Jeugdsportcontract :

Vergelijkbare documenten
Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2020

Subsidiereglement Gelet op de wet van 16 juli 1973 betreffende de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen;

Vraag nr. 14 van 28 augustus 2014 van MARINO KEULEN. Provincie Limburg - Projecten met overheidssteun

Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2019

Verwerving en onderhoud van sportinfrastructuur. 4 voorbeelden uit Hasselt

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. opstartende G-sportclubwerking

Inhoud. Gemeente Lendelede sportbeleidsplanning

TOELAGE ALGEMENE WERKING SPORTVERENIGINGEN. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact;

SUBSIDIEREGLEMENT GEMEENTE ASSENEDE

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT

Subsidiereglement sportclubs Kluisbergen

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT ter ondersteuning van de kwalitatieve uitbouw van de sportverengingen

INFOVERGADERING GV JEUGDSPORTFONDS /03/2018

De sportverenigingen die aan de volgende criteria voldoen hebben recht op een subsidie:

Contract JeugdSport

1. Algemene bepalingen

SUBSIDIEREGLEMENT SPORT GEMEENTE MEULEBEKE

Reglement Jeugdsportproject Recreas clubs

AANVULLEND SUBSIDIEREGLEMENTERING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM ALGEMEEN OVERZICHT

Subsidiereglement voor ondersteuning van. internationale sportevenementen

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. duurzame G-sportclubwerking

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. duurzame G-sportclubwerking

Subsidiereglement voor ondersteuning van. sportevenementen met een bovenlokale uitstraling, met een recreatief karakter

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR GEMEENTELIJKE SPORTCLUBS

Provincieraadsbesluit

nr. 4 van BERT MOYAERS datum: 26 september 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Sportkampen - Deelname

Subsidiereglement ter ondersteuning van kwalitatieve uitbouw van sportverenigingen.

WELZIJN. Wonen en Gelijke Kansen

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. duurzame G-sportclubwerking

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN BOVENLOKAAL EN COMPETITIEF KARAKTER

SUBSIDIEREGLEMENT BELEIDSSUBSIDIE SPORTVERENIGING

#SPORTERS BELEVEN MEER

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

Gemeentereglement voor de verdeling van de toelagen aan de sportverenigingen in Heuvelland.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 10 juni 2008;

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid;

Subsidiereglement voor ondersteuning van. sportevenementen met een bovenlokale uitstraling, met een recreatief karakter

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

TRANSITIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

3. Worden transfers en schorsingen van leden van de VFV uitgevoerd door de VFV of door de KBVB? Indien niet, waarom?

ISB-Congres lokaal sportbeleid. Waagnatie Antwerpen

SUBSIDIEREGLEMENT TER ONDERSTEUNING VAN DE KWALITEITSVERHOGING VAN DE JEUGDSPORTBEGELEIDING

SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN KAPRIJKE

Sportdienst in samenwerking met kinderopvang. Putte

Subsidiëringssysteem Sportclubs Holsbeek Basis- en Stersubsidie Projectsubsidies

Kwaliteitsverbetering van de jeugdsportbegeleider

Subsidieregeling Sport en bewegen

Subsidiereglement voor ondersteuning van. laagdrempelige G-sportevenementen

nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

AANVULLEND HOOFDSTUK TER VERKRIJGING VAN DE IMPULSSUBSIDIES. SPORTBELEIDSPLAN WAARSCHOOT Beleidsnota Sport

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

Reglement voor toekenning subsidie Naschools Sportaanbod van Heists Secundair Onderwijs

Subsidiereglement Sportverenigingen

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN FOCUS OP PARTICIPATIE EN RECREATIE

Subsidiereglement voor sportverenigingen van fysiek actieve sporten en sportieve vrijetijdsbesteding

VZVB Jeugdfonds 2015 seizoen opstart seizoen Algemene voorwaarden

SUBSIDIEREGLEMENTERING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT

SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN SINT-MARTENS-LATEM

Gemeentelijk subsidiereglement sportverenigingen

Provinciaal impulsreglement voor toekenning van projectsubsidie aan initiatieven binnen de provinciale beleidsdoelstellingen welzijn

Participatie van kinderen uit kwetsbare gezinnen in een samenwerking tussen de sportdienst en sociale partners. Houthalen-Helchteren

Subsidiereglement sportverenigingen

Resultaten bevraging van de Logo s. Suggesties voor een betere lokale samenwerking

