G5 Uitgangspunten Bovenregionale Inkoop Jeugdhulp 2017 Opgesteld door: G5 Team Bovenregionale Inkoop en Contractmanagement Datum: 26 mei 2016 Versie: ter bestuurlijke instemming naar inkoop G5
Vooraf Vanuit de bovenregionale samenwerking tussen de 7 Gelderse jeugdzorgregio s zijn voor 2015 contracten, inclusief budgetgaranties, afgesloten met 9 zorgaanbieders. Voor het jaar 2016 hebben wij, met uitzondering van de regio Rivierenland, gekozen om deze samenwerking voort te zetten in de vorm van een contractverlenging onder nadere voorwaarden met de zes regio s en de negen aanbieders. Voor het jaar 2017, de laatste mogelijkheid tot een verlenging van het contract, heeft de regio Nijmegen aangegeven wel op thema s te blijven samenwerken maar voor wat betreft de inkoop en het contractmanagement niet verder te willen gaan. De overgebleven andere 5 Gelderse regio s hebben de intentie aangegeven de samenwerking te continueren voor de inkoop van bovenregionale jeugdhulp in 2017. Het gaat hierbij om de regio s: - Achterhoek - Arnhem - Food Valley - Midden-Ijssel / Oost-Veluwe - Noord-Veluwe Alle vijf de regio s hebben een voorkeur om de bovenregionale contracten te verlengen, met ruimte voor aanvullende voorwaarden binnen de gestelde (inkoop)kaders, en dus geen nieuw inkooptraject te starten. De afgelopen periode hebben de regio s hun voorwaarden voor verlenging naast elkaar gelegd en besproken. Op basis daarvan is deze notitie opgesteld met de uitgangspunten voor de inkoop 2017. Vanaf het jaar 2018 zal gekozen moeten worden voor een nieuw inkooptraject. 2
1. Visie G5 op Jeugdhulp Startpunt van de samenwerking om bovenregionaal jeugdhulp te verwerven is een gedeelde visie. Onderstaande visie is geformuleerd voor aanvang van de bovenregionale verwerving ten behoeve van 2015 en wordt nog steeds actueel geacht: Kinderen groeien het beste thuis of in een gezinssituatie op. We streven naar zo veel mogelijk hulp dichtbij huis en in de gezinssituatie (via ambulante hulp of begeleiding in het gezin). We streven naar vermindering van de instroom. Als kinderen toch uit huis moeten worden geplaatst zijn de volgende aandachtspunten van belang: Kinderen blijven zo kort mogelijk in een intramurale setting (beperking van de duur), Kinderen kunnen als ze klaar zijn naar huis of naar een lichtere vorm van hulp (wonen met begeleiding, pleegzorg, gezinshuis), We zetten in op afschaling van zwaar naar licht en het zo goed als mogelijk benutten en mede-creëren van mogelijkheden, Er is zo veel mogelijk contact met het netwerk van de jeugdige (het brede netwerk van een jeugdige), We willen de bovenregionale zorg afslanken, maar solide en beschikbaar houden voor kinderen die dat nodig hebben. Doel van de transformatie is de basiszorg voor jeugdigen versterken, expertise voor diagnostiek en behandeling & ondersteuning vroeg in de keten beschikbaar te maken en stapeling van zorg of onnodige inzet van dure voorzieningen te verminderen. De transformatie van de jeugdhulp is gericht op kostenvermindering, verminderen van instroom in zware zorg, versterken van zorg aan de basis en verbeteren van de kwaliteit en doelrealisatie. De landelijke zorgbranches, het Ministerie van VWS en de VNG schreven met die laatste intentie het rapport Ruimte voor Jeugdhulp. De Gelderse regio s onderschrijven dit rapport en nemen de ambities uit dit rapport over in de bovenregionale inkoop van de jeugdhulp. De uitwerking van de ambities krijgt regionaal vorm in afspraken met aanbieders over transformatie. 3
2. Uitgangspunten Inkoop 2017 De regio s hebben ambtelijk besproken welke uitgangspunten leidend zijn voor de inkoop 2017. Het gaat om een verlenging van de huidige contracten met de bovenregionale aanbieders, waarbij aanvullende voorwaarden worden gesteld. De volgende richting wordt voorgelegd aan de bestuurders van de vijf samenwerkende regio s: 1. Wij gaan uit van de visie bovenregionale verwerving jeugdhulp (2015) inclusief de denkrichting vanuit de landelijke werkgroep Ruimte voor Jeugdhulp. 2. Wij werken in 2017 met een budgetreservering en de daarbij behorende financiële uitgangspunten. 3. De budgetreserveringen voor 2017 worden gebaseerd op de realisatie van de voorgaande jaren 2015 en 2016 (maximale korting 10% 2016), de beoogde zorgafname vanuit de regio s en de beschikbare (financiële) middelen. 4. Wij maken gebruik van de huidig gecontracteerde aanbieders. 5. Wij behouden de bovenregionale inkoop voor de meest specialistische zorgvormen. 6. Wij sturen aan op inhoudelijke transformatie van zorg en capaciteitsafbouw en werken dat uit met regionale afspraken met de gecontracteerde aanbieders. 7. Wij streven naar het inkopen van crisishulp voor jeugd (ambulant en verblijf) als één intersectoraal product. 8. Per kwartaal evalueren wij de zorg met de zorgaanbieders om te komen tot het gewenste resultaat. Wij stemmen daarbij nadrukkelijk af met het regionale contractmanagement. Door op deze manier de huidige contracten te verlengen blijven we binnen de (inkooptechnische) mogelijkheden en creëren wij rust in de bovenregionale jeugdhulpvormen. Dit biedt de gelegenheid voor de regio s om, samen met de aanbieders, een meer beleidsrijke inkoop voor te bereiden ten behoeve van 2018. 4
