Module Voeding basis melkvee De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL
Colofon Auteurs Afke Zandvliet Bert de Jonge Redactie Marga Winnubst, Kristal Tekst- en communicatiebureau Beeld Bert de Jonge Carla Sigger Ndash Ontwikkelcentrum Resonans Sijbren Mulder Met speciale dank aan Met speciale dank aan: Penn State University; Departement van Landbouw en Visserij van Vlaanderen; Schothorst Feed Research; Spinder Stalinrichting bv; Mijnrantsoenwijzer.nl en Patricia Poels Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent u desondanks van mening dat we u hebben benadeeld, dan kunt u contact met ons opnemen. Eerste druk, 2016 2016 Ontwikkelcentrum, Wageningen, Nederland Email: info@ontwikkelcentrum.nl Internet: www.ontwikkelcentrum.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum.
Inhoudsopgave Inleiding 4 1 Verteringsstelsel van de koe 5 1.1 Oriëntatie 5 1.2 Herkauwen en speeksel 5 1.3 Magenstelsel 8 1.4 Darmstelsel 11 1.5 Verteringsstelsel kalf 12 1.6 Opdrachten 15 2 Voedingsstoffen voor de koe 17 2.1 Oriëntatie 17 2.2 Samenstelling voedermiddelen 17 2.3 Droge stof 21 2.4 Koolhydraten en vetten 23 2.5 Eiwitten 28 2.6 Mineralen en vitaminen 30 2.7 Water 35 2.8 Opdrachten 38 3 Voederwaardering 41 3.1 Oriëntatie 41 3.2 VEM- en DVE-behoefte 41 3.3 Het tabellenboek veevoeding 47 3.4 VOS, FOS en OEB 49 3.5 Structuurwaarde en verzadigingswaarde 58 3.6 Opdrachten 61 Begrippenlijst 64 3
Inleiding Kwalificatiedossier Agro productie, handel en technologie (veehouderij) De inhoud van de module Voeding basis melkvee is onderdeel van een serie modulen voor het kwalificatiedossier Agro productie, handel en technologie. Meer in het bijzonder sluit de inhoud van deze module aan bij het Profieldeel 1 Verzorgen productie en veehouderij (P8-K1 en P12-K1) van dit kwalificatiedossier. Voeding basis melkvee Om een goede en efficiënte melkproductie te krijgen, is een goed rantsoen erg belangrijk. De koeien moeten immers voldoende hoeveelheden van de juiste voedingsstoffen krijgen. Maar ook de juiste hoeveelheden vocht. Om te begrijpen of de samenstelling van het rantsoen voldoende voedingsstoffen op darmniveau levert, is kennis van de verteringsprocessen tot op darmniveau nodig. Daarnaast is het belangrijk te weten hoe de voedermiddelen zijn samengesteld en hoe ze binnen het dier verwerkt worden. Hoofdstukken 1 tot en met 3 Koeien eten van nature grassen en kruiden. Deze planten bevatten celwanden die moeilijk afbreekbaar zijn. Het verteringsstelsel van koeien is echter gespecialiseerd in het afbreken van de celwanden. Het beschikt naast de eigenlijke maag, de lebmaag, over drie voormagen: de pens, de netmaag en de boekmaag. Het eerste hoofdstuk beschrijft het magenstelsel en het darmstelsel van de koe en gaat in op het verteringsproces. Hoofdstuk 2 is gewijd aan voedermiddelen. Dankzij voederanalyses is precies bekend wat de samenstelling van een voedermiddel is. De verschillende voedingsstoffen hebben elk hun taak en de koe moet ze dan ook in voldoende hoeveelheid binnenkrijgen. Het tweede hoofdstuk beschrijft hoe je rekening houdend met de samenstelling van voedermiddelen rantsoenen en hoeveelheden water berekent. Kennis van de verschillende voedingsstoffen in een voersoort is echter nog niet voldoende om een goed rantsoen te maken. Het is ook van belang hoe en waar dat voer wordt verwerkt in het verteringsstelsel van het dier. Bovendien moet je rekening houden met de verzadigingswaarde van het voer en de voeropnamecapaciteit van de koe. Hoofdstuk 3, Voederwaardering, laat zien hoe je het rantsoen voor melkvee bepaalt, rekening houdend met de manier waarop de koe de voedingsstoffen verwerkt. Aan de orde komen begrippen als VEM, DVE, VOS, FOS, OEB, VOC, VW en SW en je leert werken met het tabellenboek veevoeding. Veel leerplezier! De auteurs De digitale opdrachten, bronnen en hulpmiddelen, die herkenbaar zijn aan het computersymbool, kun je vinden op http://ontwikkelcentrum.nl/kenniskiem 4