REGLEMENT VOOR SUBSIDIERING VAN SPORTVERENIGINGEN voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

DOSSIER BELEIDSSUBSIDIES KWALITATIEF SUBSIEDIEREGLEMENT VOOR DE DIRECTE FINANCIËLE ONDERSTEUNING VAN DE ERKENDE AALSTERSE SPORTVERENIGING

REGLEMENT IMPULSSUBSIDIES BIERBEEK Reglement Impulssubsidie Goedgekeurd op de gemeenteraad van 1 juli

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Deze PPT werd gegeven op de intervisie decreet lokaal sportbeleid van ISB in het

Erkende sportvereniging: Een sportvereniging, erkend door het gemeentebestuur, volgens de in het erkenningreglement vastgelegde regels.

13526 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Projectoproep Overkop Huizen voor Jongeren Infosessie 17/1/2017

REGLEMENT PROJECTSUBSIDIE SPORTEVENEMENTEN

DOSSIER BELEIDSSUBSIDIES KWALITATIEF SUBSIEDIEREGLEMENT VOOR DE DIRECTE FINANCIËLE ONDERSTEUNING VAN DE ERKENDE AALSTERSE SPORTVERENIGING

Impulssubsidie jeugdsportbegeleiders

Dimarso-onderzoek naar de effectiviteit van de Bloso sensibiliseringscampagne Sportelen, Beweeg zoals je bent

VBL GIVE & GO FACULTATIEVE OPDRACHT JEUGDSPORT

Participatiedecreet. Toelichting bij de regeling aangaande participatieprojecten voor kansengroepen door Peter Heyns (Vlaamse overheid)

SUBSIDIEREGLEMENTERING BASISWERKING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT

Reglement impulssubsidie sportverenigingen

6.5: kwaliteitsverbetering van de jeugdsport-begeleiders en jeugdsportcoördinatoren bij lokale sportclubs met jeugdwerking

ADVIES. Raad Hoger Onderwijs. 29 januari 2009 RHO/IDR/ADV/002

Het subsidiereglement impulssubsidie wordt als volgt vastgesteld:

Subsidiereglement voor ondersteuning van. internationale G-sportevenementen

IMPULSSUBSIDIES

Jeugdsportproject : Jeugdsterren versie 2015

REGLEMENT TRAINERS- EN OPLEIDINGSFONDS (TOFF) 2016

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Samen sport mee(r) op jongerenmaat maken.

Gemeente Arendonk SUBSIDIEREGLEMENT SPORTSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN

SUBSIDIEMAATREGEL ZORGBOERDERIJEN. Vlaanderen is landbouw & visserij DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ JAAROVERZICHT 2015

VR DOC.0346/1

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR ERKENDE SPORTVERENIGINGEN

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)

Subsidiereglement voor ondersteuning van. laagdrempelige G-sportevenementen

nr. 306 van PETER WOUTERS datum: 11 februari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Paardensport - Veiligheid

Dienst Sport Mechelen Stedelijk reglement inzake subsidie voor sportevenementen

Transcriptie:

