Geachte leden, RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. Jan Willem Wannyn. Onderwijs, Cultuur en Welzijn.

Vergelijkbare documenten
1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

Opzet voor een plan van aanpak. Tweedegraads PLUS. doorscholing van tweedegraads bevoegde docenten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beste leraren voor Rotterdam

Kaderregeling Vierslagleren in het voortgezet onderwijs

Opmaat voor: De Amsterdamse Lerarenagenda

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Van overschotvak naar tekortvak. Nieuwe doelgroepen. voor het leraarschap in het voortgezet onderwijs

Richtlijn inschaling zij-instromers

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

WAARDERING VOOR HET LERAARSCHAP. 31 augustus 2006

REGIONAAL CONVENANT AANPAK DOCENTENTEKORT VOORTGEZET ONDERWIJS ROTTERDAM

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Primair Onderwijs Onze referentie

Voor vakmensen voor de toekomst

Programma Kick-off 11 mei 2015

Nieuwe talentvolle leerkrachten via DIT IS WIJS voor de Rotterdamse Schoolbesturen

'Hoe kunnen de WOW organisaties meer investeren jong talent?'

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen

Actieprogramma Tekorten Zorg en Welzijn Flevoland

Eerste wijziging Subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

S A M E N V A T T I N G

Datum 13 maart 2013 Betreft Beleidsreactie op advies 'Kiezen voor kwalitatief sterke leraren' van de Onderwijsraad

Brochure voor schoolbesturen

Hoe ziet het stelsel van de lerarenopleidingen eruit? Jelger Schaaf en Cor de Raadt

FAQ Startende leraren

Brochure voor leerkrachten

Intentieverklaring Versie:

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

NIEUWSBRIEF 16: SUCCESVOLLE MINOR INGENIEUR ÈN DOCENT WORDT VOORTGEZET

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De waarde(n) van weten

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Contextschets Techniek

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

Zij-instromers als directe link naar de beroepspraktijk

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Inductietraject koppelen aan werkplekleren

Brochure voor Schoolbesturen

PO-VO EN HET WAT EN HOE VAN TAAL EN REKENEN

banenplan Kamerbrief plan van aanpak lerarentekort (24 februari 2017)

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart

Optimale inrichting van lerarenopleidingen

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Excellente docent in de mbo-praktijk

Datum 13 maart 2013 Betreft Nadere invulling impuls leraren tekortvakken 100 mln inclusief uitwerking amendement Lucas en Jadnanansing

Uw brief van. 2 en 5 april 2004

De Leraar Vooruit Inleiding Jaarvergadering AOB Utrecht 10 oktober 2007

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

programmamanager van De Rode Loper, zullen de projectleiding op zich nemen. De risicoregio

Samenwerken met het mbo in de opleidingsschool

De motor van de lerende organisatie

BASISGGEVENS. Naam Functie

Direct (betaald) voor de klas terwijl je de verkorte deeltijd Pabo opleiding doet? De Pabo in deeltijd.. Wat zijn de mogelijkheden.

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus AC Deventer

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

Onderzoek naar onderwijsarbeidsmarkt

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Leraar worden in de Haagse regio. Informatie voor potentiële zij-instromers met een vooropleiding in het hoger onderwijs

Jaarplan 2017 Arbeidsmarkt & Onderwijs MBO HBO SIGRA

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek naar onderwijsarbeidsmarkt

FAQ Schoolbesturen en schoolleiders

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Datum 15 maart 2018 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rudmer Heerema en Wiersma (beiden VVD)

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Factsheet Toelatingstoets PABO

Woerdens Techniek Talent

Programma Van en voor scholen voor voortgezet onderwijs. in Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg

Inzet van hbo- en wo-studenten. Nieuwe doelgroepen. voor het leraarschap in het voortgezet onderwijs

Nieuwe kans op extra instroom

Aanpak On(der)bevoegdheid

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op.

Transcriptie:

Typ teksttyp teksttyp tekst I. van Engelshoven Wethouder van Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs, 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan de leden van de Commissie Samenleving Datum 14 februari 2017 - RIS296335 Contactpersoon Jan Willem Wannyn Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Productgroep Onderwijsbeleid Telefoonnummer 14070 E-mailadres janwillem.wannyn@denhaag.nl Onderwerp Plan van aanpak lerarentekort Den Haag Docentenstad Tevens tussenbericht moties: - Meer vakdocenten aanstellen (RIS295428) - Haagse Leraar van het Jaar (RIS295429) Geachte leden, In de commissievergadering van 26 oktober 2016 is gesproken over de problematiek van het lerarentekort. Naar aanleiding van deze discussie heb ik u een plan van aanpak toegezegd. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Deze brief bevat de hoofdlijn van de door mij voorgestane aanpak. In de bijlage treft u een plan van aanpak lerarentekort. Dit is een groeidocument. Gaandeweg zal de aanpak concretere invulling krijgen. In het voorjaar van 2015 heeft de gemeente Den Haag aan onderzoeksbureau Ecorys de opdracht verstrekt onderzoek te doen naar de prognoses voor onderwijzend personeel Den Haag en regio Haaglanden. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek, is intensief overleg gestart met het ministerie van OCW, de G4, de opleidingsinstituten in Den Haag en regio, de werkgroep lerarentekort Platform PO, het programmama De Rode Loper (vo) en het in oprichting zijnde bestuurlijk overleg lerarentekort (waarin vertegenwoordigd de kinderopvangsector, po, vo, mbo en hoger onderwijs). Uitkomst van deze gesprekken is een gedeelde analyse en gedeelde urgentie. Ook wordt er geconstateerd dat het instrumentarium dat de schoolbesturen momenteel inzetten ter bestrijding van de kwantitatieve en kwalitatieve tekorten, zoals professionaliseringstrajecten, talenten- en vervangingspools, intensieve wervingsprojecten en traineeships, bijdraagt maar tekortschiet. Er is méér nodig. Het plan van aanpak dat ik u aanbied is een vertaling van de uitkomsten van deze gesprekken. De maatregelen geven richting aan de koers voor de komende periode, maar het maatregelenpakket is nog geen afgerond verhaal. De komende periode wordt in overleg met betrokken bestuurders in het po, vo, mbo en ho de materie verder uitgediept en (alternatieve) oplossingsrichtingen besproken. Mogelijk leidt dat tot andere maatregelen die wij nu nog niet op het netvlies. Ik hecht eraan te benadrukken dat het uitgangspunt blijft dat het onderwijs zelf bepaalt wat goed onderwijs is en hoe scholen daar het beste aan kunnen werken. Schoolbesturen zijn de werkgevers van leraren. De gemeente brengt partijen samen, faciliteert en ondersteunt dit waar nodig. De inzet daarin zal ik verhogen omdat de problematiek dat verlangt. Gemeente Den Haag Postbus 12600 T 14070 Spui 70 2500 DJ Den Haag www.denhaag.nl Den Haag

