: zeefdek (korrelgrootte), doorzet; breker: doorzet. Borging kwaliteit via partijkeuring dan wel BRL2506 (mobiele breker Pouw Utrecht is gecertificeerd) Controle geschiedt in hoofdzaak tijdens de keuring van de kwaliteit van eindproducten conform de onderscheiden BRL s. De Bedrijfsleider is verantwoordelijk voor beoordeling van de controles en wie bevoegd is correctieve acties te treffen Zie appendix 1. Controles voor afvoer zijn afh. van bestemming: bij toepassing (in de gwwsector) vindt altijd monstername en analyse plaats cf de eisen uit Bbk/Rbk. Ingeval van verwerking elders is monstername en analyse afhankelijk van de eisen van de afnemer. Algemene vereisten bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 3 van 26

nr. Omschrijving conform Leidraad LAP2 uitwerking 1) Er dient beschreven te worden op welke wijze het AV-beleid geëvalueerd wordt Het beleid ten aanzien van Acceptatie & Verwerking, alsmede de procedures, instructies en systemen voor de Administratieve Organisatie en Interne Controles worden periodiek doch ten minste 1* per jaar geëvalueerd. Implementatie geschiedt via wijzigingen van procedures, werkinstructies en (standaard-)documenten via het handboek per procedure versiedatum. Dit is een continu proces Hierbij zijn bijvoorbeeld ontwikkelingen ten aanzien van het Europees en Nederlands beleid ten aanzien van de verwijdering van afvalstoffen van belang Wijzingen worden aan bevoegd gezag voorgelegd 2) Er dient een beschrijving te zijn waaruit duidelijk wordt wie in geval afwijkende situaties zich voordoen met betrekking tot acceptatie of verwerking verantwoordelijk is voor de afhandeling van een dergelijke situatie De Bedrijfsleider is verantwoordelijk voor voor- dan wel eindacceptatie bij afwijkende situaties alsmede voor de afhandeling daarvan. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 4 van 26

Appendix 1.- Acceptatie van afval Het acceptatieproces De vooracceptatiefase Door een potentiële ontdoener wordt een verzoek om een aanbieding gedaan tot acceptatie en voor zover van toepassing- be- en/of verwerking. Op basis van door de ontdoener aan te leveren gegevens (zie hierna.) wordt door Theo Pouw beslist of de aangeboden afvalstoffen voor acceptatie in aanmerking komen alsmede een acceptatie en be- of verwerkingstarief vastgesteld. Opdracht wordt verleend door ondertekening van een standaard-opdrachtformulier tot storting dan wel storting en transport. Deze opdracht wordt bevestigd door Theo Pouw, waarin tevens een afvalstroomnummer conform het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 522, 2004) is vermeld. noot: ook afval van particulieren wordt geaccepteerd. Deze storten op een afvalstroomnummer van Pouw, waarmee de stroom wordt geregistreerd. Deze stroom wordt contant afgewikkeld. Het werken met afvalstroomnummers van Pouw houdt wel in dat Pouw formeel als ontdoener geregistreerd wordt. Pas als alle benodigde gegevens beschikbaar zijn, wordt het volgende beoordeeld: 1. mag de aangeboden afvalstof conform de wet- en regelgeving (inclusief vergunningen) geaccepteerd worden? 2. welke be- en verwerking is mogelijk? 3. wat is de kostprijs van de verwerking? 4. is de acceptatie en/of verwerking logistiek mogelijk? Na een positief doorlopen vooracceptatie, wordt door Theo Pouw een aanbieding opgesteld. In principe wordt altijd een aanbieding uitgebracht tenzij het aangeboden materiaal niet voldoet aan de vigerende acceptatievoorwaarden. Alle afgewezen partijen worden geadministreerd. Een aanbieding dient ter opdrachtverlening te worden ondertekend en aan Theo Pouw te worden geretourneerd. Alsdan wordt een afvalstroomnummer aangemaakt alsmede indien van toepassingtransportbegeleidingsformulieren 1. Door Theo Pouw wordt gebruik gemaakt van een standaard reglement voor acceptatie en reiniging. De vigerende versie is bijgevoegd onder bijlage 3. Minimaal benodigde gegevens Door de ontdoener moeten in het kader van de vooracceptatie minimaal de volgende gegevens worden overgelegd: omschrijving van de afvalstof(fen); hoeveelheid; herkomst; datum geplande aanvoer; transport door ontdoener zelf dan wel door Theo Pouw. Ten aanzien van verontreinigde zandige of steenachtige materialen (voor verwerking in de WGI of de TRI beide buiten de inrichting) is in het acceptatieplan gesteld dat door de ontdoener ter beoordeling van de acceptatievoorwaarden en de verwerkingskosten, vóórafgaand aan acceptatie, de chemische en fysische samenstelling van het materiaal moet worden overgelegd. Dit geldt ook voor dak- en ballastgrind dat voor verwerking in de puinbreekinstallatie wordt geaccepteerd. 1 het voor-acceptatieproces vindt in voorkomende gevallen plaats door de afdeling Milieu (inrichting van Theo Pouw Beheer B.V. in Utrecht) bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 5 van 26

