Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie

Vergelijkbare documenten
Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

Samenvatting. (Summary in dutch)

Voel jij wat ik bedoel? 17/5/2008

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Samenvatting. Samenvatting

Informatie over de deelnemers

Mogelijkheden in de (non-) verbale communicatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

Fort van de Democratie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

Beter leven, meer plezier

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Communicatie op de werkvloer

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Samenvatting (Dutch)

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nemo Science Live 2011

Module 21: Gevoelsvermijding. Gevoelsvermijding. Beperkende gedragspatronen 1/5. Leer omgaan met afwijzing Module 21

Inhoud. Inleiding... 6 Test: ben jij hooggevoelig? Tips van meisjes en jongens... 16

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

er zijn/ specifieke activiteit uitvoeren

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER

Verbindingsactietraining

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Cultuureducatie met Kwaliteit

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Samenvatting (Summary in Dutch)

BEWUSTWORDING - MINDFULNESS -NLP

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Werkbladen Hondengedrag: Kalmerende signalen

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken

Inleiding communicatie

Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

Prikkelmijders+en+Prikkelzoekers+

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Nederlandse samenvatting. De invloed van illusies op visueelmotorische

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Hoe katten reageren op emoties van hun baasje. Afstudeeronderzoek Opleiding Gedragstherapie voor Katten. Marjolein van de Putte-Hoek

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA.

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

LHBTIQ en de rest van het alfabet Aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in zorg en welzijn. 24 maart 2017 Hanneke Felten

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

Nederlandse Samenvatting

Waar gaan we het over hebben?

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

In dialoog met elkaar

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens

essay-artikel // jade teijgeman 2.0

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

H A P P I L Y E V E R A F T E R..

Wat zie je? Niet alles is wat het lijkt. - een artikel over beoordelingsfouten in het onderwijs -

140 Nederlandse samenvatting

Zelftraining Waarden. Herman en Ernie Beuker

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Oefening: Innerlijke stemmen Tijd: 30 minuten

Samenvatting. Dutch Summary.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Racisme

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

BEWUSTWORDING - MINDFULNESS -NLP

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Emotionele Intelligentie

Geestig Omgaan met (ongewenst) gedrag van kinderen in groep

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

Communicatie, discriminatie en conflict

Hoe krijg je meer zin? Oefening 3: Wat zijn jouw prikkels? 12

Samenvatting Docentenhandleiding

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

Big Brothers Big Sisters of Rotterdam

Regionaal Integratiecentrum Foyer, Brussel. Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen. Ik voel me zo

Peer to peer interventie copyright Marieke Kroneman les 3 van 4 debat

Les 1 Inhibitie Ibus de beschermer

Summary in Dutch. Samenvatting

Observatie- en oefenlijst voor de 'algemene gespreksvaardigheden'

Transcriptie:

Bachelorthese Sociale Psychologie Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie Esther T.F. Martens Bachelorthese Sociale Psychologie 23-06-2013 Studentnummer 10007709 Begeleider: P. Kommattam 8033 woorden

Abstract Correcte emotie perceptie is van groot belang. Het blijkt dat je door een heleboel verschillende context aspecten beïnvloed wordt tijdens emotie perceptie. In dit literatuuroverzicht bespreek ik de vraag hoe emotie perceptie beïnvloed wordt door scene, andere gezichten, veranderende gezichten, lichaam, stemmen en taal. De overkoepelende conclusie is dat je door al deze context aspecten beïnvloed wordt. Vooral als de emotie van de context niet overeenkomt met de emotie van het gezicht zal je beoordeling gebiased zijn richting de emotie van de context. Daarnaast beschrijf ik het effect van interculturele situaties op sociale categorisatie. Je affectieve beoordeling en stereotypes die je hebt over een groep zorgen er voor dat je gezichten met deze stereotype trekken sneller zult herkennen.

