30 juni 2015 CS-CA D Steert

Vergelijkbare documenten
datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 15/047

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

2e Kwartaalrapportage 2015

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Zomernota Kaders voor de begroting 2016 en meerjarenraming

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

VNG Ledenbrief Financiële gevolgen regeerakkoord voor gemeenten

Algemene uitkering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Juni Prognoses -Afwijkingen -Bandbreedtes

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

1. Aanleiding Aanleiding voor dit raadsvoorstel is het uitkomen van de decembercirculaire 2014.

Raadsinformatiebrief1

bijlage 1 fax (0591) onderwerp Aanbieding projectopdracht decentralisatie, budgettaire risico's decentralisatie en aankondiging bijeenkomsten.

UITGANGSPUNTEN voor de Programmabegroting

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Septembercirculaire oktober 2014 gemeentefonds

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

Doorkiesnr.:

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Uw brief van: Ons kenmerk: Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: adres: Datum: 19 juni 2017

Raadsinformatiebrief 81

Raadsinformatiebrief 73

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

= = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr..

Meicirculaire Gemeentefonds 2015, belangrijkste effecten per uitkeringsjaar nader toegelicht

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Actualisering specifieke uitkeringen.

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Integratie-uitkering Sociaal Domein

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

RAADSINFORMATIEBRIEF. De gemeenteraad. 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief gevolgen meicirculaire 2014 gemeentefonds Financiën 57922

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

Economisch hart van de Kempen

Raadsmemo. Datum: 24 juni Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Specificatie algemene uitkering Albrandswaard decembercirculaire Toelichting op mutatie Mutaties integratie-uitkering sociaal domein

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Raadsmemo. Datum: 22 oktober Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Waarover gaat deze brief? Effecten meicirculaire 2015 en actualisatie meerjarig saldo raadsperspectief 2016.

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Wy stelle jo foar te besluten om: de begroting te wijzigingen conform de mutaties in de decembercirculaire gemeentefonds 2014.

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Raadsvoorstel. Meicirculaire gemeentefonds 2016 (volledig)

19 januari / n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

LTA ja: Maand December Jaar 2017 LTA nee: Niet op LTA

- = voordeel (bedragen x 1.000)

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo Inleiding

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

Aan het college van Burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Onderwerp: Standaardrapport naar aanleid9ing van decembercirculaire

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Vertrouwelijk (bij gebruik van persoonsgegevens) Raadscommissie. F&V LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de staatssecretaris van Financiën

RAADSINFORMÄTIEBRIEF 18R.00419

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8 februari Begrotingswijziging

Financiële ontwikkelingen decentralisaties sociaal domein. Beeldvormende avond 3 december 2015

BAWI/U Lbr. 08/170

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORTAGE 2 E KWARTAAL WMO/AWBZ EN JEUGD Inleiding

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Advies aan B&W 6 november 2012

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

Transcriptie:

Aan de raad van de gemeente Lelystad uw brief van behandeld door uw kenmerk doorkiesnummer ons kenmerk bijlagen datum 30 juni 2015 CS-CA dossiernummer D Steert 0320-278772 onderwerp Effecten meicirculaire 2015 pr-nummer Geachte leden van de raad, Op 1 juni is de zogeheten meicirculaire gemeentefonds 2015 aan gemeenten beschikbaar gesteld. In de dagen daarna zijn er nog diverse achterliggende berekeningen en modellen gepubliceerd, wat maakt dat de analyse wat langer heeft geduurd dan gebruikelijk. In deze raadsbrief wordt binnen onderdeel A eerst ingegaan op de effecten van de meicirculaire op lopende begrotingsjaar 2015. Vervolgens zal binnen onderdeel B uitvoerig worden ingegaan op de effecten van de meicirculaire op de meerjarenraming 2016 2019. A. Effecten meicirculaire op het lopende begrotingsjaar 2015 De totale omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2015 zo n 27 miljard, wat is onder te verdelen naar de volgende drie onderdelen: 1. Algemene uitkering ( 14,7 miljard) 2. Kleinere integratie- en decentralisatie uitkeringen ( 2,2 miljard) 3. Integratie uitkering sociaal domein ( 10,1 miljard) Voor elk van deze drie onderdelen binnen het gemeentefonds volgt op de volgende pagina s een cijfermatige doorrekening van de meicirculaire 2015 (enkel en alleen voor jaarschijf 2015). Naast de cijfermatige doorrekening wordt ook ingegaan op de achterliggende verklaringen van de diverse verschillen ten opzichte van de in de programmabegroting 2015 opgenomen bedragen (welke zijn gebaseerd op de inhoud van de septembercirculaire 2014). Ten slotte volgt voor elk van deze drie onderdelen een duiding van de relatie met het verwachte rekeningresultaat 2015 (en de manier waarop er in de begrotingsmonitor juni 2015 mee wordt omgegaan).