In de praktijk wordt gebruik gemaakt van saneringsplannen (ingeval van grond of baggerspecie) dan wel van specifieke analysegegevens. Voor grond, baggerspecie en verontreinigd puin heeft veelal een monstername conform de Wet bodembescherming (saneringsplan) resp. het Bouwstoffenbesluit 2 of Besluit bodemkwaliteit (ingeval van depotkeuring elders) plaatsgevonden. Analyse heeft dan plaatsgevonden conform de van toepassing zijnde NEN/NVN-normen op de parameters conform NEN 5740 / BRL 9335 pakket A. Voor sommige stromen zijn dergelijke gegevens niet beschikbaar (zoals calamiteitengrond en RKGV-zand) en vindt inkeuring op locatie (calamiteitengrond) of (periodiek) binnen de inrichting plaats (RKGV-zand, verdacht puin e.d.). Grove, steenachtige materialen (voor bewerking in de puinbreekinstallatie(s)) worden vooraf niet bemonsterd en/of geanalyseerd, tenzij aan de hand van de herkomst van de partij de aanwezigheid van specifieke verontreinigingen wordt verondersteld. In die gevallen vindt vooraf wel na verkleining- een monstername en analyse plaats aan de hand waarvan de mogelijke acceptatie wordt beoordeeld. De acceptatiefase Ingeval van aanvoer per as worden alle partijen/vrachten gewogen op de weegbrug Hier vindt ook een administratieve controle van het materiaal plaats. Indien van toepassing vindt tevens een visuele controle plaats van de vrachtwagen 3. Bij goedkeuring, wordt het begeleidingsformulier geparafeerd. De weegmeester bepaalt aansluitend de losplaats en verwijst de chauffeur daarnaar toe. Indien daartoe aanleiding is (bijvoorbeeld als dat vooraf met de klant is afgesproken of de vracht als afwijkend wordt beschouwd, wordt de vrachtwagen gestald totdat monstername heeft plaatsgevonden Aanvoer per schip verloopt dienovereenkomstig met dien verstande, dat gebruik wordt gemaakt van scheepsmetingen/ijkattesten (ipv weging op de weegbrug). Voor lossing en opslag zijn altijd voldoende verschillende, door keerwanden van elkaar gescheiden opslagvakken alsmede enkele losse depots beschikbaar. Opgemerkt wordt dat scheiding binnen de inrichting derhalve niet partijgewijs doch per verwerkingsroute plaatsvindt. Tijdens/na lossing wordt door de kraan-/shovelmachinist een visuele controle uitgevoerd. Als geen bijzondere omstandigheden (i.c. afwijkingen) worden aangetroffen, wordt het materiaal met behulp van shovel/kraan op/in het desbetreffend depot gezet. Indien het materiaal wordt afgekeurd, wordt het materiaal apart opgeslagen. Indien mogelijk, wordt een andere verwerkingsroute binnen dan wel buiten de inrichting e.e.a. in overleg met de ontdoenervastgesteld. De vrachtwagens worden indien nodig- bij vertrek uit de inrichting (uit)gewogen voor bepaling van de netto-aangeleverde vracht. Monstername en analyse Zoals aangegeven wordt voor zandige afvalstoffen altijd inzicht gevraagd omtrent de fysische en chemische samenstelling. Voor reinigbare grond, baggerspecie en verontreinigd puin heeft veelal een monstername conform de Wet bodembescherming (saneringsplan) resp. het Bsb/Bbk (ingeval van depotkeuring elders) plaatsgevonden. Analyse heeft dan plaatsgevonden conform de van toepassing zijnde NEN/NVN-normen. Ook voor TAG heeft bij grote partijen- veelal een monstername conform het Bsb/Bbk plaatsgevonden. 4 2 3 4 oude partijen, gekeurd voor 1 juli 2008 tenzij sprake is van een gesloten vrachtwagen/container. Bij afwijkende vrachten wordt contact opgenomen met de betreffende shovelmachinist en met de afdeling Kwaliteitscontrole voor bemonstering en analyse. Lossing vindt dan plaats in een separaat vak. als asfalt zonder analysegegevens wordt aangeboden, wordt het aangemerkt als teerhoudend en ingekeurd met een zogenaamde PAK-marker. Hierbij wordt nog aangetekend dat het acceptatietarief voor TAG, gelet op de noodzakelijke thermische reiniging, (veel) hoger is dan voor niet-teerhoudend asfalt (dat immers door reguliere asfaltmenginstallaties kan worden geaccepteerd). bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 6 van 26

Inkeuring d.m.v. monstername en analyse bij aanlevering vindt dan normaliter niet meer plaats. In de volgende gevallen is wel sprake van inkeuring d.m.v. monstername en analyse bij aanlevering: indien door de ontdoener tijdens de vooracceptatie geen of onvoldoende analysegegevens zijn aangereikt (bijv. ingeval van calamiteitengrond); indien daartoe vooraf afspraken met de ontdoener zijn gemaakt; indien de partij na aanlevering als verdacht wordt aangemerkt (lees: afwijkend t.o.v. vooracceptatie); indien met een nieuwe installatie/techniek praktijkervaring dient te worden opgedaan. Voor sommige stromen zijn dergelijke gegevens niet beschikbaar (zoals calamiteitengrond) en vindt inkeuring op locatie (calamiteitengrond) of (periodiek) binnen de inrichting plaats (grond van benzinestations, verdacht puin e.d.). Voor processtromen (stromen met een relatief constante samenstelling, die periodiek door een ontdoener worden aangeboden zoals sorteerzeefzand, RKGV e.d.) vindt per kalenderjaar een of meerdere malen (afh. van omvang van de verwachte jaarlevering) monstername na aanlevering plaats. Hiertoe zijn aparte bemonsteringsprotocollen opgesteld 5. De wijze en frequentie van monsterneming zijn vastgelegd in het kwaliteitsmanagement-systeem dat door Theo Pouw op grond van de verschillende BRL s is opgezet (noot: voor andere vestigingen). Hierin geldt het volgende: afvalstroom analysegegevens verontreinigde grond baggerspecie geleverd door ontdoener verontreinigd puin TAG idem RKGV-zand (waaronder veegvuil) afhankelijk van afnemer 1) sorteerzeefzand 1) bij afvoer naar de wgi in Utrecht bijvoorbeeld: steekproefsgewijs conform BRL 7500/protocol 7510: monstername en analyse via intern protocol (per 2.000 resp. 500 ton) Alsdan wordt afgeleid of de betreffende stroom door Theo Pouw, conform de verwachting, kan worden geaccepteerd en gereinigd; indien noodzakelijk wordt tot tariefaanpassing overgegaan. Monstername 6 wordt verzorgd door de (interne) afdeling Kwaliteitscontrole; chemische analyses worden uitbesteed aan een Sterlab-gecertificeerd laboratorium. In beginsel wordt een standaard-analysepakket (conform NVN-bovengrond) uitgevoerd. In sommige gevallen kan aan de hand van de herkomst van de afvalstoffen- tot analyse van (afhankelijk van aard en herkomst van de desbetreffende partij ) aanvullende (zogenaamde partijspecifieke) parameters worden besloten. Nieuwe (vergunde) afvalsoorten alsmede ( bekende ) afvalstoffen van nieuwe aanbieders worden altijd binnen de inrichting ingekeurd (separate lossing; visuele controle; zo mogelijk i.c. van relatief fijnkorrelige afvalstoffen, monstername en chemische analyse). Het moment van feitelijke acceptatie Nadat het materiaal na lossing door de shovel- of kraanmachinist in het betreffende vak/depot is gebracht c.q. clustering met andere partijen/vrachten heeft plaatsgevonden, is sprake van de feitelijke acceptatie c.q. eigendomsoverdracht. 5 6 Deze protocollen zijn beschikbaar binnen de Pouw-groep (niet altijd binnen de inrichting) en op afroep ter inzage van bevoegd gezag. bij inkeuring is sprake van een indicatieve beoordeling, voorafgaand aan reiniging, niet gericht op een kwaliteitsverklaring conform Kwalibo. De monsternemer behoeft derhalve niet gecertificeerd en erkend te zijn (bijv. o.g.v. BRL SIKB 1000) bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 7 van 26