Verschillende context effecten op interculturele emotie interpretatie Als je een blij gezicht ziet zou je logisch beredeneren dat deze persoon vrolijk is. En als iemand bang kijkt, zal er wel gevaar zijn. Of is het toch niet zo makkelijk? Bij communicatie is emotie van groot belang. Zowel het uiten als het interpreteren ervan. Mensen uiten tijdens het communiceren hun emoties zodat ze beter begrepen worden. Als deze emotie echter verkeerd geïnterpreteerd wordt kan dit er voor zorgen dat iemand verkeerd behandeld word. Bijvoorbeeld als iemand verdrietig is en jij begint te lachen. Deze verkeerde behandeling kan dan zorgen voor een conflict. Vroeger dacht men dat de interpretatie van gezichtsuitdrukkingen een universeel proces was. Darwin (1872/1965, aangehaald in Barrett & Kensinger, 2010) geloofde in de structurele hypothese van emotie perceptie. Dit is het idee dat een aantal emoties (boos, angst, verdriet, blij en walging) een universele biologische staat zijn en duidelijk en ondubbelzinnig worden uitgedrukt. Ook dacht hij dat deze emoties universeel herkend worden. Heel lang geloofde men in deze theorie en werd er ook geen verder onderzoek naar gedaan. Na enige tijd ging men toch weer verder onderzoek doen naar emotie interpretatie en werden er ook andere factoren bij betrokken. Tegenwoordig weten we dat de theorie van Darwin niet juist is en dat emoties niet universeel herkend worden. Toch hebben mensen nog steeds het gevoel dat ze heel goed de emoties van andere mensen begrijpen. Men reageert hierop door hun gedrag aan te passen aan deze emotie. Als iemand bang is zal er wel gevaar zijn en moet je jezelf beschermen of vluchten. Echter worden mensen bij de interpretatie van emoties door een heleboel aspecten beïnvloed waar ze zich niet bewust van zijn. Dit kan leiden tot een verkeerde interpretatie en dus ook een verkeerde reactie. Stel je interpreteert iemands uitdrukking als walging in plaats van angst en je vlucht niet, dan kan dit slecht aflopen. Het is dus belangrijk voor jezelf om emoties goed te begrijpen. Het goed interpreteren van emoties kan ook belangrijk zijn voor de persoon die de emotie uitdrukt. Als iemand verdrietig is en jij begint te lachen kan dit heel vervelend op diegene overkomen. Je behandeld mensen dus op een andere manier afhankelijk van welke emotie ze uitdrukken. Als je

steeds weer verkeerd geïnterpreteerd en dus verkeerd behandeld wordt kan dit heel vervelend zijn en voor conflicten zorgen. Dus niet alleen voor jezelf maar ook voor andere is het van belang om emoties goed te interpreteren. Volgens de theorie van Darwin zou het niet uitmaken van welke etniciteit je bent voor de interpretatie van emotie. Er is ondertussen echter bekend dat er verschil is in hoe goed je leden van je eigen cultuur en die van een ander kunt herkennen. Gezichtsuitdrukkingen van in-group leden, leden van de groep waar jij toe behoort en waar jij je mee identificeert, kun je beter herkennen (Elfenbein & Ambady, 2002). Communicatie van emoties is meer accuraat als degene die de emotie uitdrukt en degene die hem interpreteert lid zijn van dezelfde culturele groep. Dat betekent ook dat je slechter bent in het interpreteren van gezichtsuitdrukkingen en dus het communiceren van emoties als je niet lid bent van dezelfde culturele groep. Zoals net gezegd worden mensen anders behandeld bij verschillende emoties. Culturele minderheden in een land worden systematisch vaker verkeerd geïnterpreteerde in hun emoties, hierdoor worden ze dus ook vaak verkeerd behandeld. Dit kan voor die minderheid heel vervelend zijn en discriminerend overkomen. Daarom is het ook belangrijk om mensen van een andere etniciteit goed te kunnen interpreteren. Eerder onderzoek naar de interpretatie van gezichtsuitdrukkingen maakte altijd gebruik van losse gezichten. Er werd een afbeelding van alleen een gezicht gebruikt, zonder lichaam of achtergrond. Dit werd gedaan aangezien er van uit werd gegaan dat gezichtsuitdrukkingen universeel waren. In het dagelijks leven zie je echter nooit een los gezicht. De context beïnvloedt je op allerlei manieren bij de interpretatie van een gezicht. Context kan bestaan uit verschillende aspecten zoals je lichaamshouding, je stem, de situatie waarin je je bevind etc. De conclusies van de onderzoeken naar de interpretatie van gezichtsuitdrukking kunnen daardoor mogelijk onjuist zijn. Daarom is het van belang dat hier onderzoek naar gedaan word. In dit literatuuroverzicht zal ik de verschillende manieren waarop context emotie perceptie beïnvloed bespreken. De aspecten die aan bod komen zijn de invloed van scene, andere gezichten,

