Beslissing op bezwaar Kenmerk: BVB-002196-nm Betreft: spaaractie Deen Winkels Beslissing op bezwaar van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste volzin van de Wet op de vaste boekenprijs door Deen Supermarkten B.V. a. Verloop van de procedure 1. Bij brief van 28 maart 2006, kenmerk BVB-001730-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten verzocht informatie te verstrekken over een spaaractie met de naam Deen Prijsbreker Actie 2006. 2. Bij brief van 3 april 2006, kenmerk 030406/CorrAlg/cp/adf, heeft Deen Supermarkten het Commissariaat informatie verstrekt. 3. Bij brief van 11 april 2006, kenmerk BVB-002140-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten verzocht nadere informatie te verstrekken. 4. Bij brief van 18 april 2006 heeft Deen Supermarkten het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. 5. Bij brief van 22 mei 2006, kenmerk BVB-002678-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten verzocht aanvullende informatie te verstrekken over een viertal boektitels. 6. Bij brief van 8 juni 2006, kenmerk BVB-003373-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten nogmaals verzocht de in de brief van 22 mei 2006 gevraagde informatie te verstrekken. 7. Bij brief van 27 juni 2006, kenmerk 060627/Corr alg/ed, heeft Deen Supermarkten het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. 8. Bij brief van 1 augustus 2006, kenmerk BVB-004444-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten op de hoogte gesteld van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete van 3500,- wegens overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste volzin, Wvbp. Het Commissariaat heeft Deen Supermarkten de mogelijkheid geboden om haar zienswijze uiteen te zetten tijdens een op 24 augustus 2006 geplande hoorzitting. 9. Bij brief van 3 augustus 2006, kenmerk 06-022326/EB/WL, heeft mr. W.J.M. Loomans namens Deen Supermarkten verzocht een nieuwe datum voor de hoorzitting te bepalen. 10. Bij brief van 4 augustus 2006, kenmerk BVB-004716-bm, heeft het Commissariaat een nieuwe datum voor de hoorzitting vastgesteld en wel op 14 september 2006. BVB-002196-nm blad 1
11. Bij brief van 28 augustus 2006, kenmerk 06-024612/WB/WL, heeft mr. W.J.M. Loomans namens Deen Supermarkten verzocht informatie te verstrekken over de aanwijzing van mr. J.B. Mons als toezichthouder. 12. Bij brief van 31 augustus 2006, kenmerk BVB-005337-bm, heeft het Commissariaat op deze brief gereageerd. 13. Bij brief van 5 september 2006, kenmerk 06-025588/WB/WL, heeft mr. W.J.M. Loomans de zienswijze van Deen Supermarkten over het sanctievoornemen schriftelijk naar voren gebracht. 14. Bij brief van 7 september 2006, kenmerk BVB-005484-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten informatie verstrekt over de aanwijzing van mr. J.B. Mons als toezichthouder. Als bijlage bij deze brief heeft het Commissariaat Deen Supermarkten een nieuw rapport toegezonden. 15. Op 14 september 2006 heeft in deze zaak een hoorzitting plaatsgevonden. Namens Deen Supermarkten was aanwezig de heer mr. W.J.M. Loomans (advocaat). Mr. W.J.M. Loomans heeft mondeling de zienswijze van Deen Supermarkten naar voren gebracht. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij deze beschikking gevoegd. 16. Bij brief van 26 oktober 2006, kenmerk BVB-006432-bm, heeft het Commissariaat de termijn voor het geven van de beschikking met vier weken verlengd. 17. Bij brief van 23 november 2006, kenmerk BVB-006383-bm, heeft het Commissariaat Deen Supermarkten op de hoogte gesteld van het besluit Deen Supermarkten een bestuurlijke boete van 3500,- op te leggen wegens overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste volzin, Wvbp. 18. Bij brief van 3 januari 2007, kenmerk 07-000223/EB/WL, heeft Deen Supermarkten bezwaar gemaakt tegen de sanctiebeschikking van 23 november 2006. 19. Bij brief van 17 januari 2007, kenmerk BVB-000246-bm, heeft het Commissariaat de ontvangst van het bezwaarschrift bevestigd en heeft het Commissariaat Deen Supermarkten uitgenodigd voor een hoorzitting op 8 februari 2007. Tevens heeft het Commissariaat de beslistermijn met vier weken verdaagd. 