De omvang van het acceptatieonderzoek Inleiding De geaccepteerde afvalstoffen zijn stromen die door Pouw reeds langjarig worden verwerkt en waaraan geen aanvullende procestechnische voorwaarden gesteld worden: 1. er is sprake van zodanig grove afvalstoffen (puin voor breker), dat aan de hand van een visuele controle kan worden beoordeeld of aan de overeengekomen contractvoorwaarden is voldaan; 2. voor niet-visueel herkenbare afvalstoffen is reeds tijdens de vooracceptatie partijgewijs onderzoek naar de samenstelling verricht zodat inzicht bestaat in de fysische en milieuhygiënische kwaliteit van de desbetreffende partij; 3. er is veelal sprake van vaste ontdoeners met bekende afvalstoffen (standaard-stromen), waarmee met de geschetste verwerkingsroutes gekoppeld aan de standaard- acceptatievoorwaarden) veel/voldoende ervaring is opgedaan; 4. acceptatie en bewerking geschiedt over het algemeen binnen de reikwijdte van vastgestelde BRL s, waarmee voldoende borgingsinstrumenten zijn ingebouwd. noot: uitzonderingen bijv. verontreinigd puin of asfalt in breker (niet 2506), sorteren bsa, e.d. Algemeen Op basis van door de ontdoener aangeleverde gegevens én de ervaringen van Theo Pouw met de betreffende ontdoener resp. afvalstroom, kan door Theo Pouw reeds tijdens de vóór-acceptatie veelal een sluitende uitspraak worden gedaan omtrent de reinig- c.q. bewerkbaarheid van de betreffende partij afvalstoffen. Daarnaast wordt bij aanvoer zowel visueel als aan de hand van de meetgegevens gecontroleerd of de aard en samenstelling van de betreffende partij overeenkomt met de tijdens de vooracceptatie aangeleverde gegevens. De werkelijke samenstelling van een partij aangevoerde afvalstoffen kan echter pas worden vastgesteld indien door Theo Pouw vrachtgewijs tot bemonstering en analyse zou worden overgegaan. Gelet op de hoeveelheden afvalstoffen die per jaar worden aangevoerd alsmede de tijd en kosten die met bemonstering en analyse samenhangen is hiervan geen sprake. Voor het merendeel van de aangevoerde partijen (voor grondbank) vindt in het kader van de eindacceptatie derhalve geen inkeuring door middel van bemonstering en analyse plaats. Uitsluitend verdachte partijen (o.g.v. afwijkend kleur/geur, fysische samenstelling e.d.) dan wel indien e.e.a. vóóraf met de ontdoener is afgesproken en processtromen worden voor eindacceptatie (periodiek) ingekeurd. Ingeval sprake is van een nieuwe ontdoener en/of van een (voor Theo Pouw) nieuwe afvalstoffen wordt het volgende inkeuringsschema aangehouden: bekende nieuwe aanbieder aanbieder bekende afvalstof licht middel nieuwe afvalstof middel zwaar Binnen het zware inkeuringsregime kunnen zowel uitgebreide monstername en analyse (hogere frequentie, meer parameters), proefreiniging e.d. alsmede een screening van herkomst van de partij en de ontdoener plaatsvinden. Indien in de loop van de tijd meer ervaring wordt opgedaan (inzicht in spreiding van gehalten e.d.) wordt de bemonsterings- en analysefrequentie, in overleg met de certificerende instelling en het bevoegd gezag i.c. provincie Flevoland, langzaam teruggebracht. Ook indien met een ontdoener c.q. afvalstof negatieve ervaringen worden opgedaan, dan wordt een gericht regime van bemonstering en analyse van aangevoerde partijen afvalstoffen uitgevoerd. In dat geval wordt de herkomst of ontdoener van de desbetreffende partij gescreend (bijv. herbeoordeling kredietwaardigheid) en/of tijdens eindacceptatie tot een uitgebreidere visuele controle, eventueel in combinatie met monstername en analyse (voor relatief fijnkorrelige materialen), overgegaan. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 8 van 26

Het acceptatieonderzoek voor afval dat alleen visueel controleerbaar is Ongesorteerd bouw- en sloopafval (grof sorteren en overslag) alsmede (ongebroken) bouw- en slooppuin, dat voor bewerking in de breker wordt geaccepteerd kan nimmer chemisch-analytisch worden beoordeeld. Uitsluitend aan de hand van gegevens omtrent herkomst en een visuele controle kan worden vastgesteld dat sprake is van verontreinigd puin. Dit materiaal wordt tijdens opslag en bewerking apart gehouden van het schone puin. Het acceptatieonderzoek bij de inzameling van afvalstoffen Er is geen sprake van inzameling van afvalstoffen door/namens Theo Pouw. Afvalstoffen worden partijgewijs vanaf elke herkomstlocatie gescheiden van elkaar naar de inrichting vervoerd. Het acceptatieonderzoek voor overige kleine partijen afval Over het algemeen vindt aanbieding en acceptatie plaats van grotere partijen (ten minste > 500 ton). Voor kleine partijen wordt geen afwijkende acceptatieprocedure doorlopen. Het afval dat het bedrijf accepteert Zie bijlage 8 van de aanvraag. Uitsluitend indien aan de hand van een proefneming is gebleken dat be- en/of verwerking van een nietgenoemde (nieuwe) afvalstof met de beschikbare installaties mogelijk is, zal acceptatie, opslag en bewerking worden overwogen, e.e.a. in nauw overleg met het bevoegd gezag. Een niet-genoemde (nieuwe) afvalstof moet immers eerst vergunningtechnisch worden geregeld. Zoals aangegeven worden voor de bewerking geen hulpstoffen of toeslagstoffen gebruikt, m.u.v. staalslak en LD-slak tbv productie van hydraulisch granulaat. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 9 van 26

