BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005



Vergelijkbare documenten
Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 37/ 2005 van 27 juli 2005

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 05 / 2006 van 1 maart 2006

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ontvangen op 24/01/2015;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 51 / 2005 van 21 december 2005

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Gelet op de aanvraag van Leuvens Instituut voor Criminologie van de K.U.Leuven ontvangen op 09/08/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), ontvangen op 18/11/2014;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

ADVIES Nr 10 / 2006 van 3 mei 2006

BERAADSLAGING RR Nr 14 / 2006 van 24 mei 2006

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 47 / 2005 van 30 november 2005

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal comité van het Rijksregister. Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de NV Napoleon Games, ontvangen op 30/06/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Universiteit Gent ontvangen op 04/01/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 26 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna het comité );

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2006 VAN 18 OKTOBER 2006

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 07/08/2014 en 08/08/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Binnenlands Bestuur ontvangen op 02/03/2016;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

BERAADSLAGING RR Nr 20 / 2006 van 26 juli 2006

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A )

Brussel. Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna WRR );

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

social) om toegang te krijgen tot de gegevens van het Rijksregister en het identificatienummer ervan

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 01 / 2005 van 10 januari 2005

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de NV Golden Palace Waterloo, ontvangen op 10/06/2016; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 25/07/2016;

Transcriptie:

KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel. : +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacy.f gov.be Fax. : +32(0)2/213.85.65 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005 O. Ref. : SA2 / RN/05/020/006berdef BETREFT : Beraadslaging betreffende de aanvraag van de Beroepsvereniging van het krediet om gemachtigd te worden om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op de strijd tegen witwaspraktijken en overmatige schuldenlast. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen ; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 31bis ; Gelet op de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid art. 19, 3 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18 ; Gelet op de aanvraag van de Beroepsvereniging van het krediet, ontvangen op 4 april 2005 en de bijkomende informatie ontvangen op 27 april 2005 ; Gelet op de aanvraag van het juridisch en technisch advies op 9 mei 2005 ; Gelet op het juridisch en technisch advies van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, ontvangen op 26 mei 2005 ; Gelet op het verslag van de voorzitter ; Beslist op 15 juni 2005, na beraadslaging, als volgt : De kantoren van de Commissie zijn iedere werkdag voor het publiek toegankelijk op afspraak. Ber. RR 32/2004-1/6 De Commissie, verantwoordelijke voor de verwerking, verwerkt uw persoonsgegevens voor doelstellingen van intern beheer, met name de vlotte afhandeling van uw aangifte, klacht of uw verzoek om inlichtingen te bekomen, en ook met het oog op het opmaken van anonieme statistieken over haar activiteiten. U hebt recht op inzage alsmede, in voorkomend geval, op verbetering van uw persoonsgegevens. Aanvullende inlichtingen kan u bekomen bij het openbaar register dat door de Commissie gehouden wordt.

I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG --------------------------------------------------------- De aanvraag heeft tot doel om 30 kredietverstrekkers, hierna de aanvragers genoemd, te machtigen om : 1.a. 1.b. toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, meer in het bijzonder tot deze vermeld in artikel 3, eerste lid, 1, 2 en 5, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (WRR) ; het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken (artikel 8 WRR) met het oog op de strijd tegen witwaspraktijken ; 2. toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, meer in het bijzonder tot deze vermeld in artikel 3, eerste lid, 1, 2 en 5, WRR met het oog op het voorkomen van overmatige schuldenlast. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister voor dit doeleinde werd de aanvragers toegestaan bij de wet van 10 augustus 2001. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG --------------------------------------------------------------- A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR) Overeenkomstig de artikelen 5, eerste lid, 2, en 8 WRR wordt de machtiging om toegang tot of mededeling van de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, te verkrijgen en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken verleend door het sectoraal comité van het Rijksregister (de Commissie) aan openbare en private instellingen van Belgisch recht voor de informatie die zij nodig hebben voor het vervullen van taken van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie of voor taken die uitdrukkelijk als zodanig erkend worden door het sectoraal comité. A.1.1. De wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, legt o.a. aan kredietverstrekkers een aantal verplichtingen op die ertoe moeten bijdragen te voorkomen dat het financiële stelsel wordt misbruikt voor het wiswassen van geld, voor de financiering van terrorisme. Zo wordt van hen verwacht dat : - zij hun cliënten identificeren (artikelen 4 6bis) ; - wanneer zij weten of vermoeden dat verrichtingen verband houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme zij deze informatie bezorgen aan de met de bestrijding van deze praktijken belaste overheden (artikelen 11 e.v.). De bestrijding van het witwassen van geld en van de financiering van het terrorisme is een taak van algemeen belang, waartoe de aanvragers een zekere bijdrage leveren. In het licht hiervan komen de aanvragers in aanmerking om een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister te verkrijgen en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Ber. RR 32/2005-2/6

