Beleidsplan Stichting Leergeld Westelijke Mijnstreek 2010-2013 alle kinderen mogen meedoen, want nu meedoen is straks meetellen Inleiding: Participeren in de samenleving kunnen meedoen is voor kinderen en jongeren van groot belang voor hun ontwikkeling. Ontwikkeling op vele fronten: kennis, sociaal, emotioneel, fysiek. Helaas moeten we constateren dat meedoen niet voor alle kinderen is weggelegd. Hun ouders zijn niet in staat de kosten voor meedoen te betalen. Bijvoorbeeld voor schoolse activiteiten als schoolkampen/reisjes, ouderbijdragen, maar ook voor schoolmaterialen, een timmerkist; voor het lid zijn van een sportclub, van scouting, voor het meedoen aan zwemlessen, aan ballet of muziek. Niet altijd voorzien wetten of gemeentelijke regelingen in een oplossing van dit probleem. Door het hele land is Stichting Leergeld (particuliere vrijwilligersorganisatie) actief en realiseert dat kinderen/jongelui wel kunnen meedoen. Want niet kunnen meedoen is slecht voor kinderen en dat blijft zelden zonder gevolgen voor de samenleving. Missie en doelstelling: De missie van Stichting Leergeld is om de uitsluitingproblematiek voor kinderen ten gevolge van niet kunnen meedoen om financiële redenen, uit te bannen. Deze missie is vertaald naar de doelstelling om als laatste vangnet de relevant financiële problemen te helpen oplossen voor ouders die onvoldoende middelen hebben om de ontwikkeling van hun kinderen te bekostigen. Ontwikkeling in deze: ontwikkeling van kennis (leren) en van sociale vaardigheden (meedoen). Genoemd vangnet geldt voor het voorkomen van sociaal isolement/uitsluiting van schoolgaande kinderen/jongeren in de leeftijd van 4 18 jaar uit minima gezinnen,(of gezinnen die te maken hebben met schuldhulpverlening) voor wie overheidsvoorzieningen uitgeput, niet toereikend dan wel niet beschikbaar zijn. Of die niet in staat zijn uit eigen middelen hun kinderen volledig te laten participeren binnen het onderwijs en/of in het sociaal maatschappelijk leven zoals op het sportveld of deelname aan kunstzinnige of culturele (vormings)activiteiten. Leergeld heeft gekozen voor een preventie insteek: liever nu een beetje geld voor leren en meedoen dan later collectief duur leergeld betalen. Motto: Alle kinderen mogen meedoen, want nu meedoen is straks meetellen Het niet kunnen meedoen heeft vele relaties met allerlei maatschappelijke kwesties. Het investeren in de toekomst van kinderen geeft een groot, bovenal essentieel maatschappelijk rendement. Niet kunnen meedoen op school moet met prioriteit worden opgelost: snelle maatregelen voor probleemoplossing zijn het uitgangspunt en niet de regels. Bij stimulering van sociale vaardigheden wordt gekeken naar activiteiten, die kinderen graag met leeftijdsgenoten willen doen onder leiding van volwassenen, waarbij ze leren iets voor elkaar over te hebben, opdrachten te accepteren en hoe zich in teamverband te gedragen, hoe om te gaan met winnen, verliezen, enz. In de praktijk komt dat neer op een zo breed mogelijk scala van activiteiten. Categoraal te vinden bij sport, hobby s (bv. scouting) en kunstzinnige
vorming (dansen, ballet, muziek e.d.). Leergeld vindt dat elk kind in elk geval aan één activiteit naar keuze moet kunnen deelnemen. Manier van werken: De leergeldformule heeft als belangrijkste kenmerken: Fungeren als laatste vangnet Door de vorming van lokale stichtingen is gekozen voor kleinschaligheid Mensen komen niet naar Leergeld maar Leergeld gaat naar de mensen thuis huisbezoek door ervaringsdeskundigen (intermediairs) Eén-loket-funktie aan huis Structurele inzet van bestaande (overheids)voorzieningen alvorens beroep te doen op eigen, aanvullende middelen van Leergeld (reductie niet-gebruik overheidsvoorzieningen) Zelf opgelegde signalering/terugkoppelingsverplichting naar de overheid Bijdragen aan bewustzijn dat