Op fietstocht in eigen land en naar zichzelf Lesvoorbereiding Toon de foto's Crupet op het smartboard Kies een lied dat je voor deze les wilt gebruiken: Iedereen is anders, de Phillibustas Allemaal anders, Ronny Mosuse Iedereen is anders, Marcel Zimmer Je mag er zijn, Herman Boon Voorzie grote flappen papier Verwondering Diversiteit 2 e graad De leerlingen vertrekken op fietstocht. De eerste avond komen ze aan in Crupet, een piepklein dorpje in het zuiden van België. Daar blijkt dat de vrachtwagenchauffeurs in de hele provincie staken. Er is geen eten meer tot in de supermarkten geraakt. De rekken in de schoen- en klerenwinkels staan leeg en ook de benzine in de benzinestations raakt op. Die avond organiseren de inwoners van het dorp een spoedvergadering. Er moet immers wat gedaan worden, maar wat? Bespreek. Laat ook leerlingen aan het woord die een familielid hebben die winkelier, apotheker of vrachtwagenchauffeur is. Wat is het gevolg voor de mensen in het dorp als de vrachtwagens staken? Waar halen wij ons voedsel, kleren, medicijnen vandaan? Hoe komen deze spullen in de winkels? Wat betekent 'staken'? Waarom staken mensen?... We gaan samen de inwoners van het dorp helpen om zich te organiseren zodat zij, zonder hulp van buitenaf, toch verder kunnen leven. Tip: Je kan deze les zo aankleden dat het een klein project wordt. Vraag alle leerlingen met de fiets te komen, laat de fietsen controleren door een politieagent en maak een echte fietstocht door je eigen gemeente. Bereid hen voor met een les over de verkeersregels. Kennis STAP 1: AANKOMST IN CRUPET Toon Crupet op de kaart van België.
Tip: Maak hier een ICT-opdracht van. De leerlingen zoeken via het internet (foto's van) Crupet op. Toon de foto's van Crupet. STAP 2: VERGADERING Bij aankomst stroomt het hele dorp net toe in de sporthal van het dorp. Het is crisisvergadering. Beschrijf de situatie: De winkels zijn leeg en er is geen benzine om voor iedereen het nodige te gaan halen. Mensen geraken door hun voorraden eten heen. De mensen (vooral oudere mensen) kunnen niet meer naar de dokter gaan, want die woont een eind verderop. Er is geen apotheker om medicijnen te kopen. Er rijden geen bussen meer. Niemand heeft nog benzine in de wagen. Wie nu nieuwe schoenen of kleren nodig heeft, kan die nergens kopen. Er is één boer met melkkoeien. Normaal komt er een bedrijf zijn melk ophalen om er kaas en yoghurt van te maken. Nu blijft hij met zijn melk zitten en wordt die zuur. De winter komt er aan en er is nood aan (warme) kleren. Mensen die hun huis verbouwen of bouwen, hebben geen bouwmaterialen meer. Er is een bericht gekomen dat de staking nog enkele weken zal duren. Na de staking zal het dorp, omdat het zo klein is, waarschijnlijk als laatste voorzien worden van levensmiddelen. De situatie zal dus nog minstens anderhalve maand zo blijven. Het goede nieuws is... Er woont in het dorp een grote verscheidenheid aan mensen: Enkele oudere mensen hebben vroeger nog kaas en yoghurt gemaakt, een oude vrouw weet alles van kruiden en hun geneeskracht, er zijn jonge mensen met goede ogen en een sterk lichaam, mensen die goed weten te organiseren, een aardappelboer die ook veel weet over het telen van andere groenten,... Bespreek vervolgens. Schrijf alles op grote flappen papier. Wat kunnen de dorpelingen best doen? Waarin kunnen wij hen helpen?
