6/09/2007 A.1.1. Deel 1: Deel 2: Schooljaarinfo Schoolreglement Deel 3: Pedagogisch project Als openbare instelling staat de school open voor alle kinderen, welke ook de levensopvatting van de ouders is. De vrije keuze van de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd. Dit pedagogisch project bepaalt de aard van het onderwijsaanbod binnen onze school. Het gemeentebestuur heeft een verregaande autonomie inzake vormgeving en inhoud. Het pedagogisch project geeft vorm aan deze autonomie. Onze school streeft ernaar alle kinderen, in een leerkrachtige omgeving, gelukkig te laten opgroeien
Pedagogisch project INHOUD Pedagogisch project...2 INHOUD...2 1. FUNDAMENTELE UITGANGSPUNTEN...4 2. VISIE OP BASISONDERWIJS...6 1. Ontwikkelingsdoelen op leerlingenniveau...6 2. Ontwikkelingsdoelen op schoolniveau...6 Samenhang...6 Totale persoonlijkheidsontwikkeling...6 Zorgverbreding...7 Actief leren...7 Continue ontwikkelingslijn...7 3. SCHOOLSTRUCTUUR...8 1. Samenstelling van de groepen...8 2. Zittenblijven...8 4. ALGEMENE DOELSTELLINGEN...9 1.Verstandelijke ontwikkeling. Leerdomeinen en onderwijstijden:...9 Wiskunde...9 Taal...9 Wereldoriëntatie...10 2. Lichamelijke ontwikkeling....10 3. Dynamisch affectieve en sociale ontwikkeling...10 4. Culturele ontwikkeling...10 5. LEERLINGENBEGELEIDERS...11 6. OUDERCONTACTEN...11 1. Persoonlijke contacten...11 2. Schriftelijke contacten...11 Schoolagenda...11 Rapporten...12 3. Vrijstelling wegens een bepaalde handicap...12 4. Gescheiden ouders...12 7. CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding)...13 1. Wie? Wat?...13 2. Spreekuur in de school...13 2
3. Openingsuren CLB-Mol...13 4. Taak...13 8. BEWAKING VAN DE ONDERWIJSKWALITEIT...14 1. Schooleigen toetsen...14 2. Leerlingvolgsysteem...14 3. OVSG-toetsen...14 4. Resultaten van schoolverlaters...15 5. CLB-testen...15 9. GETUIGSCHRIFT BASISONDERWIJS...15 1. Uitreiking...15 2. Beroepsprocedure...15 3. Gemotiveerd verslag...15 10. VISIE OP ZORG...16 11. Begripsverklaring...17 3
1. FUNDAMENTELE UITGANGSPUNTEN 1. Hieronder wordt verstaan: principiële houdingen die men heeft t.a.. mens en maatschappij. Vanuit de eigenheid van het gemeentelijk onderwijs onderschrijft onze school onder meer volgende fundamentele uitgangspunten : Openheid Onze Gemeentelijke Basisschool staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle leerplichtige jongeren, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit. Verscheidenheid De school vertrekt van een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen, die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. Zij ziet dit als een verrijking voor de gehele schoolbevolking. Democratisch Verschillende opvattingen over mens en maatschappij kunnen in de gemeenschap naast elkaar bestaan. Naar deze fundamenteel democratische overtuiging richt zich onze school. Socialisatie De school leert jongeren leven met anderen en voedt hen op met het doel hen als volwaardige leden te laten deelhebben aan een democratische en pluralistische samenleving. Emancipatie De school biedt alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen overeenkomstig hun mogelijkheden. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen mondig en weerbaar te maken. Totale persoon De school erkent het belang van onderwijs en opvoeding. Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht evenveel waarde aan kennisverwerving als aan attitudevorming. Gelijke kansen De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen. Medemens De school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens. Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbare goed is van elkeen. Europees De school brengt de kinderen de gedachte bij van het Europese burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven. Mensenrechten De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele verklaring van de Rechten van de Mens en het Kind en neemt er de verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand. 4