Daarnaast volgt de gemeente de initiatieven vanuit het onderwijs die betrekking hebben op de werving en behoud van (startende) leraren en stemt zij eventuele ondersteuning van maatregelen af. Analyse De Haagse regio behoort tot de regio s waar zich de grootste tekorten van leraren voordoen. Binnen de kinderopvang is de prognose een toename van vacatures. In het po worden, vergeleken met de andere onderwijssectoren en de landelijke voorspellingen, in de toekomst de grootste tekorten verwacht. De werkgelegenheid van vo-docenten en het leerlingaantal neemt in de komende jaren nog verder toe, in tegenstelling tot landelijke ontwikkelingen. Tegelijkertijd heeft Den Haag geen eigen lerarenopleiding, waardoor minder studenten uit Den Haag e.o. voor dit beroep kiezen. Dit maakt het kwantitatief docententekort in de regio Den Haag een extra urgent probleem. Daarnaast heeft de regio Den Haag te maken met een kwalitatief vraagstuk. In het Haagse onderwijs zijn relatief veel leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben: leerlingen met een taalachterstand, leerlingen uit achterstandswijken en leerlingen met een zorgvraag. Dit vraagt veel van docenten; zij dienen over de benodigde pedagogisch-didactische competenties te beschikken om onderwijs te bieden dat optimaal tegemoetkomt aan de behoeften van deze leerlingen. Door de invoering van passend onderwijs wordt nog meer van docenten gevraagd, zeker in de Haagse grootstedelijke context. De uitstroom van docenten is dan ook relatief hoog in de eerste vijf jaar van hun carrière. Hier zijn diverse oorzaken voor. Startende docenten beschikken vaak in onvoldoende mate over de benodigde pedagogisch-didactische competenties; kunnen omgaan met culturele verschillen in de klas, begeleiden van leerlingen met een problematische thuissituatie, het vak goed kunnen overbrengen aan leerlingen met een taalachterstand. Er is in zeer beperkte mate sprake van gericht beleid om leerkrachten binnenboord te houden. Er moet meer geïnvesteerd worden op begeleiding voor startende leraren. Het plan Het plan van aanpak lerarentekort Den Haag Docentenstad moet bijdragen aan het bestrijden van het kwalitatief en kwantitatief docententekort in de regio door docenten voor een belangrijk deel op de werkplek op te leiden en zo bij te dragen aan de professionele ontwikkeling van docenten in hun verdere loopbaan. Hierdoor krijgen meer studenten de kans op een kwalitatief hoogwaardige opleidingsplaats en wordt de aansluiting van de opleiding op de praktijk versterkt. Aanpak op hoofdlijnen Er is behoefte aan preciezer inzicht in de problematiek, een prognose in aantallen. De data vanuit bijvoorbeeld de PO-raad worden naast die van de scholen zelf gelegd. Een breed vervolgonderzoek is niet noodzakelijk, maar ik vind onderzoek naar het zij-instroomtraject de moeite waard, evenals onderzoek naar de stille reserves (mensen met een bevoegdheid die niet voor de klas staan). Om ook in de toekomst de tekorten tegen te gaan is het zaak de arbeidsmarkt goed te blijven monitoren en een accuraat personeelsbeleid te (blijven) voeren. Het is van belang om scholen te stimuleren de beschikbare middelen voor (professionalisering van) het personeelsbeleid gericht in te zetten. Het is noodzakelijk de instroom van nieuwe leraren te stimuleren door doelgericht pas-afgestudeerden aan te trekken en te behouden. Het stimuleren van instroom in zowel de pabo (vanuit mbo én havo/vwo) als tweedegraads lerarenopleidingen (havo én vwo) kan een impuls krijgen als het vo in Den Haag hiertoe nog nauwer samenwerkt met bestaande opleidingsinstituten. Met het mbo wordt hier een pilot voor opgezet. Ook kan het vergroten van het aantal opleidingsscholen een oplossing bieden, voor met name kwaliteit van leren in de praktijk en om studenten perspectief te bieden op werk in de regio. Je kunt binnen de stad opgeleid worden en hebt daarna zicht op een baan binnen datzelfde verband met eventuele doorgroeimogelijkheden in de vorm van professionele masters. Hiermee kan Den Haag zich ook meer profileren als onderwijsstad waarmee naast de kwantiteit van instroom van leraren ook de kwaliteit geborgd kan worden. Ik heb reeds besloten de oprichting van een tweede opleidingsschool voor het vo financieel te ondersteunen. 2/11