De te hanteren acceptatieparameters Aanleveringcondities Afvalstoffen kunnen per schip of per as worden aangeleverd. Hiervoor worden de volgende specifieke aanleveringcondities aangehouden: leveringstijden (in beginsel tussen 6:00 uur en 20: 00 uur) 7 ; partijgrootte (geen specifieke onder- of bovengrenzen, tenzij geen opslagruimte beschikbaar is); belading (geen specifieke acceptatievoorwaarden ten aanzien van type transportmiddel). verpakking (in beginsel wordt alleen los gestort of gecontaineriseerd afval geaccepteerd. Kleinverpakkingen e.d. komen niet voor). Door Theo Pouw worden geen specifieke aanleveringcondities gehanteerd, m.u.v. dat geen sprake mag zijn van verpakte afvalstoffen. Ten aanzien van wijze van aanvoer, minimale of maximale partijgrootte e.d. gelden geen beperkende voorwaarden In onderstaande paragrafen wordt per activiteit aangegeven welke acceptatievoorwaarden worden gebruikt. Acceptatievoorwaarden voor afvalstoffen voor bewerking/reiniging Zoals aangegeven richt Theo Pouw zich op de acceptatie, be- en/of verwerking van steenachtige (puin) of zandachtige afvalstoffen tot nuttig toepasbare bouwstoffen, waarbij aan zowel milieuhygiënische als civieltechnische voorwaarden dient te worden voldaan. In voorkomende gevallen kunnen de afvalstoffen zonder bewerking worden afgezet. Dit brengt met zich mee dat acceptatie van afvalstoffen wel moet passen binnen hetgeen (technisch) met de beschikbare procesinstallaties mogelijk is. Ongesorteerd bouw- en sloopafval (sorteren) Ongesorteerd bouw- en sloopafval dat wordt geaccepteerd voor bewerking door (grof) sorteren kan uitsluitend visueel worden beoordeeld. Kitspuiten, verfresten, lood, zink, asbest en andere afvalstoffen (die niet kunnen worden verwijderd en/of de afzetbaarheid van de uitgesorteerde fracties nadelig zouden kunnen invloeden) mogen niet (in aanzienlijke mate) in het aangevoerde materiaal aanwezig zijn 8. Als daarvan toch sprake is, wordt de partij geweigerd. Puin Nadrukkelijk wordt vastgesteld dat door Theo Pouw geen bouw- en sloopafval voor bewerking in de PBI wordt geaccepteerd doch uitsluitend de puinfractie daarvan (zogenaamd bouw- en slooppuin) c.q. de stroom die vrijkomt na een sorteerproces of bij scheiding aan de bron. Bouw- en slooppuin komt vrij bij bouw- en sloopwerken, reparatie- en/of renovatiewerkzaamheden. Het bestaat in hoofdzaak uit betonpuin, metselwerkpuin, gemengd puin en/of opgebroken verhardingsmateriaal. Daarnaast kan het in meer of mindere mate zgn. nevenbestanddelen bevatten als hoogoven-, staal- en/of elo-slakken, sintels, asfalt e.d. 9 Het is afkomstig van onder meer sorteerbedrijven, gemeentelijke servicestations, sloopbedrijven, wegenbouwbedrijven, aannemers, e.e.a. al dan niet in opdracht van overheden etc. Asfaltpuin is een steenachtig materiaal dat in belangrijke mate bestaat uit warm bereide bitumineuze verhardingsmaterialen dat vrijkomt bij wegaanleg, -renovatie en reconstructie. Asfaltpuin kan meer dan 75 mg/kg d.s. aan PAK bevatten en wordt dan teerhoudend genoemd. Voor bouw- en slooppuin geldt dat het geen lood, roet, gips, minerale oliën, huisvuil, asbesthoudende bestanddelen, teerhoudend bitumineus afdichtingmateriaal en/of verontreinigd verpakkingsmateriaal van verf, van houtverduurzamingsmiddelen, van zuren of kitten mag bevatten. 7 8 9 Bij grote werken kan ook (aan-)levering in de nachtperiode plaatsvinden. Overeenkomstig de vigerende vergunning is incidenteel aan- en afvoer (buiten de reguliere werktijden toegestaan Dientengevolge wordt verondersteld dat het geaccepteerde bouw- en sloopafval in beginsel als niet-gevaarlijk kan worden aangemerkt. Eventuele kleinere hoeveelheden kunnen mechanisch of handmatig worden verwijderd. Grofweg wordt een aandeel van 5 vol% aan dergelijke ongewenste bestanddelen als bovengrens beschouwd. onder wegverharding van vóór 1980 wordt veelal veel (meer) slakken, sintels e.d. aangetroffen bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 10 van 26

Gelet op de civieltechnische eisen voor granulaten en het ontstaan van een (extra) fijne fractie tijdens het breekproces, mag het ingaande bouw- en slooppuin niet teveel zand of nevenbestanddelen 10 bevatten. Opgemerkt wordt dat deze norm(en) niet door middel van monstername en analyse kunnen worden vastgesteld. Derhalve vindt in dit verband op 2 manieren afleiding plaats: beoordeling van het vulgewicht van de aangevoerde container (bij te hoog gewicht wellicht teveel zand; bij te laag gewicht veelal teveel nevenbestanddelen); visuele controle door acceptant tijdens lossing (ervaringsgegevens) Als vuistregel gelden acceptatievoorwaarden van maximaal 20% zand en 5% nevenbestanddelen. Voor asfalt geldt dat het zandgehalte niet hoger mag zijn dan 20% resp. 40%. Bouw- en slooppuin wordt in beginsel altijd als schoon aangemerkt, tenzij anders door de ontdoener is aangegeven danwel op basis van de herkomst anders wordt ingeschat. Het aangeboden asfaltpuin en bouw- en slooppuin wordt door de acceptanten beoordeeld en ingedeeld in een categorie, zoals beschreven in het algemene acceptatiereglement (zie bijlage 3). Nadere eisen zijn daarmee gesteld irt het zand-gehalte en het gehalte aan nevenbestanddelen. Opslag als zelfstandige activiteit Zoals aangegeven worden naast binnen de inrichting te bewerken afvalstoffen tevens (afval)stoffen geaccepteerd voor (uitsluitend) opslag. noot: Eindbestemming is altijd vergunde eindverwerker of toepassing elders, in binnen- of buitenland. Er is geen sprake van storten; de titel opslag als zelfstandige activiteit volgt letterlijk uit DVV. Het betreft hier: hergebruiksgrond; reinigbare of bewerkbare grond; niet-reinigbare grond; glaswol; e.d. (mits passend binnen bijlage 7) Afgezien van de algemene leveringscondities en acceptatievoorwaarden gelden geen bijzondere voorwaarden voor opslag. Afgezien van inweging van aangevoerde partijen en van (geclusterde) afgevoerde partijen herbruikbare (grond)stoffen, vindt geen meetregistratie plaats. Wel worden vanzelfsprekend de gegevens van voor zover beschikbaar- de inkeuring (monstername/analyse NEN-pakket) én van de uitkeuring (Bbk; AP04 of AS3000) geregistreerd en vastgelegd 11. 10 11 hout, plastic, glas en glaswol, piep- en purschuim e.d. Maximaal percentage (zie tabel) op volumebasis. beide stappen (i.c. in- en uitkeuring) kunnen zowel binnen de inrichting als daarbuiten (c.q. inkeuring vóórafgaand aan aanvoer resp. uitkeuring na afvoer) plaatsvinden bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 11 van 26