veranderende gezichten, lichaam, stemmen en taal. Daarna zal ik ingaan op de vraag of dit verschilt in interculturele setting. Het blijkt dat al deze context aspecten van invloed zijn op emotie perceptie. Wat vooral naar voren komt is dat als de context niet overeenkomt met de emotie van het gezicht dat de beoordeling van dit gezicht dan gebiased is richting de emotie van de context. Stereotypes en affectieve beoordelingen hebben effect op hoe snel je een gezicht van die groep herkent. De details van de invloed van context bij interculturele emotie perceptie kunt u verder in dit literatuuroverzicht vinden. Invloed van scene Mensen bevinden zich altijd in een bepaalde scene, je ziet een gezicht samen met de achtergrond. Deze scene kan geassocieerd zijn met een bepaalde emotie en dit kan bepaalde verwachtingen scheppen die jouw interpretatie van de emotie beïnvloeden. In de komende onderzoeken bestaat de achtergrond voornamelijk uit landschappen. Barret & Kensinger (2010) onderzochten het conceptual-act model of emotion. Dit houdt in dat gezichtsuitdrukkingen alleen affectieve informatie verstrekken. Hiermee bedoelen ze dat je wel kunt zien of het een positieve of negatieve emotie is maar dat je geen concrete emotie kunt ontcijferen uit een gezichtsuitdrukking. De emoties die gebruikt werden waren angst en walging met als controleconditie neutraal. Er werden zowel mannelijke als vrouwelijke stimuli gebruikt. Uit hun onderzoek bleek dat wanneer een concrete emotie moest worden gelabeld aan een gezichtsuitdrukking in plaats van wanneer alleen de affectieve staat gegeven moest worden, dat de achtergrond beter werd onthouden bij gezichten die angst of walging uitdrukten. Dit was niet het geval bij neutrale gezichten of bij objecten. De achtergrond wordt dus beter onthouden als mensen een emotie moeten geven. Bij emotie perceptie kunnen mensen niet voldoende informatie in de gezichtsuitdrukking vinden en kijken daarom meer naar de achtergrond om daar informatie te vinden. De achtergrond wordt dus gecodeerd tijdens emotie interpretatie, je kijkt niet alleen naar het gezicht. Maar wat is de consequentie ervan dat je de achtergrond encodeert? Righart (2008) onderzocht

het effect van een congruente dan wel incongruente achtergrond bij de herkenning van gezichtsuitdrukking. Een congruente achtergrond betekent dat als het gezicht blij is dat de achtergrond dan ook geassocieerd is met iets positiefs, zoals bloemen. Een incongruente achtergrond heeft juist een associatie met een andere emotie dan het gezicht, bijvoorbeeld een blij gezicht en een achtergrond van vuilnis waarbij mensen denken aan walging. In het onderzoek werden zowel mannelijke als vrouwelijke stimuli gebruikt en werden de emoties angst, walging en blij onderzocht bij het gezicht en de achtergrond. Uit het eerste onderzoek bleek dat gezichtsuitdrukkingen sneller herkent worden bij een congruente achtergrond dan een incongruente achtergrond. Uit het vervolg op het eerste onderzoek waarbij deelnemers uit twee mogelijke emoties moesten kiezen bleek dat dit alleen voor de emoties angst en blijheid geldt en niet voor walging. Wellicht is walging het lastigste te onderscheiden. Tijdens het interpreteren van emoties encodeer je de scene en kijk je meer naar de achtergrond dan wanneer je alleen de affectieve valentie, positief of negatief, moet geven. Als deze achtergrond congruent is met de emotie van het gezicht dat je interpreteert zal je de emotie sneller herkennen dan wanneer deze emotie incongruent is met de achtergrond. Dit geldt alleen voor angst en blijheid. Invloed van andere gezichten Een achtergrond hoeft natuurlijk niet altijd te bestaan uit landschappen. Het kan ook zo zijn dat je een gezicht waarneemt in een sociale situatie, met andere gezichten er om heen. Maakt het uit hoe de mensen om iemand heen kijken voor de interpretatie van een gezicht? Hebben andere gezichten op de achtergrond invloed op de perceptie van het centrale gezicht? De volgende onderzoeken bespreken het effect van andere gezichten. Masuda et al (2008) onderzochten het effect van andere gezichten op de achtergrond bij Japanners en Amerikanen. Deelnemers kregen een cartoon afbeelding te zien waarop een persoon in het midden een duidelijk gezichtsuitdrukking had en 4 personen op de achtergrond dezelfde (congruente) of een andere (incongruente) gezichtsuitdrukking hadden. De emoties die onderzocht werden waren