Binnen de lerarenopleidingen komt extra aandacht voor instroom- en zij-instroomtrajecten gericht op tekortvakken. Voor (nog niet bevoegde) leraren worden opleidingen geflexibiliseerd en worden maatwerk en begeleiding geboden voor de (nog niet bevoegde) leraren. Voor potentiële nieuwe leraren worden instroom- en zij-instroomtrajecten flexibeler gemaakt, zodat deelname toegankelijker wordt gemaakt. Nieuwe leraren worden beter voorbereid op het lesgeven in het mbo. Leraren in het mbo werken vanuit de context van het beroep en de sector waarvoor zij hun studenten opleiden. Hiervoor worden nu ook nascholingstrajecten ontwikkeld voor pabo-alumni (bevoegdheid lesgeven op vmbo en mbo). Een ander punt dat in ieder geval geldt voor het po en vo, zijn de extra uitdagingen die bij leraren in het reguliere onderwijs terecht komen door het invoeren van het passend onderwijs. Omdat alle scholen hier mee te maken hebben, zou gedacht kunnen worden aan gezamenlijke programma s om de begeleiding en coaching van leraren te verbeteren. Uit onderzoek is bekend dat startende leerkrachten bijvoorbeeld moeite hebben met differentiëren in de klas en omgaan met (forse) gedragsproblematiek van leerlingen. Het verschil in het vervullen van vacatures tussen scholen die gevestigd zijn in wijken met voornamelijk autochtone Hagenaars ten opzichte van scholen in wijken met voornamelijk Hagenaars met een migrantenachtergrond, wordt als aanzienlijk ervaren door de betrokken scholen in het po en vo. Om de aantrekkelijkheid van scholen in Den Haag meer in balans te krijgen, is het faciliteren en stimuleren van strategische samenwerkingsverbanden tussen verschillende scholen een mogelijkheid. Ook is het van belang beginnende leraren te behouden voor het onderwijs. De uitstroom van leraren is het hoogst na een jaar lesgeven. Om uitstroom tegen te gaan is inhoudelijke ondersteuning van docenten de beste investering. Daarom werken we samen met opleidingsinstituten en opleidingsscholen aan betere begeleiding van leraren. Procesuitvoering Het lerarentekort in kwantitatieve en kwalitatieve zin, is ook voor het ministerie van OCW een speerpunt. Om binnen Den Haag tot een goede aanpak te komen werken we niet alleen lokaal meer ook met de G4 en het ministerie van OCW samen. Het lerarentekort is landelijk en lokaal prioriteit. Landelijk De gemeente Den Haag neemt deel aan een G4 werkgroep Lerarenagenda. Als G4 hebben wij het ministerie gevraagd meer data over leraren te delen, eerdergenoemde doorstroom mbo-hbo te bevorderen en een pilot Urban teacher in Rotterdam te ondersteunen, waardoor we de best practices met elkaar kunnen gaan delen. Op 8 februari 2017 vond in de Tweede Kamer een Algemeen Overleg over leraren, onderwijsarbeidsmarkt en lerarenopleidingen plaats. Als dat leidt tot nieuwe impulsen in het Rijksbeleid, zal ik dat in de uitwerking op lokaal niveau uiteraard betrekken. Dit geldt eveneens voor de initiatiefnota van de ChristenUnie Kerels voor de klas, onderwijsmaatregelen die goed zijn voor jongens én meisjes. Lokaal In het plan van aanpak maak ik een onderscheid in maatregelen voor de korte termijn en de lange termijn. Voor de korte termijn wil ik nu al samen met schoolbesturen en opleidingsinstituten aan de slag. Voor de langere termijn zie ik het maken van een nieuwe HEA 2018-2022 als een uitstekend voertuig om tot keuzes en goede maatregelen te komen. Ik leg u eind 2017 een concept-hea 2018-2022 voor waarin de aanpak van het lerarentekort een zeer prominente plek zal hebben. Ik kan en zal dan ook rapporteren over de inkleuring en voortgang van de maatregelen op de kortere termijn, die parallel aan het HEA-planproces al in gang worden gezet. Er wordt gewerkt op twee niveaus, zowel bestuurlijk als ambtelijk. En uiteraard met de input vanuit het onderwijsveld zelf, de schoolleiders en docenten. Voor de uitwerking van het plan wordt gebruik gemaakt van het nieuwe bestuurlijk overleg lerarentekort, met vertegenwoordigers uit alle onderwijssectoren, en van intensief contact met eerste aanspreekpunten uit alle onderwijssectoren. Afspraken met betrekking tot het analyseren van knelpunten, het uitwerken van maatregelen en het uitwerken van financiële incentives landen in de nieuwe HEA. 3/11

Moties Afgelopen periode zijn drie moties aangenomen waar ik hier ook kort op in wil gaan. Het betreft de motie Meer vakdocenten aanstellen (RIS295428); Haagse Leraar van het Jaar (RIS295429) en Meer kerels voor de klas (RIS294458). In de gesprekken de afgelopen maanden is een reeks aan onderwerpen en ideeën voorbijgekomen waarvan gedacht wordt dat deze een goede bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de tekortproblematiek. Ook de moties zie ik als waardevolle input. Om een ad hoc-aanpak te voorkomen, verdient het mijns inziens de voorkeur om in dit stadium geen losse maatregelen te nemen die nog niet zijn bezien op hun mogelijke meerwaarde in het grotere geheel en die ook nog niet zijn besproken met het onderwijsveld in de stad. Ik wil de voorstellen uit de moties onderdeel maken van het debat over de nieuwe HEA. Een voorstel tot afdoening van de moties zal het college dan simultaan aan de ontwerp-hea voorleggen aan de Raad. Met vriendelijke groet, Ingrid van Engelshoven 4/11