20. Bij brief van 24 januari 2007, kenmerk 07-002417/EB/WL, heeft Deen Supermarkten de gronden van het bezwaar aangevuld. Deen Supermarkten heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tijdens de hoorzitting haar zienswijze mondeling naar voren te brengen. b. Ontvankelijkheid 21. Het besluit van het Commissariaat is verzonden op 23 november 2006. Deen Supermarkten heeft bij brief van 3 januari 2007 tegen deze beslissing bezwaar gemaakt. Deen Supermarkten heeft derhalve tijdig bezwaar gemaakt. c. Feiten 22. Van 2 januari tot 18 maart 2006 verstrekte Deen Winkels haar klanten bij iedere 10,- aan boodschappen één spaarpunt (zogenaamde breekpunt ). Bij de verkoop van tabakswaren werden geen breekpunten verstrekt. Tegen inlevering van een spaarkaart BVB-002196-nm blad 2
met vijf spaarpunten ontvingen klanten wekelijks 50% korting op vier vooraf bepaalde producten die door Deen Winkels als prijsbreker werden aangeduid. 23. In week 11/2006 heeft Deen Winkels diverse boektitels verkocht. De volgende acht boektitels vielen ten tijde van deze spaaractie onder de werking van de Wet op de vaste boekenprijs: Verloren (N. French), Delta deceptie (D. Brown), De ontsnapping (H. van Royen), Narnia (C.S. Lewis), Man voor een nacht (J. Karoly), Zwarte Engel (J. Maxim), De Florentijnse bruid (F. Santini) en Nachtreizigers (D. Baldacci). Deen Winkels heeft bij de verkoop van deze boeken spaarpunten verstrekt. c. Relevante bepalingen 24. Artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet op de vaste boekenprijs (hierna: Wvbp) bepaalt dat de verkoper gehouden is bij de verkoop van boeken in de Nederlandse en Friese taal de prijs toe te passen die de uitgever voor deze boeken heeft vastgesteld. 25. Artikel 13, onder e, Wvbp geeft aan dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld omtrent het toepassen door een verkoper van korting op de vaste prijs, waaronder levering in het kader van een collectieve spaaractie. De nadere regels ten aanzien van collectieve spaaracties zijn uitgewerkt in artikel 4 Besluit vaste boekenprijs (hierna: Bvbp). 26. Artikel 4, eerste lid, Bvbp omschrijft een collectieve spaaractie als een actie: a. die wordt georganiseerd door een rechtspersoon wiens activiteiten volgens de statutaire doelstelling uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit de bevordering van de publieksaandacht voor boeken; b. die voldoende publiekelijk bekend wordt gemaakt; c. waaraan alle verkopers onder gelijke, door de organiserende rechtspersoon te stellen voorwaarden kunnen deelnemen, en d. waarbij eindafnemers, zijnde natuurlijke personen, een spaartegoed in de vorm van spaarpunten met een vooraf vastgestelde geldwaarde kunnen opbouwen dat bij alle deelnemende verkopers besteedbaar is voor de koop van boeken zonder beperking naar titel of genre. 27. Artikel 4, tweede lid, Bvbp bepaalt dat de verkoper alleen bij deelname aan een collectieve spaaractie bij levering van boeken een korting op de vaste prijs kan toepassen in de vorm van het verstrekken van spaarpunten met een geldwaarde van ten hoogste 2 procent van vaste prijs van de geleverde boeken. 28. Artikel 15, tweede lid, Wvbp bepaalt dat met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wvbp zijn belast de leden van het Commissariaat en de bij besluit aangewezen medewerkers van het Commissariaat. 29. Artikel 20, eerste lid, Wvbp bepaalt dat indien een toezichthouder als bedoeld in artikel 15, tweede lid, Wvbp vaststelt dat een overtreding is begaan, hij daarvan een rapport opmaakt. 30. Artikel 7:15, tweede lid, AWB bepaalt dat de kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, op verzoek van de belanghebbende door het bestuursorgaan worden vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. BVB-002196-nm blad 3
