Is er in Friesland sprake van goed lokaal bestuur? Dr. Klaas Abma 31 oktober 2013
Siena: Goed bestuur
Siena: Slecht bestuur
Collenius: Goede Beheer
Bestuurskracht Code voor Goed Openbaar Bestuur (BZK, 2009) 1.Openheid en integriteit 2.Participatie 3.Behoorlijke contacten met burgers 4.Doelgerichtheid en doelmatigheid 5.Legitimiteit 6.Lerend en zelfreinigend vermogen 7.Verantwoording
Model: Staalkaart voor kwaliteit Kwaliteitdimensies Rollen Gemeente als bestuurder van de gemeenschap Gemeente als publieke dienstverlener Gemeente als onderdeel van het bestuurlijk bestel Gemeente als organisatie Strategisch niveau: Betrouwbaarheid en veerkracht Strategisch bestuur (richtinggevende rol) Strategisch dienstverlener (visievorming en strategisch vermogen) Strategisch participant (visie op positie in het Ned. bestel) Strategische organisatie (innovativiteit) Tactisch niveau: Integriteit en verantwoording Tactisch bestuur (beleids- en besluitvorming op het gebied van bestuur) Tactisch dienstverlener (beleids- en besluitvorming op het gebied van dienstverlening) Tactisch participant (beleid op het gebied van samenwerking) Tactische organisatie (organisatie beleid, flexibiliteit organisatie) Operationeel niveau: Responsiviteit en instrumentaliteit Operationeel bestuur (uitvoering, o.a. wijk- en dorpsbeheer) Operationeel dienstverlener (uitvoering van de dienstverlening) Operationeel participant (uitvoering samenwerking) Operationele organisatie (efficiency van werken)
Conclusies onderzoek landelijk Kwalificatie goed op alle criteria kwam niet voor Weinig gemeenten met hooguit matig op alle criteria Strategisch functioneren is geen sterk punt Vrijwel altijd disbalans tussen ambities en middelen: willen en kunnen niet in evenwicht Rol medeoverheid is ondergeschikt voor gemeenten Positieve punten: operationele taken, directe dienstverlening, beheersmatige activiteiten, streven naar leefbaarheid, nieuwe taken oppakken, toegankelijkheid bestuurders en ambtenaren
Hoe zat dat in Friesland? Na zelfevaluatie 2002/2003 geen bestuurskrachtonderzoeken Wel: SWOT-analyses, toekomstverkenningen, zelfstandigheidsvisies Onderzoeken zijn minder diepgaand dan bestuurskrachtonderzoeken Conclusies dezelfde
Stelling 1 Er is geen sprake van goed lokaal bestuur in Friesland, hooguit van voldoende functionerend bestuur.
Voorbeeld 1 De bestuurlijke situatie (college en raad) is stabiel, er is in Kollumerland geen sprake van bestuurlijke onrust of crises. De lijnen tussen burgers en bestuurders en raadsleden zijn kort en college en raad zijn goed op de hoogte van alle wat zich in Kollumerland afspeelt. Het gemeentebestuur is voor inwoners goed benaderbaar en toegankelijk wat maakt dat het bestuur snel en slagvaardig kan inspringen op zaken die in de gemeente spelen. De korte lijnen tussen burger en bestuur zijn tegelijkertijd een zwak punt. De politieke aandacht en de beleving zit in de kernen en daar is het gemeentelijke beleid ook op afgestemd. Dit maakt dat de blik vooral intern gericht is en het bestuur minder goed in staat is boven het niveau van gemeente en kernen uit te kijken en op meer strategisch niveau prioriteiten te stellen. (Berenschot, Kollumerland, 2008)
Voorbeeld 2 Hoewel ook als bedreiging genoemd, heeft de samenwerking in NOFA-verband ook de potentie om verder uit te groeien. De vier gemeenten vormen geografisch gezien en een logisch geheel, zijn ongeveer even groot en kennen dezelfde regionale opgaven. De kracht van NOFA zit op dit moment met name in het samen efficiënter uitvoeren van de meer uitvoerende taken op bedrijfsniveau. De uitdaging voor NOFA is om ook op de meer beleidsinhoudelijke taken de opgave op sociaal-economisch gebied te realiseren. Er zijn voldoende plannen, zoals de regiovisie, maar op dit moment blijkt NOFA niet in staat ook echt uitvoering aan deze plannen te geven. (Berenschot, NOFA-gemeenten, 2008)
Stelling 2 Herindeling is misschien geen successtory, maar samenwerking is dat evenmin.