Plan van aanpak lerarentekort Den Haag Docentenstad Inleiding In het voorjaar van 2015 heeft de gemeente Den Haag aan onderzoeksbureau Ecorys de opdracht verstrekt onderzoek te doen naar de prognoses voor onderwijzend personeel Den Haag en regio Haaglanden. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek, is intensief overleg gestart met het ministerie, de G4, de opleidingsinstituten in Den Haag en de regio, de werkgroep lerarentekort Platform PO, het programmama De Rode Loper (vo) en het in oprichting zijnde bestuurlijk overleg lerarentekort (waarin vertegenwoordigd de kinderopvangsector, po, vo, mbo en hoger onderwijs). Het Plan van aanpak is een vertaling van de uitkomsten van deze gesprekken. Dit plan bevat een korte analyse van de tekortproblematiek per onderwijssector, activiteiten voor knelpunten op korte termijn, een voorstel voor initiatieven en maatregelen voor de aanpak op de lange termijn en suggesties voor ondersteuning vanuit de gemeente. Daarnaast zijn er afgelopen maanden drie moties (Meer vakdocenten aanstellen (RIS295428), Haagse Leraar van het Jaar (RIS295429), Meer kerels voor de klas (RIS294458)) ingebracht, welke mee worden genomen bij de uitvoering van dit plan. Analyse tekortproblematiek De gezamenlijke Haagse schoolbesturen voor po en vo ervaren momenteel in de praktijk de eerste consequenties van het tekort: reguliere en ziektevervanging zijn steeds moeilijker realiseerbaar; vacatures op met name binnenstadscholen en voor directiefuncties nemen toe en zijn lastig invulbaar; (mede) ten gevolge van het tekort aan regulier onderwijzend personeel en vervanging bij ziekte stijgt de groepsgrootte en komen de ambulante functies onder druk te staan. Ook het naar huis sturen van kinderen is niet langer denkbeeldig. Tegenover de vervangingsvraag (en mogelijk veranderingen in de werkgelegenheid) staat de instroom om ontstane gaten op te vullen. Om aan de vervangingsvraag te kunnen voldoen, is instroom van leraren nodig. Er zij drie soorten van instroom van leraren: instroom vanaf de pabo en lerarenopleiding vo, instroom vanuit de zogenaamde stille reserve (personen met een onderwijsbevoegdheid die niet (meer) in het onderwijs werkzaam zijn en zij-instroom vanuit andere beroepen via omscholing. De geraamde stijging van het leerlingenaantal in Den Haag in combinatie met een toenemende uitstroom van personeel (uitbreidingsvraag) en de momenteel lage instroom op de opleidingsinstituten zetten het probleem van het lerarentekort onder toenemende druk. Naast het kwantitatieve aspect, zijn er vanuit de zijde van de schoolbesturen ook vragen over het kwalitatieve aspect, namelijk in hoeverre sluit de uitstroom vanuit de opleidingsinstituten (naadloos) aan bij de hedendaagse eisen vanuit de scholen. Vanuit de schoolbesturen worden momenteel verschillende instrumenten ingezet ter bestrijding van het probleem; professionaliseringstrajecten, talenten- en vervangingspools, intensieve wervingsprojecten, traineeships etc. De huidige aanpak is niet toereikend. Prognose tekorten Den Haag en de regio Haaglanden vallen onder de regio s waar zich de grootste tekorten voordoen. Binnen de kinderopvang is de prognose een toename van vacatures. In het po worden, vergeleken met de andere onderwijssectoren en de landelijke voorspellingen, in de toekomst de grootste tekorten verwacht. In de regio Haaglanden wordt in 2025 een tekort van 13 procent en in Den Haag een tekort van 11 procent ten opzichte van de totale werkgelegenheid van leraren voorspelt. Landelijk is de diagnose dat er in 2025 een onvervulde vraag van 9 procent zal zijn. In het po is de toename van de onvervulde vraag vooral het gevolg van een groeiend leerlingaantal. In het voortgezet onderwijs is sprake van een grotere uitstroom dan instroom vergeleken met het primair onderwijs, maar het verschil is te overzien. In tegenstelling tot de landelijke prognoses laat de werkgelegenheid van leraren in de regio Haaglanden een lichte stijging zien. Ook het leerlingaantal in de regio Haaglanden vertoont volgens de prognoses een stijgende lijn. Vanaf 2020 wordt er volgens de ramingen een sterkere stijging verwacht in de werkgelegenheid, die doorzet tot en met 2025. In het vo zijn in beide gebieden de relatieve tekorten kleiner dan in het po. In Haaglanden en in Den Haag wordt ten opzichte van de totale werkgelegenheid in 2025 een onvervulde vraag van 3 procent voorspeld, landelijk wordt het tekort op 2 procent geschat. 5/11