Enkele ideeën: dokter/verpleger: verzorgt de zieken of gewonden in de klas of op de speelplaats. Geef hen hiervoor de nodige uitleg. apotheker: maakt kruidenthee of zalf boer: zaait groenten. Kijk wat mogelijk is in je school. Als een klein moestuintje niet mogelijk is, zijn bloempotten ook heel handig. melkboer: verwerkt melk tot kaas en/of yoghurt. kleermaker: repareert kapotte kledij of maakt er nieuwe fietsenmaker: repareert kapotte fietsen... Opmerking: De situatie in het dorp is te herleiden tot een aantal kernproblemen: voeding: teelt voeding: verwerking ervan tot houdbare producten als kaas, yoghurt, maar ook confituur,... medische hulp aanvoer van geneesmiddelen aanvoer van bouwmaterialen Dit zijn 5 elementen die onze maatschappij vandaag volledig uit handen heeft gegeven. Maar we kunnen die, indien nodig, opnieuw in eigen handen nemen. Het zijn de 5 elementen waarmee de leerlingen aan de slag kunnen. Elke leerling denkt vervolgens na over de verschillende taken die in het dorp moeten worden opgenomen: Wat zou ik willen/kunnen doen om de mensen van Crupet te helpen? Wie zou mij daarbij kunnen helpen? Bij deze laatste vraag denken de leerlingen na over de talenten van de mensen in zijn omgeving. Dan schrijft elke leerling zijn naam bij drie van de zaken die moeten gebeuren. In stilte denken zij over de redenen na waarom zij bij die taken goed zouden kunnen helpen. Ze schrijven de eigenschappen op die hen daarbij goed van pas komen. Elke leerling schrijft minstens drie eigenschappen op. Bijvoorbeeld: (Ik kan helpen met kaas maken want, ik ben goed in de keuken, ) Tip 1: Neem voor deze opdracht voldoende de tijd. Als je merkt dat de leerlingen moeilijk kunnen nadenken over hun talenten, organiseer hier eerst een klasgesprek rond. Bespreek de taken en de nodige eigenschappen eerst in zijn algemeenheid alvorens hen over hun eigen talenten te laten nadenken.
"Wat moet een boer, kaasmaker, kleermaker, dokter,... goed kunnen?" Probeer zo diep mogelijk in te gaan op alle nodige eigenschappen. Voorbeeld: Een dokter moet lief zijn, geduldig, goede ogen hebben, een vaste hand, een goed geheugen, goed kunnen observeren, mensen goed op hun gemak kunnen stellen, veel van kruiden weten,... Een boer moet sterk zijn, maar ook goed kunnen observeren, geduld hebben, veel van de natuur kennen, graag buiten zijn,... Tip 2: Bij dit lesdeel kan je ervoor kiezen om de leerlingen te laten focussen op hun eigen talenten, dan wel de talenten van de mensen in hun omgeving. In dat laatste geval schrijven zij niet hun eigen eigenschappen op de flap, maar de eigenschappen van de mensen uit hun omgeving. Op deze manier worden leerlingen bewust gemaakt van de grote diversiteit aan mensen in hun omgeving. STAP 3: TAAKVERDELING Verdeel de taken in functie van wat haalbaar is in de klas. De leerlingen zullen in de week of weken die volgen hun taken ook echt in de praktijk brengen. Vraag eventueel hulp van handige (groot)ouders. Tip: Kies een werklied uit dat je speelt wanneer de leerlingen bezig zijn met het uitvoeren van hun taken. (zie 'voor je begint') Naargelang de keuze van het lied, kan je bij de volgende stap de bespreking anders invullen. WAT KAN JE ZELF MAKEN? Inspiratie vind je hier: http://zelf-maken.jouwpagina.nl/ Yoghurt maken (zie http://www.schoolmelk.be/alg-info/info-yoghurt.htm) Yoghurt is een levend product. De bacteriecultuur die erin leeft, kan je steeds gebruiken om nieuwe yoghurt te maken. Dit heb je nodig : 1 liter melk, 2 dl verse yoghurt, een kookpot en een thermometer. Zorg dat de kookpot goed schoon is door hem met heet water te spoelen. Verwarm de melk tot 40 C. Roer er dan voorzichtig de yoghurt door. Sluit de kookpot en stop deze in de oven of op een plek waar de temperatuur op 40 graden blijft. Na 4 à 6 uur is de yoghurt klaar. In de koelkast zetten om af te koelen. Kaas maken Benodigdheden: koffiekopje, pannetje, lepel, pipet, mes, theezeefje, theelepel, schaaltje of vormpje of twee plastic koffiebekertjes, water, volle gepasteuriseerde melk, citroensap, stremsel: bij de apotheek te verkrijgen
Hoe ga je te werk? (zie www.thuisexperimenteren.nl/science/kaasmaken/kaasmaken.htm ) Zet een kopje melk in een pannetje met heet water uit de kraan. De melk wordt dan verwarmd tot ongeveer 35 C. De temperatuur kun je eventueel met een thermometer nagaan. Voeg na 5 minuten al roerend 4 druppels citroensap toe. Hiermee boots je de melkverzuring na. Voeg met de pipet twee druppels van het stremsel (te verkrijgen bij de apotheek) toe. Roer het geheel goed door en laat het vervolgens rusten. Na ca. 25-30 minuten is de melk dik geworden (gelegeerd) en lijkt op yoghurt. Snij met een mes de 'wrongel' in kleine stukjes. Na enige tijd zal de lichtgele wei weggelekt zijn. Je kunt de wrongel van de wei scheiden met een theezeefje. Druk de wrongel met een theelepeltje licht aan. Doe de wrongel in een schaaltje of vormpje. Of maak een kaarspersje door in de bodem van een plastiek koffiebeker een gaatje te prikken. Doe de wrongel in een bekertje en zet er een ander bekertje, gevuld met water, bovenop. Nu kan je je verse kaas, die max. 24 uur houdbaar is net als zuivelspread eten. Zelf medicijnen maken Maak zelf kruidenthees. Tips over de werking van kruiden: www.plantaardigheden.nl/aardig/aardigheden/kruidenthee.htm#lekkere Meer zelf maken: Hoeden, kleren, kaarsen, muziekinstrumenten, zeepkisten, confituur,.. STAP 4: VOOR VERTREK De staking wordt opgeheven en de winkels zullen weldra weer voorzien worden van al het nodige. Bespreek: Is het gelukt om het nodige zelf te doen? Hoe vond je het samenwerken? Heb je iets ontdekt wat je goed/minder goed kan of (niet) leuk vond om te doen? Hoe voelt het om iets te 'maken'? Zou je het even goed redden alleen? Waarom wel/niet? Wat is het voordeel van samenleven met heel verschillende mensen, elk met verschillende eigenschappen? Is er ook een nadeel aan? Welk? Wegen de voordelen op tegen de nadelen of omgekeerd? Waarom? Vergeet niet het gekozen liedje bij de bespreking te betrekken: Iedereen is anders - het belang van diversiteit. Als iedereen hetzelfde was en dezelfde talenten had, zouden we er niet komen.