2. De belangrijkste aspecten uit de rechten van het kind : - recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; - recht op vrijheid van vereniging en vrijheid van vreedzame vergadering; - geen enkel kind mag onderworpen worden aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privé-leven, zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning, zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer of goede naam; - recht op toegang tot de massamedia; tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale, psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid; - het recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijke of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik; - recht van een geestelijk of lichamelijk gehandicapt kind om een volwaardig leven te hebben, in omstandigheden die de waardigheden van het kind verzekeren, zijn zelfstandigheid bevorderen en zijn actieve deelneming aan het gemeenschapsleven vergemakkelijken; - het recht op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid; - het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind; - het recht op onderwijs. De staten verbinden zich ertoe het primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen; - het onderwijs aan het kind dient gericht te zijn op : o het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; o het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waarden van het land waar het kind woont, het land waar het is geboren en voor andere beschavingen dan de zijne of de hare; o de voorbereiding van het kind op een verantwoord leven in een vrije samenleving, in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking; o het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving. - Het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven; - Het recht te worden beschermd tegen economische exploitatie en tegen het verrichten van werk dat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of de opvoeding van het kind zal hinderen, of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling van het kind; - Het recht op bescherming tegen het illegale gebruik van verdovende middelen en psychotrope stoffen; - Het recht op bescherming tegen alle vormen van seksuele exploitatie en seksueel misbruik; - Het recht op bescherming tegen alle vormen van exploitatie die schadelijk zijn voor enig aspect van het welzijn van het kind. 5
2. VISIE OP BASISONDERWIJS 1. Ontwikkelingsdoelen op leerlingenniveau Basiskenmerken o Het beschikken over een positief zelfbeeld o Gemotiveerd zijn o Zelf initiatief nemen Algemene ontwikkeling o Kunnen communiceren en samenwerken o Zelfstandigheid aan de dag leggen o Creatief en probleemoplossend omgaan met de omringende wereld o Zelfgestuurd leren Specifieke ontwikkelingsdoelen volgens leergebieden o Nederlands o Wiskunde o Wiskundige initiatie o Lichamelijke opvoeding o Muzische vorming o Wereldoriëntatie o Frans Deze doelen worden geconcretiseerd via het gebruik van de OVSG-leerplannen 2. Ontwikkelingsdoelen op schoolniveau Samenhang o De realiteit vakkenoverschrijdend benaderen o Voor kinderen herkenbare leersituaties o Leerlinggericht werken o Gericht op welbevinden van de kinderen o Kennisverwerving is gericht op ontwikkeling van inzichten, vaardigheden en attitudes o Aandacht voor leren leren, probleemoplossend creatief denken o Aandacht voor sociale vaardigheden Door: o Methodekeuzes in functie van de horizontale en verticale samenhang. o In de onderbouw: vanuit eigen leefwereld, Taal signaal, Zo gezegd zo gerekend, themagericht, o In de bovenbouw : Taal signaal, Zo gezegd zo gerekend, Piramide (wero 3 de 6 de leerjaar), themagericht o In de kleuterschool: vanuit eigen leefwereld en themagericht o De directeur, de zorgcoördinator en de teamleden bewaken deze samenhang o Gericht teamoverleg, zelfevaluatie, beleidsplanning, bijsturing Totale persoonlijkheidsontwikkeling o Gericht op individualisering o Rekening houdend met verschillen in persoonlijkheidsontwikkeling o Evenwichtig vormingsaanbod en evenwichtige activiteitenplanning Door: o Tijdsplanning op lessenroosters in functie hiervan o een open, ongedwongen schoolsfeer, waarin kinderen zich goed voelen o Nauw contact met CLB-begeleiding, leerlingendossiers o Nauwgezet opvolgen van probleemkinderen o Ruim aanbod van activiteiten (sport, theater, feesten, reizen, extra-muros, ) o Schoolprojecten klas- en niveauoverschrijdend: gezondheid, veiligheid, o Bijzondere aandacht socio-emotionele ontwikkeling, kringgesprek, 6
