10 werkvormen om het denken te activeren Goede metacognitieve vaardigheden worden gezien als een voorspeller van succesvol leren. Door expliciet aandacht te besteden aan denkvaardigheden, stimuleer je metacognitie. Werkvorm 1: Spionnenmethode Werkvorm 2: Wisbordjes Werkvorm 3: Cliffhanger van de week Werkvorm 4: De workshop Werkvorm 5: Denkwolk Werkvorm 6: Jezelf een cijfer geven Werkvorm 7: Monitor poster Werkvorm 8: Aantekeningen maken Werkvorm 9: Zeepkistbeurt Werkvorm 10: Denkposter Werkvorm 1: Uitwisselen van aanpak-en leerstrategieën (Spionnenmethode) Beter goed gejat, dan slecht bedacht! Kijk de kunst af en leer ervan. Geef leerlingen tijdens het verwerken van een taak de ruimte om informatie over aanpak-en leerstrategieën uit te wisselen met een medeleerling. Leer de leerling dat afkijken zonder er zelf betekenis aan te geven geen zin heeft. Leren hoe de ander het aanpakt kan wel zinvol zijn. 30 leerlingen = 30 leerstrategieën. 1
Werkvorm 2: Wisbordjes (wit A4 gelamineerd/stiften en doekjes) Gebruik wisbordjes om het denken van leerlingen in de klas zichtbaar te maken. Iedereen moet actief meedoen en leerlingen wisselen direct veel informatie uit met elkaar. De docent kan het denken meteen ondersteunen met feedback. Werkvorm 3: Cliffhanger van de week Verdeel de klas in groepjes. Geef de klas elke week op vrijdag een raadsel mee naar huis. Het is de bedoeling dat elk groepje het raadsel op dinsdag heeft opgelost. De groepjes vertellen niet alleen het antwoord, maar ook hoe zij tot het antwoord zijn gekomen. Per keer kan men punten verdienen. Niet alleen het juiste antwoord verdient een punt, maar ook een creatieve oplossing of een interessant denkspoor kan punten opleveren. Na 4 weken mag de winnaar een cliffhanger voor de klas bedenken. Werkvorm 4: De workshop De workshop geeft leerlingen de mogelijkheid om andere leerlingen iets te leren. De leerling mag zelf een workshop bedenken. Leerlingen die interesse hebben kunnen zich bij een workshop van deze medeleerling inschrijven. Door een workshop te geven, moet de leerling nadenken over het leerproces en dit in begrijpelijke denkstappen overbrengen aan de ander(en). 2
Werkvorm 5: Denkwolk Om leerlingen bewust te maken van het eigen denkproces tijdens een taak, kunnen papieren denkwolkjes worden ingezet. Geef elke leerling tijdens een taak een denkwolkje op papier. Vraag de leerlingen om tijdens het werken aan de taak, 1 gedachte over het leerproces in het denkwolkje te schrijven. Bijvoorbeeld: Ik vind het moeilijk, maar ik zet door, Ik weet niet hoe ik verder moet, maar ik kan iemand om hulp vragen, Ben ik wel goed bezig? Wie zou even mee kunnen kijken?. Maak een poster met gedachten over het leerproces, zodat leerlingen leren met welke vragen zij zoal te maken kunnen krijgen en hoe ze die op kunnen lossen. Hang deze poster op in de klas. Werkvorm 6: Jezelf een cijfer geven Wil je weten of de leerlingen de leerstof beheersen? Vraag aan de leerlingen, als zij nu een toets moesten maken, welk cijfer zij zichzelf geven. Aan de hand van het cijfer kun je in gesprek gaan over wat de leerling nog nodig denkt te hebben om de lesstof te beheersen en de toets goed te kunnen maken. 3
Werkvorm 7: Monitor poster of helikopter? Maak leerlingen bewust van het leerproces tijdens de taakaanpak. Metacognitieve vragen tijdens het leerproces helpt leerlingen de taak te monitoren, te controleren en tijdig bij te sturen. Hang in de klas een monitorposter op met metacognitieve vragen. Bijvoorbeeld: Lukt de aanpak volgens mijn plan? Is mijn aanpak handig? Werk ik nog steeds netjes? Begrijp ik wat ik moet doen? Klopt de aanpak die ik heb bedacht? Of moet ik een andere aanpak kiezen? Heb ik hulp nodig? Wie kan mij dan helpen? Werkvorm 8: Aantekeningen maken Leer leerlingen de lesstof zelf te verwoorden of te verbeelden. Door zelf betekenis te geven aan de lesstof onthoudt de leerling informatie beter en wordt informatie beter opgeslagen in de hersenen. Geef leerlingen de ruimte om lesstof zelf te verwerken in een aantekeningen schriftje zowel met woorden en zinnen, als met tekeningen. 4
Werkvorm 9: Zeepkistbeurt Om leerlingen te trainen in het nadenken over het leerproces kan de zeepkistbeurt een praktische oefening zijn. Geef leerlingen de mogelijkheid om in 5 of 10 minuten te vertellen over een vaardigheid die zij goed onder de knie hebben. Vraag de leerling te vertellen hoe het komt dat hij of zij zo goed is geworden in deze vaardigheid. Hoe is het begonnen? Wat heeft de leerling gedaan om zo goed te worden? Wat was er lastig tijdens het aanleren van deze vaardigheid? Hoe zou hij of zij anderen deze vaardigheid leren? Hoeveel oefentijd was er nodig om zo vaardig te worden? Enz. Werkvorm 10: Denkposter Door leerlingen kritisch na te leren denken, bevorder je metacognitieve vaardigheden. Hang een denkposter op in je klas. Attendeer leerlingen op de vragen op de poster als je wilt dat ze dieper nadenken over een vraag die jij of een leerling stelt. Hoe komt dat denk je? Kun je dat uitleggen of verklaren? Heb je het ergens anders ook gezien? Weet je het zeker? Zou er ook een andere verklaring voor kunnen zijn? Met wat kun je het vergelijken? Wat is het verschil met..? Wat zijn de overeenkomsten..? Zou jij ook nog een andere oplossing kunnen bedenken? Want? Omdat...? Doordat...? 5