Op basis van de generieke data kan worden gesteld dat de geschatte wervingsproblemen in het mbo, door een terugloop in het deelnemersaantal, in de toekomst het kleinst zijn. De arbeidsmarkt voor het mbo kenmerkt zich door meer openheid dan het po en vo, omdat in deze sector veel meer uitwisseling is tussen onderwijs en de beroepspraktijk. Hierdoor is het arbeidsmarktaanbod groter en minder goed te voorspellen De tekortproblematiek voor leraren speelt niet in het hoger onderwijs, daar is evenwel sprake van een instroomtekort van studenten voor de pabo s, de toekomstige docenten. Daarnaast heeft Den Haag geen eigen lerarenopleiding voor het vo, waardoor er relatief weinig studenten voor dit beroep kiezen. Dit maakt het kwantitatief docententekort in de regio Den Haag een extra urgent probleem. Knelpunten bij werving onderwijzend personeel Hieronder zoomen we in op sectorspecifieke knelpunten bij werving. Kinderopvang In veel regio s in Nederland staan de kaartenbakken vol met werkzoekenden in de kinderopvang. Vacatures, zeker op vaste basis, zijn daar nauwelijks. In steden als Den Haag en Amsterdam hebben kinderopvangorganisaties juist grote moeite om hun vacatures in te vullen. Goede pedagogisch medewerkers zijn nauwelijks te vinden. De aanwas vanuit beroepsopleidingen is opgedroogd. Po De verwachting is dat de groei van het leerlingaantal in combinatie met de uitstroom van leraren uit het primair onderwijs, als gevolg van de vergrijzing, voor wervingsproblemen zal zorgen voor zowel scholen in de gemeente Den Haag alsook in de regio Haaglanden. Specifieke wervingsproblemen worden verwacht op scholen in de zwarte wijk. Ten eerste zijn minder leraren geneigd voor deze scholen te kiezen als er op andere scholen ook vacatures zijn. Daarnaast vraagt de leerlingenpopulatie om leraren die meer te bieden hebben dan de gemiddelde leerkracht, wat de werving verder bemoeilijkt. Ook de werving op het speciaal onderwijs (sbo) zal in de toekomst moeizaam blijven, ongeacht het aanbod van leraren. In het primair onderwijs wordt vooralsnog weinig samengewerkt om knelpunten rondom het werven van leraren gezamenlijk tegen te gaan. Er wordt vooral tussen de scholen onder hetzelfde bestuur samengewerkt, maar vrijwel niet tussen besturen. Uitzondering is de vervangingspool Pool West. Vo De meeste scholen hebben onvoldoende zicht op aankomende tekorten. Het werven van leraren wordt getypeerd als problematisch. Dit geldt niet voor alle vakken en is van school tot school verschillend. Van het zittende personeel is wel in kaart gebracht wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken om daar tijdig actie op te kunnen ondernemen. Verwachting is dat het werven van leraren, vooral wat betreft de bètavakken, Duits en eerstegraads leraar in de bovenbouw havo/vwo, in de komende jaren nog moeizamer zal verlopen. In het voortgezet onderwijs wordt meer samengewerkt tussen scholen en besturen dan in het primair onderwijs. Zowel wat betreft de problematiek rondom het werven van leraren alsook binnen de kaders van opleiding in de school. Voorbeelden van projecten uitgevoerd in de zogeheten risicoregio zijn het ontwikkelen van loopbaanbeleid binnen de school, extra begeleiding voor startende docenten en coachingopleidingen voor docenten die zich willen richten op het begeleiden van die starters. Mbo De huidige werving van leraren wordt op het ROC Mondriaan getypeerd als niet eenvoudig maar ook niet problematisch. Daarbij is er voldoende instroom van jonge docenten. Wat nog altijd problemen geeft, is een aantal specialisaties in de techniek. De instroom in de opleiding is te laag en er is hevige concurrentie met het bedrijfsleven. Behalve het tekort aan specialisten, verwacht men in de aankomende jaren een afname van wervingsproblemen. Het aanbod van docenten is voor het merendeel van de vakken groot genoeg. Het ROC neemt geen maatregelen op centraal niveau. De onderwijsmanagers ondernemen zelf acties om hun docententeams gevuld te houden en dat is vooralsnog voldoende gebleken. Ook voor deze sector geldt dat het werken in deze sector aantrekkelijk moet blijven om zittend personeel te behouden. 6/11

Aanpak tekortproblematiek Gelet op de analyse van de problematiek, de prognoses met betrekking tot de tekorten aan onderwijspersoneel in vooral het primair en voortgezet onderwijs, de knelpunten bij werving en constaterende dat volgens alle partners het huidige instrumentarium onvoldoende resultaat heeft, is er meer nodig. In verschillende overleggen is bezien welke knelpunten de realisatie van ambities t.a.v. het kwantitatieve en kwalitatieve lerarentekort in de weg staan en welke knelpunten door gerichte actie kunnen worden weggenomen. Er zal daarbij tenminste aandacht zijn voor maatregelen op de korte en lange termijn en we zullen voor specifieke doelgroepen passende constructies met opleidingsinstituten en schoolbesturen opzetten. Tien uitgangspunten voor de aanpak: 1. De Haagse schoolbesturen zullen bij het bestrijden van het lerarentekort samenwerken en elkaar bij de opzet van projecten betrekken. 2. Er worden niet alleen maatregelen genomen met resultaten voor de korte termijn, zoals het aantrekken van nieuwe studenten voor de opleiding en het werven van nieuw personeel. Het lerarentekort is zowel kwantitatief als kwalitatief en daarom richten maatregelen zich ook op ontwikkelingen op de lange termijn. 3. Er wordt gezocht naar samenwerkingen en versterking van samenwerkingen tussen opleidingsinstituten en opleidingsscholen onderling. In Den Haag, in de regio en waar nodig landelijk. 4. Op alle fronten samenwerking tussen de scholen en lerarenopleidingen: samen opleiden, professionaliseren, begeleiden én beoordelen. Opleiden in schoolarrangementen moet steviger. 5. Doorlopende professionele ontwikkeling gedurende de hele onderwijsloopbaan, van student tot ervaren docent (van samen opleiden naar samen professionaliseren). 6. Een doorlopende opleidingslijn van onderwijsassistent (mbo-opleiding) tot startbekwaam docent: talentvolle onderwijsassistenten kunnen zich ontwikkelen tot startbekwaam docent en zich verder specialiseren in de pedagogisch-didactische competenties. Dit vraagt met name inzet in de eerste jaren na afstuderen, met begeleiding in de school. 7. Studenten en docenten ontdekken wat het beste bij hen past en ontwikkelen daardoor een passie voor het vak en de sector, zij proeven van allerlei aspecten van het docentschap (zoals omgaan met leerlingen met taalachterstanden, omgaan met zorgleerlingen). 8. Een kleurrijke, grootstedelijke leeromgeving voor studenten, startende en ervaren docenten. 9. Diversiteit van leerervaringen voor alle docenten in opleiding. Het opleiden is gericht op het ontwikkelen van handelingsbekwaamheid in het omgaan met diversiteit (sensitiviteit voor diversiteit) door het opdoen van een breed scala aan ervaringen ( Urban education ) 10. Een lerende cultuur: scholen en instituten blijven zelf leren. Maatregelen korte termijn In de periode januari tot december 2017 worden in Den Haag de volgende activiteiten in het kader van het bestrijden van het lerarentekort ondernomen. 1. Pool West: Grootste vraagstuk op de korte termijn is vervangingsvraagstuk. We zien nu dat de vervangingsvraag in de regio nog rond het landelijk gemiddelde ligt, maar de vervangingsvraag stijgt in de RPA-regio Haaglanden en de stad Den Haag en neemt snel toe. Hiervoor is sinds vijf maanden Pool West operationeel en heeft op dit moment een vervangingsgraad van ongeveer 70%. 2. Leraren van buiten: Op 8 maart a.s. zal wederom een bijeenkomst in Hofstad Lyceum plaatsvinden voor geïnteresseerden van buiten het onderwijs voor mogelijk een baan ín het onderwijs. Aan deze bijeenkomst gaat (meer dan in eerdere jaren) een intensieve communicatie-campagne vooraf. Sowieso naar scholen natuurlijk, maar ook op centrale plaatsen in de stad zal b.v. via banners uitdrukkelijk op de bijeenkomst worden geattendeerd. We streven er naar 40 deelnemers/bezoekers te ontvangen. 7/11