46 Jeugdsportcontract 2000-2001: een kritische terugblik op een zinvolle sportactie INLEIDING In zijn erg korte ambtsperiode zijn er onder impuls van voormalig minister Johan Sauwens, heel wat zinvolle initiatieven genomen die de sport in het algemeen en de gemeentelijke sport in het bijzonder ten goede zijn gekomen. Voorbeelden hiervan zijn legio. We willen er slechts enkele vermelden: op verzoek van de minister heeft de raad van bestuur van Bloso het totaalbudget voor de betoelaging van de erkende gemeentelijke en provinciale sportdiensten aanzienlijk verhoogd, er werd een aanvang genomen met een noodzakelijke update van het bestaande decreet met o.a. een startsubsidie voor nog niet erkende gemeenten, het voorzien van een koepelorganisatie (ISB) voor de gemeentelijke sportdiensten en er was natuurlijk ook het initiatief van het jeugdsportcontract. Graag willen wij verder ingaan op dit laatste initiatief omdat de eerste editie onlangs werd afgerond en de resultaten voor Vlaanderen bekend zijn. ANALYSE VAN DE RESULTATEN EERSTE EDITIE JEUGDSPORTCONTRACT : PERIODE 1 JULI 2000 30 JUNI 2001 Volgende algemene resultaten blijken uit de verwerking van de ingeleverde afrekeningsdossiers: 1. 199 Vlaamse gemeenten hebben een goedkeuring ontvangen voor hun ingediende dossier Jeugdsportcontract 2000-2001; 2. Al deze gemeenten konden overgaan tot de realisatie van de door hen zelf ingediende jeugdsportprojecten en kregen een betoelagingbelofte. In totaal werden 966 subprojecten opgesteld; 3. De minister voor Sport had een dotatie van maximaal 100 miljoen BEF hiervoor gereserveerd in de Bloso-begroting; 4. In september 2001 werden er 189 afrekeningsdossiers bij het BLOSO ingediend. Dit betekent dat er 10 Vlaamse gemeenten in de loop van het eerste projectjaar hebben afgehaakt en uiteraard ook geen beroep kunnen doen op subsidiëring 5. Van de ingediende 966 subprojecten werden er uiteindelijk 757 volledig;g of gedeeltelijk gerealiseerd; 6. Van de voorziene 100.000.000 BEF zullen er slechts 69.717.094 BEF kunnen uitbetaald worden als aanvaardbare onkosten voor de realisatie van de jeugdsportprojecten; 7. Aan slechts 55 Vlaamse gemeenten kan het voorziene subsidiebedrag volledig worden uitbetaald. Deze gemeenten situeren zich als volgt: 20 in Limburg, 12 in West-Vlaanderen, 11 in Oost-Vlaanderen, 6 in Vlaams-Brabant en 6 in Antwerpen. De andere 144 gemeenten hebben onvoldoende aanwijsbare en aanvaardbare onkosten ingediend om aanspraak te kunnen maken op het volledig voorziene bedrag. Op deze manier blijft er een restant van ruim 30 miljoen BEF dat niet uitkeerbaar is; 8. Bij de ingediende dossiers waren er liefst 75 van niet-erkende gemeentelijke sportdiensten. Hieruit blijkt dus duidelijk dat ex-minister Sauwens één van zijn doelstellingen nl. ook niet-erkende sportdiensten betrekken in het Vlaamse sportbeleid, bereikt heeft; 9. In totaal werden 266.106 jongeren in de leeftijdsgroep tussen 6 en 18 jaar in Vlaanderen bereikt door één of meerdere van deze subprojecten. De doelstelling dat deze jongeren via deze sportactie zouden doorstromen naar de bestaande sportclubs kan op dit moment nog niet worden nagegaan maar zal in de nabije toekomst het onderwerp zijn van een Vlaamse sportonderzoek; 10. Naast de 189 deelnemende Vlaamse gemeenten hebben er ruim 3.625 sportclubs en enkele honderden Vlaamse scholen meegewerkt aan het jeugdsportcontract; SPECIFIEKE RESULTATEN 1. Overzicht van de deelnemende gemeenten per In totaal hebben 189 van de 308 Vlaamse gemeenten deelgenomen. Dit betekent ruim 61 %. Als dit cijfer teruggekoppeld wordt per zitten Oost- en West-Vlaanderen precies op dit Vlaams gemiddelde (61 %), terwijl Antwerpen en vooral Vlaams- Brabant er beduidend onder zitten.