blij, verdrietig, boos en neutraal. Het centrale figuur was een jongen en de achtergrond figuren waren zowel jongens als meisjes van verschillende culturen. Deelnemers kregen de taak om de emotie van de centrale figuur te beoordelen aan de hand van zijn gezichtsuitdrukking. Uit hun eerste onderzoek bleek dat Japanners meer discrepantie vertonen tussen congruente en incongruente emotie van de achtergrond figuren dan Amerikanen. Japanners waren meer gebiased richting de emotie van de achtergrondfiguren als deze incongruent waren met de emotie van de centrale figuur dan Amerikanen. In een herkenningstaak van de achtergrondfiguren waren Japanners beter dan Amerikanen in het herkennen van de emotie van de achtergrond figuren. In de herkenning van kleren van de achtergrondfiguren waren Japanners en Amerikanen even slecht. Het effect van herkenning accuraatheid geld dus alleen voor emoties. Er is dus verschil tussen culturen hoeveel je beïnvloed word door de emotie van achtergrondfiguren. Om te onderzoeken of Japanners ook echt meer naar de achtergrond figuren kijken tijdens hun interpretatie van het centrale figuur werden de bewegingen van de ogen van de deelnemers gemeten. Uit hun tweede onderzoek bleek dat Japanners minder lang naar het centrale figuur kijken dan Amerikanen. Bij emotie perceptie van jongens in een sociale situatie zijn Japanners dus meer gebiased richting de emoties van de personen op de achtergrond dan Amerikanen. Wellicht komt dit doordat Japanners een meer holistisch aandachtspatroon hebben en alles als een geheel bekijken en Amerikanen een meer analytisch aandachtspatroon hebben en alles als een los aspect bekijken. Ito et al (2012) wilden graag het onderzoek van Masuda et al (2008) vergelijken met een onderzoek naar de invloed van scenes. Ze wilde weten of incongruente/congruente scenes hetzelfde effect hebben op de interpretatie van het centrale figuur als incongruente/congruente achtergrondfiguren. Echter waren deze methodologisch niet vergelijkbaar. Er zat te veel verschil in de uitvoering van de onderzoeken om de conclusies met elkaar te vergelijken. Daarom hebben ze deze twee onderzoeken op dezelfde manier uitgevoerd. Het waren vier experimenten waarbij een gezicht tegelijkertijd werd laten zien of van te voren geprimed werd met een ander gezicht of met een landschap. Er waren foto's van zowel Japanners als Chinezen, mannelijk en vrouwelijk, die blij of

