A 1 Welke vorm? tent tennisbal beker notitieblok ijshoorntje baksteen. Voorwerpen uit de omgeving

Vergelijkbare documenten
G 1 Tangram: figuren leggen

K 1 Symmetrische figuren

1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Thema 10: Ruimtelijke figuren vmbo-b12

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

1. Ik kan vormen en figuren herkennen en gebruiken met bijbehorende wiskundige vaktaal.

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Steekkaart: nummer 5W

Docentenhandleiding Wiskonopoly

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Willem-Jan van der Zanden

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

wiskunde CSE GL en TL

Thema 21: Doorsnede en inhoud vmbo-b12

Doelenlijst 10: MEETKUNDE

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

ZESDE KLAS MEETKUNDE

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

beeldeiland keith haring juf Eline W a t h e b j e n o d i g? W a t g a j e d o e n? Een leeg blad Een potlood Een schaar

wiskunde CSE GL en TL

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies.

Les 8 ruimtelijke patronen

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

Antwoordmodel - In de ruimte

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Wat is de som van de getallen binnen een cirkel? Geef alle mogelijke sommen!

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600.

Speel met spel ROOD!

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Examen VBO-MAVO-D Wiskunde

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

Leest hij eerst de eerste kolom van boven naar beneden, dan de tweede enzovoorts, dan hoor je

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

Dieren vouwen met Origami

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Het brein. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Het brein Groep 7-8 Leerlingen In de klas versie

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken.

Aanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (4-7 jaar)

S C I E N C E C E N T E R

Oppervlakte ruimtelijke figuren

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw

Homogene groepen, de balk

SMART-finale 2016 Ronde 1: 5-keuzevragen

Rekentijger - Groep 5 Tips bij werkboekje A

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit.

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

wiskunde B havo 2015-II

Les 2 Hoekpunten, ribben, vlakken

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

m a t e r i a a l z e n d i n g

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

4 Meetkunde. Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Uitwerkingen van de opgaven bij de basisvaardigheden

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

OVERZICHT FORMULES: Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I. omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

2. Antwoorden meetkunde

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

handleiding pagina s 965 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 117, 123, 129, 140 en Cd-rom

wiskunde B bezem havo 2017-I

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur


WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Google SketchUp BasisTools Hier staan de tools (gereedschappen) waarmee je snel kunt beginnen.

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

Lesmateriaal bovenbouw

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

A Welke vorm? ** Voorwerpen uit de omgeving ekijk de afgebeelde voorwerpen. Welke geometrische (meetkundige) vormen kun je ontdekken? Zet de juiste letters in de tabel. Welk woord ontstaat er? U U J K S bol cilinder kubus piramide kegel balk prisma Welke geometrische vormen kun jij ontdekken? Zet de juiste namen van de vormen in de tabel. tent tennisbal beker notitieblok ijshoorntje baksteen 3 Zoek meer voorbeelden van deze vormen. Teken ze schrijf de namen op!

A ouwen met vormen ** Geometrische vormen en blok heeft een bepaalde vorm. ekijk iedere toren. Welke vormen zijn er gebruikt? Zet van elke gebruikte vorm de juiste aantallen in de tabel. toren toren toren 3 balk kubus cilinder kegel piramide bol prisma toren toren toren 3 Kun jij de afgebeelde torens nabouwen? Vergelijk ze met het voorbeeld. 3 linddoek je klasgenoot en bouw voor hem/haar een toren van 6 vormen. Nu mag je klasgenoot aan de toren voelen. aarna moet hij/zij zonder blinddoek de toren nabouwen. Zijn beide torens gelijk?

A 3 Vormen in bouwwerken herkennen ** Kleurpotloden, bouwstenen, kopieerblad Geef de vormen op het werkblad (kopieerblad ) de juiste kleur. A C Welke vormen zijn er gebruikt? Zet de juiste aantallen in de tabel op het werkblad. A C 3 ouw met de vormen uit de tabel een eigen bouwwerk. Let op de gegeven aantallen van de vormen. ouwwerk ouwwerk 0 0 0 4 0 4 0 ouwwerk 3 5 0 0