d. Standpunt Deen Supermarkten Regelgeving spaaracties in Bvbp 31. De Wvbp geeft geen definitie van het begrip collectieve spaaractie. De Wvbp kent dus zelf geen beperkingen. Indien de wetgever sommige collectieve spaaracties wel en andere niet voor een kortingsmogelijkheid in aanmerking had willen laten komen, had het in de rede gelegen dat het begrip collectieve spaaractie in de wet zou zijn gedefinieerd. Verstrekken spaarpunten bij verkoop boeken 32. Tijdens de laatste week van de prijsbrekeractie heeft Deen Winkels een beperkt aantal boektitels verkocht. Deze boeken zijn voor de vastgestelde prijs verkocht. Deen Winkels heeft met het verstrekken van spaarpunten geen korting op boeken verleend. De prijsbrekerpunten die bij verkoop van onder meer boeken werden verstrekt, geven recht op korting op boodschappen die in de volgende week met die korting kunnen worden gekocht. De korting werd verleend op het moment dat klanten hun volle spaarkaart (met vijf spaarzegels) inleverden. Aangezien de spaarpunten tijdens de laatste week van de actie zijn verstrekt, konden de punten na die week niet meer worden ingewisseld. In de praktijk was het effect dan ook te verwaarlozen. 33. Artikel 13, onder e, Wvbp heeft alleen betrekking op spaaracties waarbij korting op boeken wordt verstrekt. In de parlementaire geschiedenis is een discussie terug te vinden over het Air Miles spaarsysteem. Kern was dat de Air Miles ook konden worden verzilverd bij aankoop van boeken Boete 34. Het is onduidelijk op grond van welke maatstaven de hoogte van de boete wordt bepaald. De boete is onevenredig hoog in verhouding tot de boete die aan DA Retailgroep is opgelegd in verband met een spaaractie met boeken. Hoewel de periode van de actie van DA aanmerkelijk langer was (acht weken i.p.v. één week) en het aantal verkochte boeken (26.400 i.p.v. 2340) en het aantal vestigingen bij DA aanmerkelijk groter waren, is de boete die aan Deen Supermarkten is opgelegd maar 1000,- lager ( 3500,- tegenover 4500,-). Verwijtbaarheid 35. Ten onrechte wordt de overtreding aangemerkt als bewuste overtreding. Uit alles blijkt dat Deen Winkels op geen enkele wijze bedoeld heeft de Wvbp te overtreden maar te goeder trouw heeft gehandeld. Indien Deen Winkels de Wvbp heeft overtreden, dient dan ook te worden volstaan met een voorwaardelijke boete. Deen Supermarkten bestuurder 36. Deen Supermarkten is slechts bestuurder van de vennootschap die de winkels exploiteert en dus de boeken verkoopt (Deen Winkels B.V.). Deen Supermarkten is daarom niet aan te merken als degene die de overtreding heeft begaan. Daar waar dit feit aan het Commissariaat bekend is, gaat het niet aan om de aandeelhouder/directeur een boete op te leggen. BVB-002196-nm blad 4
Onderzoek en opmaken rapport door toezichthouder 37. Het onderzoek in deze zaak is gedaan door een medewerker van het Commissariaat die niet als toezichthouder was aangewezen. Het onderzoek is dan ook door een onbevoegde toezichthouder uitgevoerd. Daarmee moet de informatie die met dat onderzoek is verkregen, worden aangemerkt als onrechtmatig verkregen bewijs. De onrechtmatige verzameling van het bewijs is in dit geval niet verschoonbaar. 38. Op basis van de informatie die deze medewerker heeft vergaard, heeft hij op 1 augustus 2006 een rapport opgemaakt. Aangezien deze medewerker niet als toezichthouder was aangewezen, kan dit rapport geen grondslag zijn voor het sanctievoornemen. 39. Op 7 september 2006 heeft het Commissariaat een nieuw rapport opgemaakt, dit keer ondertekend door de voorzitter. De voorzitter heeft het onderzoek echter niet gedaan. Van enig onderzoek van een daartoe bevoegde toezichthouder is dus niet gebleken. Ten onrechte wordt door de vermelding van de naam en de handtekening van de voorzitter gesuggereerd dat de voorzitter onderzoek heeft gedaan en het rapport heeft opgemaakt. Dit is in strijd met hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht. Wvbp in strijd met het EG-Verdrag 40. Het EG-verdrag bepaalt uitdrukkelijk dat lidstaten bij het optreden in het kader van hun economisch beleid het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging in acht moeten nemen. De mogelijke strijdigheid van de Wvbp met het EG-verdrag kwam reeds aan de orde in de noot onder het zogenaamde Cif-arrest. 