3. Toelichting op de uitgangspunten Hieronder volgt per uitgangspunt een korte toelichting. 1. Wij gaan uit van de visie bovenregionale verwerving jeugdhulp (2015) inclusief de denkrichting vanuit de landelijke werkgroep Ruimte voor Jeugdhulp De regio s blijven van mening dat Ruimte voor jeugdhulp het richtinggevend kader is, ook voor de bovenregionale jeugdhulp. Wel wordt geconstateerd dat de huidige samenwerking met aanbieders op dit vlak te weinig aansluit op regionale ontwikkelingen. We willen de transformatie sterker in de regio verankeren. Daarbij past niet een algemeen bovenregionaal georganiseerd overleg met een vertegenwoordiging van aanbieders. We gaan op zoek naar vormen van samenwerking waarbij op bovenregionaal niveau op specifieke thema s afstemming en samenwerking wordt gezocht, maar waarbij sturing op transformatie primair vanuit de regio s geschiedt. 2. Wij werken in 2017 met een budgetreservering en de daarbij behorende financiële uitgangspunten. Met als belangrijkste uitgangspunt zorgcontinuïteit zijn in 2015 met iedere zorgaanbieder individueel afspraken gemaakt in de vorm van een budgetgarantie. In 2016 zijn wij overgestapt naar een budgetreservering voorzien van een transformatiefee. In 2017 kiezen wij wel voor de budgetreservering, niet (meer) voor de transformatiefee. 3. De budgetreserveringen voor 2017 worden gebaseerd op de realisatie van 2015 en 2016 (maximale korting 10% 2016), de beoogde zorgafname vanuit de regio s en de beschikbare (financiële) middelen. De budgetreserveringen voor 2017 worden gebaseerd op de realisatie van 2015 en 2016, de beoogde zorgafname vanuit de regio s en de beschikbare (financiële) middelen. Op basis van de beschikbare productiegegevens over het jaar 2015 en 2016 wordt, in afstemming met de aanbieders, een raming gemaakt per instelling. Deze raming vormt per instelling de basis voor de budgetreservering voor 2017. Dit is geen financieel plafond voor de zorgafname met als belangrijkste reden dat de inschatting van de bovenregionale zorg lastig te voorspellen valt. Wel geeft dit een beeld voor zowel aanbieders als gemeenten wat de hoogte van is van de geprognotiseerde inzet. De beheersing van de kosten zal een samenspel worden tussen monitoring, bestuurlijke keuzes, en (boven)regionaal contractmanagement. 5
4. Wij maken gebruik van de huidig gecontracteerde aanbieders Overzicht aanbieders en zorgvormen bovenregionaal: Zorgaanbieder Zorgvormen bovenregionaal Terreinvoorzieningen, crisisbedden, traject Pactum ambulante spoedhulp Terreinvoorzieningen, crisisbedden, traject Lindenhout ambulante spoedhulp Terreinvoorzieningen, crisisbedden, traject Entrea ambulante spoedhulp Terreinvoorzieningen, crisisbedden LVB, Intermetzo LVB 4 & 5, Jeugdzorg Plus Terreinvoorzieningen, crisisbedden LVB, Pluryn LVB 4 & 5, Jeugdzorg Plus s Heeren Loo LVB 4 & 5, crisisbedden LVB OG Heldring Jeugdzorg Plus Terreinvoorzieningen (inclusief Horizon gezinsopname) Jeugdzorg Plus Koraalgroep De la Salle LVB 4 & 5, terreinvoorzieningen 5. Wij behouden de bovenregionale inkoop voor de meest specialistische zorgvormen. In het beslisdocument Bovenregionale samenwerking Gelderse regio s (mei 2014) staat beschreven waarom de regio s samenwerken op het verwerven van zeer specialistische jeugdhulp: Een aantal vormen van jeugdhulp is dermate specialistisch dat bovenregionale inkoop en organisatie schaalvoordelen en efficiency oplevert, voor zowel regio s als zorgaanbieders. Er is sprake van een (zeer) gering gebruik per regio (en zeker per gemeente) en tegelijkertijd gaat het om vormen van jeugdhulp waar we zeker van willen stellen dat ze voldoende beschikbaar en goed bereikbaar zijn. We willen samen met de aanbieders kritisch kijken naar het bovenregionale pakket aan jeugdhulp functies en de bijbehorende productcodes. Waar nodig willen we de definities aanvullen (inclusief uniforme codes) en bijstellen, zodat het onderscheid tussen de meest specialistische bovenregionale jeugdhulp en regionale jeugdhulp zuiver blijft. Er zullen geen consequenties zijn voor de contracten (verlengingsdocumenten) in 2017. Deze inspanning zal ten dienste zijn voor het inkoopproces vanaf 2018. 6. Wij sturen aan op inhoudelijke transformatie van zorg en capaciteitsafbouw en werken dat uit met regionale afspraken met de gecontracteerde aanbieders In de bovenregionale contracten blijven de huidige transformatie doelstellingen onverkort van kracht: 1. Binnen het gestelde budget blijven. 2. Instroom naar de bovenregionale zorg wordt zoveel mogelijk beperkt of voorkomen. 3. De doorstroom van de ingezette Jeugdhulp zal verkort moeten worden. 4. Uitstroom naar lichtere zorgvormen wordt bevorderd. 6