verdrietig keken. Deelnemers moesten zo snel en goed mogelijk aangeven of het gezicht een positieve of negatieve emotie uitdrukte. Uit deze vier experimenten bleek dat deelnemers bij een congruente achtergrond, zowel landschappen als gezichten, sneller waren in het beoordelen van het gezicht. Er deden zowel Europese Canadezen als Japanners mee, hier werd echter geen verschil tussen gevonden. Wel bleek dat als het gezicht tegelijk met de achtergrond werd gepresenteerd dat dit meer effect had dan als het geprimed werd. Er is dus een robuust context effect tijdens het beoordelen van gezichtsuitdrukkingen. Je bent sneller in je affectieve beoordeling als de achtergrond congruent is met het gezicht. Bij emotie perceptie heeft de achtergrond, of dit nou een landschap is of een ander gezicht, dus invloed op je affectieve beoordeling. Je bent sneller in je beoordeling als de achtergrond congruent is met de emotie van het te interpreteren gezicht. Uit het onderzoek van Masuda et al bleek dat Japanners bij de emotie interpretatie van jongens meer gebiased zijn richting de emoties van de personen op de achtergrond dan Amerikanen. Ito et al vonden echter geen cultureel verschil in hoeverre Japanners en Canadezen beïnvloed werden door de context. Wellicht worden Japanners en Amerikanen/Canadezen evenveel door de context beïnvloed als ze de affectieve waarde moeten geven zoals in het onderzoek van Ito et al en worden Japanners meer beïnvloed door de context dan Amerikanen/Canadezen als ze een concrete emotie moeten benoemen. Invloed van veranderende gezichten Ik heb zojuist besproken wat het effect is van gezichten op de achtergrond, maar wat is het effect van een veranderend gezicht? Laat je je in je oordeel over de eindstaat van een gezicht beïnvloeden door hoe datzelfde gezicht er een paar seconde eerder uitzag? De volgende onderzoeken zullen het effect van veranderende gezichten bespreken. Jellema et al (2011) wilden onderzoeken of het proces van representational momentum (RM), wat inhoud dat het geheugen de eindplaats van een bewegende target verder verplaatst volgens het

geobserveerde traject, ook gevonden kan worden bij dynamisch veranderde gezichten die eindigen in een neutraal gezicht. Hiervoor deden ze drie experimenten. Deelnemers moesten aangeven welke gezichtsuitdrukking de eindstaat van het gezicht had. Er werden zowel mannelijke als vrouwelijke stimuli gebruikt. Uit hun eerste experiment bleek dat een gezicht dat van blij naar neutraal beweegt, dat het neutrale gezicht negatiever werd beoordeelt. Een gezicht dat van boos naar neutraal ging, was een trend dat het neutrale gezicht positiever werd beoordeelt. Hier vond dus het proces van RM plaats. Het tweede experiment werd uitgevoerd om te testen of deelnemers niet een cognitieve respons strategie toepasten en de tegenovergestelde emotie van de begin emotie kozen. Daarvoor deden ze een affectiveword interference paradigma. Dit houdt in dat een gezicht dat van neutraal naar boos of blij ging werd laten zien met een positief of negatief woord. Uit het tweede experiment bleek dat er een kortere reactie tijd was voor positieve woorden bij gezichten die van neutraal naar blij gingen en voor negatieve woorden bij gezichten die van neutraal naar boos gingen. Een snellere reactie tijd betekent dat het gezicht gepaard gaat met een emotionele valentie. Mensen kozen dus niet zomaar de tegenovergestelde emotie want daar komt geen emotionele valentie bij kijken en dan zou er geen snellere reactie tijd zijn bij congruente woorden. In experiment drie gingen de gezichten weer van boos of blij naar neutraal. Ook werden er positieve of negatieve woorden laten zien. Uit dit experiment bleek een interactie, de reactie tijd was korter bij positieve woorden als het gezicht van boos naar neutraal ging en bij negatieve woorden als het gezicht van blij naar neutraal ging. Dat de reactietijd korter was bij positieve woorden als het gezicht van boos naar neutraal ging, betekent dat deze video geassocieerd was met een positieve emotionele valentie. De video met het gezicht dat van blij naar neutraal ging werd met een negatieve emotionele valentie geassocieerd. Dit zou kunnen komen doordat deelnemers denken dat het gezicht dat eerst blij was en nu neutraal nog verder door zal veranderen en uiteindelijk negatief zal eindigen, oftewel het proces van representational momentum. Bij de emotie perceptie van neutrale gezichten wordt je dus beïnvloed door de zojuist waargenomen geschiedenis van dat gezicht. Als een neutraal gezicht eerst blij was zal je dit gezicht nu negatiever waarnemen en een neutraal gezicht dat eerst boos