structurele problemen beter structureel opgelost kunnen worden Zakelijk georganiseerd met behoud van warmhartige hulpverlening Intermediairs: Het werken met intermediairs is cruciaal voor de manier van werken van de stichting, het gaat dan om vrijwilligers, voornamelijk ervaringsdeskundigen. De Leergeldintermediairs hebben gewerkt, verkeerd of verkeren doorgaans in dezelfde situaties als de doelgroep; dit creëert laagdrempeligheid, dat zich onmiddellijk vertaalt naar het overwinnen van wantrouwen, schroom of schaamte, een gevoel dat vaak leeft bij aanvragers. In alle rust kan het probleem in kaart worden gebracht en aan oplossingen worden gewerkt om de belemmering voor meedoen te helpen wegnemen. Leergeld geeft voorlichting, verwijst en bemiddelt naar bestaande voorzieningen voordat Leergeld uit eigen middelen aanvult. Daarbij wordt nooit rechtstreeks geld gegeven aan de aanvrager maar wordt gewerkt met betalingen aan vereniging, club of leverancier. Intermediairs ontvangen een opleiding van Leergeld ter bevordering van hun deskundigheid. Provinciaal en landelijk Leergeld-netwerk: Leergeld Westelijke Mijnstreek is een autonoom werkende stichting, actief vanaf 2001, operationeel vanaf december 2002; in 2007 is op provinciaal niveau de Stichting Leergeld Limburg opgericht. Op landelijk niveau is Leergeld WM aangesloten bij de vereniging van stichtingen Leergeld in Nederland. De lokale kleuring zorgt voor de grootste doeltreffendheid. Het bestuur van de Stichting is zodanig samengesteld dat gerekend kan worden op een breed maatschappelijk draagvlak, m.n. vanuit de ons omringende scholen voor voortgezet onderwijs zijn vertegenwoordigers afgevaardigd in het bestuur. Interne organisatie: De Stichting Leergeld WM werkt met uitsluitend vrijwilligers en één betaalde (parttime) administratieve kracht.
1. Het bestuur bestaat uit tenminste 3 leden, te weten een voorzitter, penningmeester en secretaris die gezamenlijk het dagelijks bestuur vormen. 2. De stichting werkt met coördinatoren voor de dagelijkse bedrijfsvoering. 3. De administratie wordt verzorgd door een betaalde (part-time) medewerkster. 4. De huisbezoeken worden afgelegd door intermediairs personen die speciaal belast zijn met het contact leggen tussen de aanvragers en Leergeld. Zij noteren de aanvraag, controleren de overlegde papieren ten aanzien van inkomen en relevante onkosten van de aanvrager en geven advies over de aanvraag. Doelen voor 2010-2013 Continueren van een stabiele financiële, personele (zowel betaalde kracht als vrijwilligers) organisatie die kan beschikken over adequate huisvesting en overige benodigde faciliteiten. 1. Versteviging van onze positie in ons werkgebied zowel naar de geldverstrekkers (fondsenwerving bij provincie, gemeenten en particulieren) als naar onze cliënten d.m.v. gerichte naamsbekendheid. 2. Optimaliseren van de interne organisatie. Binnen de interne organisatie zijn er twee gebieden die om aandacht vragen: de overhead en de administratieve afhandeling enerzijds en het op peil houden van de permanente educatie van alle direct betrokkenen bij Leergeld: de intermediairs, de administratieve kracht, de coördinatoren en bestuursleden. 3. Het aangaan van samenwerkingsverbanden met stichtingen, instellingen, scholen waarmee de belangen parallel lopen. Door gerichte samenwerking kan van elkaars expertise gebruik gemaakt worden met als doel de uitsluitingproblematiek voor kinderen ten gevolge van niet kunnen meedoen om financiële redenen, uit te bannen. Daarbij zal de leergeldformule als leidraad gelden en zal speciaal aandacht geschonken dienen te worden aan het privacy-aspect. 