1 Verteringsstelsel van de koe 1.1 Oriëntatie Koeien eten van nature grassen en kruiden. Deze planten bevatten celwanden die moeilijk afbreekbaar zijn. Koeien hebben zich echter gespecialiseerd in het afbreken van de celwanden. Hun verteringsstelsel beschikt naast de eigenlijke maag, de lebmaag, over drie voormagen: de pens, de netmaag en de boekmaag. Voor de afbraak van de celwanden is met name de pens erg belangrijk. De koe heeft ook een lang verteringskanaal. De dunne darm van een koe is ruim 40 meter lang, terwijl de mens een dunne darm heeft van ongeveer 7 meter. Het verteringsstelsel van een kalf is anders dan dat van een koe. Alle onderdelen zijn wel al aanwezig, maar de grootte van de onderdelen is anders dan bij koeien. Zo is bij een koe de pens de grootste maag, terwijl bij het kalf de lebmaag de grootste is. Afb. 1.1 Koeien zijn specialisten in het verteren van plantaardige cellen. Bert Philipsen, Wageningen UR Livestock Research 1.2 Herkauwen en speeksel Een koe heeft genoeg aan een half uur slaap per dag. Toch ligt ze meer dan de helft van de dag in de ligbox. Dan slaapt ze niet, maar is ze actief bezig met het opnemen en herkauwen van ruwvoer. Bij het herkauwen produceert de koe veel speeksel. Dat speeksel is belangrijk voor het verteren van het plantaardige voer. Herkauwen Koeien die grazen in het grasland pakken met hun lange tong een pluk gras vast. De tanden in de onderkaak snijden het gras kort bij de grond af. Als de koe graast of aan het voerhek vreet, kauwt zij het voer enkele keren en slikt het dan door. Binnen een korte tijd vreet zij zo een grote hoeveelheid voer. Later op de dag wordt het voer herkauwd. De koe boert dan een bal Verteringsstelsel van de koe 5
voedselbrij (een bolus) op uit de netmaag en begint te herkauwen. Ze vermalen de voerdeeltjes met hun kiezen en mengen ze met speeksel. Een koe herkauwt normaal ongeveer 50 tot 70 keer (ongeveer 1 minuut) op een bolus. Daarna slikt ze het voer opnieuw in. Koeien herkauwen 7 tot 11 uur per dag. Functies van herkauwen Herkauwen heeft een aantal belangrijke functies: Herkauwen verkleint de voerdeeltjes en vergroot het oppervlakte van de deeltjes. Daardoor hechten zich meer pensmicroben aan voerdeeltjes. De pensmicroben breken de voerdeeltjes vervolgens af. Het malen van de kiezen maakt de celwanden kapot. Daardoor komt de celinhoud vrij voor de pensmicroben zodat zij dit kunnen omzetten in voedingsstoffen voor de koe. Door het herkauwen komt er meer speeksel vrij, wat gunstig is voor de ph in de pens. Herkauwen maakt koeien rustiger. Ze liggen langer in de box of het grasland, waardoor de klauwen worden ontlast en beter opdrogen. Er gaat ook meer bloed door de uier, waardoor er meer melk wordt aangemaakt. Afb. 1.2 Tijdsbesteding van een koe in de stalperiode in uren per dag. Speeksel Tijdens het kauwen produceren de speekselklieren speeksel. Ruwvoer vergt veel kauwwerk. Daar komt dan ook veel speeksel bij vrij. Die is nodig voor de vertering. Bij het kauwen van krachtvoer of natte bijproducten komt juist weinig speeksel vrij. Afhankelijk van de hoeveelheid ruwvoer en de voeropname, produceert een koe 200 liter speeksel per dag. 6 Verteringsstelsel van de koe
Functies van het speeksel Afb. 1.3 Koeien herkauwen 7 tot 11 uur per dag. Tijdens het kauwen produceren de speekselklieren veel speeksel. Speeksel heeft de volgende belangrijke functies. Speeksel maakt het voer vochtig, zodat de koe het gemakkelijk kan doorslikken. Speeksel bevat natriumbicarbonaat, wat ervoor zorgt dat de pens niet te zuur wordt. Normaal ligt de zuurtegraad (ph) van de pens tussen 6 en 7. Speeksel onderdrukt de vorming van schuim, waardoor het risico op zwelling in de pens vermindert. Slokdarm Wanneer je een herkauwende koe goed bekijkt, kun je bij het slikken en oprispen de voedselbrok in de hals volgen. Je ziet dan de slokdarm in werking. Na het doorslikken duwt de slokdarm de voedselbrok naar de voormagen. Bij het herkauwen zorgt de slokdarm ervoor dat de bolus uit de netmaag naar de bek wordt geduwd. Een klep in het strottenhoofd sluit de luchtpijp af op het moment dat de koe slikt of oprispt. Vragen 1. Welke van de volgende beweringen over kauwen van krachtvoer en ruwvoer is juist? A. Bij het kauwen van krachtvoer komt weinig speeksel vrij en bij het kauwen van ruwvoer komt veel speeksel vrij. B. Bij het kauwen van krachtvoer komt veel speeksel vrij en bij het kauwen van ruwvoer komt weinig speeksel vrij. C. Bij het kauwen van krachtvoer en ruwvoer komt weinig speeksel vrij. D. Bij het kauwen van krachtvoer en ruwvoer komt veel speeksel vrij. 2. Hoeveel liter speeksel produceert een koe ongeveer per dag? A. 10 liter B. 50 liter C. 100 liter D. 200 liter 3. Hoe hoog moet de ph-waarde in de pens zijn? A. 2 à 3 B. 4 à 5 C. 6 à 7 D. 8 à 9 Verteringsstelsel VAN de KOE 7