was zal je nu positiever waarnemen, dit wordt de 'overshoot bias' genoemd. Marian & Shimamura (2013) wilden graag weten hoe mensen reageren als het gezicht dynamisch veranderd naar verschillende intensiteit van een uitdrukking. De gezichten die gebruikt werden waren neutraal, 100% of 50% blij of boos. Er werden zowel mannelijke als vrouwelijke stimuli gebruikt. In het eerste experiment veranderden de gezichten dynamisch. Deelnemers moesten op een schaal die van heel negatief naar heel positief liep de affectieve valentie van de begin staat en de eind staat van het gezicht aangeven. Een neutraal gezicht dat eerst boos was werd positiever beoordeelt, een neutraal gezicht dat eerst blij was werd negatiever beoordeelt. Een 50% boos gezicht dat eerst 50% blij was werd iets negatiever beoordeelt, dit effect was een trend. In het tweede experiment veranderden de gezichten statisch ipv dynamisch. Dit houdt in dat de gezichten van de begin staat direct in de eind staat veranderen zonder een langzame overgang met gezichtsuitdrukkingen die tussen deze emoties in zitten. Ook hier werd gevonden dat een neutraal gezicht dat eerst boos was positiever werd beoordeelt en een 50% boos gezicht dat eerst 50% blij was negatiever werd beoordeelt. Dit effect was echter een stuk kleiner dan bij de dynamisch veranderende gezichten. Hierna wilden ze de range van dynamische gezichten nog verder onderzoeken en daarom werden er in experiment drie ook gezichten gebruikt die 25% of 75% boos of blij waren. Hieruit bleek dat er ook een bias effect was bij gezichten die van 75% boos naar 25% blij gingen en bij gezichten die van 75% blij naar 25% boos gingen. De affectieve beoordeling van gezichtsuitdrukkingen was intenser als de eindstaat van het gezicht gedeeltelijk boos of blij was. Als laatste werd er nog onderzocht of het effect ook plaatsvind bij verdrietige gezichten ipv boze. Hieruit bleek dat gezichten die van 100% verdrietig naar neutraal gingen positiever werden beoordeelt en van blij naar neutraal negatiever. Ook was er een bias effect bij gezichten die van 50% verdrietig naar 50% blij gingen en andersom. Gezichten die van blij naar verdrietig gingen werden negatiever beoordeeld en gezichten die van verdrietig naar blij gingen werden positiever beoordeeld. Bij emotie perceptie van neutrale maar ook van affectieve gezichten van verschillende intensiteiten wordt je dus beïnvloed door de eerdere staat van dat gezicht en vind er 'overshoot bias'

plaats. De richting van de verandering in het gezicht laat je bij je beoordeling nog iets langer doorgaan waardoor deze beoordeling sterker de tegenovergestelde emotie van de begin staat van het gezicht beschrijft dan werkelijk het geval is. Dit effect is sterker bij dynamisch veranderende gezichten dan bij statische. Invloed van het lichaam Je ziet een gezicht in het dagelijks leven zelden zonder een lichaam. Een bepaalde lichaamshouding kan ook een emotie uitdrukken, als iemand bang is zal diegene bijvoorbeeld sneller naar achter leunen dan naar voren. Deze houding kan overeenkomen (congruent zijn) met de emotie die je gezicht uitdrukt maar deze houding kan ook juist een andere emotie uitdrukken (incongruent). Ik zal nu aan de hand van een aantal onderzoeken het effect hiervan bespreken. Aviezer et al (2008) hebben onderzoek gedaan naar het effect van lichaamshouding op de interpretatie van gezichtsuitdrukkingen. In het eerste onderzoek onderzochten ze of de hoeveelheid invloed van het lichaam bij het categoriseren van gezichtsuitdrukkingen verschilt bij verschillende mate van overeenkomstigheid van gezichtsuitdrukkingen. In dit onderzoek was de gezichtsuitdrukking van de stimuli iedere keer walging, de verwachting was dus dat lichaamshoudingen waarvan de emotie het meeste lijkt op walging ook de meeste invloed heeft bij emotie perceptie. Het blijkt dat de gezichtsuitdrukking walging het meeste overeenkomt met de gezichtsuitdrukking van woede, daarna met verdriet en het minste met angst. De gelaatsuitdrukkingen van walging en woede lijken het meeste op elkaar waardoor deze ook het vaakst door elkaar worden gehaald. De lichaamshoudingen in dit onderzoek drukte walging, angst, verdriet of woede uit. Er waren zowel mannelijke als vrouwelijke stimuli. Deelnemers kregen de instructie om iedere keer aan te geven welke emotie (walging, verdriet, woede of angst) het beste paste bij de gezichtsuitdrukking. Uit het onderzoek bleek dat hoe meer de gezichtsuitdrukking die zou passen bij de lichaamshouding op walging lijkt, hoe vaker de emotie van het lichaam onterecht werd toegeschreven aan het gezicht. Om te onderzoeken of dit effect komt

