Achterhuizen. Gemeente Dongen voorontwerp wijzigingsplan. Auteur(s): M. Fransen. Projectnr Revisie 1.0 Datum april 2014

Vergelijkbare documenten
Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Regels. Kenmerk: R05

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Ontwerpbestemmingsplan Kloostercomplex Dongen fase 1 Gemeente Dongen

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

1 van :15

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Regels Bestemmingsplan Waijensedijk 1. Gemeente Houten

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

R e g e l s rgl

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Brandweerkazerne Halfweg

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Bestemmingsplan. Brem 6-8. Gemeente Oldenzaal. Datum: 18 juli 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0173.BP09034-on01

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

R e g e l s rgl

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

N307 Passage Dronten (9071)

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

NL.IMRO BP001PH

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplanregels

Zaltbommel, Marten van Rossemsingel

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 1; fase 2. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN. projectnr revisie september 2009

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

Ontwerpbestemmingsplan Haven Zuid, eerste herziening Gemeente Alblasserdam

Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 9

BESTEMMINGSPLAN BOVENKERKWEG NABIJ 35A vastgesteld maart ruimte voor ideeën

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Transcriptie:

Achterhuizen voorontwerp wijzigingsplan Projectnr. 196652 Revisie 1.0 Datum april 2014 Auteur(s): M. Fransen datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 17-04-2014 voorontwerp ing. M. Fransen ing. A.L.M. Steegh

Copyright 2014 Antea Nederland B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 8 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Tuin 9 Artikel 4 Wonen 10 Hoofdstuk 3 Algemene regels 13 Artikel 5 Antidubbeltelregel 13 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 14 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 16 Artikel 8 Algemene wijzigingsregels 17 Artikel 9 Algemene procedureregels 18 Artikel 10 Overige regels 19 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 21 Artikel 11 Overgangsrecht 21 Artikel 12 Slotregel 22 blad 2 van 22

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: In deze regels wordt verstaan onder: het wijzigingsplan Achterhuizen met identificatienummer NL.IMRO.0766.WP2014000001-VO01 van de gemeente Dongen; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels; 1.3 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.4 aanduidingsvlak: een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft; 1.5 aan- en uitbouw: een gebouw in één bouwlaag dat ten dienste staat van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat aan het hoofdgebouw is vastgebouwd; 1.6 aan huis gebonden beroep: de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel; 1.7 afhankelijke woonruimte: een aanbouw welke qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 1.8 ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw zijnde; 1.9 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.10 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.11 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; blad 5 van 22

1.12 bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al eerder verleende omgevingsvergunning; 1.13 bijgebouw: 1.14 bouwen: een op zichzelf staand, vrijstaand gebouw, niet zijnde het hoofdgebouw, dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.15 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.16 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.17 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.18 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.19 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.20 eengezinswoning: 1.21 gebouw: een gebouw dat uitsluitend één woning omvat; elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.22 halfvrijstaande woningen: blokken van twee vrijstaande eengezinswoningen welke aan tenminste één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en door ten minste één gemeenschappelijke scheidingsmuur met elkaar zijn verbonden; 1.23 hoofdgebouw: een gebouw, inclusief aan- en uitbouwen, dat door zijn constructie, afmetingen, functie of situering dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een perceel valt aan te merken; blad 6 van 22

1.24 inrit: kortste toegang vanaf de openbare weg naar garage, carport of een niet overdekte parkeerplaats gelegen achter de voorgevelrooilijn op het desbetreffende perceel; 1.25 mantelzorg: het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; 1.26 peil: a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld; 1.27 seks- en/of pornobedrijf: een voor het publiek toegankelijk gebouw, gedeelte van een gebouw of gronden, in welk gebouw of welk gedeelte, handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen; 1.28 voorgevelrooilijn: lijn waarin of waarachter een (of meer) gevel(s) van een gebouw word(t)(en) geplaatst en die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens; 1.29 vrijstaande woningen: 1.30 woning: eengezinswoningen welke aan geen van beide zijden van de woning is verbonden met andere hoofdgebouwen; een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, of een andere daarmee vergelijkbare economische eenheid; blad 7 van 22

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.2 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.5 ondergeschikte bouwdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden. blad 8 van 22