41. Met betrekking tot het ontwerp van de Wvbp heeft de Europese Commissie bij brief van 2 augustus 2004 aan het Ministerie van Economische Zaken meegedeeld dat ook al heeft het Hof van Justitie zulks tot op heden niet vastgesteld, het geenszins is uitgesloten dat een nationale wet inzake de vaste boekenprijs in strijd is met artikel 10 juncto artikel 81 van het EG-verdrag. Volgens Deen Supermarkten is evident dat de Wvbp de handel tussen de lidstaten merkbaar beïnvloedt. De Wvbp is dan ook in strijd met de regels inzake het vrije verkeer van goederen. 42. Deen bestrijdt dat de Wvbp uiteindelijk zo is aangepast dat deze wet wel in overeenstemming zou zijn met het EG-Verdrag. Ten onrechte stelt het Commissariaat dat het zich hier niet over kan uitspreken. De vraag betreft immers ook de rechtmatigheid van de handhaving. Proceskosten 43. Deen maakt aanspraak op vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase. e. Overwegingen Commissariaat Regelgeving spaaracties in Bvbp 44. Artikel 13 Wvbp geeft aan dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld omtrent het toepassen door een verkoper van korting op de vaste prijs, waaronder levering in het kader van een collectieve spaaractie (artikel 13, BVB-002196-nm blad 5
onder e, Wvbp). De definitie van collectieve spaaractie is opgenomen in artikel 4, eerste lid, Bvbp. 45. De formulering van delegatiebepaling artikel 13 Wvbp biedt de basis om in het Bvbp alles te regelen wat nodig is in het kader van het verstrekken van kortingen, waaronder de aard en de omvang van de kortingen. Deze bepaling biedt dan ook de mogelijkheid om in het Bvbp nader uit te werken wanneer sprake is van een collectieve spaaractie. 46. De bedoeling van de wetgever om een voordeelverstrekking via spaaracties te beperken tot collectieve spaaracties is tevens af te leiden uit de strikte eisen die artikel 4 van het Bvbp stelt aan het criterium collectieve spaaractie. Uit het gegeven dat het Bvbp na een zogenoemde voorhangprocedure tot stand is gekomen, waarbij het besluit in ontwerpvorm ter goedkeuring aan de Tweede Kamer is toegezonden en daar niet op bezwaren is gestuit, valt overigens ook nog eens af te leiden dat de wetgever niet de bedoeling heeft gehad andere spaaracties dan spaaracties die voldoen aan het bepaalde in het Bvbp, toe te staan. Verstrekken spaarpunten bij verkoop boeken 47. De wetgever bepaalt in artikel 13, onder e, Wvbp in samenhang met artikel 4, tweede lid, Bvbp en de nota van toelichting betreffende dit artikel dat het verstrekken van spaarpunten bij verkoop van boeken moet worden aangemerkt als korting. Hieruit volgt dat de verkoper niet de vaste prijs toepast indien hij bij de verkoop van boeken spaarpunten verstrekt. Er is sprake van een vorm van korting die alleen mag worden verleend als sprake is van een collectieve spaaractie in de zin van artikel 4, eerste lid, Bvbp. 48. Alleen klanten van Deen Winkels die over spaarpunten ( breekpunten ) beschikken, kunnen profiteren van de kortingen op de aangewezen producten. De spaarpunten vertegenwoordigen dan ook een geldelijk voordeel. Door de koppeling tussen het verstrekken van dit voordeel en de verkoop van onder meer boeken, is sprake van korting op boeken. 49. Het Commissariaat overweegt dat de spaaractie, aangeduid als Deen Prijsbreker Actie, niet wordt georganiseerd door een rechtspersoon wiens activiteiten uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit het bevorderen van de publieksaandacht voor boeken (dat wil zeggen het bevorderen van het lezen en kopen daarvan). De nota van toelichting op het Bvbp geeft aan dat een organisatie die gericht is op het organiseren en uitvoeren van spaaracties in brede zin, dus ook buiten het terrein van boeken, geen collectieve spaaractie in de zin van het Bvbp kan organiseren. Naar het oordeel van het Commissariaat voldoet de Deen Prijsbreker Actie dan ook niet aan de voorwaarden als genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a, Bvbp. 50. Daarnaast maakt het Commissariaat uit de informatie van Deen Supermarkten op dat andere, eventueel geïnteresseerde verkopers niet, althans niet onder gelijke voorwaarden aan deze spaaractie kunnen deelnemen. De actie voldoet derhalve evenmin aan de voorwaarde die in artikel 4, eerste lid, onder c, Bvbp is geformuleerd. 51. Gezien het feit dat de Deen Prijsbreker Actie niet voldoet aan de voorwaarden die in artikel 4, eerste lid, Bvbp ten aanzien van collectieve spaaracties worden gesteld, was het Deen Winkels niet toegestaan bij de verkoop van boeken korting te verlenen in de vorm van het verstrekken van spaarpunten. Naar het oordeel van het Commissariaat heeft BVB-002196-nm blad 6