HET VERWERKINGSBELEID Inleiding De opslag, be-/verwerking en/of verwijdering vindt plaats conform de tijdens de acceptatie gemaakte keuzes. Bij afwijking hiervan wordt de reden van afwijking vastgelegd. Afwijken is echter alleen mogelijk indien het bedrijf blijft voldoen aan het gestelde in het acceptatiebeleid. Verwerkingsroutes Binnen de inrichting van Theo Pouw zijn ten aanzien van afvalstoffen de volgende productie- en verwerkingsinstallaties gerealiseerd: grondbank (met mobiele zeef); (mobiele) puinbreekinstallatie. Uitgangspunten voor het verwerkingsbeleid Algemeen De puinbreekinstallatie is geschikt om afvalstoffen zodanig op te werken dat toepassing als (secundaire) bouwstof resp. grondstof/energiedrager mogelijk is. Grofweg kan de volgende verdeling worden gemaakt: Voor materialen die om civieltechnische redenen niet direct kunnen worden hergebruikt (puin, grof steen e.d.) zijn een puinbreekinstallatie ter beschikking. Indien noodzakelijk wordt grote stukken vóór invoer met behulp van een kraan, voorzien van cracker, vóóraf gebroken. Indien sprake is van fysische bijmenging/verontreiniging, vindt wordt dat eerst uitgesorteerd Eindproducten van de breker kunnen als een bouwstof conform de BRL 2506 worden afgezet voor hergebruik dan wel als grondstof in de betoncentrale worden aangewend. Ten behoeve van een verbetering/optimalisatie van de civieltechnische eigenschappen (lees: hydraulische/cementbindende eigenschappen) van het product kunnen in de PBI bijproducten 12 conform BRL 2506 worden toegevoegd. Voor afvalstoffen waarvan de toepasbaarheid vanwege milieuhygiënische (eventueel gecombineerd met civieltechnische) redenen is beperkt dient verwerking elders plaats te vinden. In het algemeen zullen zandige materialen en verontreinigde steen/puinfracties elders worden verwerkt; grof puinachtig materiaal zal over het algemeen in de puinbreekinstallatie(s) worden bewerkt. Voor de verwijdering van grove delen (stenen e.d.) kan gebruik worden gemaakt van een mobiele zeef. Verschillende soorten hout (A-, B- resp. C-hout) worden gescheiden van elkaar opgeslagen/verwerkt en afgezet conform LAP 2 (sectorplan 36). Schone eindproducten (grond) worden conform Bbk/Rbk afgezet voor hergebruik. In dit verband wordt voor iedere specifieke afvalstof gestreefd naar een zo hoogwaardig mogelijk be- en/of verwerkingproces, waarbij ten aanzien van de productkwaliteit wordt gestreefd te voldoen aan de eisen uit het Bbk/Rbk. Aangezien het Bbk/Rbk niets zegt over het (productie)proces dat tot de bouwstoffen/producten heeft geleid, geldt hier de bedrijfsinterne kwaliteit- en milieuzorg. Indien met een ander proces/techniek een betere milieuhygiënische kwaliteit wordt bereikt, dan wordt dáárvoor gekozen. 12 hydraulisch menggranulaat bestaat uit een mengsel van menggranulaat met 5-20% hydraulische slak. Hiervoor moet gegranuleerde hoogovenslak, LD-slak, electro-ovenslak of een mengsel van deze (3) slakken worden gebruikt. Schuimgranulaat is een mengsel van menggranulaat met slakkenzand en/of electro-ovenslakken. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 12 van 26

