BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3677/8 Betreft zaak: 3677/Globe Reisburo - Rabobank Reisbureaus I. MELDING 1. Op 2 september 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Globe Reisburo B.V., een onderdeel van OAD Groep B.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over de Rabobank Reisbureaus welke zijn aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 170 van 4 september 2003. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Globe Reisburo B.V. (hierna: Globe) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Globe is een dochtermaatschappij van OAD Groep B.V. (hierna: OAD Groep). Globe is actief op het gebied van de verkoop van toeristische en zakenreizen en de verlening van aanverwante diensten (reis- en passagebureau). Andere dochtermaatschappijen van OAD Groep zijn onder meer actief op het gebied van de organisatie van toeristische reizen (touroperating). 3. De Rabobank Reisbureaus hebben geen zelfstandige rechtspersoonlijkheid. Zij maken onderdeel uit van de lokale Rabobanken die zijn aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (hierna: Rabobank Nederland). Rabobank Nederland is onderdeel van de Rabobank-groep. De Rabobank Reisbureaus zijn actief op het gebied van de verkoop van toeristische reizen en de verlening van aanverwante diensten (reis- en passagebureau). 1 Openbare versie

III. DE GEMELDE OPERATIE 4. Partijen hebben bij de melding een Koopovereenkomst ten aanzien van 63 Rabobank Reisbureaus d.d. 16 juli 2003 (hierna: koopovereenkomst), gesloten tussen Rabobank Nederland en de Aangesloten Rabobanken (hierna: de verkopers) enerzijds en Globe en OAD Groep (hierna: de koper) anderzijds, overgelegd. Hoewel Globe en OAD Groep in de koopovereenkomst als koper worden aangemerkt, zal volgens partijen binnen OAD Groep na voltooiing van de transactie Globe in juridische en economische zin eigenaar worden van de over te nemen Rabobank Reisbureaus. Ingevolge de koopovereenkomst worden de activa (onder meer klantbestanden en klantenovereenkomsten) en bepaalde passiva van 63 Rabobank Reisbureaus (de zogenaamde Over Te Nemen Reisbureaus volgens bijlage C van de koopovereenkomst) overgedragen aan de koper. Overigens zijn partijen eveneens overeengekomen dat de klantbestanden van een viertal Resterende Reisbureaus Zonder Vestiging aan de koper zullen worden overgedragen. 1 5. Uit artikel 2.6 van de koopovereenkomst blijkt tevens dat [getal] zogenaamde Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging, zoals in bijlage F van de koopovereenkomst staat aangegeven, in opdracht van de verkoper gedurende de [getal] maanden na de overdrachtsdatum zullen worden geëxploiteerd, ondersteund en geleid door de koper onder de naam Globe op dezelfde wijze als dit bij de eigen reisbureaus van Globe geschiedt. Volgens de koopovereenkomst zal de exploitatie van de ondernemingen van de Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging gedurende maximaal [getal] kalendermaanden na de overdrachtsdatum met inschakeling van de koper worden voortgezet voor rekening en risico van de verkopers. De verkopers zullen de koper hiervoor een [ ]. Volgens de opgave van partijen verkrijgt Globe op de overdrachtsdatum geen zeggenschap over deze [getal] Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging. 2 Partijen zullen [ ] onderzoeken [ ] verkoop en overdracht door de verkopers aan de koper [ ]. 6. In het onderhavige geval kan in het midden worden gelaten of de [getal] zogenaamde Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging deel uitmaken van de transactie. De toepasselijkheid van het concentratietoezicht op de gemelde concentratie en de materiële beoordeling hiervan worden hierdoor niet beïnvloed. 1 Het betreft de Rabobank Reisbureaus te Breda (Breda Prinsenbeek en Breda Advies Centrum Reizen), Delft en Deventer. De klantbestanden van deze reisbureaus zullen worden ingebracht in de bestaande Globe reisbureaus te respectievelijk Breda, Den Hoorn en Deventer. In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. 2 Volgens partijen zullen besluiten over de commerciële strategie van deze [getal] Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging door de verkopers worden genomen. Voor besluiten over onder meer investeringen ten aanzien van deze [getal] Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging is de goedkeuring van de verkopers vereist. 2 Openbare versie