30 juni 2015 2 1. Algemene uitkering (inclusief ICL uitkering) - 2015 De jaarlijkse ontwikkeling van de omvang van het gemeentefonds wordt sinds 1995 bepaald door de normeringssystematiek, waarbij het fonds gekoppeld is aan de ontwikkeling van de uitgaven van het Rijk, de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (ngru). De jaarlijkse toe- en afname van het gemeentefonds die voortvloeit uit de koppeling aan de rijksuitgaven, wordt het accres genoemd. In de meicirculaire is de raming van het accres in 2015 significant naar beneden toe bijgesteld en wel om de volgende twee oorzaken: Onderuitputting 2014 Het financieel jaarverslag 2014 laat een lagere realisatie van de rijksbegroting zien dan was begroot. Zo heeft het rijk minder uitgegeven aan kinderopvangtoeslag en overige kindregelingen. Ook is er sprake van minder studieleningen en van onderuitputting bij het innovatiefonds en een algehele onderuitputting op de departementale begrotingen. Het accres 2014 komt daardoor 124,5 mln. lager uit dan in de septembercirculaire 2014 nog werd geraamd. Dit effect is structureel met ingang van 2014. Daarnaast zal binnen de systematiek van het gemeentefonds eveneens een correctie worden doorgevoerd in 2015 (gemeenten hebben immers 124,5 mln teveel gehad in 2014 en moeten nu alsnog mee de trap af). Bijstelling accres 2015 Het accres 2015 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2014 eveneens neerwaarts bijgesteld. Dit is het resultaat van een veelheid aan mutaties op de rijksbegroting. Allereerst is er sprake van veranderingen in de macro-economische ontwikkelingen zoals gepresenteerd in het Centraal Economisch Plan van het CPB. In 2015 is sprake van een lagere prijsontwikkeling dan eerder geraamd en dit werkt door op de departementale begrotingen. Daarnaast is er in 2015 een lagere loonontwikkeling dan eerder geraamd. Dit leidt in totaal tot een neerwaartse bijstelling van het accres in 2015 met 221 mln. Relatie met begroting 2015 (en de begrotingsmonitor juni 2015) In totaal valt het accres in 2015 dus 469 mln. lager uit ( 124,5 mln + 124,5 mln. + 221 mln) in vergelijking met de vorige ramingen. Vertaald naar Lelystad betekent dit een lagere bijdrage in 2015, die wordt geraamd op afgerond 1,9 mln. Dit geprognosticeerde nadeel werkt direct door op het verwachte rekeningresultaat 2015. In de begrotingsmonitor wordt dit dan ook als nadeel meegenomen bij de totale berekening van het verwachte rekeningresultaat 2015. Dit totale saldo van verwachte voor- en nadelen uit deze begrotingsmonitor is de verwachte onttrekking aan de algemene reserve in 2015. Conform afspraak met de raad zal het weer aanzuiveren van de algemene reserve (als gevolg van deze verwachte onttrekking), onderdeel uitmaken van de voorbereiding op de programmabegroting 2016 2019.

30 juni 2015 3 2. Kleinere integratie- en decentralisatie uitkeringen (IU s en DU s) - 2015 Effect meicirculaire 2015 [begrotingsjaar 2015] Ontwikkeling gemeentefonds 2015 2. De kleinere integratie- en decentralisatie uitkeringen 2015 2015 2015 Decentralisatie provinciale taken VTH (IU) 281.467 281.467 - A. Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 4.758.746 4.732.014-26.732 Brede impuls combinatiefuncties (DU) 318.640 318.640 - Peuterspeelzaalwerk (DU) 156.033 156.033 - Beeldende kunst en vormgeving (DU) 150.000 150.000 - Gezond in de stad (DU) 90.000 90.000 - Jeugd (DU) 463.015 463.015 - B. Sociale acceptatie van LHBT- emancipatie (DU) - 10.000 10.000 C. Huishoudelijke hulp toelage (DU) - 626.000 626.000 Totaal effect kleinere IU's en DU's 6.217.901 6.827.169 609.268 A. Voor wat betreft de integratie uitkering van de oude Wmo geldt dat het macrobudget dat hoort bij de huishoudelijke hulp jaarlijks wordt aangepast ten behoeve van prijs- en volumecompensatie, alsmede voor mogelijk overige ontwikkelingen/ maatregelen. Daarnaast worden de middelen verdeeld via een objectief verdeelmodel, dat uiteindelijk resulteert in een bedrag per individuele gemeente. Voor Lelystad resulteert deze exercitie in een lagere bijdrage van 26.732,- in 2015 (in vergelijking met het in de septembercirculaire 2014 opgenomen bedrag). B. Via de decentralisatie uitkering 'Sociale acceptatie van LHBT- emancipatie' ontvangen zes gemeenten voor het jaar 2015 elk 10.000 (en voor de jaren 2016 en 2017 elk 20.000 per jaar). De G4 ontvangen voor het jaar 2015 elk 25.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk 50.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de 'veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal'. Deze bedragen zijn nog niet in de huidige begroting opgenomen (ze zijn met het verschijnen van de meicirculaire formeel bekend gemaakt). Er zal nog een voorstel worden voorbereid om deze middelen beschikbaar te stellen (apart raadsvoorstel of in de decembernotitie). C. Met de huishoudelijke hulp toelage kunnen gemeenten de vraag naar huishoudelijke hulp stimuleren, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. In deze circulaire worden deze middelen formeel bekend gemaakt aan de gemeente. De raad heeft inmiddels (in de raadsvergadering van 9 juni) besloten deze middelen in de begroting 2015 (aan de baten en lastenkant) op te nemen. Septembercirculaire 2014 Meicirculaire 2015 Verschil Relatie met de begroting 2015 (en de begrotingsmonitor juni 2015) De aan het gemeentefonds toegevoegde middelen voor de sociale acceptatie van LHBT- emancipatie (+ 10.000 in 2015) en de huishoudelijke hulp toelage (+ 626.000 in 2015) hebben geen effect op het rekeningresultaat 2015, aangezien de raad is/wordt voorgesteld deze middelen budgetneutraal door te vertalen in de gemeentebegroting. De middelen worden op die wijze beschikbaar gemaakt voor het daaraan gekoppelde doel.