3. Regionale bijeenkomst voor on-, onder- en anders bevoegde docenten: Op 29 maart a.s. vindt voor het eerst een regionale bijeenkomst plaats voor in principe alle on-, onder- en anders bevoegde docenten in de regio. De doelstelling is drieledig: specifieke informatie over inhoud van (eerste en tweedegraads) opleidingen door Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Rotterdam, Hogeschool Inholland, Universiteit Leiden en TU Delft; informatie over financiële tegemoetkomingen (subsidies, beurzen etc.); beantwoording van individuele vragen (1:1). Deze bijeenkomst organiseert De Rode Loper samen met CAOP en zal volop onder de aandacht worden gebracht. 4. Tweede Opleidingsschool: Een tweede opleidingsschool (naast Opleidingsschool Haaglanden, de Nieuwe Opleidingsschool Haaglanden) is van groot belang. Er wordt nu volop aan gewerkt. Docenten in opleiding leren onderwijs in Den Haag e.o. alvast kennen. 5. Haagse Lerarenbeurs, Haagse Lucifer, JobTwinning: Met activiteiten als de Lerarenbeurs en Lucifer moet worden doorgegaan. Gratis modules voor tweedegraads docenten. Ze hebben een grote en toenemende aantrekkingskracht. Voor bijscholing, omscholing en zij-instromers faciliteert de gemeente via financiële ondersteuning. Dit gaan we verbreden, denk aan scheef- en onbevoegden. De eerste aanmeldingen voor JobTwinning zijn binnen. Op korte termijn levert job twinning een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs, en vergroot mogelijk op lange termijn het aantal zij-instromers. Dit initiatief is goed ontvangen. 6. Sollicitantenbestand: Alle scholen werven (en selecteren) docenten voor vacante functies. Meerdere personen solliciteren, velen worden afgewezen. Daarmee is niet gezegd dat een afgewezen kandidaat voor de ene functie in school X niet een goede kandidaat kan zijn voor een zelfde docentenfunctie in school Y. Er is veel voor te zeggen om een gezamenlijk sollicitantenbestand op een centraal punt in te richten waar informatie over sollicitanten bij elkaar wordt gebracht en inzichtelijk wordt gemaakt. De HR-functionarissen van de scholen kunnen hier een sleutelrol in vervullen. 7. Gezamenlijke arbeidsmarktcommunicatie: Scholen/schoolbesturen zullen meer dan nu in gezamenlijkheid (zichtbaar/hoorbaar) communiceren over de aantrekkelijkheid van docentschap in Den Haag e.o. Volop mogelijkheden voor professionalisering.(ook als het gaat om competenties in een grootstedelijke context). Het beroep van leraar in Den Haag is uitdagend en biedt veel kansen. In navolging van de campagne Den Haag Studentstad starten we de campagne Den Haag Docentenstad. 8. Doorstroom mbo-pabo: Gewerkt wordt aan een programma om nog dit voorjaar het doorstromen van de mbo-student richting pabo makkelijker te maken. Door de invoering van een toelatingstoets voor de pabo is een grote groep mbo ers afgehaakt. Mbo ers met een migratieachtergrond zijn hier in het bijzonder de dupe van geworden. Meer inspanning is nodig om meer jongeren, meer jongens en meer migrantenjongeren van de eerste/tweede/derde generatie naar de lerarenopleiding en de pabo s te trekken. Vanuit de Gelijke Kansen Alliantie maakt het ministerie nu middelen vrij om dit aan te pakken. De doelgroep van het schakeltraject zijn mbo ers die wel het talent hebben, maar zich laten ontmoedigen door de opgeworpen barrière. Die talenten willen de ROC s en hogescholen graag een kans geven op een succesvolle pabo-studie. Ook zien we een heleboel potentieel in studenten die niet per se een onderwijsgerelateerde opleiding doen maar wel een goede leraar zouden zijn. Ook hen willen we bereiken. In het schakeltraject volgen mbo ers aan het eind van hun opleiding een traject van een half jaar waarin zij worden voorbereid op studeren aan de pabo. Deelname aan het schakeltraject is niet verplicht, maar biedt mbo ers wel een kans om beter toegerust naar de pabo te gaan. Het gaat hier om schakeltrajecten voor de pabo s in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. in Den Haag werken Inholland en de Haagse Hogeschool samen met het ROC Mondriaan en het ID College. 9. De Rode Loper: initiatieven zoals de Rode Loper (vo) worden breed gewaardeerd. Door soortgelijke projecten en projecten binnen de Rode Loper te blijven financieren verwachten scholen in het vo het verwachte lerarentekort beter op te kunnen vangen. 8/11