Naast het gebruik van de installaties voor rest- en bijproducten, die ontstaan bij de be- of verwerking van de monostromen in andere installaties binnen de inrichting, geldt in toenemende mate dat mengvrachten worden aangeboden (grof en fijn materiaal), waarvan het niet in alle gevallen op voorhand duidelijk is in welke installatie de meest hoogwaardige be- of verwerking kan worden gerealiseerd. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat een precieze toewijzing van de bewerkingsinstallaties dan niet zonder meer mogelijk is doch afhankelijk is van de aard en samenstelling van de desbetreffende partijen afvalstoffen, de eventuele simultane aanwezigheid van andere materialen binnen de inrichting, de vergunning (doelmatigheids- en sturingsaspecten) én de marktbehoeften. In dergelijke gevallen wordt het volgende algemene bedrijfsbeleid gevoerd. Uitgangspunten zoveel mogelijk wordt nagestreefd dat door ontdoeners scheiding aan de bron plaatsvindt; bij acceptatie van afvalstoffen moet zoveel mogelijk de kwaliteit ervan bekend zijn en moet duidelijk zijn dat de voorgestane verwerking leidt tot een secundaire bouwstof conform Bbk/Rbk; gezamenlijke bewerking van afvalstoffen in de PBI vindt uitsluitend plaats indien deze behoren tot één en dezelfde categorie. Ingeval van overschrijding van samenstellingseisen uit tabel 2 van bijlage A van Rbk vindt sowieso achteraf verwerking of reiniging elders plaats; in de PBI worden naar behoefte hulpstoffen van een gelijke kwaliteit toegevoegd ter verbetering van de civieltechnische kwaliteit van het product; geproduceerde, niet-vormgegeven bouwstoffen van verschillende categorieën worden niet met elkaar gemengd tot een niet-vormgegeven bouwstof (zie ook voetnoot 13). Uitwerking In de PBI kunnen met inachtneming van de hiervoor beschreven uitgangspunten, dakgrind, ballastgrind, grout en afgekeurde (schone) partijen beton- of steenwaren gezamenlijk met bouw- en slooppuin worden bewerkt. Verontreinigde stromen van deze afvalstoffen (c.q. indien de samenstellingsgrenswaarden uit tabel 2 van het Rbk worden overschreden) zullen vanzelfsprekend (vóór- dan wel achteraf) elders worden gereinigd. Opslag en ontvangstvoorzieningen Ten aanzien van scheiding resp. samenvoeging van partijen (afval)stoffen tijdens opslag (en verwerking) wordt het volgende opgemerkt. De binnenkomende materialen worden geclusterd naar interne dan wel externe be- of verwerkingsmethode, waarbij de volgende scheiding wordt gerealiseerd: afvalstoffen voor (tijdelijke) opslag ; reinigbare secundaire bouwstoffen; te sorteren bouw- en sloopafval; te breken puin; mengvrachten puin/grond (voor bewerking in de zeef); interne afvalstoffen (schroot e.d.). Opgemerkt wordt dat in het kader van genoemde uitgangspunten met name de invulling/interpretatie van het begrip grond van wezenlijk belang is. Thans wordt door Theo Pouw voor haar bewerkingsactiviteiten vooralsnog de volgende onderverdeling gehanteerd: Afvalstoffen, te bewerken tot grond noot: het betreft hier niet alleen (verontreinigde) grond en bagger, maar sinds de in werking treding van Bbk ook stromen als RKGV-zand, sorteerzeefzand 13 en TAG. Afvalstoffen, te reinigen tot bouwstof niet-zijnde grond Genoemde (hoofd)categorieën worden tijdens opslag en verwerking ten allen tijde gescheiden gehouden. Daarbinnen is gezamenlijke opslag en/of gezamenlijke reiniging op voorhand niet uitgesloten. 13 na reiniging tot klasse Industrie. Samenvoeging alleen met andere stromen voor zover ook die tot die kwaliteit kunnen worden gereinigd. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 13 van 26

Sorteren (van bsa) De precieze uitsortering die d.m.v. grof (mechanisch of handmatig) sorteren wordt bereikt is afhankelijk van: de herkomst van de desbetreffende partij c.q. de (fysische) samenstelling ervan; de marktomstandigheden voor bepaalde eind- en reststromen (mede op grond van vigerende weten regelgeving). Puinbreekinstallatie (PBI) De puinfractie uit bouw- en sloopafval (slooppuin) wordt gebroken tot granulaten, die voldoen aan eisen ten aanzien van samenstelling en immissie conform het Bbk/Rbk. Uitkeuring (alsmede inkeuring en bedrijfsvoering) geschiedt volgens de BRL 2506. Bouw en slooppuin wordt in de puinbreekinstallatie verwerkt tot een secundaire bouwstof (granulaat). Tijdens de bewerking worden geen hulpstoffen (anders dan water ten behoeve van beperking stofemissies) gebruikt. Naast de granulaten ontstaan als nevenproducten: ijzer/schroot; windziftfractie; overkorrel De uitvoer (m.u.v. overkorrel 14 ) wordt gewogen: de transportbanden zijn voorzien van bandwegers. De meetgegevens worden opgeslagen in de weegmodule van het centraal automatiserings- en administratiesysteem. De productiegegevens worden doorgegeven aan en geregistreerd door de afdeling Kwaliteitscontrole ter uitvoering van het monsternemingsplan conform AP-04. Zowel per week als per maand worden productie-rapportages opgesteld (incl. kwaliteitsgegevens, onderhoud/stilstand e.d.) en ter beoordeling aan het management voorgelegd. Asfaltpuin kan met behulp van de PBI(s) worden gebroken tot een asfaltgranulaat, dat eveneens buiten de inrichting wordt toegepast dan wel (elders) wordt verwerkt. Teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) dient vóór toepassing (thermisch) te worden verwerkt voor verwijdering van de aanwezige PAK s. Sinds de realisatie van de TRI in Eemshaven kan deze aanvullende bewerking elders (maar binnen de Pouw-groep) plaatsvinden. 14 fractie 20-40, overkorrel, e.d. de productie van deze stromen wordt door de shovelmachinist geschat bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 14 van 26

Eind en restproducten Bij de onderscheiden bewerkingsroutes ontstaan producten en reststromen, die extern worden afgezet. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de (belangrijkste) eind- en restproducten van de activiteiten van Theo Pouw op het gebied van op- en overslag en bewerking van afvalstoffen. Tevens zijn de bedrijfsinterne afvalstoffen genoemd. De in de tabel genoemde Euralcodes wijken (vanzelfsprekend) af van paragraaf 2.2., waarin immers alle ingaande stromen zijn benoemd. In voorkomende gevallen vormt de bewerking een zodanige opwaardering van de eigenschappen van het materiaal, dat het predikaat afval verdwijnt. In die gevallen wordt geen Eural-code meer toegepast. Ingeval geen bewerking heeft plaatsgevonden (opslag als zelfstandige activiteit) danwel de bewerking niet heeft geleid tot een verandering van de aard en samenstelling van het ingaande materiaal is sprake van een ongewijzigde Eural-code voor de uitgaande stromen. oorsprong/proces van herkomst omschrijving Eural-code naar Op- en overslag Zie hierboven grond- en bouwstoffenbank AW2000 grond n.v.t. 3) hergebruik c.q. nuttige toepassing cf Grond Wonen n.v.t. 3) Bbk Grond Industrie n.v.t. 3) bouwstof n.v.t. 3) Niet-toepasbare grond 17.05.03*/04 19.02.05*/06 stortplaats of verwerking (extern) zeven metalen, kunststof e.d. divers extern hergebruik grof groen 19.12.12/ groencompostering 20.02.01 puin nvt interne bewerking (breker) asbestproducten en 19.12.12/ stort (def. verw) asbest-afval 17.06.05* gemengde restfractie 19.12.12 verbranding of stort (def. verw) sorteren puin nvt interne bewerking (breker) producten (schroot, divers nuttige toepassing, extern hergebruik kunststof e.d.) residustromen 19.12.12 verbranding (def. verwijdering) PBI menggranulaat nvt 3) gww schroot 19.12.02 schroothandel licht fractie windzifter 19.12.09/10 AVI, stort of sorteerbedrijf Bedrijfsafvalstoffen van Theo Pouw (niet-procesgebonden) garage afg. motorolie 13.02 (divers) oliehandel oliefilters 16.01.07* hergebruik accu s 16.06.01* retour leverancier kantine/keuken/kantoor bedrijfsafval 20.03.01 AVI via inzamelaar zie papier lege emballage 15 (divers) leverancier kantoor e.d. papier 20.01.01 hergebruik kantoor batterijen, cartridges e.d. divers hergebruik 1. gww: grond- weg- en waterbouw 2. interne bewerking (als bestemming) is uitsluitend genoemd voor zover die bewerking binnen de inrichting in Lelystad zelf kan plaatsvinden. Bij transport tot buiten de inrichting (ongeacht of die bewerking binnen de Pouw-groep zelf plaatsvindt), zal afvoer en transport volgens de daarvoor geldende wettelijke bepalingen plaatsvinden. 3. indien bijv. met de afgeronde bewerkingshandeling- geen sprake (meer) is van een afvalstof maar van een product, wordt een zogenaamde GN-code gebruikt, ook in de verantwoording bij het LMA. De juiste GN-code voor bijvoorbeeld recyclinggranulaat is GN 2517 10 80 bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 15 van 26