30 juni 2015 4 3. Integratie uitkeringen sociaal domein - 2015 Nadat de septembercirculaire 2014 was gepubliceerd (en nadat de gemeenten hun begrotingen hadden vastgesteld) heeft er nog besluitvorming plaatsgevonden over de zogeheten 'Wlz indiceerbaren' 1. Naar aanleiding van een door de Tweede Kamer aangenomen motie Leijten/ Bergkamp heeft de staatssecretaris van VWS bij brief op 7 oktober 2014 besloten dat voor een groep van 14.000 cliënten het overgangsrecht van de Wlz van toepassing is. In totaal kozen uiteindelijk ruim 13.000 cliënten voor het Wlz-overgangsrecht: zij blijven de zorg via het zorgkantoor ontvangen (en vallen niet langer onder de gemeente). 2 Het gevolg is dat het Rijk in deze meicirculaire de integratie-uitkering sociaal domein structureel heeft verlaagd (conform de bestuurlijke afspraak met de VNG: - 109 mln. voor de Jeugdzorg en - 25 mln. voor de Wmo 2015). 3 De bedragen per individuele gemeente zijn op 10 april voor het eerst gepubliceerd en komen nu dus formeel tot uitdrukking in deze circulaire. 4 Voor wat betreft de Wmo 2015 resulteert de uitname van 25 mln. op macroniveau voor Lelystad in een verlaging van de integratie uitkering van zo'n 183.688. Voor wat betreft de Jeugdhulp resulteert de uitname van 109 mln. op macroniveau voor Lelystad in een verlaging van de integratie uitkering van zo'n 814.000. Overigens valt de integratie uitkering Jeugdhulp in 2015 in totaal zo'n 983.457 lager uit in vergelijking met de raming zoals was opgenomen in de septembercirculaire 2014. Dit resterende nadeel wordt veroorzaakt door een veelheid aan kleine actualisaties, correcties en wijzigingen op de hoogte van het beschikbare macrobudget (de technische specificatie daarvan staat in de bijlagen die via voetnoot twee zijn te benaderen). Voor wat betreft de integratie uitkering Participatiewet geldt dat er in de meicirculaire (onder andere) een actualisatie heeft plaatsgevonden op basis van realisatiecijfers Wsw. Dit leidt tot een lager bedrag in vergelijking met de vorige raming uit de septembercirculaire (minus 59.805 voor 2015). Relatie met begroting 2015 (en de begrotingsmonitor juni 2015) De hierboven becijferde neerwaartse bijstelling van de integratie uitkeringen Wmo 2015 en Jeugdzorg werken in principe niet nadelig door op het verwachte rekeningresultaat 2015, omdat deze cliënten definitief buiten de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. In de begrotingsmonitor wordt er daarom binnen de lastenkant van de begroting een evenzo groot voordeel gepresenteerd (de lagere baten worden gecompenseerd door dienovereenkomstige lagere lasten). 1 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein-algemeen/nieuws/besluit-wlz-indiceerbaren-gevolgen-voor-gemeenten 2 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/wmo-2015/nieuws/stand-van-zaken-wlz-indiceerbaren 3 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/jeugd/jeugdhulp/brieven/budgetten-jeugd-en-wmo 4 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein-algemeen/nieuws/wlz-indiceerbaren-bijstellingen-decentralisatiebudget-bekend