A.1.2. Bij wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, gelaste de wetgever de Nationale Bank van België met een taak van algemeen belang, namelijk met het bijhouden van een Centrale voor Krediet aan particulieren waarin consumentkredietovereenkomsten, hypothecaire kredietovereenkomsten en wanbetalingen voorspruitende uit deze overeenkomsten worden geregistreerd met het oog op het voorkomen van een overmatige schuldenlast. De aanvragers zijn wettelijk verplicht om : - wanneer zij een krediet verstrekken dat door de wet van 10 augustus 2001 geviseerd wordt, dit aan Centrale voor Kredieten aan Particulieren te melden met het oog op de registratie ervan ; - vooraleer zij een dergelijk krediet verstrekken, de Centrale te raadplegen ten einde zich van de eventuele schuldenlast van een persoon te vergewissen. Aldus leveren zij een wettelijke opgelegde bijdrage tot een taak van algemeen belang. In het licht hiervan komen de aanvragers in aanmerking om een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister te verkrijgen en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Trouwens artikel 5, eerste lid, van de wet van 10 augustus machtigt de aanvragers om het identificatienummer in die context te gebruiken vermits het hen voorschrijft om dit nummer te gebruiken met het oog op de identificatie van de kredietnemer. A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP) Op grond van art. 4 WVP vormen de informatiegegevens van het Rijksregister persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts is toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. De persoonsgegevens dienen bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. B. FINALITEITEN B.1 Voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme De aanvragers stellen dat zij over een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister moeten kunnen beschikken en dat het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister noodzakelijk is : - om de verplichting om hun cliënten te identificeren, hen opgelegd door artikel 4 van de wet van 11 januari 1993, te vervullen ; - omdat artikel 8, 3, van reglement van 27 juli 2004 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 oktober 2004 B.S. 22.11.2004) hen in een aantal gevallen zou verplichten om het Rijksregister te raadplegen. De Commissie stelt evenwel het volgende vast. B.1.1. Artikel 4 van de wet van 11 januari 1993 verplicht de aanvragers om hun cliënten te identificeren en hun identiteit te controleren wannee r: 1 ze een zakenrelatie aanknopen waardoor de betrokkenen gewone cliënten worden ; 2 de cliënt wenst over te gaan tot het uitvoeren van : Ber. RR 32/2005-3/6

a) een verrichting voor een bedrag van 10 000 EUR of meer, ongeacht of zij wordt uitgevoerd in één of in verscheidene verrichtingen waartussen een verband blijkt te bestaan ; of b) een verrichting, zelfs wanneer het bedrag lager is dan 10 000 EUR, zodra wordt vermoed dat het gaat om witwassen van geld of om financiering van terrorisme ; of c) een geldoverdracht waarvan sprake in artikel 139bis van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs ; 3 ze twijfelen aan de waarachtigheid of aan de juistheid van de identificatiegegevens over een bestaande cliënt. De wetgever legde in datzelfde artikel vast hoe de aanvragers in dergelijke gevallen de identiteit moeten controleren, namelijk aan de hand van een bewijsstuk waarvan een afschrift wordt genomen op papier of op elektronische drager en dat de controle moet slaan op de naam, de voornaam en het adres. Deze gegevens bevinden zich op de identiteitskaart, al dan niet (volgens het type) af te lezen door een elektronische kaartlezer. Er valt dan ook niet in te zien wat verder van de aanvragers kan worden verwacht : de wet vergt niet dat de aanvragers op onderzoek uitgaan en deze gegevens controleren door het consulteren van het rijksregister. De aanvragers hebben hun wettelijke taak volbracht wanneer hij deze gegevens controleren en daar afschrift van nemen (wat meestal gebeurt door het nemen van een fotokopie) en dan verder handelen volgens de vereisten van de wet van 11 januari 1993, inzonderheid door het vervullen van de waakzaamheidsverplichting en de aangifteverplichting. De wetgever eist niet dat de aanvragers actieve stappen ondernemen om de identiteitsgegevens op de voorgelegde bewijsstukken te controleren door het raadplegen van het rijksregister. B.1.2. De verplichting om zich van de identiteit van een cliënt te vergewissen aan de hand van een bewijsstuk was reeds opgenomen in de oorspronkelijke versie van artikel 4, eerste lid, van de wet van 11 januari 1993: De in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen dienen zich te vergewissen van de identiteit van hun cliënten aan de hand van een bewijsstuk op het ogenblik dat zij een zakenrelatie aanknopen waardoor de betrokkenen gewone cliënten worden. Deze wet werd in de loop van de 12 daaropvolgende jaren herhaaldelijk aangepast. Ook artikel 4, eerste lid, werd een aantal keren aangepast zonder dat evenwel aan het principe werd geraakt. In eerste instantie werd er dan toegevoegd dat van het bewijsstuk een afschrift moest genomen worden (wet van 10 augustus 1998 B.S. 15.10.1998). Later werd verduidelijkt dat het een afschrift op papier of op een elektronisch drager betrof (wet van 12 januari 2004 B.S. 24.01.2004). Al die jaren werd deze bepaling uitgevoerd door de aanvragers en alle andere instanties die deze bepaling moeten toepassen, zonder dat er controles gebeurden aan de hand van de informatiegegevens van het Rijksregister. Het is dan ook duidelijk dat de wetgever dit ook niet verwachtte noch eiste, zoniet zou hij, naar aanleiding van een van de wijzigingen van de wet, wel een verwijzing in die zin hebben opgenomen. Ber. RR 32/2005-4/6