Zorgverbreding o Interactie tussen kind en leraar rekening houdend met de thuissituatie o Interactie rekening houdend met de verschillen tussen kinderen o Soepele overgangen van kleuter naar lager en naar secundair onderwijsniveau o Afgestemd op de mogelijkheden van de kinderen o Organisatorische maatregelen maken mogelijk : overleg, flexibele klasorganisatie, reflectie op eigen praktijk, ouderparticipatie, ondersteuning en remediëring o Ingebouwde differentiatievormen Door: o Organisatorisch: zorgcoördinator, afgestemde uurrooster, personeelsbeleid (lkr. zorgverbreding), navorming, overleg, o Kindvolgsysteem voor wiskunde, spelling, lezen o Gerichte observaties en continue reflectiemomenten (MDO) sturen eigen werking bij, handelingsplanning, o Hoeken- en contractwerk o Verantwoordelijkheid ligt bij de klastitularis o Ontwikkelde schoolvisie en beleidsplanning omtrent GOK o School- en zelfanalyses o Tevredenheidsonderzoek bij de ouders en kinderen o Differentiatie naar leerinhouden, met variante werkvormen o Teamteaching gestuurd door overlegblad o Zorgstappenplan, gericht op preventief en remediërend werken Actief leren o Uitgaande van het kind o Betekenisvol voor het kind o Interactie tussen kind en leraar o Contextprobleemsituaties binnen leersituaties creëren o Ontwikkelen van denkvaardigheden en strategische vaardigheden als hefboom Door: o Aanbieden van realistische en betekenisvolle contexten die voldoende uitdagingen bevatten o Rijk en gevarieerd aanbod o Gebruik makend van bibliotheek, computer, diverse groeperingsvormen, o Zelfstandig hanteren, door kinderen, van diverse toestellen: video, tv, computer, kopieertoestel, o Gebruik maken van algemene en specifieke leerdenkstrategieën o Peertutoring tussen 3 de graad en KS, 1 ste graad Continue ontwikkelingslijn o Moeilijkheidsgraad en inhoud van aangeboden onderwijs afstemmen op mogelijkheden en behoeften van de kinderen o Lage drempels tussen de verschillende fasen van de schoolloopbaan o Doorlopende ontwikkelingslijn nastreven binnen de school Door: o Kindvolgsysteem o Persoonlijkheidsgroei observeren en noteren o Oudercontacten op strategische momenten o Contacten tussen kleuterschool en onderbouw in activiteiten, organisatie o Concrete afspraken i.v.m. terminologie, didactisch handelen o Organisatorische maatregelen ter bevordering van continuïteit met oog op beperken zittenblijven, op beperking doorverwijzing naar B.O., handelingsplanning, o Contacten tussen lager en secundair op leerlingen-, leerkrachten- en directieniveau o Betrekken van ouders en kinderen bij overgang naar secundair 7
o Opstellen van een gemotiveerd verslag o Opvolging van oud-leerlingen gedurende twee jaar in secundair o Stappenplan zorgverbreding o Teamteaching Verder omvat het onderwijsaanbod voor het lager onderwijs ook twee lestijden per week in één van de erkende godsdiensten of in de niet-confessionele zedenleer. 3. SCHOOLSTRUCTUUR 1. Samenstelling van de groepen De kleuters worden ingedeeld in groepen op basis van leeftijd en ontwikkelingsniveau. Bij grote toename van het aantal kleuters in de loop van het schooljaar kunnen kleuters in een andere groep worden ingedeeld. Dit gebeurt dan na een vakantieperiode. De lagere schoolkinderen worden ingedeeld in groepen op basis van leeftijd en leervorderingen. Een kind behoort tot een groep als het meer dan de helft van de activiteiten volgt in die groep. Voor bepaalde activiteiten kunnen kinderen in één of meerdere groepen worden ingedeeld. De indeling in groepen gebeurt volgens het principe van het jaarklassensysteem. Het schoolbestuur en/of de directeur bepaalt, in samenspraak met de leerkrachten, de indeling in groepen. 2. Zittenblijven Bij zittenblijven in de loop van de lagere school zullen de ouders altijd vooraf betrokken worden in het overleg, maar is het de school die de uiteindelijke beslissing neemt. Het decreet basisonderwijs kent in drie situaties het laatste woord aan de ouders toe: Bij de overgang van kleuter naar lager. De ouders kunnen kiezen om deze overgang te laten gebeuren op 5, 6 of 7 jaar. De ouders moeten het advies van het CLB en de school aanhoren, maar het advies is niet bindend. Bij de overgang van het gewoon naar het buitengewoon onderwijs. Ouders moeten in deze twee gevallen het advies van het CLB en de school aanhoren, maar is het niet bindend Bij de overgang naar het middelbaar onderwijs: na het 5 de leerjaar op basis van leeftijd naar 1B of een achtste jaar in het basisonderwijs. 8