30 juni 2015 5 B. Effecten meicirculaire op de begroting 2016 2019 Binnen onderdeel A zijn reeds de effecten van de meicirculaire op jaarschijf 2015 van de begroting inzichtelijk gemaakt en is er een koppeling gemaakt met de begrotingsmonitor juni 2015. Binnen onderdeel B van deze raadsbrief wordt ingegaan op de effecten van de meicirculaire op de jaarschijven 2016 2019, wederom aan de hand van de drie onderdelen binnen het gemeentefonds. Naast de cijfermatige doorrekening van de mutaties wordt ook ingegaan op de achterliggende verklaringen en de consequenties ten opzichte van de huidige meerjarenraming (welke was gebaseerd op de inhoud van de septembercirculaire 2014). 1. Algemene uitkering (inclusief ICL uitkering) 2016 2019 Totaal algemene uitkering - meicirculaire 2015 85.809.662 85.206.812 85.096.134 85.560.271 In huidige meerjarenraming opgenomen 85.352.910 85.356.910 84.909.875 84.909.875 Effect meicirculaire - algemene uitkering 456.752-150.098 186.259 650.396 Het totale verschil ten opzichte van de huidige begroting kan verklaard worden door zes onderdelen, die hieronder van een analyse worden voorzien. Indien er een directe koppeling met de lastenkant van de gemeentebegroting aanwezig is wordt dit aangegeven. Duiding van het verschil 1. Ontwikkelingen algemene uitkering 42.341-433.758-123.734 347.455 2. Effect groot onderhoud AU 2e fase -401.435-401.435-401.435-401.435 3. Suppletie groot onderhoud AU 1e fase 98.639 48.584 - - 4. Suppletie groot onderhoud AU 2e fase 228.426 - - - 5. Cumulatieregeling gemeentefonds - 142.810 158.422 148.483 6. Nominale compensatie 488.781 493.701 553.006 555.893 Totaal meicirculaire - algemene uitkering 456.752-150.098 186.259 650.396 1. Ontwikkelingen algemene uitkering 42.341-433.758-123.734 347.455 Het accres (totale groei of krimp van de algemene uitkering) wordt in deze meicirculaire met zo'n 346 mln. negatief bijgesteld in jaarschijf 2015, wat resulteert in een fors nadeel voor gemeenten in 2015. Dit structurele nadeel wordt echter weer volledig teniet gedaan door een positieve bijstelling van het accres voor jaarschijf 2016 van zo'n 347 mln. In 2017 is het accres weer negatief om vervolgens in 2018 en 2019 weer de weg omhoog te vinden. Per saldo leiden deze grote accres schommelingen voor jaarschijf 2016 dus niet tot zeer grote effecten voor de gemeentebegroting, voor jaarschijf 2017 en verder heeft de ontwikkeling van het accres, cumulatief gezien, een nadelig effect ten opzichte van de begroting. Daarnaast zijn er diverse lokale maatstafeenheden geactualiseerd en worden er in deze circulaire diverse technische correcties doorgevoerd die ook een effect hebben op de omvang van het gemeentefonds en de bedragen die individuele gemeenten daaruit ontvangen. In vergelijking met de inschattingen op basis van de septembercirculaire 2014 (op basis waarvan de meerjarenraming 2016-2019 is gebaseerd) resulteren de algemene ontwikkelingen binnen het gemeentefonds per saldo tot bovenstaande afwijkingen ten opzichte van de meerjarenraming. 2. Effect groot onderhoud AU 2e fase -401.435-401.435-401.435-401.435 3. Suppletie groot onderhoud AU 1e fase 98.639 48.584 - - 4. Suppletie groot onderhoud AU 2e fase 228.426 - - - Naast de algemene ontwikkeling van het gemeentefonds die binnen het vorige onderdeel zijn toegelicht zijn er ook specifieke ontwikkelingen te benoemen die een direct effect hebben op de gemeentebegroting. Zo resulteert het herverdeeleffect als gevolg van het groot onderhoud gemeentefonds 2e fase voor Lelystad in een nadeel in de algemene uitkering, dat door het Rijk becijferd is op 401.435 (peiljaar maatstafcijfers 2015). De gemeente Lelystad ontvangt in 2016 en 2017 nog een relatief kleine suppletie uitkering voor wat betreft het groot onderhoud 1e fase. Ook voor deze 2e fase van het groot onderhoud ontvangt de gemeente een suppletie van 228.426 in 2016. Met deze suppletie uitkeringen groeit de gemeente (per saldo) geleidelijk toe naar het nieuwe lagere uitkeringsniveau. Daar waar de concept uitkomsten van deze operatie (gepubliceerd op 23 maart 2015) voor Lelystad nog wezen op een structureel nadeel van ruim 1 mln. heeft het ministerie in de meicirculaire een

30 juni 2015 6 belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de nieuwe verdeling (onder andere op basis van de adviezen van onder andere de VNG en de Rfv). De belangrijkste wijziging ten opzichte van de adviesaanvraag is het verdeelvoorstel voor het subcluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV). De adviezen van de VNG en de Rfv vormen aanleiding om in 2016 de nieuwe verdeling voor het taakgebied VHROSV gedeeltelijk (33%) in te voeren. Hiermee worden de hogere kosten voor de kleinere gemeenten in 2016 gedeeltelijk gehonoreerd en is compensatie van de herverdeeleffecten voor de een aantal voormalige ISV gemeenten, zoals opgenomen in het oorspronkelijke verdeelvoorstel, niet nodig. Tegelijkertijd zal nog in 2015 een verdiepingsonderzoek gestart worden naar de kosten van gemeenten op dit taakgebied. Uit het aanvullende onderzoek moet blijken of aanpassing van het verdeelvoorstel voor 2017 en verder nodig is. De verwerking van de uitkomsten wordt meegenomen in de meicirculaire 2016. 5. Cumulatieregeling gemeentefonds - 142.810 158.422 148.483 Deze cumulatieregeling gemeentefonds is een overkoepelende overgangsregeling, die gericht is op de herverdeeleffecten in het gemeentefonds (binnen de integratie uitkeringen in het sociaal domein en het hierboven beschreven groot onderhoud). Hoewel het herverdeeleffect binnen ieder dossier afzonderlijk is gemaximeerd op 15 euro per inwoner per jaar biedt dit geen oplossing voor de cumulatie van herverdeeleffecten. Deze cumulatieregeling houdt in dat de cumulatieve nadelen als gevolg van herverdeling eveneens worden beperkt tot 15 euro per inwoner per jaar. Gemeenten die een cumulatief nadeel hebben dat hoger is dan deze 15 euro ontvangen deze suppletie. De duur van deze overgangsregeling is daarmee vier jaar. Gemeenten met een positief cumulatief effect worden in die periode gekort op hun voordeel (negatieve suppletie), naar rato van hun voordeel. De bedragen liggen in beginsel meerjarig vast. Er zijn echter wijzigingen denkbaar, bijvoorbeeld als gevolg van de verdere herverdeling van het cluster VHROSV, zoals hierboven is toegelicht (zo nodig worden deze bedragen aangepast in volgende circulaires). Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016-2019 (koppeling met lastenkant) Deze cumulatieregeling is door het Rijk in het leven geroepen om de cumulatie van negatieve herverdeeleffecten te maximeren. Binnen het totaal aan financiële ontwikkelingen in het financieel perspectief wordt, in de voorbereiding op de programmabegroting, een afweging gemaakt over de allocatie van deze middelen. 6. Nominale compensatie 488.781 493.701 553.006 555.893 Zowel de uitgaven- als de inkomstenkant van de gemeentebegroting wordt geraamd op basis van constante prijzen. Zo wordt er aan de lastenkant jaarlijks de afweging gemaakt in hoeverre er inflatiecorrectie wordt doorgevoerd op de materiële budgetten enerzijds (prijscompensatie) en de lonen anderzijds (looncompensatie). Aan de inkomstenkant van de gemeentebegroting wordt de algemene uitkering daarom ook berekend op basis van constante prijzen. In de meicirculaire 2015 verspringt het basisjaar en wordt in 2016 aan de inkomstenkant de indexatie zichtbaar (en wordt tevens de nominale indexatie ten opzichte van voorgaande circulaires aangepast). Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016-2019 (koppeling met lastenkant) Jaarlijks wordt in de programmabegroting voorgesteld om (al dan niet) loon- en prijscompensatie aan de lastenkant door te voeren. Voor wat betreft de materiële budgetten kan hier op gestuurd worden, maar ook niet tot in het oneindige. Voor wat betreft de ontwikkeling van de sociale lasten en de salarissen kan hier echter niet op gestuurd worden en is de gemeente afhankelijk van exogene ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de uitkomsten van de CAO onderhandelingen en de ontwikkeling van de af te dragen sociale lasten. Binnen het totaal aan financiële ontwikkelingen in het financieel perspectief, wordt in de voorbereiding op de programmabegroting, een afweging gemaakt over de allocatie van deze middelen.