Leidraad AO/IC nr. Omschrijving conform Leidraad LAP2 uitwerking 1) Er dient aan de hand van de kritische momenten bij de acceptatie, Zie appendix 2. be- of verwerking een beschrijving van de risico s te worden gegeven en de wijze waarop deze worden beheerst. Het betreft hier zowel milieuhygiënische risico s als informatietechnische risico s. 2) Er dient een beschrijving te zijn opgenomen van alle aanwezige meet- en registratiepunten ten behoeve van de procesbeheersing en transparantie van het proces. (..) Zie beschrijving Administratieve organisatie en interne controle 3) Er dient een beschrijving te worden opgesteld van de financiële administratie en de operationele administratie (stoffen- en procesadministratie) en de relatie tussen de diverse administraties. (..) 4) Er dient een beschrijving te worden gegeven van de interne controle mechanismen a) Taken en bevoegdheden sleutelfunctionarissen en b) indien relevant een: aantoonbare functiescheiding c) Aanwezigheid van werkinstructies d) Hoe zijn computersystemen beveiligd tegen ongeautoriseerd gebruik en tegen verlies gegevens e) Beschreven dient te worden of op basis van de financiële administratie per deelproces (kritische activiteiten) een stromenbalans wordt opgesteld en zo ja de wijze waarop, met welke frequentie en welke nauwkeurigheid acceptabel is. f) Welke maatregelen getroffen zijn om een juiste en volledige verantwoording in de financiële administratie tot stand te brengen g) Hoe worden de werkprocessen gecontroleerd, hoe vaak, en waar worden correctieve acties vastgelegd Binnen de Theo Pouw Groep bestaat er (controletechnische) functiescheiding tussen (o.a.) de volgende afdelingen: Verkoop en acquisitie; Medewerkers belast met de fysieke inname van afvalstoffen; Laboratorium; Brekerinstallatie; Administratie (onderverdeeld in crediteurenadministratie, facturatie en salarisadministratie). Functiebeschrijvingen en taakoverzichten zijn vastgelegd (binnen de Pouwgroep) en voor bevoegd gezag op verzoek beschikbaar ter inzage. Op de locatie zijn overigens (slechts) 5 functies gestationeerd: terreinbeheerder, weegbrugmedewerker, chauffeur/ machinist. Overige functies worden uitgevoerd door medewerkers binnen de Pouw groep in Utrecht. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 16 van 26

Administratieve organisatie en interne controle Een beschrijving van de interne organisatie Een organogram is opgenomen in appendix 6. Opleiding en training van het personeel Om er zeker van te zijn dat nieuwe medewerkers aan de gestelde functie-eisen met betrekking tot ervaring en kennis voldoen, wordt binnen de Theo Pouw Groep veel aandacht besteed aan werving, selectie en aanstelling van het personeel. In functiebeschrijvingen zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de medewerkers vastgelegd. De onderlinge relaties tussen de medewerkers binnen de organisatie liggen vast in de organigrammen. Jaarlijks vinden er functioneringsgesprekken plaats waarbij het functioneren van de medewerker wordt besproken en punten voor verbetering worden besproken en vastgesteld. Hierbij kan de medewerker ook wensen op het gebied van opleiding kenbaar maken. Daarnaast is er een opleidingsplan waarin de opleidingsbehoefte van de organisatie staat beschreven. Hieruit wordt de benodigde opleiding voor de medewerkers vastgesteld. Milieuzorgsysteem In de bestaande kwaliteitsmanagementsystemen is milieu integraal opgenomen. Registratiepost Binnen de inrichting is een registratiepost (weegbrug) ingericht, die is bemand tijdens openingstijden (aan- en afvoer van materiaal). Onderhoud en ijking weegbrug De weegbrug wordt volgens contract 2x per jaar onderhouden en 1x per twee jaar gekalibreerd (overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften van het Nederlands Meetinstituut) Het onderhoud en het verhelpen van storingen is ondergebracht bij een goedgekeurde leverancier. Het kalibreren (ijken) van de weegbrug wordt uitgevoerd door een goedgekeurde leverancier conform wet en regelgeving. Indien de weegmeesters waarnemen (ervaring, controle met andere weegbrug of storingsmelding) dat een weegbrug niet (correct) weegt wordt deze weegbrug afgesloten. De weegmeester neemt contact op met de leverancier om storing te verhelpen. Zodra dit bedrijf de storing heeft verholpen en de correcte werking gecontroleerd heeft, is de weegbrug vrijgegeven voor weging. De weegbrug wordt door de weegmeester in gebruik genomen. Bij onderhoud van de weegbrug wordt op dezelfde wijze gewerkt. Tijdens onderhoud wordt de weegbrug afgesloten. Nadat onderhoud heeft plaatsgevonden en correcte werking door bedrijf gecontroleerd is en de weegbrug vrijgegeven, wordt de weegbrug weer in gebruik genomen. Bijhouden geregistreerde gegevens De geregistreerde gegevens worden normaliter binnen een werkdag bijgehouden. Bewaren geregistreerde gegevens De geregistreerde gegevens worden gedurende ten minste zeven jaren in de inrichting bewaard. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 17 van 26