4. Inspelen op het armoedebeleid en adequaat reageren op ontwikkelingen van de diverse gemeenten binnen ons werkgebied. Jaarlijks vindt er een terugkoppeling plaats naar deze gemeenten. Werkplan 2010 2013 1. Versteviging van onze positie in ons werkgebied zowel naar de geldverstrekkers (fondsenwerving bij provincie, gemeenten en particulieren) als naar onze cliënten. a. Versteviging van onze positie naar geldverstrekkers - Provinciale subsidie Naar de provincie (tot nu toe de grootste verstrekker van subsidie) is een belangrijke stap gezet met de oprichting van de stichting Leergeld Limburg. In de loop van 2009 heeft Leergeld Limburg de status van organisatie met maatschappelijk belang gekregen. Het samenwerken met Leerhulp Roermond binnen Leergeld Limburg moet (ondanks de verschillen in statuten) voortgezet worden. De stichtingen moeten doorgaan om
hun doelstellingen en resultaten zo duidelijk mogelijk onder de aandacht te brengen van de beleidsmakers bij de provincie en hier gezamenlijk een lijn in trekken. Aandachtsgebieden blijven de noordelijke regio s in de provincie: Weert en Venlo. Indien zich er mogelijkheden voordoen zullen de bestaande leergelden met raad en daad ondersteuning bieden om ook hier een stichting Leergeld op te richten. Vooralsnog is dit een prioriteit die m.n. bij het bestuur van Leergeld Limburg ligt. Ter wille van een sterke positie van Leergeld en vanwege een aantal praktische zaken zoals het behoud van de provinciale subsidie is transparantie in de werkwijze en bij de besteding van de middelen noodzakelijk. Deze transparantie is eveneens noodzakelijk indien er binnen Leergeld Limburg een verdeelsleutel wordt ontwikkeld voor de aangesloten lokale leergelden. - Particuliere geldverstrekkers binnen de provincie. Binnen Leergeld Limburg is afgesproken dat de grotere bedrijven die het regiokarakter duidelijk overstijgen, door Leergeld Limburg benaderd worden. Deze aanpak moet gehandhaafd blijven. Er dient een herbezinning plaats te vinden op de mogelijkheden om de groep bedrijven die benaderd worden uit te breiden. - Gemeentelijke subsidies binnen de Westelijke Mijnstreek In de afgelopen jaren is Leergeld op de kaart geplaatst waar het gaat om de subsidieverstrekking door de gemeenten. De positie van Leergeld als organisatie die een rol kan en wil spelen binnen het armoedebeleid en die bereid is met de gemeentes in de regio hier afspraken over te maken moet duidelijk zijn. Naar de gemeenten in het werkgebied vindt er jaarlijks een terugkoppeling plaats. - Overige geldverstrekkers binnen de Westelijke Mijnstreek De sponsoring van Leergeld door particulieren, bedrijven, instellingen en stichtingen is een voorwaarde om de doelstellingen van Leergeld te verwezenlijken. Voor 2013 streeft Leergeld wm naar een netwerk van sponsoren, dat zo uitgebreid is, dat in combinatie met de subsidie verstrekking door lokale en provinciale overheid, de continuïteit van de stichting gewaarborgd is. Daar waar het grotere bedragen betreft streven we er naar om: de bestedingen over meerdere jaren te kunnen realiseren en om de gelden te laten boeken via de stichting vrienden van de stichting Leergeld wm. Voor de korte termijn betekent dit dat de huidige fondsenwervingsactiviteiten (Club van 100) tegen het licht gehouden moeten worden. Er komt een apart werkplan t.a.v. PR en fondsenwerving. De opzet van dit plan zal zijn: kijken of we de huidige activiteiten handhaven en daar waar mogelijk streven naar een grotere effectiviteit c.q. uitbreiding of dat we streven naar het opzetten van nieuwe activiteiten naast de bestaande. Grotere PR acties richting een zo breed mogelijk publiek zullen alleen ondernomen worden als zij in dienst staan van breed opgezette sponsoracties. Eind 2008 heeft de samenwerking met het Jeugd Sport Fonds zijn beslag gekregen. Deze samenwerking wordt voortgezet ter wille van de wederzijdse belangen, de overlappende doelstellingen en de versterking van de continuïteit van Leergeld. b. Versteviging van de positie naar cliënten d.m.v. naamsbekendheid.