A 4 Voelen en raden Geometrische vormen, voelzak Lees de onderstaande raadsels eens goed door. Weet jij welke vormen er worden bedoeld? e basis van de vorm is vierkant. Vier vlakken lopen uit in een top. A e vorm heeft vijf vlakken. Twee even grote driehoeken liggen tegenover elkaar. Twee tegenover elkaar liggende vlakken zijn steeds even groot. e vorm heeft acht hoeken e vorm heeft twaalf gelijke ribben. F e vorm heeft twee vlakken, één ervan is cirkelvormig. C e vorm heeft geen hoeken en vlakken en heeft geen grondvlak. e vorm heeft drie G vlakken. Twee vlakken hebben dezelfde. vorm. oe een paar vormen in een voelzak. Pak met één hand een vorm vast, maar haal die nog niet uit de zak. Voel met je hand goed aan de vorm en raad welke vorm jij in je hand hebt. Neem de vorm uit de zak om te kijken je het goed hebt geraden. voel - zak kubus balk kegel piramide cilinder bol prisma

A 5 Vormen en hun vlakken Kleurpotloden, verpakkingen, kopieerblad Geef op het werkblad (kopieerblad ) gelijke vormen dezelfde kleur. ij welke vormen kunnen deze vlakken voorkomen? Zet de namen in de tabel. rechthoek vierkant driehoek cirkel 3 ekijk de verschillende verpakkingen. Welke vormen en vlakken herken je? Vruchtenthee Choco

Rol de dobbelsteen obbelsteen Leg de dobbelsteen op het startveld. Rol de dobbelsteen volgens de instructies. Hoeveel ogen liggen er dan boven? Schrijf na het rollen het aantal ogen op. a) r - b - r - o b) b - b - r - o c) r - b - b - l d) b - r - o - l e) r - r - b - l f) b - r - b - b g) r - b - b - o - l h) b - r - b - l - b i) r - r - r - b - l j) r - b - l - b - r k) b - b - b - r - o l) r - r - b - l - l r : naar rechts b : naar boven l : naar links o : naar onder A Schrijf telkens de volgorde van de speelvelden van opgave op. ijv.: a) C C3 3 C START 3 4 3 Zoek verschillende manieren om in vier stappen van naar 3 te gaan. Schrijf de volgorden op.

obbelsteen bouwen obbelsteen, potlood, schaar, kopieerblad 3 a) Neem één van de dobbelsteenbouw - platen (kopieerblad 3) en leg een dobbelsteen op de onderste rij. Rol de dobbelsteen vijf keer zo over de bouwplaat, dat elke zijde één keer te zien is geweest. Kleur de vakjes waarop de dobbelsteen heeft gelegen en schrijf in elk vakje het aantal ogen dat boven lag. b) Knip de vorm uit die is ontstaan. Vouw deze in elkaar. Heb je een echte dobbelsteen gemaakt? Voorbeeld Maak nog meer verschillende dobbelsteenpatronen door de dobbelsteen te rollen en het aantal ogen op te schrijven. ij sommige patronen moet meer dan vijf keer worden gerold.

3 Zoek de kubussen Kubusmodellen Kruis alle patronen aan waaruit een kubus kan ontstaan. ouw met deze modellen de kubussen na. A C F G H I J K N M L e letters van de patronen waaruit geen kubus kan ontstaan vormen een woord. Kun jij ontdekken welk woord? Schrijf de letters in de rookwolkjes van het vliegtuig.

4 obbelstenen afmaken Potlood, schaar, dobbelsteen, ruitjespapier Maak de dobbelsteen af. a) b) c) d) e) f) g) h) i) Teken de bouwplaten uit opgave op ruitjespapier. Knip ze uit en vouw er dobbelstenen van. Zien ze er net zo uit als een echte dobbelsteen? e ogen tegenover elkaar zijn samen altijd zeven. 3 Maak je eigen dobbelsteenbouwplaat.

5 alken kantelen Leeg luciferdoosje Kantel een luciferdoosje zoals op het plaatje staat. Ligt bij het vlak met het vraagteken het deksel () de bodem () boven? Zet een rondje om. a) / b) / d) c) / / e) f) / / g) h) / / Teken zelf nog een aantal voorbeelden.

6 Hoe zit het in elkaar? Schaar, kleurpotloden, kopieerblad 4 Vouw in gedachten de vorm tot een kubus. Welke randen zullen elkaar raken? Geef op het werkblad (kopieerblad 4) die randen dezelfde kleur. a) b) c) e) d) f) Geef de vlakken die na het vouwen tegenover elkaar liggen dezelfde kleur. 3 Knip de vormen uit. Heb je het goed gedaan?