In de contracten zal een bepaling worden opgenomen die verwijst naar regionaal te maken afspraken over de concrete uitwerking van deze doelstellingen. Dit geeft de regio s de mogelijkheid om deze afspraken beter te laten aansluiten op de regionale (en lokale) zorgvormen. Zo kan iedere regio beter sturen op de volle breedte van de beoogde inhoudelijke zorgverandering. Deze werkwijze sluit aan bij de wens van de aanbieders om de uitwerking van de visie Ruimte voor Jeugdhulp regionaal invulling te geven, in plaats van bovenregionaal. Bovenregionaal wordt bewaakt dat de regionale transformatie afspraken complementair zijn aan elkaar en niet leiden tot tegenstrijdige prikkels. De bovenregionale transformatiefee zoals gehanteerd voor de inkoop 2016 komt te vervallen. 7. Wij streven naar het inkopen van crisishulp voor jeugd (ambulant en verblijf) als één intersectoraal project. De 7 Gelderse regio s hebben in december 2015 de opdracht gegeven aan de J&O sector om het gesprek met Jeugd-GGZ en Jeugd-LVB aan te gaan over de mogelijkheden om zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de methodiek die de J&O sector hanteert voor het bieden van crisishulp aan jeugdigen en hun ouders (ambulante spoedhulp met eventueel verblijf). Verder is de opdracht om te komen tot intersectorale onderlinge werkafspraken en afspraken met het team Spoedeisende Zorg (JBG) over het inzetten van de juiste expertise, overdracht naar vervolghulp te borgen en zorg te dragen voor terugkoppeling naar lokale teams. Als resultaat is afgesproken dat de intersectorale samenwerking ertoe leidt dat het mogelijk is om crisishulp met eventueel verblijf voor 2017 bovenregionaal te verwerven als één (intersectoraal) product. Het G5 inkoopteam onderzoekt of het inkopen van intersectorale crisishulp als één product al mogelijk is voor 2017, rekening houdend met de inhoudelijke ontwikkelingen bij de aanbieders en de inkooptechnische aspecten voor de regio s. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn verlengen we de inkoop van crisishulp voor jeugd per sector, conform de huidige inkoop. Op basis van de uitgewerkte opdracht in 2016 om te komen tot intersectorale crisishulp per 2017 worden dan afspraken met de aanbieders gemaakt over de samenwerking om de crisishulp wel intersectoraal uit te voeren. 8. Per kwartaal evalueren wij de zorg met de zorgaanbieders om te komen tot het gewenste resultaat. Wij stemmen daarbij nadrukkelijk af met het regionale contractmanagement. Sterkere sturing op gebruik van en transfromatie van het bovenregionale zorgaanbod vraagt ook om goede afstemming en informatieuitwisseling met regionale contractmanagement. Hier blijkt nog ruimte voor verbetering. Inmiddels zijn er voorstellen gedaan voor een betere verdeling van het contractmanagement, passend bij de belangen van de regio s ten opzichte van instellingen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over betere samenwerking en afstemming met het regionale contractmanagement. Voor wat betreft het inzetten van beheersmaatregelen is het voorstel: de regio die geconfronteerd wordt met een (dreigende) overschrijding van de budgetreservering formuleert een beheersmaatregel, passend bij de regio, en stemt deze af in het bovenregionale contractmanagement overleg. De verbetervoorstellen voor de afstemming tussen bovenregionaal en regionaal contractmanagement zijn gebundeld in een gelijknamige notitie. Er is ambtelijk ingestemd met deze notitie. Op 2 juni 2016 ligt de notitie ter kennisgeving voor bij het G7 Bestuurlijk Overleg. 7
4. Wijzigingen Voor de volledigheid geven we hieronder een opsomming van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de inkoop 2016: 1. Vijf regio s werken samen om de bovenregionale jeugdhulp te verwerven, in plaats van zes. 2. De transformatiefee komt te vervallen. 3. De egalisatiereserve komt te vervallen. 4. Wij willen samen met aanbieders de definities van bovenregionale jeugdhulp functies aanscherpen en waar mogelijk het uniformeren van productcodes met het oog het verminderen van de administratieve last. 5. Er is een duidelijkere koppeling met het regionaal contractmanagement in de monitoring van de uitvoering van de contracten. 8