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Tuin 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin bij de gebouwen op hetzelfde bouwperceel, waarbij parkeren uitsluitend is toegestaan op een inrit welke buiten het voorgevelvlak op het zijdelings van de hoofdbebouwing gelegen deel is gesitueerd. 3.2 Bouwregels Op de als tuin bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in 3.1 genoemde doeleinden worden gebouwd met een hoogte van maximaal 2 meter, met uitzondering van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 meter. 3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: het bepaalde in 3.2 ten aanzien van de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn tot 2 meter, mits het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet in meerdere mate wordt aangetast en de verkeerssituatie niet nadelig wordt beïnvloed. 3.3.2 Voorwaarden Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen: 1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad; 2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan. blad 9 van 22

Artikel 4 Wonen 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden, in de vorm van vrijstaande en halfvrijstaande eengezinswoningen, waaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Gebouwen Op de als wonen bestemde gronden mogen ten behoeve van de in 4.1 genoemde doeleinden uitsluitend worden gebouwd: 1. hoofdgebouwen; 2. aan- en uitbouwen; 3. bijgebouwen; 4. andere bouwwerken; met dien verstande dat ondergronds bouwen uitsluitend onder het hoofdgebouw is toegestaan, waarbij geldt dat dit onder het gehele hoofdgebouw is toegestaan. Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende bouwregels: a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak opgericht te worden, met dien verstande dat maximaal 2 woningen gerealiseerd mogen worden; b. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden; c. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt tenminste 2,50 meter; d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 4,50 meter; e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 10 meter; f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter; g. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 7 meter; h. per bouwperceel mag buiten het bouwvlak ten hoogste 50% worden bebouwd met een maximum aan gebouwen van 60 m 2 ; i. de afstand tussen een vrijstaand bijgebouw en het hoofdgebouw mag niet minder bedragen dan 1 meter. 4.2.2 Andere bouwwerken a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, uitgezonderd erfafscheidingen, mag niet meer bedragen dan 3 meter; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag achter de voorgevelrooilijn niet meer bedragen dan 2 meter en voor de voorgevelrooilijn niet meer bedragen dan 1 meter; c. per bouwperceel mag buiten het bouwvlak ten hoogste 50% worden bebouwd met een maximum aan andere bouwwerken van 40 m 2 ; d. de oppervlakte van andere bouwwerken voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 4 m 2 ; e. de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt maximaal 50 m 2 per bouwwerk. 4.3 Afwijken van de bouwregels 4.3.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. het bepaalde in 4.2.1 onder c. voor wat betreft de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingseperceelsgrens, met dien verstande dat: 1. bij vrijstaande woningen aan één zijde de afstand 1 meter mag bedragen, mits tenminste 2 meter achter de voorgevel en met een maximale goothoogte van 3 meter blad 10 van 22

ter plaatse waarvan op 1 meter van de perceelsgrens wordt gebouwd; 2. bij halfvrijstaande woningen aan beide zijden de afstand 0 meter mag bedragen, mits tenminste 2 meter achter de voorgevel aan de uiteinden van de woningen en met een maximale goothoogte van 3 meter ter plaatse waarvan in de perceelsgrens wordt gebouwd; b. het bepaalde in 4.2.1 onder h. tot een maximum van 75 m 2, mits de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf ten minste 250 m 2 bedraagt en tot een maximum van 100 m 2, mits de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zijen achtererf ten minste 500 m 2 bedraagt; c. het bepaalde in 4.2.2 onder a. ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van de bouw van antennes met een maximale bouwhoogte van 15 meter; d. het bepaalde in 4.2.2 onder b. ten aanzien van de bouwhoogte van erfafscheidingen voor een bebouwingsgrens tot 2 meter, mits het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet in meerdere mate wordt aangetast en de verkeerssituatie niet nadelig wordt beïnvloed; e. het bepaalde in 4.2.2 onder d. ten aanzien van de oppervlakte van andere bouwwerken voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn tot een oppervlakte van maximaal 4,5 m 2. 4.3.2 Voorwaarden Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.3.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen: 1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad; 2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan. blad 11 van 22