7 Wiebelen langs de rand a) Spinnetje Veelvraat zit op zondag in hoek. In hoek C ontdekt zij een bij. Ze krabbelt langs de randen. Welke weg kan spinnetje Veelvraat nemen? Schrijf de kortste weg op. H G F C voorbeelden: F G C A C A b) Schrijf telkens de kortste weg op. Maandag: e spin zit in hoek H, de bij in hoek. insdag: e bij zit in hoek G, de spin in hoek A. Vrijdag: e bij zit in hoek F, de spin in hoek A. Verplaats je in de spin en krabbel in gedachten dezelfde weg. In welke hoek kom je uit? Schrijf die weg op. H F G Ik zit in hoek F, krabbel naar achteren, naar links en dan naar beneden. Ik zit in hoek, krabbel naar boven, naar links en dan naar beneden. A C Ik krabbel tussen hoek en H in de richting van H. an naar beneden, in de richting van A, tot de hoek en dan weer naar boven. Vanaf C krabbel ik naar boven, naar voren en dan weer naar beneden. 3 Maak voor je klasgenoot ook een paar krabbelraadsels.

8 Zie jij wat het is? Schaar, kopieerblad 5 Kruis aan, uit welke vormen je een piramide een cilinder kunt vouwen. Knip ze vervolgens uit het werkblad (kopieerblad 5) en vouw ze. A C F G Geef aan bij welke vorm de afgebeelde bouwplaten horen. Zet een kruisje in de tabel. A C A F C F

C Wat ziet hij? ** e kapiteins van de schepen turen met hun verrekijker. Welke kapitein ziet welk plaatje? kapitein van schip kapitein van schip kapitein van schip kapitein van schip kapitein van schip kapitein van schip

C en foto van de kerk ** Johan Jasmina Suzan ric Zet de namen van de kinderen bij de goede foto. a) van links: b) van achteren: Teken wat de kinderen door het fototoestel zien. a) van voren: ric b) van rechts: Suzan 3 Teken de voorkant, achterkant zijkant van jouw school.

C 3 ekijk het van alle kanten Geometrische vormen achter links rechts voor Teken alle kanten. ouw het voorbeeld eerst na. a) van voren: b) van rechts: c) van achteren: d) van links: ouw zelf iets met de bouwstenen en laat een klasgenoot het tekenen.

C 4 Klik en bouw Klikkubussen Teken de aanzichten (het beeld dat je ziet). ouw ze na met klikkubussen en vergelijk met je tekening. a) b) c) vooraanzicht vooraanzicht vooraanzicht zijaanzicht rechts zijaanzicht rechts zijaanzicht rechts eslis zelf: Teken eerst bouw eerst! a) b) c) vooraanzicht zijaanzicht vooraanzicht zijaanzicht links aanzicht van achteren aanzicht van achteren

ouwen met blokjes ** Houten blokjes klikkubussen kopieerbladen 6 en 7 ouw de figuren na met houten blokjes. Schrijf op, hoeveel blokjes je hebt gebruikt. Leg de figuren met de uitgesneden kubussen (kopieerblad 7) in het stippenrooster (kopieerblad 6). C A J I F H G

Tellen en tekenen ** Kopieerblad 6 Hoeveel houten blokjes heb je voor elke figuur nodig. Schrijf de aantallen op. A C F G H I Teken de figuren in het stippenrooster (kopieerblad 6).

3 Maak de balk af Houten blokjes klikkubussen Hoeveel blokjes moet je erbij leggen, om een balk te kunnen maken. Schrijf het in de tabel. A C Ook een kubus is een balk. H G F A C F G H Aantal blokjes op de foto s 6 Aantal blokjes erbij Totaal aantal blokjes

4 Maak de kubus af Houten blokjes klikkubussen Hoeveel blokjes moet je erbij leggen om een kubus te kunnen maken. Schrijf het in de tabel. A C F G H A C F G H Aantal blokjes op de foto s Aantal blokjes erbij Totaal aantal blokjes

ouwen volgens een bouwplan ** Klikkubussen e plattegrond geeft aan hoe hoog de lading kan zijn. Waar kan de heftruckchauffeur zijn lading neerzetten? r mag ruimte overblijven. Kruis op de bouwtekening alle mogelijkheden aan. 3 0 3 3 3 0 3 3 4 3 0 5 7 3 ouw met klikkubussen de bouwtekening na. Schrijf op, hoeveel klikkubussen je nodig hebt. a) b) c) 0 0 0 0 3 3 3 4 klikkubussen klikkubussen klikkubussen d) 4 3 e) 3 f) 3 4 3 3 3 4 3 3 4 3 3 4 3 klikkubussen klikkubussen klikkubussen

ouwtekeningen maken ** Klikkubussen, ruitjespapier. Maak de bouwtekeningen bij de figuren. Hoeveel klikkubussen heb je voor de figuren nodig? a) b) klikkubussen klikkubussen c) d) klikkubussen klikkubussen e) f) klikkubussen klikkubussen ouw een figuur met niet meer dan 30 klikkubussen. Je klasgenoot maakt de bijpassende bouwtekening. Wissel elkaar af.