Deen Winkels met de hierboven omschreven handelwijze derhalve artikel 6, eerste lid, eerste volzin, Wvbp overtreden. Boete 52. Bij het bepalen van de hoogte van de boete heeft het Commissariaat rekening gehouden met het aantal boektitels met vaste prijs (8) dat tijdens de Deen Prijsbreker Actie is verkocht en het feit dat het daarbij om drie bestsellers gaat. Tevens heeft het Commissariaat in de beoordeling meegenomen het aantal exemplaren dat van deze boeken in totaal is verkocht (2340). Daarnaast is meegewogen dat de actie in alle vestigingen van Deen Winkels (meer dan 45) is gevoerd. Anderzijds heeft het Commissariaat meegewogen dat Deen Winkels slechts gedurende een week de spaarpunten bij verkoop van boeken heeft verstrekt. Aldus heeft het Commissariaat in zijn besluit van 23 november 2006 aangegeven op grond van welke maatstaven het Commissariaat de hoogte van de boete in deze zaak heeft bepaald. 53. Deen Supermarkten heeft in haar bezwaarschrift aangedragen dat de verkoop van boeken alleen heeft plaatsgevonden tijdens de laatste week van de Deen Prijsbreker Actie en dat de spaarpunten die bij verkoop van deze boeken werden verstrekt na deze week niet meer bij aankoop van boodschappen konden worden ingewisseld. Het Commissariaat ziet in deze omstandigheid aanleiding de boete te matigen tot 2000,-. 54. Naar aanleiding van de door Deen gemaakte vergelijking met de boete die in verband met een ongeoorloofde spaaractie van DA is opgelegd, overweegt het Commissariaat het volgende. De actie van Deen had betrekking op acht titels die ook door andere verkopers werden aangeboden. De actie van DA daarentegen had betrekking op vier titels die exclusief voor DA waren vervaardigd en niet in het overige handelsverkeer verkrijgbaar waren. Anders dan de actie van Deen leidde de actie van DA dus niet tot prijsconcurrentie met andere verkopers van dezelfde boeken. Verwijtbaarheid 55. In punt 53 van het besluit van 23 november 2006 heeft het Commissariaat overwogen dat ten aanzien van de verwijtbaarheid niet gebleken is van bijzondere feiten en omstandigheden. Daarbij is expliciet aangegeven dat het Commissariaat bij het bepalen van de hoogte van de boete ervan uitgaat dat geen sprake is van een bewuste overtreding. Deen Supermarkten bestuurder 56. Het Commissariaat overweegt dat de exploitatie van de supermarkten plaatsvindt door Deen Winkels. Deen Winkels is verkoper in de zin van artikel 1, onder h, Wvbp. 57. Het uittreksel van Deen Winkels uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel geeft aan dat Deen Supermarkten als enig bestuurder en enig aandeelhouder van Deen Winkels optreedt. Deen Supermarkten heeft derhalve de volledige zeggenschap over Deen Winkels. Nu beide rechtspersonen zodanig juridisch en economisch verweven zijn, kunnen de gedragingen van Deen Winkels redelijkerwijs aan Deen Supermarkten toegerekend worden. BVB-002196-nm blad 7
Onderzoek en opmaken rapport door toezichthouder 58. Het Commissariaat stelt vast dat de medewerker van het Commissariaat die over de spaaractie informatie heeft inwonnen, op dat moment nog niet was aangewezen als toezichthouder. Het feit dat een medewerker van het Commissariaat die nog niet als toezichthouder was aangewezen informatie heeft ingewonnen, betekent echter niet dat deze informatie onrechtmatig is verkregen en niet als bewijs mag worden gebruikt. 59. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 1 juli 1992 (nr. 26331, NJ 1994/6210 en de uitspraak van Centrale Raad van Beroep van 29 januari 2002 (USZ 2002/108) merkt het Commissariaat op dat indien sprake zou zijn van onrechtmatig verkregen bewijs, het gebruik van het aldus verkregen bewijs volgens de algemene beginselen van behoorlijk bestuur slechts dan niet is toegestaan indien aldus bewijsmiddelen zijn verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Daarvan is in dit geval geen sprake. Immers, deze medewerker heeft gehandeld uit hoofde van zijn dienstverband bij het Commissariaat dat op grond van artikel 15 Wvbp belast is met het toezicht op de naleving van deze wet en dat bevoegd is om de voor dit toezicht benodigde inlichtingen in te winnen. Bovendien is sprake van informatie waarvan het Commissariaat hoe dan ook zonder wettelijke belemmering kennis had kunnen nemen. 