blad 12 van 22

Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. blad 13 van 22

Artikel 6 Algemene gebruiksregels 6.1 Strijdig gebruik 6.1.1 Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a. gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de ingevolge het plan aan bedoelde gronden en bouwwerken gegeven bestemming(en) en/of deze regels; b. onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken: 1. als opslagplaats voor bagger en grondspecie; 2. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen; 3. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen; c. bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van bewoning en als afhankelijke woonruimte; d. het gebruik of laten gebruiken van gebouwen of gronden als seks- en/of pornobedrijf of daarmee vergelijkbare gebruiksvormen. 6.1.2 Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan: a. vormen van gebruik als bedoeld in 6.1.1 die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt; b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming; c. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende grond met dien verstande dat de stalling uitsluitend achter de voorgevelrooilijn plaats mag vinden. 6.1.3 Verbod niet van toepassing op 6.1.4 Afwijken Het verbod als bedoeld in 6.1.1 is niet van toepassing op een gedeelte van de woning ten behoeve van het gebruik als aan huis gebonden beroep door de bewoner, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 50 % van het oppervlak van de begane grond en maximaal 30 % van het totale vloeroppervlak van de woning en bijgebouwen als zodanig mag worden gebruikt, tot een maximum van 60 m 2 ; b. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed; c. het gebruik geen onevenredige nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; d. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan; e. door de uitoefening van de activiteiten het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert, dat de woning het karakter van een woning geheel of gedeeltelijk verliest. Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het in 6.1.1 gestelde verbod indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. er dient aantoonbaar sprake te zijn van een zorgbehoefte, welke tijdelijk van aard is; b. er is en blijft sprake van één huishouden op het perceel, waarbij een gedeelte van het huishouden in een bijgebouw is gevestigd. Er zal geen sprake zijn van een zelfstandige woning; blad 14 van 22

6.2 Parkeren c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag ten hoogste 80 m 2 bedragen; d. er dient sprake te zijn van een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de reeds bestaande woning; e. het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving. Er dient rekening gehouden te worden met veiligheids- en milieuaspecten; f. Het bevoegd gezag trekt de ontheffing in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 6.2.1 Parkeernorm 6.2.2 Afwijking Bij het oprichten van gebouwen dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om het parkeren op eigen terrein te kunnen afwikkelen, waarbij op eigen terrein dient te zijn voorzien in voldoende parkeeraccommodatie conform het gemeentelijk parkeerbeleid van de gemeente Dongen. Hierbij gelden in ieder geval de volgende parkeernormen: 1. bij vrijstaande woningen: ten minste 2 direct ontsloten parkeerplaatsen per woning; 2. bij halfvrijstaande woningen: ten minste 1 direct ontsloten parkeerplaats per woning; 3. een garage niet wordt meegerekend bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen. Het bevoegd gezag is bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het in 6.2.1 gestelde indien de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig wordt of kan worden beïnvloed. blad 15 van 22

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen in deze regels ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. het afwijken van de aangegeven maten en afmetingen, voor zover daarvoor geen bijzondere ontheffingsbevoegdheid in deze regels is opgenomen, mits deze met niet meer dan 15% worden veranderd en in die gevallen waar een rationele verkaveling en bebouwing van gronden dit vergt; b. het overschrijden van de bouwgrens(zen) voor de bouw van bouwwerken van ondergeschikte aard zoals loggia s, erkers, keldertoegangen, dakoverstekken, luifels en balkons, die qua aard en afmetingen bij de bestemming passen tot maximaal 1,50 meter in de richting van de weg, met inachtneming van het overig bepaalde in deze regels, indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en het past binnen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, waarbij de hoogte ten hoogste 3 meter mag bedragen en ten hoogste 50% van de tuinbestemming mag worden bebouwd. blad 16 van 22

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels 8.1 Wijzigingsbevoegdheid 8.1.1 Procedure Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, nodig zijn. Procedure Indien toepassing wordt gegeven aan de in 8.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid van het bevoegd gezag dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 9 van deze regels. blad 17 van 22

Artikel 9 Algemene procedureregels Op de voorbereiding van een wijziging is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, waarbij de termijn van tervisielegging 2 weken bedraagt. blad 18 van 22

Artikel 10 Overige regels De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; e. de ruimte tussen bouwwerken; f. erf- en terreinafscheidingen. blad 19 van 22

blad 20 van 22

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 11 Overgangsrecht 11.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 11.2 Afwijking Bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 11.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 11.1 met maximaal 10%. 11.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Lid 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 11.4 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 11.5 Strijdig gebruik Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 11.6 Verboden gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 11.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 11.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Lid 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende wijzigingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. blad 21 van 22

Artikel 12 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Achterhuizen. blad 22 van 22