4. ALGEMENE DOELSTELLINGEN Realiseren van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen zoals aangegeven in het leerplan van O.V.S.G. gericht op : Ontwikkeling van de totale persoonlijkheid Deze doelstellingen worden nagestreefd gebruikmakend van diverse werkvormen, didactische middelen, en evaluaties 1.Verstandelijke ontwikkeling. Leerdomeinen en onderwijstijden: 30 20 10 28 24 20 10 14 4 0 onderwijstijd Nederlands Wiskunde WO Lich.Opv. Muz.Opv. Frans Wiskunde Methode: Zo gezegd, zo gerekend : van 1 ste tot 6 de leerjaar De school maakt gebruik van de mogelijkheden die de methode aanbiedt. Bijzondere aandacht wordt besteedt aan: Realistisch rekenonderwijs met: o Aanbieden van levensechte situaties o Stapsgewijze opbouw o Aanzetten tot denken om tot concrete oplossingen te komen. o De eindtermen voor getallen, meten en meetkunde worden geconcretiseerd. Begeleiding van het denkproces doorheen de drie niveaus o Van materieel handelen, via schematiseren naar mentale niveau. o Op elk van deze niveaus krijgt het verbale sterke aandacht. o De wiskundetaal krijgt spontane groeikansen. o Begrippen en vaardigheden worden geregeld herhaald. o Begrippen en vaardigheden komen in de opeenvolgende leerjaren op een hoger niveau terug. Inbreng van de leerlingen o Kindeigen constructies van oplossingswijzen worden gestimuleerd o Deze beginsituatie (intuïtief en informeel) leidt tot formele en reflectieve werkwijzen o De aanpak is interactief tussen kinderen onderling in partner- of groepswerk en tussen leerkracht en kinderen Aandacht voor zorgbreedte (zie ook hoofdstuk zorgverbreding) o Differentiëring naar leerinhouden met basis, uitbreidende en verdiepende inhouden o Evalueren gebeurt op korte termijn tijdens en na de lessen, op lange termijn via toetsen en controletaken o Remediëringsoefeningen krijgen de nodige aandacht Taal Methode : Taal Signaal : van 1 ste tot 6 de leerjaar Realistisch taal onderwijs o Aansluitend bij de natuurlijke taalontwikkeling van het kind. o Thematische uitwerking o Uitgaande van de belevingswereld van het kind. o Gericht op functioneel taalgebruik 9
o De eindtermen voor luisteren, spreken, lezen, schrijven en taalbeschouwing worden geconcretiseerd. Aandacht voor zorgbreedte o Haalbare differentiatiekansen worden gecreëerd. o Speciale aandacht voor kinderen met leer- en leesmoeilijkheden. Inbreng van leerlingen o De aanpak is interactief tussen kinderen onderling in partner- of groepswerk en tussen leerkracht en kinderen Wereldoriëntatie 2 de en 3 de graad : methode Piramide kleuterschool,1 ste : eigen omgevingsgebonden methode o Wereldoriënterende activiteiten worden op basis van de eindtermen / ontwikkelingsdoelen georganiseerd o Zelfactiviteit van de leerlingen wordt gestimuleerd. o Attitudevorming en ontwikkeling van vaardigheden staan centraal. o Kennis en inzichten zijn functioneel. o Leren leren en ontwikkeling van sociale vaardigheden krijgen de nodige aandacht. o In de eerste graad lopen vele taalthema s parallel met wereldoriëntatie. 2. Lichamelijke ontwikkeling. o Aandacht voor gezonde voeding, hygiëne en veiligheid. o De bijzonder leermeester ziet toe op een continue ontwikkelingslijn doorheen kleuterschool en lagere school o De kinderen worden tot actief sporten gestimuleerd. Watergewenning voor 5-jarige kleuters. Zwemmen voor alle lagere schoolkinderen Diverse sportactiviteiten voor elk leerjaar lagere school Sport op school Sport op woensdagnamiddagen met leerkrachtenbegeleiding Initiatie volleybal door sportclub voor alle groepen. Interscolaire wedstrijden 3. Dynamisch affectieve en sociale ontwikkeling Voorwaarden creëren om het sociaal leren te bevorderen. o