60. Tevens stelt het Commissariaat vast dat Deen Supermarkten geen nadeel heeft ondervonden van het feit dat de informatie is ingewonnen en het rapport is opgemaakt door een medewerker van het Commissariaat die op dat moment nog niet als toezichthouder was aangewezen. Daarbij overweegt het Commissariaat dat de betrokken medewerker nog voor het nemen van het primaire besluit als toezichthouder is aangewezen, zodat het gebrek dan ook nog voor het nemen van het primaire besluit is hersteld. 61. Bovendien hadden de leden van het Commissariaat deze overtreding al vastgesteld in het sanctievoornemen d.d. 1 augustus 2006. Op basis van het feitenmateriaal dat aan dit sanctievoornemen ten grondslag ligt, is op 7 september 2006 een nieuw rapport opgemaakt. Dit rapport is ondertekend door de voorzitter van het Commissariaat dat op grond van artikel 15, tweede lid, Wvbp belast is met het toezicht op de naleving van deze wet. Anders dan Deen stelt, is dit niet in strijd met wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht. Wvbp in strijd met het EG-Verdrag 62. Het Commissariaat stelt voorop dat Deen geen feiten en omstandigheden heeft aangedragen waaruit blijkt dat de Wvbp zou leiden tot een ongunstige beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten. Evenmin is het Commissariaat anderszins gebleken van mogelijke strijd met het EG-verdrag. De Wvbp is alleen van toepassing op de verkoop van boeken in de Nederlandse en Friese taal binnen Nederland. Ten aanzien van Nederlandstalige en Friestalige boeken die uit het buitenland worden geïmporteerd, is de importeur in beginsel vrij bij het bepalen van de hoogte van prijs die hij op grond van artikel 3 Wvbp voor deze uitgaven moet vaststellen. Aldus kan hij door hem behaalde prijsvoordelen doorberekenen. 63. In dit verband wijst het Commissariaat tevens op de brief van 10 september 2004 van de Minister van Economische Zaken aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Daarin deelt BVB-002196-nm blad 8
de Minister van Economische Zaken mee dat met de doorgevoerde aanpassing van artikel 3 van het wetsvoorstel een belangrijk bezwaar van de Europese Commissie is komen te vervallen. 64. Tevens overweegt het Commissariaat dat in Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk wetgeving met dezelfde doelen en dezelfde uitgangspunten van kracht is. Ook in de wettelijke regelingen van deze landen zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de import en de verkoop van boeken die buiten deze landen zijn uitgegeven. De Europese Commissie is niet opgetreden tegen de wetgeving in deze andere lidstaten van de Europese Unie. Aangenomen mag worden dat wetgeving in Nederland die op dezelfde leest is geschoeid, bij de Europese Commissie evenmin op bezwaren zal stuiten. Proceskosten 65. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, AWB, komt een belanghebbende alleen in aanmerking voor vergoeding van proceskosten (waaronder de kosten voor een professionele rechtshulpverlener), indien het bestreden besluit wordt herroepen en deze herroeping bovendien het gevolg is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Daarvan is in dit geval geen sprake. f. Besluit 66. Het Commissariaat verklaart het bezwaar van Deen Supermarkten ongegrond. Onder aanvulling van de motivering daarvan, zoals hierboven verwoord, handhaaft het Commissariaat zijn besluit van 23 november 2006, met dien verstande dat de boete wordt gematigd tot 2000,-. Hilversum, 2 augustus 2007 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA mr. Inge Brakman voorzitter prof. dr. Jan van Cuilenburg commissaris Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen zijn woonplaats zich bevindt. BVB-002196-nm blad 9