Leergeld wm streeft naar een gerichte naamsbekendheid. Dit houdt in dat de activiteiten van Leergeld om de naamsbekendheid in stand te houden en te verbeteren zich vooral zullen richten op scholen, instellingen voor maatschappelijk werk, sportverenigingen e.d. De activiteiten moeten zich vooral richten op die plekken waar uitsluiting als gevolg van financiële problemen zichtbaar wordt en van waaruit doorverwezen kan worden. De werkwijze en de grenzen van Leergeld moeten binnen scholen / instellingen bekend zijn. Het activiteitenplan van de coördinatiecommissie zal een beschrijving van deze activiteiten geven. 2. De interne organisatie. Binnen de eigen organisatie zijn er de komende tijd twee gebieden die om aandacht vragen. a. De overhead en de administratieve afhandelingen. Wij willen de interne organisatie optimaliseren met een goed evenwicht tussen vrijwilligers en betaalde kracht waarbij zo laag mogelijke overheadkosten worden nagestreefd. Hierbij hoort ook het verkleinen van de kwetsbaarheid van de administratieve organisatie, en een bredere kennis bij meerdere personen neerleggen. Indien samenwerkingsverbanden met anderen extra overheadkosten met zich mee brengen zal gestreefd worden naar een redelijke financiële vergoeding, minimaal ter compensatie van deze extra overheadkosten. In de voor ons liggende periode wordt het administratief proces doorgelicht. Er komt een back-up voor noodsituaties. Ook de diverse taken binnen coördinatie, administratief proces en intermediairs worden doorgelicht. Het doel van de tweede operatie is het terugdringen van de overheadkosten en het verkleinen van de kwetsbaarheid van de administratieve organisatie. Er komt een reëel inzicht in de financiële kosten van het administratief proces om vast te kunnen stellen welk tarief redelijk is om aan derden door te berekenen. b. De vrijwilligers. De permanente educatie van intermediairs, administratieve hulp, cöordinatoren en bestuur blijft een van de doelstellingen van Leergeld wm. Enerzijds om een ieder zo adequaat mogelijk binnen de organisatie te laten functioneren, anderzijds om de kansen op betaalde arbeid voor de intermediairs met een uitkering te verhogen. We besteden aandacht aan het bestaande vrijwilligersbeleid en waar nodig wordt dit bijgesteld, we richten ons hierbij o.a. op het gebied van scholing en deskundigheidsbevordering, teambuilding. We zullen de bestaande afspraken doorlichten en - indien gewenst herformuleren in de diverse overlegstructuren (bestuursvergaderingen, werkvergaderingen coördinatoren-intermediairs). Niet zozeer vallend onder permanente educatie maar wél een punt van aandacht is versterking c.q. tijdige vervanging van aftredende bestuursleden. Binnen het bestuur dient bekeken te worden welke vertegenwoordiging van maatschappelijke groeperingen gewenst zijn.
3. Het aangaan van samenwerkingsverbanden met stichtingen, instellingen, scholen waarmee de belangen parallel lopen. Door gerichte samenwerking kan van elkaars expertise gebruik gemaakt worden met als doel de uitsluitingproblematiek voor kinderen ten gevolge van niet kunnen meedoen om financiële redenen, uit te bannen. Daarbij zal de leergeldformule als leidraad gelden en zal speciaal aandacht geschonken dienen te worden aan het privacy-aspect. Door het systematisch in kaart brengen van de hulpvraag en het analyseren van de gegevens kunnen scholen gericht benaderd worden. Enerzijds om de naamsbekendheid van Leergeld te vergroten, anderzijds om verdere bewustmaking van de problematiek bij alle betrokkenen te bevorderen. De vormen van samenwerking met stichting Raad en Daad, Jeugdsportfonds, Stichting Don Bosco, Stichting Daadkracht, Partners in Welzijn, IBG-groep worden jaarlijks geëvalueerd. 4.Inspelen op de beleidsplannen t.a.v. armoedebeleid van de diverse gemeenten binnen ons werkgebied, Leergeld is voorstander van een gerichte besteding van extra geld dat beschikbaar komt voor de bestrijding van achterstanden. Gericht betekent in dit geval: inzetten (in natura of d.m.v. van vooruit betalingen) op het gebied van sportieve, educatieve en/of culturele doeleinden. Om zo goed mogelijk aan deze doelstelling te kunnen voldoen neemt Leergeld kennis van het armoedebeleid in de diverse gemeenten. Leergeld speelt hierbij in op de ontwikkelingen, indien nodig past zij het (toekennings) beleid aan. In de terugkoppeling worden de eigen standpunten t.a.v. het armoedebeleid naar voren gebracht. Leergeld komt ook bij gezinnen die buiten de doelgroep van de gemeente vallen: gezinnen in schuldhulpverlening. Intern betekent dit dat Leergeld moet nagaan welke aanpassingen er nodig zijn om op brede schaal deze taak uit te voeren. Naast het aangaan van samenwerkingsverbanden gaat het hierbij om zaken als: - de uitbreiding van het bereik van zowel de doelgroep als de uitbreiding van het budget. - de vastlegging en de verantwoording van de middelen. - de beschikbare inzet van vrijwilligers e.d. - het kostenaspect voor Leergeld bij een uitgebreidere werkwijze Op langere termijn betekent dit voor Leergeld: - een evaluatie van de werkwijze, met name ook de vraag of de complete doelgroep bereikt werd. - het meten van de effecten. - de samenwerking met andere instellingen