47 Overzicht van de deelnemende gemeenten per. PROVINCIE AANTAL GEMEENTEN AANTAL DEELNEMENDE GEMEENTEN % Antwerpen 70 37 53 % Limburg 44 38 81 % Oost-Vlaanderen 65 43 61 % Vlaams-Brabant 65 29 41 % West-Vlaanderen 64 42 61 % TOTAAL 308 189 61 % Overzicht van het aantal subprojecten per. PROVINCIE AANTAL SUBPROJECTEN GEMIDDELD AANTAL SUBPROJECTEN PER GEMEENTE Antwerpen 91 2,5 Limburg 275 7 Oost-Vlaanderen 98 2 Vlaams-Brabant 87 3 West-Vlaanderen 206 5 TOTAAL 757 Limburg is hier de absolute koploper met liefst 38 van de 44 gemeenten of 81 %. Opmerkelijk is verder dat ruim 37 % van de deelnemende gemeenten niet-erkende gemeenten zijn en op deze manier toch beroep kunnen doen op overheidssubsidiëring voor hun lokale sportpromotie. 2. Overzicht van het aantal subprojecten per Het totaal aantal gerealiseerde sportpromotie-projecten bedraagt 757 eenheden. Gemiddeld betekent dit 4 subprojecten per deelnemende gemeente met schommelingen tussen één project en 37. Per geanalyseerd spannen Limburg (275) en West- Vlaanderen (206) hier de kroon voor Oost-Vlaanderen (98), Antwerpen (91) en Vlaams-Brabant (87). Het gemiddelde aantal jeugdsportprojecten per gemeente per berekent, geeft het volgende resultaat: een Limburgse gemeente realiseerde gemiddeld 7 projecten een West-Vlaamse gemiddeld 5 projecten een Vlaams-Brabantse gemiddeld 3 projecten een Antwerpse gemiddeld 2,5 projecten een Oost-Vlaamse gemiddeld 2 projecten 3. Overzicht van het aantal deelnemers per In totaal werden er over de gehele actie 266.106 deelnemers geregistreerd. Hiervan nam Limburg ruim 40 % voor zijn rekening, West-Vlaanderen 19 %, Oost- Vlaanderen 17 %, Antwerpen 14 % en Vlaams-Brabant 8 %. Een zekere nuance moet hier volgens ons ingebouwd PROVINCIE AANTAL DEELNEMERS % Antwerpen 40.614 16 % Limburg 108.582 40 % Oost-Vlaanderen 45.834 17 % Vlaams-Brabant 19.613 8 % West-Vlaanderen 51.463 19 % TOTAAL 266.106 100 % worden omdat er meerdere jongeren aan meer dan één actie hebben deelgenomen. 4. Overzicht van het aantal deelnemende clubs per De Vlaamse sportclubs hebben massaal deelgenomen aan deze Vlaamse sportactie. Het is ten slotte ook dé doelstelling van deze actie om jongeren te stimuleren om blijvend aan sport te doen en uiteraard biedt een sportclub hiertoe de meeste mogelijkheden en de beste garantie. PROVINCIE AANTAL DEELNEMENDE CLUBS Antwerpen 506 Limburg 1.331 Oost-Vlaanderen 583 Vlaams-Brabant 341 West-Vlaanderen 864 TOTAAL 3.625 5. Overzicht van het aantal deelnemende scholen per Het aantal deelnemende scholen moet zodanig bekeken worden dat dezelfde school aan meerdere subprojecten kan deelgenomen hebben, want het totaal aantal overtreft het aantal bestaande scholen in Vlaanderen. PROVINCIE AANTAL DEELNEMENDE SCHOLEN Antwerpen 392 Limburg 1.845 Oost-Vlaanderen 557 Vlaams-Brabant 383 West-Vlaanderen 1.052 TOTAAL 4.229 6. Overzicht van het aantal lesgevers per Er werd massaal beroep gedaan op lesgevers om de sportactiviteiten te begeleiden: liefst 12.147 lesopdrachten werden geregistreerd. Opvallend is dat het aantal lesopdrachten per ongeveer gelijk is. Het