30 juni 2015 7 2. Kleinere integratie- en decentralisatie uitkeringen 2016 2019 Totaal kleinere IU's / DU's - meicirculaire 2015 6.444.105 5.607.552 5.538.587 5.538.587 In meerjarenraming opgenomen 5.515.365 5.365.365 5.406.400 5.406.400 Effect meicirculaire - kleinere IU's DU's 928.740 242.187 132.187 132.187 Het totale verschil ten opzichte van de huidige begroting kan verklaard worden door vier onderdelen, die hieronder van een analyse worden voorzien. Bij integratie- en decentralisatie uitkeringen is er vrijwel altijd sprake van een directe koppeling met de lastenkant van de gemeentebegroting, dit wordt dan ook hieronder per onderdeel aangegeven. Duiding van het verschil 1. Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 132.187 132.187 132.187 132.187 2. Huishoudelijke hulp toelage (DU) 686.553 - - - 3. Sociale acceptatie van LHBT (DU) 20.000 20.000 - - 4. Gezond in de stad (DU) 90.000 90.000 - - Effect meicirculaire - kleinere IU's DU's 928.740 242.187 132.187 132.187 1. Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 132.187 132.187 132.187 132.187 Met de VNG is bestuurlijk afgesproken (in het overhedenoverleg tussen het ministerie en de VNG op 29 mei) dat de volume-index 2016 wordt vastgesteld op 2,38% en dat de beschikbare groeiruimte nu reeds volledig wordt toegekend (als gevolg van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten voor nieuwe gevallen, blijven mensen langer thuis wonen waardoor het beroep op de Wmo zal toenemen). De bedragen van deze integratie- uitkering Wmo (de oude Wmo) per gemeente zijn behalve bovenstaande mutaties ook gewijzigd ten opzichte van de septembercirculaire 2014, door het gebruik van actuelere basisgegevens voor de maatstaven. Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016-2019 (koppeling met lastenkant) Binnen het totaal aan financiële ontwikkelingen in het financieel perspectief, wordt in de voorbereiding op de programmabegroting, een afweging gemaakt over de allocatie van deze middelen. 2. Huishoudelijke hulp toelage (DU) 686.553 - - - Met de huishoudelijke hulp toelage kunnen gemeenten de vraag naar huishoudelijke hulp stimuleren, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Lelystad heeft een aanvraag voor deze middelen ingediend, waarbij de formele bekendmaking in deze meicirculaire heeft plaatsgevonden (voor jaarschijf 2015 en 2016). Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016-2019 (koppeling met lastenkant) Een raadsvoorstel om deze middelen in de begroting 2015 (aan de baten en lastenkant) te verwerken is reeds door de raad behandeld. Voor jaarschijf 2016 dient de formele doorvertaling naar de begroting nog plaats te vinden. Dit kan dan (per saldo budgetneutraal) met een voorstel in de programmabegroting 2016-2019 worden geformaliseerd. 3. Sociale acceptatie van LHBT (DU) 20.000 20.000 - - Via de decentralisatie uitkering 'Sociale acceptatie van LHBT- emancipatie' ontvangen zes gemeenten voor het jaar 2015 elk 10.000 (en voor de jaren 2016 en 2017 elk 20.000 per jaar). De G4 ontvangen voor het jaar 2015 elk 25.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk 50.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de 'veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal'. Deze bedragen zijn nog niet in de huidige begroting opgenomen (ze zijn met het verschijnen van de meicirculaire 2015 formeel pas bekend gemaakt). Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016 2019 (koppeling met lastenkant) Voor de jaarschijven 2016 en 2017 dienen deze middelen nog doorvertaald te worden naar de begroting. Dit kan dan (per saldo budgetneutraal) met een voorstel in de programmabegroting 2016-2019 worden geformaliseerd.