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punten 4 en 5, omschreven transactie leidt er toe dat Globe uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de over te nemen Rabobank Reisbureaus. 8. Betrokken ondernemingen zijn Globe en de reisbureaus van Rabobank waarover Globe zeggenschap verkrijgt. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt en Verkoop van toeristische reizen 10. Globe en de Rabobank Reisbureaus zijn actief op het gebied van de verkoop van toeristische reizen en de verlening van aanverwante diensten. 11. In eerdere besluiten is geconcludeerd dat er een aparte relevante markt bestaat voor de verkoop van toeristische reizen. 3 In navolging van deze eerdere besluiten zal opnieuw worden uitgegaan van een markt voor de verkoop van toeristische reizen en de verlening van aanverwante diensten (hierna: de markt voor de verkoop van toeristische reizen). Verticale relatie, organisatie van toeristische reizen (touroperating) 12. Dochtermaatschappijen van OAD Groep zijn actief op het gebied van de organisatie van toeristische reizen (touroperating). De Rabobank Reisbureaus zijn op dit gebied niet actief. De activiteiten van OAD Groep op het gebied van touroperating staan in een verticale relatie tot de verkoop van toeristische reizen. 3 Zie het besluit van 16 juni 2000 in zaak 1904/Hotelplan Reisburo van Staalduinen, punt 11, het besluit van 29 oktober 1999 in zaak 1556/Travel Unie Kras Holding, punt 16 en het besluit van 23 oktober 1998 in zaak 1107/TUI Panta. 3 Openbare versie

13. In navolging van eerdere besluiten 4 kan in onderhavige zaak in het midden blijven of moet worden uitgegaan van een markt voor de organisatie van toeristische reizen of dat er verdere onderscheidingen moeten worden gemaakt naar type reis, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt (zie de punten 21 en 22). Rel evant e geogr af ische mar kt Verkoop van toeristische reizen 14. Evenals in eerdere besluiten kan in het onderhavige geval in het midden worden gelaten of de geografische omvang van de markt voor de verkoop van toeristische reizen nationaal, regionaal of lokaal is, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 16 tot en met 20). Verticale relatie, organisatie van toeristische reizen (touroperating) 15. In navolging van eerdere besluiten kan in de onderhavige zaak worden uitgegaan van een nationale markt voor de organisatie van toeristische reizen. 5 In hoeverre de geografische markt mede België omvat, kan in het midden blijven nu OAD Groep niet actief is op dit gebied in België. B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE Verkoop van toeristische reizen 16. In het navolgende wordt in deze beoordeling en derhalve bij de berekening van de marktaandelen rekening gehouden met de 63 zogenaamde Over Te Nemen Reisbureaus, zoals in de koopovereenkomst gedefinieerd, en de vier zogenaamde Resterende Reisbureaus Zonder Vestiging waarvan de klantbestanden aan de koper worden overgedragen. Nu, zoals in punt 5 reeds is aangegeven, de mogelijkheid bestaat dat de [getal] zogenaamde Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging gedurende de [getal] maanden na de overdrachtsdatum door de koper worden overgenomen, zullen ook deze reisbureaus in de beoordeling worden meegenomen. In het navolgende zal onder de Rabobank Reisbureaus worden verstaan alle in dit punt genoemde reisbureaus. 17. In 2002 bedraagt de omvang van de Nederlandse markt voor de verkoop van toeristische reizen circa EUR 4 miljard. 6 Op een nationale markt voor de verkoop van toeristische reizen heeft zowel OAD Groep als de Rabobank Reisbureaus in 2002 een marktaandeel van minder dan 5%. 4 Zie onder meer het besluit in zaak 1556/ Travel Unie Kras Holding, reeds aangehaald, punten 13 en 14. 5 Zie onder meer het besluit in zaak 1904/Hotelplan Reisburo van Staalduinen, reeds aangehaald, punt 15. 6 Bron: Top 40 reisburo s 2002, DIT Reismanagement, augustus/september 2003. 4 Openbare versie