realiseren van sociale ondersteuning in de klas o een klimaat scheppen om een positief zelfbeeld te ontwikkelen; o de context van de klasgroep aanwenden voor sociale interactie met leeftijdsgenoten o functionele leersituaties (kringgesprekken, gevoelensthema s) inschakelen die doorheen de basisschool positief sociaal gedrag stimuleren via activiteiten doorheen de hele basisschool. o Tevredenheidsonderzoek bij de ouders Een positieve ingesteldheid en een open communicatieve sfeer binnen de totaliteit van de school spelen een heel belangrijke rol in het stimuleren van sociale ontwikkeling van de kinderen. Positieve omgangsvormen op school worden o.m. gekenmerkt door respect van leerkrachten en leerlingen voor elkaar en een positief verwachtingspatroon t.a.v. alle leerlingen. 4. Culturele ontwikkeling Diverse activiteiten waarbij kinderen in contact treden met anders zijn Theater, schoolreizen, uitstappen, projecten, 10
5. LEERLINGENBEGELEIDERS Teamteaching. Elke klastitularis ondersteunt gedurende één uur per week een collega in zijn zorgverbredende activiteiten. Zorgcoördinator + GOK*-leerkracht Deze begeleidt het leerkrachtenteam, treedt ondersteunend op tegenover leerkrachten, organiseert het leerlingvolgsyteem, centraliseert leerlinggegevens van leerbedreigde kinderen, neem initiatieven voor overleg, begeleidt zo nodig individuele kinderen. ICT-coördinator Ondersteunt het schoolteam en de leerlingen betreffende computergebruik. Kinderverzorgster. Deze wordt vooral ingeschakeld bij hulp aan de allerkleinste kleuters. Zo kan de kleuterleidster, naast haar verzorgende taak, de aandacht meer toespitsen op opvoedende activiteiten. Externe begeleiders en ouders De school stimuleert ouders,logopedisten en andere externe begeleiders tot samenwerking onder vorm van informatie-uitwisseling over naschools bijwerk. De school informeert ouders over drukvoorkoming en/of vermindering. Leesmoeders ondersteunen het leesonderricht in de lagere klassen. 6. OUDERCONTACTEN 1. Persoonlijke contacten Eerste kennismaking Bij het begin van het schooljaar houdt elke kleuterleidster en leerkracht een ouderavond voor onderlinge kennismaking. Oudercontactavonden. o 5-jarige kleuters : bespreking schoolrijpheid: april o lagere school : bespreking vorderingen, bijsturing : november en februari doorstroming leerbedreigde kinderen: juni Ouders kunnen steeds contact opnemen met de leerkrachten of de directeur. 2. Schriftelijke contacten Schoolagenda Een schoolagenda wordt vanaf het tweede leerjaar bijgehouden. Deze wordt wekelijks door leerkracht en ouders ondertekend. Tot het vierde leerjaar hebben de kinderen in principe elke dag, behalve op woensdag, een huistaak. In de derde graad hebben de kinderen elke dag een taak of les. Advies van de school betreffende de duur: 1ste graad, enkele momenten van 5 minuten. 2de graad, maximum een half uur. 3de graad, maximum één uur. Indien een huiswerk niet kan gemaakt worden, delen de ouders de reden mee aan de leerkracht. In de kleuterschool wordt thema-informatie bezorgd. 11
Rapporten De rapporten informeren de ouders viermaal per jaar over de vorderingen van hun kind. Na elke vakantie wordt het rapport ondertekend door de ouders terugbezorgd in de school. Op het einde van het schooljaar mogen de ouders het rapport houden. Het rapport van het eerste leerjaar weerspiegelt de overgang van kleuter naar lager onderwijs, van woordelijke informatie gaat het geleidelijk over naar cijfergegevens op het einde van het jaar. Van het tweede tot het zesde leerjaar worden cijfers gegeven op 10 In de derde graad volgt een aanvulling met een gewichtnotitie volgens aantal bestede lestijden. Klasgemiddelden worden, om pedagogische redenen, alleen op vraag van de ouders mondeling meegedeeld. De laatste twee rapporten van het zesde leerjaar vermelden ter informatie aan het secundair onderwijs een algemene quotering met de lettergegevens A tot E, waarbij C het gemiddelde is. Voor kinderen waarvoor extra begeleiding bij overgang naar secundair aangewezen is, wordt in samenspraak tussen school, ouders, kind en CLB een gemotiveerd verslag opgesteld. Halfjaarlijkse rapporten Een uitgebreid rapport