48 Overzicht van het aantal lesgevers per Gekwal. Niet-gekwal. Clublesgever Schoollesgever Andere TOTAAL Antwerpen 674 547 868 140 239 2.468 Limburg 937 469 1.003 299 288 2.996 Oost-Vlaanderen 637 478 713 109 304 2.241 Vlaams-Brabant 630 382 479 113 349 1.953 West-Vlaanderen 804 453 815 250 167 2.489 TOTALEN 3.682 2.329 3.878 911 1.347 12.147 Overzicht aantal subprojecten per leeftijdscategorie per 6-12 jaar 12-18 jaar 6-18 jaar Niet-vermeld TOTAAL Antwerpen 51 16 23 1 91 Limburg 115 35 123 2 275 Oost-Vlaanderen 52 6 36 4 98 Vlaams-Brabant 37 17 30 3 87 West-Vlaanderen 62 78 56 10 206 TOTAAL 317 152 268 20 757 schommelt rond de 2.500 met iets meer in Limburg en iets minder in Vlaams-Brabant. De sportclubs leverden het grootste aantal lesgevers 3.878 of 32 %, gevolgd door gekwalificeerde lesgevers 3.682 eenheden of ruim 30 %. Ook de scholen konden ruim 911 lesgevers of 7,5 % leveren. Samengevoegd kan men dus stellen dat de sportprojecten van dit jeugdsportcontract 2000 in Vlaanderen voor 63 % begeleid werden door gediplomeerde sportmonitoren of clubmonitoren met ervaring. 7. Overzicht aantal subprojecten per leeftijdscategorie per De leeftijdsgroep waarop deze sportactie gericht was waren de jongeren van 6 tot 18 jaar met toch wel bijzondere aandacht voor de 12 tot 18 jarigen. Bij de analyse van de projecten blijkt dat bijna 42 % van de actie gericht was enkel naar de jongste groep van 6 tot 12 jarigen en 20 % specifiek naar de 12 tot 18 jarigen. 38 % van de activiteiten was gericht naar de totaalgroep. West-Vlaanderen had ruim 78 sportactiviteiten voor de oudste doelgroep en Limburg scoort het hoogste aantal acties voor de jongste doelgroep én de totaaldoelgroep. 8. Top-5 aan sportactiviteiten per In 4 van de 5 s scoren de initiatiesportcursussen het hoogst. Enkel in Limburg is de organisatie van sportkampen dé topper. In elke scoren de sportacademies de tweede hoogste plaats. 9. Tijdstip dat de jeugdsportprojecten werden georganiseerd in Vlaanderen Top 5 : 1. Naschools 2. Vakantieperiode 3. Tijdens de schooluren 4. Weekend 5. Woensdagnamiddag Top-5 aan sportactiviteiten per Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen 3. schoolsportdag 4. sportkampen 5. sportevenementen 1. sportkampen 3. initiatiereeksen 4. sportevenementen 5. schoolsportdag 3. schoolsportdag 4. sportkampen 5. losse initiatieven 3. sportkampen 4. schoolsportdag 5. sportevenementen 3. sporttornooien 4. sportevenementen 5. sportkampen

49 Opmerkelijk hier is de derde plaats van tijdstip tijdens de schooluren In de voorwaarden waaraan de acties, die kaderen binnen het jeugdsportproject 2000, moesten voldoen, staat duidelijk gestipuleerd dat de sportacties niet tijdens de uren L.O. in de scholen mochten plaatsvinden. Tijdens de schooluren is dus hier duidelijk bedoeld tijdens de middaguren op school, acties waaraan de school of de klas een gehele of een halve dag deelneemt (schoolsportdagen, sportklassen, enz. ) of activiteiten tijdens andere uren dan de L.O.-uren. 10. Overzicht financiën per Als Vlaanderen als geheel wordt bekeken kunnen volgende conclusies getrokken worden. 1. In opdracht van de minister van Sport Sauwens had de raad van bestuur van Bloso voor de financiering van het jeugdsportcontract 2000 100 miljoen BEF ( 247 893.52) voorzien. 