30 juni 2015 8 4. Gezond in de stad (DU) 90.000 90.000 - - Gemeenten met kwetsbare wijken krijgen via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad extra ruimte om de gezondheid te verbeteren van mensen in een lage sociaal-economische positie. Daarbij kunnen wijkverpleegkundigen en sociale wijkteams een belangrijke rol spelen door op basis van de gezondheidsproblematiek in de wijk meer in te zetten op preventie, vroegsignalering van gezondheidsproblemen en het leggen van verbindingen tussen gemeentelijke voorzieningen en de eerstelijnszorg. Gemeenten die zich via aanmelding hebben gecommitteerd aan het stimuleringsprogramma Gezond in ontvangen vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks budget via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad. Wordt betrokken bij de voorbereiding programmabegroting 2016 2019 (koppeling met lastenkant) In de begroting 2015-2018 zijn vooralsnog alleen middelen voor jaarschijf 2015 beschikbaar gesteld (dat was ten tijde van de programmabegroting 2015 de enige informatie die beschikbaar was). Met het verschijnen van de meicirculaire 2015 hebben deelnemende gemeenten ook de zekerheid over de bedragen voor 2016 en 2017. Voor 2016 en 2017 dient de formele doorvertaling naar de begroting nog plaats te vinden. Dit kan dan (per saldo budgetneutraal) met een voorstel in de programmabegroting 2016 2019 worden geformaliseerd.

30 juni 2015 9 3. Integratie uitkeringen sociaal domein Om te kunnen begrijpen welke ontwikkelingen zich binnen dit onderdeel uit het gemeentefonds afspelen is het noodzakelijk om eerst de ontwikkelingen op macroniveau te analyseren. Door een vergelijking te maken tussen de informatie uit de septembercirculaire 2014 (de basis voor de oude programmabegroting 2015-2018) en de geactualiseerde informatie uit de meicirculaire 2015 (de basis voor de nieuwe programmabegroting 2016-2019) wordt hieronder getracht de gevolgen voor de gemeente Lelystad inzichtelijk te maken. Het vertrekpunt voor de vergelijking zijn de macrobedragen (de bedragen voor alle gemeenten tezamen), zoals was opgenomen in de septembercirculaire 2014: Septembercirculaire 2014 - uitgangspunt programmabegroting 2015-2018 bedragen X 1,- Macrobedragen integratie- uitkering sociaal domein - septembercirculaire 2014 2020 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) 3.707.445.000 3.604.445.000 3.594.445.000 3.594.445.000 3.594.445.000 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) 3.792.300.000 3.680.300.000 3.679.956.000 3.679.956.000 3.679.956.000 3. Participatiewet (IU) 2.721.000.000 2.556.000.000 2.423.000.000 2.336.000.000 2.336.000.000 Totaal macrobedragen IU sociaal domein 10.220.745.000 9.840.745.000 9.697.401.000 9.610.401.000 9.610.401.000 In de meicirculaire 2015 staan vervolgens onderstaande macrobedragen gepresenteerd: Meicirculaire 2015 - uitgangspunt programmabegroting 2016-2019 bedragen X 1,- Macrobedragen integratie- uitkering sociaal domein - meicirculaire 2015 2020 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) 3.580.883.808 3.587.293.283 3.548.042.279 3.557.468.954 3.563.257.891 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) 3.575.218.000 3.489.517.000 3.500.193.000 3.504.598.000 3.504.598.000 3. Participatiewet (IU) 2.700.715.000 2.529.692.411 2.391.927.785 2.297.940.979 2.196.735.949 Totaal macrobedragen IU sociaal domein 9.856.816.808 9.606.502.694 9.440.163.064 9.360.007.933 9.264.591.840 Het verschil tussen de gepresenteerde macrobedragen uit de meicirculairen 2015 en septembercirculaire 2014 is hieronder weergegeven. Zoals blijkt uit de vergelijking heeft de meicirculaire 2015 een negatieve uitwerking op de hoogte van de macrobedragen. Deze daling van de macrobedragen staat overigens nog volkomen los van de effecten die horen bij de switch van historische naar objectieve verdeelmodellen (daar wordt verderop in deze raadsbrief nog dieper op ingegaan). Meicirculaire 2015 ten opzichte van de septembercirculaire 2014 bedragen X 1,- Ontwikkeling macrobedragen integratie- uitkering sociaal domein (VERSCHIL TUSSEN WAS / WORDT) 2020 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) -126.561.192-17.151.717-46.402.721-36.976.046-31.187.109 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) -217.082.000-190.783.000-179.763.000-175.358.000-175.358.000 3. Participatiewet (IU) -20.285.000-26.307.589-31.072.215-38.059.021-139.264.051 Totaal verschil macro IU sociaal domein -363.928.192-234.242.306-257.237.936-250.393.067-345.809.160 Om deze daling in het macrobudget te kunnen verklaren en te kunnen begrijpen is er aanvullende informatie nodig. Deze informatie is in de weken na het verschijnen van de meicirculaire stapsgewijs beschikbaar gesteld, met als sluitstuk de VNG- ledenbrief van 9 juni (Lbr. 15/047), waarin de grote verscheidenheid aan mutaties op de macrobedragen wordt toegelicht 5. De daling van de macrobedragen en de context In de afgelopen maanden zijn de gemoederen rondom de budgetten voor de decentralisaties Jeugd en Wmo 2015 hoog opgelopen. In tegenstelling tot de afspraken wilde het Rijk het basisjaar voor de bepaling van de budgetten verplaatsen van 2013 naar 2014. Dat zou een forse greep uit de gemeentelijke kas voor 2015 en voor komende jaren betekenen, zie voor een aanvullende toelichting de VNG ledenbrief van 10 april (Lbr. 15/021) 6. Na diverse bestuurlijke overleggen, gevolgd door een overhedenoverleg op 29 mei jongstleden, is er nu meer duidelijkheid gecreëerd over de meerjarige omvang van de macrobedragen behorende bij Jeugdzorg en Wmo 2015 (zie voor een aanvullende toelichting de hierboven genoemde VNG ledenbrief van 9 juni). De ontwikkeling op macroniveau kan als volgt worden samengevat: - De voornaamste oorzaak van de meerjarige daling van de macrobedragen is toe te schrijven aan de bestuurlijke afspraak dat er een structurele uitname plaats zal vinden van 26 mln. uit het macrobudget Wmo 2015 en een structurele uitname van 109 mln. uit het macrobudget Jeugdzorg (als gevolg van de Wlz geïndiceerden) Zoals ook is toegelicht bij de mutaties in jaarschijf 2015 zou deze uitname in principe een budgetneutrale uitwerking hebben, aangezien deze cliënten definitief buiten de verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen. - Vanaf het jaar 2016 en verder zijn de budgetten voor Jeugd en Wmo 2015 gebaseerd op de uitgaven in het jaar 2014 (dit leidt tot forse kortingen op de macrobedragen). De VNG staat nog 5 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/jeugd/jeugdhulp/brieven/budgetten-jeugd-en-wmo 6 Zie: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/wmo-2015/brieven/awbz-realisatiecijfers-2014