wordt bezorgd: eind januari en eind juni. Er wordt gerapporteerd over : o Leerinhouden Nederlands, wiskunde en w.o. o Leefhoudingen, vaardigheden en attitudes o Muzische vorming o Lichamelijke opvoeding, inclusief zwemmen Tussentijdse rapporten Deze worden bezorgd bij begin van herfstvakantie en lentevakantie. Ze rapporteren over : Nederlands en wiskunde Toetsbladen en werkbladen Deze worden geregeld ter inzage aan de ouders bezorgd.. Zij worden in de school bewaard. Maandinfo In de laatste week van elke maand wordt een maandinfo aan de ouders bezorgd. Hierin worden alle activiteiten van de komende maand samengevat. Klasinfo Leerkrachten bezorgen zo nodig bij sommige klasactiviteiten uitgebreider informatie via een infobrief of laten nota s noteren in de klasagenda van de leerlingen. 3. Vrijstelling wegens een bepaalde handicap Leerlingen met een handicap, die gewoon lager onderwijs volgen, maar omwille van hun handicap bepaalde leergebieden of onderdelen ervan niet kunnen volgen, kunnen daarvoor een vrijstelling krijgen indien zij vervangende activiteiten volgen. De klassenraad beslist, in overleg met het integratieteam, autonoom over vervangende lessen en activiteiten. 4. Gescheiden ouders Gescheiden ouders kunnen schooldocumenten (rapport, infobladen) in het dubbel aanvragen. Duid aan op de gezinsfiche. Sommige documenten die niet door de school zelf worden aangemaakt, kunnen niet altijd in het dubbel worden bezorgd. 12
7. CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding) 1. Wie? Wat? Onze school heeft een overeenkomst met : VCLB-Kempen, Oude Vaartstraat 12, Turnhout Vestiging Mol, Edmond Van Hoofstraat 8, 2400 - Mol, Instellingsnummer: 114975 Directeur a.i. : Theo Monsieurs Telefoon : 014 33 76 20 Fax : 014 31 20 32 E-mail : mol@clb-kempen.be Medewerkers in onze school : Mevr. Petra Van Leuven - arts Mevr. Alida Willekens - verpleegster Mevr. Kristel Delait - orthopedagoge A. CLB-Kempen is een dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties een beroep kunnen doen voor informatie, hulp en begeleiding. B. In het CLB werken artsen, bedienden, maatschappelijk werkers, pedagogen, psychologen, psychologisch assistenten en verpleegkundigen. 2. Spreekuur in de school o elke maandag van 09.00 tot 10.30 uur o Indien mogelijk vooraf een afspraak maken a.u.b. 3. Openingsuren CLB-Mol o Elke werkdag van 09.00 uur tot 12.00 en van 13.30 tot 16.30 uur o Elke 2 de en 4 de donderdag van de maand tot 18.30 uur o Na afspraak tijdens andere gespreksuren o Gesloten tijdens vakanties: zomervakantie van 15 juli tot 15 augustus, (andere dagen in de zomervakantie is de permanentie bereikbaar na afspraak); kerstvakantie (uitgezonderd 2 dagen) en paasvakantie. 4. Taak Begeleiding op vraag: alles draait rond de leerling De leerling kan rechtstreeks bij ons terecht met zijn vragen: - persoonlijk en sociaal welbevinden; - gezondheid (in brede zin: fysiek, psychisch, sociaal); - leren en studeren; - schoolloopbaan: studie- en jobkeuze. Ook ouders en leden van het schoolteam zijn welkom met hun vragen. Ze zijn immers de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding en vorming van het kind. Preventieve begeleiding Het CLB pakt niet alleen problemen aan op vraag van, ze probeert ze ook te voorkomen. Problemen als pesten op school, ongewenste zwangerschap, druggebruik kan men verminderen of voorkomen met gerichte acties op school. Op vraag van de school ondersteunt het CLB die acties. Verplichte begeleiding Voor een CLB-tussenkomst is een uitdrukkelijke toestemming nodig van de ouders als de leerling jonger is dan 12 of van de leerling zelf als hij ouder is dan 12 jaar 1. Er zijn wel drie uitzonderingen, waarin de begeleiding door een CLB verplicht is. Het gaat om de medische onderzoeken (1e en 2e kleuterklas, 1e, 3e en 5e leerjaar basisonderwijs en 1e en 3e klas secundair onderwijs), maatregelen bij besmettelijke ziekten en tussenkomsten bij 13