Het gezamenlijke marktaandeel van partijen in 2002 op een nationale markt voor de verkoop van toeristische reizen bedraagt derhalve minder dan 10%. Naast partijen zijn onder meer grote spelers zoals TUI, Carlson, D-Reizen, Toerkoop Reisbureau, TQ3 en Rottink in Nederland actief op de markt voor de verkoop van toeristische reizen. 18. De reisbureaus van OAD Groep en de Rabobank Reisbureaus zijn verspreid over geheel Nederland. Naar schatting van partijen wijkt hun gezamenlijk marktaandeel op mogelijke regionale markten voor de verkoop van toeristische reizen niet significant af van het gezamenlijke marktaandeel voor 2002 op een nationale markt voor de verkoop van toeristische reizen. Partijen geven aan dat zij in ieder geval geen reden hebben om aan te nemen dat het gezamenlijke marktaandeel van OAD Groep en de Rabobank Reisbureaus op eventuele regionale markten voor de verkoop van toeristische reizen meer bedraagt dan 20%. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 19. Uitgaande van mogelijke lokale markten voor de verkoop van toeristische reizen bestaat er overlap tussen de reisbureaus van OAD Groep en de Rabobank Reisbureaus in tien plaatsen in Nederland. Deze plaatsen zijn Apeldoorn, Badhoevedorp, Breda, Deventer, Neede, Ommen, Purmerend, Roosendaal, Volendam en Voorschoten. Partijen geven aan dat bij gebrek aan gegevens een nauwkeurige schatting van hun gezamenlijk marktaandeel op de hierboven genoemde mogelijke lokale markten niet mogelijk is. Uit de beschikbare gegevens blijkt echter dat in de genoemde plaatsen en de daaromheen liggende plaatsen een groot aantal andere reis- en passagebureaus actief is. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat als gevolg van deze transactie op eventuele lokale markten voor de verkoop van toeristische reizen een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt. 20. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie op de markt voor de verkoop van toeristische reizen een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Verticale relatie, organisatie van toeristische reizen (touroperating) 21. Wat betreft de organisatie van toeristische reizen behaalde OAD Groep in 2002 in Nederland, uitgaande van een marktomvang van EUR 3.215 miljoen 7, een marktaandeel van circa 11%. OAD Groep is volgens partijen een zogenaamde algemene touroperator. Indien een nader onderscheid wordt gemaakt naar type reis, zoals lange-afstands- en korte- afstandsvakanties, reizen in groepsverband of individueel, avontuurlijke reizen, zon-en-strand-vakanties, wintersportvakanties e.d. wijken volgens de opgave van partijen de marktaandelen van OAD 7 Bron: Top 40 Touroperators 2002, DIT Reismanagement, augustus/september 2003. 5 Openbare versie

Groep niet significant af van het hierboven genoemde marktaandeel. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. Andere grote spelers in Nederland op het gebied van de organisatie van toeristische reizen zijn TUI Nederland, Thomas Cook Nederland, Airtrade/WTI en Sudtours. 22. Aangezien de Rabobank Reisbureaus niet actief zijn op het gebied van de organisatie van toeristische reizen en gelet op de beperkte marktpositie van OAD Groep op dit gebied en op het gebied van de verkoop van toeristische reizen is er geen reden om aan te nemen dat de onderhavige concentratie marktafsluitende effecten zal hebben. Conclusie 23. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIE 24. Partijen hebben verzocht om een non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 13 van de koopovereenkomst d.d. 16 juli 2003, aan te merken als nevenrestrictie. Door middel van dit beding verbindt Rabobank Nederland zich ertoe om gedurende twee jaar na de overdracht van de activa en passiva aan de koper, op geen enkele manier in Nederland direct of indirect actief te zijn in de reisbranche op het gebied van het verschaffen van reisbureaudiensten. Het nonconcurrentiebeding heeft geen betrekking op de eventuele activiteiten van de verkopers met betrekking tot de Resterende Reisbureaus Inclusief Vestiging, de Resterende Reisbureaus Zonder Vestiging en de overige Rabobank Reisbureaus die niet aan Globe worden verkocht (zie de punten 4 en 5). 25. Het is begrijpelijk dat de koper(s) tot op zekere hoogte en gedurende een zekere termijn beschermd wensen te worden tegen het concurrerend handelen van de verkoper(s), teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Een nonconcurrentiebeding kan als rechtstreeks verbonden met en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden beschouwd, indien het dienstig is aan het legitieme doel een concentratie te verwezenlijken en de duur, het territoriale toepassingsgebied en de materiële en personele draagwijdte ervan niet verder gaan dan wat daartoe redelijkerwijs nodig kan worden geacht. 8 Het in punt 24 genoemde nonconcurrentiebeding kan als nevenrestrictie worden aanvaard, voor zover het de activiteiten van de over te nemen Rabobank Reisbureaus betreft ten tijde van de overname en voor zover het in 8 Zie paragraaf III van de Mededeling van de Commissie betreffende nevenrestricties bij concentraties (9o/C 203/05). 6 Openbare versie

geografisch opzicht niet verder gaat dan het gebied waarbinnen de over te nemen Rabobank Reisbureaus in hoofdzaak actief zijn ten tijde van de overname. VII. CONCLUSIE 26. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 27. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 28. Gelet op de overwegingen 24 en 25 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 23 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst voor zover als omschreven is in punt 25. Datum: 20 oktober 2003 De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze: W.g. Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepsschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. 7 Openbare versie