De kracht van gemeenten volgens burgers n Burger als kiezer Burger als klant Burger als onderdaan Burger als partner Burger als wijkbewoner Burger als belastingbetaler < 10.000 inw. 17 5,6 6,8 5,6 7,0 6,4 5,9 10-20.000 inw. 45 5,6 6,9 5,8 7,2 6,5 6,1 20-50.000 inw. 70 5,4 7,0 5,8 6,8 6,5 6,2 > 50.000 inw. 20 5,3 7,0 5,8 6,6 6,5 6,2 Totaal/ gemiddeld 152 5,4 6,9 5,8 6,9 6,5 6,1
De rol van kiezer < 10.000 inw. n Opkomst verkiezingen Invloed burgers Raad als volksvertegenwoor diger Vertrouwen in B&W Nakomen beloften Goed gemeente bestuur? 17 7,1 5,2 5,1 5,3 5,6 5,5 10-20.000 inw. 45 6,9 5,2 5,0 5,2 5,6 5,5 20-50.000 inw. 70 6,6 5,0 4,9 5,2 5,3 5,4 > 50.000 inw. 20 6,2 5,0 4,8 5,2 5,3 5,4 Totaal/ gemiddeld 152 6,7 5,1 4,9 5,2 5,4 5,5
Stelling 3 Schaal heeft geen invloed op de tevredenheid van burgers.
Hoe zat dat in Friesland? jaar kiezer klant onderdn partner wijkbew. betaler Achtkarspelen 2006 5.5 7.1 6.1 5.4 6.5 6.2 Lemsterland 2007 5.3 7.0 5.3 5.5 6.4 5.8 Littenseradiel 2007 5.5 6.8 6.0 7.5 6.4 6.8 Menaldumadiel 2007 5.5 6.9 5.5 8.1 6.4 5.1 Weststellingwerf 2007 5.3 6.8 6.0 4.9 6.5 6.9 Tytjerksteradiel 2008 6.0 7.5 6.3 7.0 5.5 Dantumadiel 2008 5.7 7.2 5.9 5.3 6.6 7.2 Dongeradiel 2008 5.2 7.2 5.7 4.9 6.7 6.5 Ooststellingwerf 2008 5.4 7.1 5.9 5.0 6.4 5.4 Wûnseradiel 2008 5.5 6.2 5.7 5.0 6.4 5.2 Bolsward 2009 6.0 7.3 6.5 6.0 6.9 6.3 Harlingen 2009 4.8 7.0 5.8 4.6 6.7 Heerenveen 2009 5.6 7.1 6.3 5.6 7.0 Gemiddeld 5.5 7.0 5.9 6.6 6.1 Gem. land 5.4 6.9 5.8 6.5 6.1
Hoe zat dat in Friesland (kiezersrol)? jaar Opkomst verkiezingen Invloed burgers Raad als volksvertegenwoo rdiger Vertrouwen in B&W Nakomen beloften Goed gemeentebestuur? Tytjerksteradiel 2008 6.8 5.5 5.4 6.4 5.6 6.4 Dantumadiel 2008 6.9 5.3 5.1 6.0 5.1 5.9 Dongeradiel 2008 7.0 4.8 4.7 5.3 4.6 5.1 Wûnseradiel 2008 7.0 4.8 4.8 5.5 5.0 5.7 Ooststellingwerf 2008 6.7 5.0 4.8 5.6 4.9 5.3 Bolsward 2009 6.8 5.7 5.5 6.2 5.7 6.1 Harlingen 2009 4.9 4.6 4.9 4.7 5.0 Heerenveen 2009 5.4 5.2 6.0 5.4 5.9 Gemiddeld 6.9 5.2 5.0 5.7 5.1 5.7 Gem. land 6.7 5.1 4.9 5.3 5.3 5.5
Hoe zat dat in Friesland (invloed op plannen)? jaar Betrokkenheid bij totstandkoming plannen Gemeente is geïnteresseerd in mening burgers Voldoende inspraak voor burgers Betrokkenheid bij uitvoering plannen Voldoende invloed op wat gemeente doet Dantumadiel 2008 5.3 5.9 5.6 5.0 4.6 Dongeradiel 2008 4.8 5.4 5.2 4.7 4.2 Wûnseradiel 2008 5.1 5.3 5.4 4.9 4.2 Ooststellingwerf 2008 5.2 5.4 5.5 4.8 4.3 Bolsward 2009 6.1 6.4 6.3 5.8 5.3 Harlingen 2009 4.5 4.9 5.0 4.5 4.2 Heerenveen 2009 5.5 6.1 5.8 5.6 4.9 Gemiddeld 5.2 5.6 5.5 5.0 4.5 Gem. land 5.7 6.2 5.8 5.4 5.1
Stelling 4 Gemeenten moeten meer investeren in hun volksvertegenwoordigers, desnoods ten koste van investeringen in dienstverlening.