spijbelgedrag of andere problemen bij het voldoen aan de leerplicht. In die gevallen kunnen ouders of leerlingen de begeleiding niet weigeren. Er is wel verzet mogelijk tegen het onderzoek door een bepaalde arts of door het centrum waarmee de school een overeenkomst heeft afgesloten. Het onderzoek zelf moet echter wel gebeuren. In geval van verzet tegen de CLB-arts of het CLB waarmee de school samenwerkt, moeten ouders of leerlingen (op eigen kosten) het onderzoek laten uitvoeren door een andere daartoe erkende arts of een ander CLB naar keuze. Voor meer informatie over die procedure neemt men contact op met de directeur van een CLB. Het CLB werkt discreet en in een sfeer van vertrouwen ten dienste van leerlingen en ouders. De medewerkers hanteren het beroepsgeheim. De dienstverlening is gratis. Het multidisciplinair dossier van uw kind Het CLB houdt alle gegevens die over uw kind aanwezig zijn bij in een dossier. U mag inzage vragen van dat dossier. Daarvoor maakt u een afspraak met de verantwoordelijke van het CLB, die samen met u overloopt welke stappen zijn gezet in het dossier en hoe die informatie is genoteerd. Als uw kind twaalf jaar wordt 1 krijgt het zelf het recht om het dossier in te kijken of om begeleiding te vragen. Als uw kind van school verandert, zorgt het CLB ervoor dat het dossier de leerling volgt, zodat er geen kostbare gegevens verloren gaan. De gegevens over vaccinaties, medische onderzoeken en begeleiding in verband met afwezigheden bezorgt het CLB altijd en automatisch aan het volgend CLB. Als u liever heeft dat het dossier bij het vorige CLB blijft, krijgt u 10 dagen de tijd om verzet aan te tekenen tegen verzending van het begeleidingsdossier. Dit moet schriftelijk gebeuren naar de algemene directie van VCLB-Kempen, Korte Begijnenstraat 18, 2300 Turnhout. Als u verzet aantekent dan gaan alleen de stukken die met de verplichte begeleiding te maken hebben naar het volgende CLB, de andere stukken niet. Ook hier geldt dat kinderen vanaf 12 jaar 1 daar zelf de toelating voor geven. 8. BEWAKING VAN DE ONDERWIJSKWALITEIT 1. Schooleigen toetsen De resultaten worden door het team geëvalueerd; scores en gemiddelden worden vergeleken.objectiviteit wordt nagestreefd. De scores van de schooleigen toetsen worden vergeleken met neutrale toetsen. Te grote verschillen worden als indicator beschouwd om bijsturing te overwegen. 2. Leerlingvolgsysteem Naast de klastoetsen worden alle kinderen ook geëvalueerd d.m.v. een leerlingvolgsysteem voor : technisch lezen, spelling en wiskunde.deze evaluatie gebeurt in september en in februari door de klastitularissen.zwakke leerlingen worden op het einde van het schooljaar ook getoetst met het oog op ruimere beeldvorming.de resultaten worden in onderling overleg besproken door klastitularis, schoolhoofd en CLB.Overzichtslijsten worden ter informatie aan alle teamleden bezorgd. Voorzichtige prognoses worden hierdoor ondersteund. 3. OVSG-toetsen Deelname door het zesde leerjaar. 1 als hij in staat is om op een redelijke wijze te oordelen wat in zijn belang is, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. 14
4. Resultaten van schoolverlaters Schoolverlaters worden gedurende twee schooljaren opgevolgd. Hun resultaten worden bijgehouden in het volgsysteem.het team trekt de nodige besluiten uit deze gegevens. 5. CLB-testen Voor leerbedreigde kinderen wordt op initiatief van ouders of school bijkomende test(en) aangevraagd aan het CLB. 9. GETUIGSCHRIFT BASISONDERWIJS 1. Uitreiking Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, uitreiken.de klassenraad is samengesteld uit: de klasleerkrachten van de 3 de graad, de zorgcoördinator en het schoolhoofd.het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, tenzij na een beroepsprocedure. De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift indien uit zijn/haar dossier blijkt dat de betrokkene bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen, opgenomen in het leerplan, in voldoende mate heeft bereikt. Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert het zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend mee aan de ouders. 2. Beroepsprocedure De ouders kunnen uiterlijk op de derde werkdag na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving, hun bezwaren kenbaar maken tijdens een persoonlijk onderhoud met het schoolhoofd. Een beroepsprocedure kan in werking gesteld worden. Informatie over deze procedure kan ten allen tijde op het bureau opgevraagd worden. 3. Gemotiveerd verslag In voorbereiding op de overgang naar het secundair onderwijs stelt, indien nodig of op vraag van de ouders, het zorgteam een gemotiveerd verslag op. Dit gebeurt steeds in samenspraak met de ouders. Het verslag heeft als doel om een vlottere doorstroming naar het secundair te bewerkstelligen door belangrijke gegevens via de ouders over te maken. 15