3. Los van de draagwijdte en de interpretatie die wordt gegeven aan het artikel 8, 3, 2 de lid van het reglement van 27 juli 2004 van de Commissie voor het Bank,- Financie- en Assurantiewezen (CBFA) betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 oktober 2004 B.S. 22/11/2004) en van de omzendbrief van de CBFA van 22 november 2004 PPB 2004/8 en D.250 in dit verband, is de Commissie van oordeel dat noch een reglement noch een circulaire van de Commissie voor het Bank,- Financie- en Assurantiewezen de toegang tot de informatie van het Rijksregister of het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister verplichtend kan maken. Samenvattend kan gesteld worden dat de doeleinden, waarvoor de toegang tot een aantal persoonsgegevens van het Rijksregister en het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister worden gevraagd, niet voldoen aan artikel 4, 1, 2, WVP en artikel 5, tweede lid WRR. B.2. Voorkomen van overmatige schuldenlast De aanvragers stellen het belangrijk is dat zij in de strijd tegen overmatige schuldenlast de kredietnemer correct kunnen identificeren zowel met het oog op de raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren als met het oog op de doorgifte van gegevens aan deze Centrale. De Commissie stelt vast dat de wet van 10 augustus 2001 met betrekking tot de identificatie onder meer het volgende bepaalt : - met het oog op de identificatie van de kredietnemers, gebruiken de kredietgevers het identificatienummer van het Rijksregister (art. 5, eerste lid) ; - bij de aanvraag van een consumentenkredietovereenkomst of van een hypothecaire kredietovereenkomst deelt de kredietnemer het voornoemde identificatienummer mee (art. 5, tweede lid) ; - de Nationale Bank is gemachtigd om dit nummer te gebruiken in haar relaties met de kredietnemers en de personen bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, en 8, 1 (art.5, derde lid). De wetgever verplicht de kredietnemers om met het oog op het bekomen van een krediet geviseerd door de wet van 10 augustus 2001 hun identificatienummer van het Rijksregister mee te delen aan de aanvragers. Deze laatsten zijn bijgevolg door de wetgever gemachtigd om dit identificatienummer te gebruiken voor identificatiedoeleinden zoals omschreven in de wet van 10 augustus 2001. Dit nummer wordt in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren opgenomen en fungeert als unieke identificatiesleutel. Wanneer een kredietnemer de aanvragers om een krediet verzoekt, zal hij zoals gezegd zijn identificatienummer van het Rijksregister meedelen aan de aanvragers. Zij kunnen aan de hand van dit nummer de Centrale voor Kredieten aan Particulieren raadplegen en dus vaststellen of de betrokken kredietnemer al dan niet geregistreerd is. Naast het identificatienummer beschikken de aanvragers over de naam, voornaam en het adres van de kredietnemer. Bijgevolg zijn vergissingen naar aanleiding van de raadpleging quasi uitgesloten. De aanvragers moeten de identiteit van de kredietnemer, zoals zij die aan de hand van de identiteitskaart gecontroleerd hebben, meedelen aan de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. Het identificatienummer van het Rijksregister zal een van de identificatiegegevens zijn. Het zal de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, dus de Nationale bank zijn, die voor de correcte registratie zorgt. Zij beschikt daartoe over een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister. Ber. RR 32/2005-5/6

Het feit dat het adres niet langer zichtbaar op de elektronische identiteitskaart wordt vermeld, verantwoordt - zoals reeds onder punt B.1.2. werd uiteengezet - geen toegang tot het Rijksregister. De Commissie stelt vast dat een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister in het licht van dit doeleinde overmatig is in de zin van artikel 4, 1, 3, WVP. OM DEZE REDENEN, weigert de Commissie om aan de 30 kredietverstrekkers namens wie de Beroepsvereniging van het krediet de toegang en het gebruik vroeg om : - toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het Rijksregister met het oog op de doeleinden vermeld onder punten B.1. en B.2. ; - het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op het doeleinde vermeld onder punt B.1.. De administrateur, De voorzitter, Jo BARET Michel PARISSE Ber. RR 32/2005-6/6