3 Welke plattegrond? Klikkubussen Zet in de tabel welke bouwtekening bij welke figuur past. ouw de figuren na. A 3 6 3 3 4 3 C 3 4 3 5 3 3 4 3 3 3 3 3 3 0 3 3 3 0 0 0 3 0 0 0 0 3 0 0 5 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 0 3 0 3 F 6 4 4 4 4 5 4 3 4 3 G 7 4 3 3 3 8 4 3 3 3 3 3 4 0 0 H 9 3 3 3 3 3 3 0 0 0 0 0 0 I Figuur ouwtekening A C F G H I

4 raai de figuren Klikkubussen a) ouw de afgebeelde figuren na. Maak dan een bouwplan. 5 3 3 b) raai nu de figuur zo, dat die bij de verschillende bouwtekeningen past. Maak de bouwtekeningen af. 3 3 3 5 3 5 Welke bouwtekeningen horen bij dezelfde figuur? Verbind ze met elkaar. 3 3 4 4 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3 4 4 4 3 3 4 3 3 4 4 4 4 4 3 3 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 3 3 3

F Kubusvierling bouwen ** Klikkubussen, kopieerbladen 6 en 7 Kijk goed naar de afbeelding en leg aan je klasgenoot uit hoe de kubusvierlingen zijn ontstaan uit de kubusdrieling. ouw met klikkubussen eerst de drielingen na en maak er dan vierlingen van. A Kubusdrielingen A A A 3 3 4 5 Kubusvierlingen Zoek voor de volgende vierlingen (A en ) zoveel mogelijk andere figuren door draaien en kantelen. Knip kubussen uit kopieerblad 7 en leg de figuren op het stippenrooster (kopieerblad 6). voorbeelden A

F Kubusvijfling bouwen Klikkubussen, Kopieerblad 6 a) Maak eerst een kubusvierling, zoals in het voorbeeld. Klik nu steeds kubus eraan vast, zodat je een kubusvijfling krijgt. Zoek naar verschillende mogelijkheden. Gebruik alle aangegeven voorbeelden. A A A 3 3 4 5 voorbeeld: A b) Uit welke vierlingen zijn de volgende vijflingen ontstaan? Schrijf zoveel mogelijk oplossingen op. r zijn vaak verschillende oplossingen mogelijk! A C F G H I J Maak drie vijflingen vanuit A en teken ze op het stippenrooster (kopieerblad 6).

F 3 Mijn eigen Soma-kubus 7 Houten blokjes van gelijke grootte, houtlijm, kopieerbladen 6 en 7 * en Knip kubussen uit kopieerblad 7 en leg de voorbeeldfiguren op het stippenrooster (kopieerblad 6). ouw nu de zeven figuren na met houten blokjes. Gebruik dezelfde indeling als op de afbeelding. Plak de blokjes van elk figuur stevig vast. it zijn de delen van de Soma-kubus. Probeer de namen te onthouden. drieling voet neus hond linker hand rechter hand hoek Soma-raadselspel: a) Je klasgenoot laat jou een figuur zien. Kun jij vertellen hoe de figuur heet? b) Je klasgenoot noemt de naam van een figuur. ouw de figuur na.

F 4 Soma-delen draaien en samenstellen e zeven Soma-delen, kopieerbladen 6 en 7 * en ** drieling voet neus hond linker hand rechter hand hoek raai en kantel ieder Soma-deel minstens één keer. Je ziet steeds een ander figuur. voorbeelden: neus neus neus neus 3 Leg de ontstane figuren met de kubusafbeeldingen (kopieerblad 7) in het stippenrooster (kopieerblad 6). Uit welke twee Soma-delen zijn de volgende figuren ontstaan? Vul de namen in. A C voet F G H I J

F 5 e Soma-kubus maken e zeven Soma-delen Voeg de zeven Soma-delen samen tot een volledige Soma-kubus. drieling voet hoek ribbe neus ribbe ribbe hond rechter hand Het is me gelukt! linker hand Iedere ribbe is 3 kubussen lang. het Soma-deel voet mag niet in het midden liggen, maar moet een hoek vormen. begin met de delen neus en hond. Hoeveel mogelijkheden kun je vinden om de grote Soma-kubus samen te stellen? Vergelijk elkaars bouwwerken.

** F 6 ouwen met Soma-delen e zeven Soma-delen ouw figuren met alle Soma-delen. ouw de afgebeelde figuren na. e benodigde delen kun je aflezen uit de tabel. drieling voet neus hond linker hand rechter hand hoek figuren A C F G H A C F G H **