2. In totaal werd er net geen 70 miljoen BEF ( 1 735 254.6) uitbetaald. Dit betekent dat er een restbedrag van 30 miljoen BEF ( 743 680.57) voor het jeugdsportcontract 2000 ongebruikt bleef. 3. De effectieve uitgaven van de deelnemende gemeenten bedragen bijna 79 miljoen BEF ( 195 835.88). Dit betekent dat de Vlaamse gemeenten samen ruim 9 miljoen BEF ( 223 104.17) zelf betalen voor de jeugdsportprojecten. In praktijk is dit bedrag uiteraard veel hoger: zo stelden de gemeenten hun eigen infrastructuur gratis ter beschikking, zo hebben in heel wat gemeenten de eigen sportmonitoren ook het project mee begeleid waarbij deze personeelskosten niet konden ingediend worden, zo waren een aantal begrotingsposten in het project geplafonneerd zoals de aankoop van sportmaterialen e.d. Als de financiële analyse per wordt bekeken valt het volgende op: 1. Voor alle s werd ongeveer hetzelfde subsidiebedrag voorzien van ongeveer 20 miljoen BEF ( 495 787.04). Enkel voor Oost-Vlaanderen (21,5 miljoen BEF 532 971.07) en Vlaams-Brabant (18,5 miljoen BEF 458 603.02) was er een kleine afwijking. 2. Enkel in Limburg overtroffen de effectieve uitgaven (21,5 miljoen BEF 532 971.07) de voorziene subsidies (19 miljoen BEF 470 997.69) 3. De werkelijk uitbetaalde subsidies waren het hoogste in Limburg nl. 16,3 miljoen BEF ( 404 066.44) en het laagste in Antwerpen nl. 12,5 miljoen BEF ( 309 866.9) en Vlaams-Brabant 12 miljoen BEF ( 297 472.22) 4. De restbedragen waren het grootste in Oost- Vlaanderen 8.520.487 BEF ( 211 217.35), gevolgd door Antwerpen 7.800.580 BEF ( 193 371.32), Vlaams-Brabant 6.452.367 BEF ( 159 949.99) en West-Vlaanderen 4.783.432 BEF ( 118 578.18). Limburg liet slechts 2.720.009 BEF ( 67 427.26) ongebruikt. ALGEMENE CONCLUSIES 1. De allereerste editie van het Jeugdsportcontract, dat zijn beloop kende tussen 1 juli 2000 en 30 juni 2001 was een groot succes. De organisatiedriehoek gemeentesportclub-school heeft gewerkt en resulteerde in een aantal schitterende resultaten: 189 Vlaamse gemeenten hebben actief deelgenomen, ondersteund door ruim 3.600 sportclubs en vele honderden scholen van alle onderwijsnetten. Ruim 757 jeugdsportorganisaties gaande van éénmalige tot dagelijkse en wekelijks herhaalde sportacties werden in Vlaanderen opgezet. Meer dan een kwart miljoen Vlaamse jongeren van 6 tot 18 jaar kwamen actief in aanraking met de sportactiviteiten van het jeugdsportcontract. 2. Dé stimulator van de gehele sportactie was overduidelijk de lokale overheid, de gemeente. Dit was uiteraard ook het opzet bij de planning van de gehele sportpromotieactie. Iedere gemeente die pretendeert een gemeentelijk sportbeleid te voeren moet trouwens jeugdsport als één Overzicht financiën per Voorziene Subsidies Effectief uitgegeven Betaalde subsidies Restbedrag Antwerpen 20.345.105 13.024.576 12.544.525 7.800.580 ( 504 341.97) ( 322 870.8) ( 310 970.65) ( 193 371.32) Limburg 19.067.120 21.498.109 16.347.111 2.720.009 ( 472 661.55) ( 532 924.2) ( 405 234.29) ( 67 427.26) Oost-Vlaanderen 21.575.923 13.873.060 13.055.436 8.520.487 ( 534 853.16) ( 343 904.17) ( 323 635.8 ) ( 211 217.35) Vlaams-Brabant 18.455.236 13.006.526 12.002.869 6.452.367 ( 457 493.35) ( 322 423.35) ( 297 543.35) ( 159 949.99) West-Vlaanderen 20.550.585 17.589.565 15.767.153 4.783.432 ( 509 435.69) ( 436 033.92) ( 390 857.51) ( 118 578.18) TOTALEN 99.993.969 78.991.836 69.717.094 30.276.875 ( 2 478 785.7) ( 1 958 156.) ( 1 728 241.6) ( 750 544.12)