30 juni 2015 10 steeds op het standpunt dat dit tegen de bestuurlijke afspraken is en heeft dit ook steeds kenbaar gemaakt (het basisjaar voor de berekening van de budgetten zou immers 2013 zijn). In het overhedenoverleg van 29 mei is de VNG hier uiteindelijk mee akkoord gegaan (mede door de toezeggingen die in het punt hieronder worden opgesomd). - Naast de hierboven benoemde uitnamen is er als compromis een aantal onzekere financiële posten, waarover de VNG nog met het Rijk zou komen te spreken, reeds vastgesteld en aan de macrobedragen toegekend. Dit geldt niet alleen voor de nieuwe taken voor Jeugd en Wmo, maar ook voor de bestaande integratie uitkering Wmo. Het zijn dan zaken als: o Budget voor toenemende kosten vanwege extramuralisering; o Loon en prijsindexaties (2015); o Volume indexaties (2016 en 2017); o Gemeentelijke kosten voor terugvalscenario s PGB trekkingsrecht. Per saldo leiden deze mutaties dus tot een daling van de macrobedragen die onder de gemeenten worden verdeeld (de te verdelen koek wordt daarmee kleiner). Naast de hierboven beschreven mutaties op macroniveau vinden er ook nog significante ontwikkelingen plaats in de verdeling van deze macrobedragen tussen de gemeenten (de te verdelen koek blijft even groot, iedere gemeente krijgt een kleiner of groter stukje van de koek). Deze ontwikkelingen en de effecten voor Lelystad worden hieronder uiteen gezet. LELYSTAD - ONTWIKKELING INTEGRATIE UITKERING SOCIAAL DOMEIN Analyse verschillen: meicirculaire 2015 - septembercirculaire 2014 In de septembercirculaire 2014 werden de beschikbare macrobudgetten voor de WMO 2015 en Jeugdzorg (voor jaarschijf 2015) nog verdeeld tussen de gemeenten op basis van historische kostenniveaus. In afwachting van de objectieve verdeelmodellen die op dat moment nog gepubliceerd moesten worden kon er dus alleen een schatting worden gemaakt voor de bedragen die de gemeente Lelystad zou ontvangen voor jaarschijf 2016 en verder. De meerjarige stijging of daling van de macrobudgetten is in de programmabegroting 2015-2018 daarom één op één doorvertaald (in een overeenkomstige stijging of daling) van het budgetaandeel dat is geraamd voor Lelystad in jaarschijf 2015. De bedragen uit onderstaande tabel zijn op basis van deze extrapolaties in de programmabegroting 2015-2018 verwerkt. Zoals zichtbaar is in de tabel was er al een daling van het gemeentelijk budget voorzien. De efficiencykorting waarmee de middelen voor Jeugdzorg zijn overgeheveld krijgt bijvoorbeeld in jaarschijf 2016 en 2017 verder gestalte (zodanig dat de korting oploopt tot 450 mln. structureel met ingang van 2017). Septembercirculaire 2014 - uitgangspunt programmabegroting 2015-2018 (= huidige begroting) bedragen X 1,- Integratie-uitkeringen sociaal domein gemeente Lelystad 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) 10.272.419 9.987.032 9.959.324 9.959.324 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) 29.305.108 28.439.625 28.436.967 28.436.967 3. Participatiewet (IU) 11.380.968 10.816.912 10.420.740 10.420.740 Totaal IU sociaal domein gemeente Lelystad 50.958.495 49.243.569 48.817.031 48.817.031 De meicirculaire 2015 geeft individuele gemeenten een meerjarig inzicht in de hoogte van deze drie integratie uitkeringen. In de twee tabellen op de volgende pagina volgen achtereenvolgens: A. de feitelijk bekend gemaakte bedragen voor de gemeente Lelystad op basis van de meicirculaire 2015, en B. een vergelijking tussen de cijfers uit deze meicirculaire 2015 en de raming de in de huidige programmabegroting verwerkte bedragen, op basis van de septembercirculaire 2014 (de tabel hierboven).

