Symposium: arrangeren binnen regulier onderwijs Woensdag 24 februari was er een symposium over Arrangeren binnen het regulier onderwijs. Hoe regel je een goede samenwerking tussen jeugdzorg, school en gemeente? Alle betrokken partijen waren aanwezig. Sessie 1: Bert Wienen Een verfrissende sessie van Bert Wienen zette aan tot denken. Wienen schetste met concrete voorbeelden een duidelijk beeld van de dagelijkse praktijk, wat zorgde voor herkenbaarheid onder de aanwezigen. Hij zette ze aan het denken door op een heel andere manier naar zaken te kijken dan mensen gewend zijn. Zorg en onderwijs Zorg en onderwijs moeten dichter bij elkaar komen. Om te kijken hoe dat kan, brengt Wienen eerst de verschillen in kaart. Onderwijs is gericht op de lange termijn (wat kan een leerling aan het eind van zijn/haar schoolloopbaan?), zorg op de korte termijn (wat hebben we nu nodig?). In het onderwijs ben je bezig met alledaagse dingen, terwijl in de zorg de problemen centraal staan. Bij een incident op school moet je direct handelen en in de zorg worden de meeste zaken uitgebreid overlegd. Er is een verschil door enerzijds te denken vanuit de pedagogiek en anderzijds vanuit de psychologie. Ook taal, zoals jargon, zorgt voor verschillen. Daarnaast richt een arts zich op een kind of gezin en een school zich op een klas.
Identiteit van de school Belangrijk is daardoor om als school duidelijk een visie te formuleren en deze door te vertalen naar de hulpverleners in de zorg. Wat is je bedoeling van onderwijs op deze school? Waarom kiezen ouders voor jouw school? Een school moet duidelijk hebben waar deze voor staat en dit in alle uitingen uitdragen. Dat houdt in dat hulpverleners van buitenaf niet direct een stapel problemen krijgen met de vraag dit op te lossen, maar ze eerst kennismaken met de school en haar visie en kernwaarden. Ouderbetrokkenheid oudertevredenheid De uitspraak van de dag was misschien wel ouderbetrokkenheid oudertevredenheid. Definitie ouderbetrokkenheid: Ieder kind, iedere leerling heeft recht op een goede samenwerking tussen school en ouders! Ouderbetrokkenheid is daarom volgens CPS Onderwijsontwikkeling en advies een niet-vrijblijvende en gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school waarin ouders en school vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de (school)ontwikkeling van het kind (de leerling). Ouderbetrokkenheid beoogt slechts één ding: een betere wereld voor het kind / de leerling, de ouders en de school. Ouders moeten niet naderhand nog meegenomen in het proces, maar vanaf moment één betrokken worden. Dit begint niet pas wanneer er iets aan de hand is. Een eerste stap om passend onderwijs te laten werken is dat scholen een goede relatie ontwikkelen met ouders. Mochten er zich dan problemen voordoen, hoe klein of groot ook, dan zijn de Verslag symposium Arrangeren binnen regulier onderwijs 2 / 6
eerste stappen al gemaakt. Ouders weten waar ze terecht kunnen en hebben een gezicht bij de school. Herkenning is belangrijk. Belangrijkste tip was om hier aan het begin van het jaar mee te starten, bijvoorbeeld door middel van een kennismakingsgesprek. Doorbouwend op een dergelijk gesprek, gaf Wienen ook aan dat de relatie tussen school en ouders de kern is en niet strakke schema s, zoals bij een tienminutengesprek. Hulp voor leerkrachten Om passend onderwijs verder te ontwikkelen, moet gekeken worden naar de realiseerbaarheid. Als ouders overbelast zijn, gaat de zorg ouders ontlasten. Bij leerkrachten gebeurt dit (nog) niet, aldus Wienen. Daar liggen kansen. Reactie wethouder Wethouder René Peeters had druk mee zitten schrijven tijdens de sessie. Hij verwoordde het belang van de gemeente: heel goede ontwikkeling voor jonge mensen en zorgen voor optimale voorwaarden om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Hijzelf denkt al niet meer in termen van zorg en onderwijs. Hij benadrukte: Verruim het begrip normaal. Oordeel niet te snel. Als we kinderen en ouders serieus nemen als mensen, zijn 80 % van de problemen weg. Gun elkaar je rol. Een leerkracht is een leerkracht en een ouder is de expert van zijn/haar kind. Ouders met een heel laag niveau kunnen heel veel verstand hebben van hoe je het beste kunt omgaan met hun kind. Verslag symposium Arrangeren binnen regulier onderwijs 3 / 6