10. VISIE OP ZORG 1. Algemeen Van : De klasleerkracht laat niet meer alleen zijn licht schijnen op de gemiddelde leerling. Zowel vlugge als zwakke kinderen blijven buiten de aandacht van de leerkracht Zij blijven in de schaduw van het leerkrachtenlicht. Naar: Het zorgzame team richt zijn aandacht naar het individuele totale kind. Alle kinderen krijgen de nodige aandacht, en dit voor hun totale persoonlijkheid. De klasleerkracht wordt hierin ondersteund door het team. 2.Het individuele kind wordt in zijn groei naar volwassenheid op diverse aspecten over de brug geleid,ondersteund door een team van pijlers : Werkhouding Leervorderingen - Betrokkenheid - Omgang - Gezinssituatie - Gedrag - Interactie - Het motto van onze school: Onze school streeft ernaar alle kinderen, in een leerkrachtige omgeving, gelukkig te laten opgroeien 3. Belang Het schoolteam vindt een goed uitgewerkte visie op het zorgbeleid binnen de school heel belangrijk. Kern De school neemt initiatieven op leerlingen-, leerkrachten- en schoolniveau om een gelijkgerichte visie te ontwikkelen.de opvoeding van, en het onderwijs aan de ons toevertrouwde kinderen wordt gedragen door alle betrokkenen (kind, ouders, klasleerkracht, zorgcoördinator, directeur, hulpleerkracht, externe begeleiders, ) Doelgroep Hierbij richt het team zich op alle kinderen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan specifieke noden van het individuele kind, noden welke geuit worden door de ouders, het kind zelf of de leerkracht. Leerlingvolgsysteemresultaten, observaties, klastoetsresultaten en /of klaswerk sturen de aanpak van individuele kinderen of van groepen kinderen binnen ons jaarklassensysteem. 16
Actie Welomschreven acties zoals beschreven in het stappenplan zorgverbreding worden zo nodig opgestart en vastgelegd in het handelingsplan en dit zowel in de kleuterschool als in de lagere school. Leerlinggegevens worden toegankelijk voor alle betrokkenen geregistreerd en in het leerlingendossier opgenomen.het MDO speelt een sleutelrol in het zorgbeleid. De klastitularis is hierin initiatiefnemend spilfiguur. In teamoverleg, hierbij rekening houdend met bevindingen van ouders en kind, worden beslissingen genomen over verdere te nemen hulpstappen. In stappen Hulp binnen klascontext via gedifferentieerde klaswerking staat voorop. Waar deze begeleiding niet volstaat wordt voor korte perioden overgestapt op hulp buiten klasverband tijdens de geplande wekelijkse zorguren. Indien bepaalde problemen de draagkracht van het team overschrijden wordt externe hulp ingeroepen (GON-begeleiding, CLB-medewerkers, logopedist, ).Zo nodig wordt zittenblijven overwogen of adviseren wij de ouders om overstap naar buitengewoon onderwijs te overwegen. Opvolgbaar De omschreven visie is opgenomen in het pedagogisch project van de school en in het huishoudelijk reglement. In het schoolwerkplan is concrete uitwerking nauwkeurig omschreven. Het stappenplan zorgverbreding omschrijft de concrete acties en maakt het zorgbeleid opvolgbaar. 11. Begripsverklaring - OVSG : overheidsinstantie die onder meer instaat voor onderwijsbegeleiding - MDO : overleg tussen klasleerkracht, zorgcoördinator, directeur, CLB-begeleidster, en eventueel anderen zoals: logopedist, CLB-arts, GON-begeleidster, - GON-begeleidster : begeleidt kinderen die recht hebben op bijzondere zorg gedurende een aantal uren binnen de school. - Differentiëren : onderricht aanpassen aan de verschillende mogelijkheden van elk kind. - ICT-coördinator: ondersteunt de school bij computerproblemen. - GOK : gelijke onderwijskansen.de school krijgt hiervoor 6 extra lestijden toegewezen. - EXTRA-MUROS-activiteit: uitstappen tijdens de schooluren met minimaal 1 overnachting. 17