10. Samenwerking met wetenschappelijk onderwijs. De basisscholen zijn gebaat bij teams van gemengde samenstelling qua culturele achtergrond en qua opleidingsachtergrond. Naast instroom vanuit de reguliere havo/vwo-pabo en instroom via de (herstelde) route mbo-pabo is het ook van groot belang om universitair opgeleiden in de basisschool te hebben. De route van de zgn. academische pabo is daarvoor aantrekkelijk, maar ook kan ingezet worden op universitaire bachelors die na maatwerktrajecten de basisschool zouden kunnen instromen. Maatregelen lange termijn We intensiveren onze inzet gericht op het behoud en aantrekken van nieuwe leraren. Wij zetten in op structurele maatregelen, die het onderwijs als geheel ten goede komen en werken aan directe versterking van de samenwerking tussen opleidingsscholen en opleidingsinstituten en door leraren nog meer te faciliteren. Het fundament voor het oplossen van het lerarentekort is het aantrekkelijk maken van het werken in het Haagse onderwijs in brede zin. Daarvoor vormen gezamenlijkheid en flexibiliteit de kern en zijn de verschillende onderwijssectoren ondersteunend aan elkaar. Zo heeft het po een kwantitatieve en kwalitatieve goede instroom van leerkrachten nodig, hebben opleidingsinstituten kwantitatief en kwalitatief goede instroom en doorstroom vanuit mbo en vo nodig en hebben mbo en vo voldoende en goede leerwerkplekken nodig om de toekomstige docenten in aanraking te laten komen met het mooie werkveld onderwijs. Gezamenlijkheid We werken aan het versterken van de samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen, om zo op een planmatige wijze vorm te geven aan de ondersteuning van de individuele ontwikkeling van de leerkracht van startbekwaam naar vakbekwaam. Het Haags onderwijs wordt versterkt door verbinding met opleidingsinstituten in Delft, Leiden, Utrecht, Rotterdam en Amstelveen. Het ontbreekt ons in Den Haag aan een initiële lerarenopleiding (eerste- en tweedegraads). Hoewel studenten hier niet fysiek les kunnen krijgen, wordt de regio Haaglanden door de opleidingsinstituten wel als belangrijk verzorgingsgebied gezien. Daarom werken we aan versterking van de onderlinge samenwerking tussen de lerarenopleidingen (onderlinge afstemming tussen de universitaire lerarenopleidingen in de regio; onderlinge samenwerking op het gebied van academische routes bij de tweedegraads lerarenopleidingen). Het gaat ook om instroombevordering bij de bestaande lerarenopleidingen (niet alleen tweedegraads), met name in tekortvakken. Hierin kunnen vo en de opleidingsinstituten samen optrekken. Stimulans vanuit het vo zou zeer helpen, om zowel havisten als vwo ers te laten instromen. Binnen het hbo zijn ook (verkorte) routes voor vwo ers mogelijk. Bovendien mogen pabo-alumni (recente wetswijziging) zich opscholen naar vmbo- en mbo-bevoegdheid. De Haagse onderwijspartners investeren in de uitbreiding van het aantal professionele leergemeenschappen en academische werkplaatsen met als doel om Haagse leraren te stimuleren en faciliteren bij het ontwikkelen van hun onderzoekende houding. De wenselijkheid van een academische pabo moet onderzocht worden. Ook de gezamenlijke Haagse po-schoolbesturen staan in dit verband mede ter voorkoming van onderlinge concurrentie een gezamenlijke aanpak voor. In gezamenlijkheid tussen de Haagse schoolbesturen, maar ook in nauw overleg met de betrokken opleidingsinstituten in de regio en de gemeente Den Haag. De pedagogisch-didactische competenties leren docenten (in opleiding) bij uitstek in de grootstedelijke praktijk van deze scholen. De expertise is ruimschoots aanwezig op de scholen. Door samenwerking in de opleidingsscholen krijgen veel meer studenten en docenten de kans om te leren van de diversiteit in het partnerschap. Procesbegeleiding en beoordeling zou zich (nog meer) kunnen/moeten richten op uitvoering van theoretische opdrachten op de werkplek. De scholen kunnen hierdoor bijdragen aan de versterking van de kwaliteit van docenten in de Haagse regio, aan het bieden van een kwalitatief hoogwaardige opleidingsplaats en het verbeteren van de aansluiting van de opleiding op de praktijk. 9/11