Filosoferen Ik geef niet op - het belang van doorzetten, samen naar oplossingen zoeken en er samen tegenaan te gaan. Maak van je leerlingen veerkrachtige en kritische wereldburgers door met hen te filosoferen. Zet je samen met de leerlingen in een kring. Zorg dat je elkaar in de ogen kan kijken. Vertel hen dat je gaat nadenken over één vraag (zie voorbeeld). Hoe meer vragen die ene vraag oproept, hoe beter. Het is helemaal niet erg als de leerlingen geen pasklare antwoorden vinden. Er zijn slechts drie regels: 1) Ze mogen allerlei opmerkingen maken als ze bereid zijn het uit te leggen. 2) Ze luisteren naar elkaar. 3) Alles wordt in vertrouwen gezegd. Voorbereiding: Je bereidt een filosofisch gesprek voor door een discussieplan op te stellen (zie hieronder). Je start met één thema uit de les als concept. Daaruit leid je opnieuw verschillende concepten af. Deze concepten helpen je om de hoofdvraag en bijvragen te formuleren. De bijvragen kunnen aan bod komen om een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Let wel, het is niet de bedoeling om tijdens het filosofisch gesprek het discussieplan letterlijk te volgen. Laat ruimte voor de inbreng van de leerlingen. Het discussieplan is als een kompas dat je door het gesprek kan leiden. Gemeenschappelijke beleving: Lees de passage uit Het vertrek van de mier van Toon Tellegen voor.
samenleven individueel in groep delen afzonderen werk verdelen bijdragen erbij horen uitsluiten Hoofdvraag: Moeten mensen samenwerken? Subvragen: Mag je beslissen om jezelf uit te sluiten? Moeten mensen elkaars verschillen aanvaarden? Moeten mensen hun talenten gebruiken? Kunnen mensen taken eerlijk verdelen? Ben je jezelf zonder anderen? Link liedjes Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen.
Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links. Actie Het is tijd om te vertrekken uit Crupet. We hebben een hoop dingen geleerd. Bekijk alle talenten van de leerlingen en organiseer een uitwisseling van kennen en kunnen. De leerlingen leren nu aan elkaar wat zij geleerd hebben tijdens hun verblijf in Crupet. Je kan dit binnen de klas houden, maar de leerlingen kunnen ook in een andere klas een workshop geven rond kaas, confituur, kleren maken, zaaien,... Op die manier wordt hun kennis geconsolideerd en kunnen de leerlingen met trots hun kennen en kunnen doorgeven aan anderen. Organiseer vervolgens op een vrijdagnamiddag een toonmoment waarop ze alle producten aan de ouders voorstellen. Voorzie een moment waarop alle leerlingen met hun talenten naar voren kunnen komen. De leerlingen beslissen ook welke de belangrijkste boodschap is die ze hun ouders willen meegeven en denken na over hoe zij deze over te brengen (folders, affiche, sketch, zelfgemaakte badge met een slogan,...). Muziektip voor dit evenement: http://www.youtube.com/watch?v=tcqzvixzyau: Magic System, Bouger bouger Je kan ook de muziek gebruiken die je eerder al gebruikte. Een ander idee is om een Fabricoleermarkt te organiseren, naar het voorbeeld van de mensen in Ledeberg. (zie achtergrondinformatie) Reflectie Organiseer een complimentenuurtje in de klas. De leerlingen schrijven complimentjes voor elkaar. Bespreek de voorbije les: Hoe voelde ik mij? Wat vond ik leuk, minder leuk? Wat wil ik blijven doen? Wat wil ik nog leren?