Stelling 5 Zowel uit objectief (onderzoekers) onderzoek als uit subjectieve (burgers) beleving blijkt het lokale bestuur in Nederland te kenschetsen als voldoende maar heeft z n duidelijke zwakke kanten. Die zitten ook in het bestuur zelf.
6. Lerend en zelfreinigend vermogen Beginsel: Het bestuur verbetert zijn prestaties en die van de organisatie, en richt de organisatie hier op in. Toelichting: Het bestuur verbetert zijn prestaties door te leren van eventuele fouten en andere ervaringen. Het bestuur laat zich controleren op zijn functioneren en is daar op aanspreekbaar. Zo ontstaat de nodige hygiëne in de organisatie. Het bestuur schept een klimaat waarin de organisatie leert van eventuele fouten en andere ervaringen, zoals ervaringen van andere (overheids-)organisaties. Ontvankelijkheid voor signalen uit de omgeving draagt bij aan het zelfreinigend en lerend vermogen.
Uitkomsten van gemeenten 2005-2007 Gemeente aantal inw. rapportcijfer burger als kiezer Opkoms t verkiezingen *) oordeel burger over invloed als kiezer oordeel burger over vertegenwoo r-diging door raad vertrouwen burgers in B&W oordeel burgers waarmaken beloften B&W mening burgers goed gemeentebestuur 1 Hattem 11630 6,4 7,7 5,9 5,8 6,7 5,9 6,4 2 Staphorst 15899 6,3 8,6 5,6 5,5 6,3 5,5 6,1 3 Opmeer 11212 6,2 7,3 5,8 5,5 6,6 5,8 6,5 4 Ten Boer 7164 6,2 7,5 5,7 5,4 6,5 5,7 6,3 5 Bunschoten 19475 6,0 7,2 5,4 5,3 6,4 5,4 6,2 6 Strijen 9195 6,0 6,6 5,5 5,6 6,3 5,6 6,3 7 Meerssen 19762 6,0 7,7 5,3 5,2 6,2 5,4 6,0 8 Dalfsen 26541 6,0 7,1 5,4 5,4 6,1 5,6 6,1 9 Nunspeet 26583 6,0 7,7 5,5 5,2 6,1 5,3 5,9 10 Leek 19004 5,9 6,7 5,7 5,5 6,3 5,6 6,2 165 Vlissingen 45073 4,9 5,7 4,7 4,5 5,2 4,6 4,6 166 Giessen-landen 14436 4,9-4,8 4,7 5,0 4,6 5,1 167 Reusel-De Mierden 12288 4,8-4,2 4,0 4,8 4,4 4,6 168 Nieuw-Lekkerland 9577 4,7-4,9 4,7 4,8 4,5 4,7 169 Steenbergen 23301 4,6 6,1 4,3 4,3 4,5 4,1 4,4 170 Bergen op Zoom 66325 4,6-4,3 4,1 4,8 4,1 4,6 171 Gorinchem 34352 4,5-4,3 4,2 4,8 4,3 5,0 172 Schiedam 75120 4,4-4,4 4,2 4,6 4,1 4,2 173 Den Helder 58957 4,2 5,4 4,2 3,9 4,1 3,8 3,9 174 Hardinxveld- Giessendam 17799 3,8-4,1 4,0 3,8 3,5 3,5 Gemiddelde alle gemeenten 5,4 6,7 5,1 4,9 5,3 5,3 5,5
2. Participatie Beginsel: Het bestuur weet wat er leeft in de maatschappij en laat zien wat het daarmee doet. Toelichting: Participatie betekent het betrekken van burgers en belangrijke partijen uit de omgeving bij het vormen of bijstellen van beleid. Participatie vraagt van het bestuur interactief te zijn met zijn omgeving, daadwerkelijk te luisteren naar vragen en ideeën van betrokkenen over een concreet onderwerp en zich tegenover hen te verantwoorden wat het daarmee heeft gedaan.
Uitkomsten burgeronderzoek 2008 bij 44 gemeenten De gemeente is geïnteresseerd in de mening van haar burgers: gemiddeld 5,6 Burgers worden voldoende betrokken bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen: gemiddeld 5,1 Burgers hebben voldoende inspraakmogelijkheden op gemeentelijke plannen: gemiddeld 5,3 Burgers worden voldoende betrokken bij de uitvoering van gemeentelijke plannen: gemiddeld 4,9 Burgers hebben voldoende invloed op wat de gemeente doet: gemiddeld 4,5