Flexibilisering We gaan havisten en vwo ers aanmoedigen door te werken aan geflexibiliseerde programma s en schakelprogramma s. Maatwerk in nascholing om vo-leerlingen voor te bereiden op de toelatingstoetsen. Bepaalde doelgroepen op een andere manier begeleiden. Flexibilisering, zodat stapelen mogelijk is en de stap naar hbo veel minder groot is. Het volume van MBO-4 is groot dus daar is potentieel veel instroom richting pabo mogelijk. Gedacht wordt aan het zogeheten Ad-traject. Associate degree is een tweejarig opleidingstraject op hbo-niveau met een eigen graad, dat met name gericht is op mbo-afgestudeerden die op hbo-niveau willen doorstuderen om zo differentiatie aan te brengen in het onderwijsaanbod. Vraagarticulatie uit po en kinderopvang is daarvoor zeer welkom, om daarmee de licentie voor zo n nieuw Ad-traject rond te krijgen. Op korte termijn is dat niet direct een oplossing, maar zou op de lange termijn wel het nodige kunnen opbrengen. Duaal traject van de pedagogisch medewerkers rijp maken om via die weg leraar te kunnen worden, gaan we onderzoeken. Kortom, toename van flexibiliteit in de inrichting van curricula van de lerarenopleidingen is gewenst. Personeelsbeleid Het aantal middelbare scholieren dat voor een lerarenopleiding kiest is nog steeds aanzienlijk, maar ruim onvoldoende om de vraag naar leraren te beantwoorden. Er blijken naast middelbare scholieren veel andere belangstellenden te zijn voor een functie in het onderwijs. Zij hebben inmiddels een carrière in een andere beroepssector opgebouwd, maar zijn onder voorwaarden bereid om alsnog een lerarenopleiding te volgen. Die opleiding moet passen bij hun voorkennis: een ervaren hulpverlener met een hbo-opleiding verwacht een ander curriculum dan een onderwijsassistent met mbo-diploma. We werken aan een volledig aanbod post-initieel blended onderwijs ten behoeve van deze zij-instromers en de tweedegraders, die eerstegraads willen worden. Bovendien moet de opleiding gecombineerd worden met een werkkring, zo mogelijk in het onderwijs. Zo kan het aanbod voor wie eerstegrader wil worden, worden uitgebreid en maakt de vestigingsplaats niet zoveel uit, omdat veel meer binnen de school gebeurt. Deze opleidingstrajecten kunnen we meer structureren. Hierin speelt ook de verantwoordelijkheid van de basisscholen voor de opleiding van hun toekomstige werknemers een rol. Als een school stimulerende HRM-activiteiten ontplooit, voelen leraren zich meer verbonden met de doelen en waarden van hun school. Daardoor zijn leraren tevredener. Ook de leiderschapsstijl van de schoolleider is van invloed: schoolleiders die de autonomie van leraren stimuleren, implementeren meer HRM-activiteiten. En die hebben dus een positief effect. Zowel op leraren als op de prestaties van scholen. - Ook in onderwijs kunnen carrièremogelijkheden gecreëerd worden. - Ook in onderwijs moet grotere competentie tot hogere beloning leiden. - Ook in onderwijs moeten medewerkers uitvoerig begeleid worden. - Ook in onderwijs moet loopbaanbegeleiding van alle medewerkers opgezet worden. - Ook in onderwijs moet je de opleiding kunnen combineren met een baan. - Ook in onderwijs moet de werkgever zich medeverantwoordelijk weten voor de inhoud van de opleiding. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs moeten zich ontwikkelen tot 'opleidingsscholen' door meer invloed te krijgen op de inhoud van de opleiding van hun toekomstige collega's. De begeleiding van studenten door medewerkers van de scholen moet uitgebreid worden en in het verlengde worden gebracht van de begeleiding die de opleiding verzorgt. Ondersteuning gemeente Den Haag De rol van de gemeente zit hem vooral in bij elkaar brengen van de lijntjes. Omdat bij veel scholen dezelfde problematiek speelt kan de gemeente ondersteuning bieden bij de samenwerking tussen de besturen wat betreft het werven van leraren. We zetten in op het gezamenlijk op een planmatige wijze vormgeven van de ondersteuning van de individuele ontwikkeling van de leerkracht en de opleidingsinfrastructuur voor die Haagse leerkracht, in Den Haag en de regio. Verder zijn in de gesprekken nog zaken genoemd, waarin de gemeente in een meer indirecte zin kan ondersteunen. Bijvoorbeeld het belang dat de kwaliteit van leraren gehandhaafd blijft. De laatste jaren is de druk op scholen toegenomen om aan de onderwijsbehoefte van alle kinderen te voorzien (passend onderwijs). 10/11

De gemeente Den Haag heeft eerder dit jaar, n.a.v. berichtgeving in de media, al aangegeven niet in bonussen of extra s te geloven. Het college zal bij het aantrekken van leraren scholen niet gaan helpen bij het aanbieden van gunstige arbeidsvoorwaarden als bonussen of het aanbieden van geschikte woonruimte, leaseauto s of extra onkostenvergoedingen. Docenten, ook nieuwe docenten, kiezen op inhoud, op de sfeer van de school, op teamspirit, niet op financiële prikkels. Werkloze leraren uit andere regio s verleiden om in Den Haag te gaan werken is niet de oplossing. Leerkrachten verhuizen bijna niet voor een baan. Uiteindelijk kiezen mensen het onderwijs niet daarvoor. Ze kiezen een baan die bij hun past. Daarom richt Den Haag zich op de professionalisering van de docent. Als je het onderwijs wilt verbeteren is inhoudelijke ondersteuning van docenten de beste investering. Den Haag Docentenstad Het effectief werven, boeien en binden van (nieuw) personeel is van eminent belang voor de (toekomstige) kwaliteit van onderwijs aan een voorlopig nog toenemend aantal leerlingen met een steeds groter wordende (culturele) diversiteit. Dit vraagt - zoveel als mogelijk - om een gezamenlijke aanpak voor alle soorten van onderwijs (po, vo, mbo, ho), waarbij het promoten in zijn algemeenheid van Den Haag Docentenstad, gerichte arbeidsmarktcommunicatie voor startende leraren of leraren van buiten, wervingscampagnes voor specifieke tekortvakken, Haagse docentenmanifestaties, voorlichting over docentschap etc. bijvoorbeeld vanuit één bureau (Bureau Den Haag Docentenstad) kunnen worden georganiseerd. Dit geeft schaalvoordelen, bundelt kennis en ervaring, voorkomt versnippering en versterkt samenhang en overzicht. 11/11