50 van haar hoofdtaken beschouwen. De echt moeilijke doelgroep binnen de jeugd is de +14 jarige. Deze doelgroep werd tijdens de eerste editie benaderd, maar dient in de toekomst nog veel meer aandacht te krijgen. 3. De Limburg scoort in alle geledingen van het eerste jeugdsportcontract bijzonder goed : 81 % van de Limburgse gemeenten heeft deelgenomen. Limburg telde het meeste aantal deelnemers, het meeste aantal deelnemende clubs, het meeste aantal deelnemende scholen, besteedde het meeste geld aan de uitvoering van de projecten en ontving uiteraard ook de meeste subsidie. Gemiddeld werden er in de Limburgse gemeenten 7 jeugdsportprojecten gerealiseerd. De s West- Vlaanderen en Oost-Vlaanderen situeren zich voor de meeste items op of rond het Vlaamse gemiddelde. West- Vlaanderen heeft heel wat gerealiseerde subprojecten en scoort zeer goed bij de doelgroep 12 tot 18 jarigen. Oost-Vlaanderen laat liefst 8,5 miljoen beschikbaar subsidiegeld (bijna 40 %) liggen! Antwerpen en vooral Vlaams- Brabant hebben maar weinig deelnemende gemeenten en laten ook teveel beschikbaar subsidiegeld onaangeroerd. 4. De eerste editie vertoonde duidelijk een aantal kinderziekten die in de volgende editie van 2001 en zeker in de daaropvolgende editie van het jaar 2002 eruit moeten. We vernoemen er een paar: Een soms laattijdige opstart van de projecten zeker in de eerste editie van 2000, die begrijpelijk was, aangezien de strikte timing en tijdsdruk. Een vaak slordige administratieve afhandeling van de afrekening - en evaluatiedossiers vanwege sommige gemeenten. Hier dienen zowel de gemeenten als het BLOSO, als controlerende instantie, elkaar in de volgende edities te vinden en vereenvoudigingen te zoeken waar mogelijk. Er dient een verdere uitklaring te komen van de inbrengbare en niet-aanvaardbare kosten. Dit is trouwens al zo voor de volgende edities. Het was voor een aantal sportdiensten een leerzame om voor het samenstellen van het afrekeningsdossiers veelvuldig in contact te moeten komen met de financiële- en personeelsdienst van de gemeente om de nodige betalingsbewijzen te kunnen regenereren. In de volgende edities moet er trouwens blijvend gezocht worden om het hele financiële luik zo soepel mogelijk te kunnen hanteren zowel binnen de gemeente, als naar de diverse betrokken partners toe (clubs, scholen, externe lesgevers). De interactie tussen sportdienst of gemeente, de sportclubs en de lokale scholen moet beter gestructureerd worden en er dient een juiste informatiestroom te ontstaan in de gemeente zodat al de partners op ieder moment van de actie voldoende geïnformeerd zijn. Een kernprobleem bij bijna al de gemeenten is het vinden van voldoende en voldoende gekwalificeerde lesgevers en coördinatoren. Samen met al de betrokken partners zal hier moeten samengewerkt worden om enerzijds de vergoedingen aan te passen, maar ook de opleidingen en bijscholingen vooral van clubtrainers te stimuleren. Ook in de scholen blijft er een groot potentieel van gekwalificeerde lesgevers die te weinig terug te vinden zijn bij dergelijke acties. Dit is trouwens oud zeer. 5. De communicatie tussen de sportdiensten en het BLOSO moet eveneens verbeteren. BLOSO-Brussel communiceert voornamelijk schriftelijk of per e-mail met de gemeenten en sportdiensten. BLOSO-provinciaal heeft daarentegen de mankracht om veel persoonlijker te kunnen werken. Ook de sportdiensten of gemeenten zelf moeten veel vlotter de nodige informatie van de lopende en te controleren acties doorgeven. Tijdens de duur van de eerste editie is er reeds een bijeenkomst georganiseerd in Dilbeek. Dit dient nog vaker en met thema s to the point te gebeuren, waarbij ook goede suggesties vanuit het veld ter harte worden genomen en ingepast in het draaiboek van het jeugdsportcontract. 6. Het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) kan en wil eveneens een bijdrage leveren in de toekomst. Deze organisatie staat erg dicht bij de lokale sportdiensten en beschikt over een massa nuttige informatie en tips die het ter beschikking wil stellen. Het contact tussen de sportdiensten onderling is trouwens in vele gevallen erg intens en het ISB tracht dit ook te bestendigen. De elektronische nieuwsbrief van het ISB, de ISB-zine, heeft het voordeel om zeer snel dringende informatie aan de sportdiensten te bezorgen en heeft ook haar nut bewezen tijdens de opstart van de eerste editie van het Jeugdsportcontract. 7. In opdracht van minister Sauwens werd twee opeenvolgende jaren een budget van 100 miljoen BEF of 25.000 Euro voorzien en in opdracht van zijn opvolger Minister Anciaux werd hetzelfde bedrag voor een derde editie in 2002-2003 voorzien. Elke Vlaamse gemeente die een lokaal sportbeleid wil voeren moet op dit initiatief inspelen en voldoende creativiteit en samenwerking aan de dag leggen om doelgerichte sportactiviteiten voor deze belangrijke doelgroep, de jongeren, te organiseren. De gemeenten kunnen bij het begin van de actie precies weten hoeveel subsidies zij kunnen ontvangen, het is nu aan hen om dit ook daadwerkelijk te doen. 8. Ten slotte menen wij dat er een onderzoek moet komen naar de effecten van deze Vlaamse sportpromotieacties op de sportbeoefening bij de jongeren. Momenteel is dit nog niet mogelijk maar na de tweede en zeker na de derde editie van het jeugdsportcontract dient er nagegaan te worden of jongeren effectief meer aan sport doen, in welke sportvormen en in welk sportverband. Luc Mercken directeur sportdienst Hasselt Trefwoord(en): jeugdsport, promotie, subsidies, sportbeleid, overheid, Vlaanderen