30 juni 2015 11 Meicirculaire 2015 - uitgangspunt programmabegroting 2016-2019 (=nieuwe begroting) bedragen X 1,- Integratie-uitkeringen sociaal domein gemeente Lelystad 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) 10.218.498 10.089.162 9.719.555 9.609.782 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) 26.231.504 24.576.400 23.498.586 22.754.417 3. Participatiewet (IU) 11.219.808 10.550.255 10.068.409 9.804.008 Totaal IU sociaal domein gemeente Lelystad 47.669.810 45.215.817 43.286.550 42.168.207 Meicirculaire 2015 ten opzichte van de septembercirculaire 2014 (mutatie ten opzichte van de huidige begroting) bedragen X 1,- Ontwikkeling integratie-uitkeringen sociaal domein Lelystad - (VERSCHIL TUSSEN WAS / WORDT) 1. Decentralisatie AWBZ naar WMO 2015 (IU) -53.921 102.130-239.769-349.542 2. Decentralisatie Jeugdzorg (IU) -3.073.604-3.863.225-4.938.381-5.682.550 3. Participatiewet (IU) -161.160-266.657-352.331-616.732 Totaal verschil IU sociaal domein - Lelystad -3.288.685-4.027.752-5.530.481-6.648.824 De in de tabel hierboven gepresenteerde nadelige effecten zijn bepaald door de uitkomsten van de meicirculaire 2015 af te zetten tegen de bedragen zoals die in de huidige meerjarenraming 2016-2019 staan begroot. Hieronder wordt ingegaan op de uitkomsten van de meicirculaire 2015 en de achterliggende verklaringen van deze nadelige effecten (voor zover dat herleidbaar is tot de beschikbaar gestelde informatie vanuit het Rijk): - De wijzigingen in de macrobedragen Wmo 2015 en Jeugdzorg zijn verwerkt (zie analyse aan het begin van dit onderdeel binnen deze raadsbrief). - De bedragen voor de Wmo 2015 en Jeugdzorg zijn in deze circulaire specifiek per gemeente aangepast in verband met de uitname in verband met de Wlz indiceerbaren. De besluitvorming in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft ertoe geleid dat minder cliënten onder de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn komen te vallen en dat als gevolg hiervan de integratieuitkeringen sociaal domein structureel naar beneden toe is bijgesteld. Eind vorig jaar hebben gemeenten inzicht gekregen in het aantal cliënten dat binnen hun gemeente actief door het CIZ is benaderd en begin april is inzicht geboden in de omvang van de uitname per gemeente voor 2015 en 2016. 7 Voor Lelystad is dit structurele effect ingeschat op zo n 184.000 voor de Wmo 2015 en zo n 814.000 voor Jeugdzorg (dat is dus Lelystads aandeel uit de totale uitname van 26 mln. voor de Wmo 2015 en 109 mln. voor Jeugdzorg). - Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de Wmo 2015 en Jeugdzorg van toepassing. In de meicirculaire zijn de herverdeeleffecten als gevolg van de switch van het historische naar het objectieve verdeelmodel opnieuw berekend. Voor Wmo 2015 resulteert dit voor Lelystad in een uiteindelijk voordeel van 7 per inwoner. Voor Jeugdzorg resulteert dit in een uiteindelijk nadeel van 80 per inwoner. - Door de invoering van de objectieve verdeelmodellen Wmo 2015 en Jeugdzorg treden herverdeeleffecten op. Met de VNG is afgesproken dat voor de Wmo 2015 en Jeugdzorg twee afzonderlijke maar gelijke ingroeipaden zullen worden gehanteerd zodat gemeenten met grote herverdeeleffecten (zowel negatief als positief) geleidelijk zullen toegroeien naar hun nieuwe situatie. Door de ingroeipaden gaan gemeenten met een negatief herverdeeleffect er per model maximaal 15 per inwoner per jaar op achteruit. De omvang hiervan is afhankelijk van hoeveel middelen er nodig zijn voor compensatie van de nadeelgemeenten. Gemeenten met een positief herverdeeleffect worden in die periode gekort op hun voordeel, naar rato van hun voordeel. Per jaar verschilt het percentage van de korting, afhankelijk van het voor de suppleties benodigde bedrag. De ingroeipaden duren maximaal 4 jaar. - Bovenstaande cijfers voor Wmo 2015 zijn inclusief een negatieve suppletie (- 185.401 in 2016, - 49.023 in 2017, - 13.874 in 2018 en - 3.935 in 2019). - Bovenstaande cijfers voor Jeugdzorg zijn inclusief een positieve suppletie ( 4.949.230 in 2016, 3.807.100 in 2017, 2.664.970 in 2018 en 1.894.264 in 2019). - Voor Jeugdzorg wordt de verdeling voor een deel ( 0,57 mrd.) bepaald door de historische verdeling in verband met voogdijkinderen en kinderen met een leeftijd van 18+. 7 zie ook: www.invoeringwmo.nl voor een overzicht van de uitname per gemeente en de aantallen Wlz-indiceerbaren per gemeente naar leeftijdsklasse en naar leveringsvorm van voorkeur per geïndiceerde AWBZ-functie.