PrOmotie Praktijk en Loopbaan Werkboek 2 Plant en Dier
Colofon Auteurs: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Jany Brussaard, Harold Jongsma, Hanneke Molenaar Ingrid Koops (IVIO) Y-Publicaties Adato design, Ugchelen Marco Bakker, Edu Actief Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED-groep/PI, Rotterdam CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Edu Actief in opdracht van het ministerie van OC&W. De totstandkoming is geïnitieerd door de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. Titel: PrOmotie, Praktijk en Loopbaan, Werkboek 2 Plant en Dier ISBN 90-6053-364-X Copyright 2003 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235 235 fax: 0522-235 222 e-mail: info@edu-actief.nl internet: www.edu-actief.nl Eerste druk / vierde oplage 2003 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
PrOmotie / Loopbaan en Praktijk - werkboek dienstverlening Inhoudsopgave Pictogrammen / 5 Thema 1 / Plant 1. Een kamerplant verpotten / 7 2. De composthoop / 16 3. Afrikaantjes zaaien / 23 4. Worteltjes zaaien / 31 5. Tuinkers zaaien / 41 6. Aardbeien kweken / 48 Thema 2 / Dier 7. Parkiet verzorgen / 55 3 Uitdagingen / 64
4
Pictogrammen In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. 5 Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio.
6
Een kamerplant verpotten Vandaag ga je een plant verpotten. Opdracht 1 Denken In het woord verpotten zit het woord pot. Wat is een plant verpotten? Praat erover met je klasgenoot. Schrijf je antwoord op. 7 Opdracht 2 Wanneer ga je een plant verpotten? Kijk goed naar de plaatjes. Zet het goede nummer bij elk plaatje op de volgende bladzijde. 1. De plant is te groot geworden. 2. De wortels van de plant groeien door de pot heen. 3. De bladeren van de plant zijn verwelkt. PrOmotie // Praktijk en Loopbaan werkboek Werkboek2 2 Plant en Dier
Plant en Dier 8 Opdracht 3 In welke maand kun je het beste een plant verpotten? Overleg met een klasgenoot. Zet een kruisje voor het goede antwoord. Januari. Maart. September. December. Waarom heb je deze maand gekozen? Welke planten groeien sneller? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Grote, oude planten. Kleine, jonge planten. Welke planten moet je vaker verpotten? Zet een kruisje voor het goede antwoord op de volgende bladzijde.
Een kamerplant verpotten Grote, oude planten. Kleine, jonge planten. Bekijk de 3 plaatjes. Welke plant groeit het snelst? Zet een kruisje bij de goede plant. 9 Opdracht 4 De nieuwe pot moet groter zijn dan de oude pot. Waarom?
Plant en Dier Opdracht 5 Het is belangrijk dat de nieuwe pot schoon is. Er mag geen oude aarde in de nieuwe pot zitten. Vul de goede woorden in. Kies uit de volgende woorden: Water Borstel Emmer Dompel de pot in een met water. alle vuil van de nieuwe pot. Spoel daarna de pot om met schoon. 10 Opdracht 6 Werk samen met een klasgenoot. Onderzoek samen waar je het antwoord kunt vinden. Op de bodem van de pot leg je een potscherf. Waarom? Tip Misschien vind je het antwoord op internet.
Een kamerplant verpotten Opdracht 7 Lees de zinnen. Is het waar of niet waar? Zet een cirkel om het goede antwoord. In de nieuwe pot moet genoeg aarde zitten voor de plant, want: In de aarde wordt het voedsel opgeslagen. waar / niet waar Zonder aarde zal de plant hongerlijden. waar / niet waar Veel aarde is lekker warm voor de plant. waar / niet waar Zonder aarde droogt de plant uit. waar / niet waar De wortels eten de aarde. waar / niet waar Zo blijft de plant stevig staan. waar / niet waar Opdracht 8 Het is niet goed om een plant in de felle zon te verpotten. Waarom is dit niet goed? 11 De plant mag tijdens het verpotten niet uitdrogen. Hoe zorg je daarvoor? Opdracht 9 Soms lukt het niet om een plant uit de oude pot te halen. Wat kun je dan doen?
Plant en Dier Let op! Zorg dat je de wortels van een plant niet beschadigt. Opdracht 10 Wat heb je nodig als je een plant verpot? Schrijf het goede woord onder de foto s. 12 Opdracht 11 Hoe verpot je een plant? Lees de zinnen. Ze staan niet in de goede volgorde. Waar begin je mee? Zet daar een 1 voor. Nummer zo door tot 6.
Een kamerplant verpotten Vul de pot voor de helft met verse aarde. Leg een potscherf op de bodem van de pot. Doe nu de plant in de pot. 13 Geef de plant water. Vul de rest van de pot met aarde. Duw de aarde zachtjes aan.
Plant en Dier Doen Opdracht 12 Je gaat nu zelf een plant verpotten. Pak de werkkaart: Een kamerplant verpotten. Nakijken Opdracht 13 Wat heb je vandaag gedaan? Is dat gelukt? 14 Hoelang ben je er mee bezig geweest? Ben je tevreden over het resultaat? ja / nee Is je docent tevreden over het resultaat? ja / nee Noem 2 dingen die je de volgende keer anders zou doen. 1. 2.
Een kamerplant verpotten Opdracht 14 Sommige mensen werken elke dag met planten. Het is hun beroep. Weet jij de naam van dat beroep? Lijkt het je leuk om elke dag met planten te werken? ja / nee Waarom wel of niet? 15