PO-sessies Denken in rendement: Paul Nota Paul Nota nam de heersende denkwijze op de schop. Hij legde vooral de nadruk op denken in rendement: Waarom zouden we over twee weken met tien mensen gaan overleggen, als het morgen ook met twee mensen (en een vijfde van de kosten) kan? Het komt voor dat het te lang duurt voordat er echt actie ondernomen wordt. Soms worden tienduizenden euro s besteed aan overleggen, maar is er nog niets veranderd. Nota spoorde aan de activist uit te hangen en met dit soort argumenten vertragingen door het systeem tegen te gaan. Schoolpopulatie als uitgangspunt: Vincent Fafieanie In de tweede sessie richtte Vincent Fafieanie zich op de populatie: wat weet je en wat kan je met die gegevens? Kernpunt was dat de schoolpopulatie als uitgangspunt genomen moet worden voor financiering en niet de postcode. Vaak werken verschillende mensen vanuit hun eigen opdracht, is wat je in de praktijk ziet. Meerdere experts gaan los van elkaar ergens mee aan de slag, waardoor werk vaak dubbel wordt gedaan en relevante kennis niet altijd gedeeld wordt. Er zou moeten worden gekeken of een meer preventieve aanpak mogelijk is. Nu wordt jeugdhulp ingekocht als het nodig is, dus als er al een probleem is. Door middel van een populatie-analyse kunnen problemen soms voortijdig gesignaleerd worden, waardoor van tevoren bedacht kan worden welke expertise nodig is. Verslag symposium Arrangeren binnen regulier onderwijs 4 / 6
VO-sessies Wie heeft de regie? : Bert Wienen De eerste VO-sessie, onder begeleiding van Bert Wienen, was vooral gericht op veiligheid en verantwoordelijkheid. Twee vragen stonden centraal: Waar leg je de grens dat een situatie niet meer veilig is? en Wie heeft de regie? Het komt voor dat verschillende experts er niet samen uitkomen, terwijl toch iedereen in het belang van het kind handelt. Dit gebrek aan daadkracht komt vaak doordat er niet één iemand is die de leiding heeft. Er is niemand die knopen doorhakt. Omdat verschillende functionaliteiten betrokken zijn en het ene probleem meer pedagogisch is en een ander probleem meer in de zorg ligt, is het moeilijk daar een formule voor te bedenken. Wethouder Peeters draagt aan iedere keer een procesbegeleider aan te wijzen die expertise heeft op het gebied waar het probleem zich afspeelt. Bert Wienen adviseert af te wijken van de heersende structuur. Als er iets is, moeten de betrokken experts nú bij elkaar kunnen komen. Het zijn wel pedagogen waar we het over hebben. Als zij zich zorgen maken, is dat reden genoeg om aan de bel te trekken. Ook werd de fysieke aanwezigheid van hulpverleners in school genoemd. De aanwezigen voelden hier veel voor. Als hulpverleners zich in de school bevinden, kan er sneller gehandeld worden. Voor leerkrachten, ouders en leerlingen is het fijn als er een bekend Verslag symposium Arrangeren binnen regulier onderwijs 5 / 6
gezicht is en als hulpverleners daadwerkelijk in de school zijn, leren ze de school ook goed kennen. De wethouder deed een oproep aan de experts in het werkveld van zowel de zorg als het onderwijs om met een plan te komen van waar welke hulpverleners nodig zijn. De gemeente is bereid waar nodig en mogelijk aan verzoeken te voldoen. Ook voor het VO was er een sessie met Paul Nota, met dezelfde kern als de PO-sessie. Op de hoogte blijven Als u op de hoogte wilt blijven van wat er speelt op het gebied van passend onderwijs en Passend Onderwijs Almere in het speciaal, kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief. Verslag symposium Arrangeren binnen regulier onderwijs 6 / 6