Administratie Geautomatiseerde systemen Door Theo Pouw wordt gebruik gemaakt van de volgende geautomatiseerde systemen: PB Balance (weegmodule-goederenadministratie); financiële administratie (financiële administratie). Ten behoeve van de waarborging van de continuïteit van de organisatie en haar activiteiten zijn automatiseringsmaatregelen getroffen. Te denken valt aan backup en recovery, archivering, firewall, anti-virusprogramma s, etc. Identificatie en tracering van partijen Zowel de ingenomen verontreinigde grond of andere afvalstoffen als de hieruit geproduceerde producten worden zodanig geïdentificeerd dat herkenbaarheid gedurende alle bewerkings- en keuringsstadia in de onderscheiden verwerkingsroutes mogelijk is. Opgemerkt wordt dat na clustering met andere partijen- overigens een afzonderlijke partij niet meer afzonderlijk kan worden gevolgd. Financiële administratie De financiële administratie is zodanig ingericht dat de resultaten aan afdelingen (business units) worden toegerekend. Deze afdelingen vertegenwoordigen de kern activiteiten van de organisatie: Verkoop van primaire en secundaire grond-/bouwstoffen Inname en verwerking/reiniging van grond; Inname en verwerking van puin en asfalt; Inzet van mobiele brekeractiviteiten; Productie en verkoop van beton; Transport van puin, grond en grond-/bouwstoffen; Inzet van kranen en shovels. Per afdeling is inzichtelijk hoe het resultaat (naar onderdelen) is opgebouwd. Aangezien er sprake is van batchverwerking is de toerekening van de resultaten uit verwerking niet altijd toerekenbaar aan afzonderlijke producten. Echter er bestaat wel inzicht in het resultaat uit de combinatie van verwerkte producten. De inname van afvalstoffen is controletechnisch gescheiden van de financiële afwikkeling hiervan. De inname en afvoer wordt geregistreerd door weegmeesters. De verwerking van de financiële consequenties van deze inname vindt gescheiden plaats van de inname/afvoer. Hierbij wordt de voorraad per artikel financieel apart geregistreerd. Dit geschiedt zowel in aantallen als in waarden. Naast de registratie van de inname en afvoer van afvalstoffen wordt tevens separaat geadministreerd welke bedragen hiervoor aan de klant dienen te worden doorbelast. Deze registratie is herleidbaar naar de oorspronkelijke inname (qua aantallen). Op gelijke wijze als de inname van afvalstoffen wordt tevens geregistreerd welke afvalstoffen de organisatie hebben verlaten, alsmede welke financiële consequenties dit heeft. Ook hier vindt de registratie in aantallen en waarden plaats. De afvoer is herleidbaar naar de hiervoor te ontvangen inkoopfacturen De voorraad grond-/bouwstoffen en afvalstoffen wordt binnen de financiële administratie in aantallen en waarden geregistreerd. Binnen de financiële voorraadadministratie, welke een integraal onderdeel uitmaakt van de financiële administratie, wordt elke afvalstof (naar soort) apart geadministreerd. bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 18 van 26

De volgende mutaties op deze voorraad zijn mogelijk en worden financieel (apart) geregistreerd: Inkoop (grond-/bouwstoffen); Inname (verontreinigde grond, puin, asfalt); Verwerking; Verkoop; Afvoer; Correcties. Door de registratie van bovenstaande mutaties is het mogelijk de financiële voorraad op te stellen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar depots. Financieel bestaat geen onderscheid naar mogelijke locaties/vakken binnen een depot. De verwerking van afvalstoffen wordt maandelijks (cumulatief) financieel geregistreerd. Hieraan liggen bijv. productiestaten (dag en/of week) van de afdelingen puinbreker ten grondslag. Als gevolg van de afzonderlijke registratie van hiervoor genoemde mutaties bestaat inzicht in de stromenbalans per afvalstof. De waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen vinden aansluiting bij de waardering tegen inkoopprijzen en/of lagere marktwaarden. De algemene waarderingsgrondslagen worden tevens opgenomen in het jaarverslag Verband tussen goederenadministratie en financiële administratie Binnen het centraal automatiserings- en administratiesysteem is een koppeling aangebracht tot de weeg- (lees: fysieke aan- en afvoer) en facturatie-modulen (lees: financiële aan- en afvoer). Hiermee wordt een sluitend verband tussen de goederen en financiële administratie tot stand gebracht. Alsdan kunnen de volgende koppelingen en verbanden worden gelegd: goederenadministratie finan. adm. proces-administratie noot: GA en FA beschikbaar in Utrecht, PA op locatie Lelystad bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 19 van 26

Vastlegging gegevens in- en uitgaande partijen Van alle inkomende en uitgaande partijen worden de volgende gegevens vastgelegd: a) opdrachtnummer (toegekend door de planning in de (voor)acceptatiefase); b) ontdoener (naam, adres, woonplaats, relatienummer); c) aard, samenstelling en Euralcode; d) proces en locatie van herkomst; e) gewicht; f) tijdstip aanlevering of afvoer; h) voorgenomen route van opslag, be-/verwerking of verwijdering; i) afgifte aan bewerkers, verwerkers of vernietigers (naam, adres, woonplaats, relatienummer). Vastlegging gegevens acceptatiebeleid Ten aanzien van het acceptatiebeleid worden de volgende zaken vastgelegd: a) aard, herkomst en samenstelling van het afval; b) uitgevoerde onderzoeken gedurende de acceptatie; c) gemaakte keuzes tijdens de acceptatie; d) de beoogde eindbestemming van de reststoffen; e) afwijkingen van gemaakte keuzes; f) met de klant gemaakte afspraken. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de vastgelegde gegevens ten aanzien van ingaande stromen. gegevens PBI, zeef overslag, grondbank opmerking ingaande stromen datum acceptatie vastgelegd in offerte/order, op transportbegeleidingsform., zie PBI en ontvangst naam ontdoener omschrijvingsformulier, weegbon en in automatiseringsysteem zie PBI aard goederen en vastgelegd in order, op transportbegeleidingsform., zie PBI afvalstoffen-code omschrijvingsformulier, weegbon en in automatiseringsysteem hoeveelheid (weegbon en ijkattest) zie PBI wijze ontvangst per schip of per as verwijzing naar analyserapport n.v.t. (offerte, monsterreg. form., aut. sys) tarief (offerte, order, automatiseringsysteem) zie PBI bijlage 9-av_aoic_c2 dinsdag 30 juli 2013 Pagina 20 van 26