doordat de gezichten anders worden verwerkt werd in het laatste onderzoek de beweging van de ogen gemeten. Bij walging scan je namelijk meer de onderste helft van het gezicht en bij woede meer de bovenste helft. Uit het onderzoek bleek dat dat bij een incongruente lichaamshouding deelnemers het gezicht scannen in het patroon van de emotie van het lichaam. Bij emotie perceptie wordt je dus beïnvloed door lichaamshouding, hoe meer de emotie van het lichaam overeenkomt met het gezicht hoe sneller je een miscategorisatie maakt en de emotie van het lichaam aan het gezicht toeschrijft. Dit komt doordat je gezichten anders verwerkt, namelijk in het patroon van de emotie van het lichaam. Aviezer & Trope (2012) wilden weten of het lichaam en gezicht als een geheel worden verwerkt of dat ze allebei apart worden verwerkt. Om dit te achterhalen deden ze drie onderzoeken, waarbij het lichaam en gezicht ofwel normaal aan elkaar zaten (aligned) of het gezicht los van het lichaam was (misaligned). De gezichtsuitdrukking en lichaamshoudingen die gebruikt werden waren walging, verdriet, angst en woede. Deze emoties van lichaam en gezicht konden overeenkomen (congruent) of juist verschillen (incongruent). Deelnemers kregen de instructie om de emotie van de gezichtsuitdrukking te categoriseren. Uit het eerste onderzoek bleek dat bij incongruentie tussen lichaam en gezicht, het gezicht beter werd herkend als het gezicht los was van het lichaam. Het lichaam had dan dus minder invloed. Bij een congruent lichaam en gezicht werd de gezichtsuitdrukking juist beter herkend bij een gezicht dat normaal op het lichaam vast zat. Uit het tweede onderzoek bleek dat het niet uit maakt hoe ver het gezicht van zijn normale plek afwijkt om minder invloed te hebben. Bij emotie interpretatie van gezichtsuitdrukkingen verwerk je het lichaam dus ook. Als de emotie van het lichaam en het gezicht niet met elkaar overeenkomen wordt de gezichtsuitdrukking beter herkent als het lichaam niet vast zit aan het gezicht, de afstand tussen het lichaam en het gezicht maakt niet uit. De invloed van het lichaam wordt blijkbaar verbroken als het gezicht niet meer op zijn normale plek zit. Wellicht worden het lichaam en het gezicht als één object gecategoriseerd als ze normaal aan elkaar zitten en worden ze als twee aparte objecten gecategoriseerd als het gezicht afwijkt van zijn normale plek. Uit het onderzoek van Aviezer et al (2008) bleek dat het gezicht verwerkt werd in het patroon van

het lichaam. Dan kunnen het lichaam en het gezicht dus niet helemaal tegelijkertijd verwerkt worden. Wellicht kijk je eerst naar het lichaam, maar categoriseer je daarna lichaam en gezicht wel als één object (mits ze normaal aan elkaar zitten). Hinzman en Kelly (2012) wilden onderzoeken wat de invloed van lichaamshouding op de categorisatie van donkere en blanke gezichtsuitdrukkingen is bij in- en out- groups. Deelnemers kregen een afbeelding van een man te zien en moesten aangeven of het gezicht dat ze zagen donker of blank was. Ze gebruikten alleen mannelijke stimuli, ook de deelnemers waren allen mannelijk. Uit het onderzoek bleek dat deelnemers een snellere respons hadden bij een boos lichaam in combinatie met een donker gezicht, en bij een blij lichaam in combinatie met een blank gezicht. Om aan te tonen dat dit effect veroorzaakt word doordat mensen een negatieve associatie hebben met outgroup leden en niet door de discriminatie dat donkere mensen agressief zijn deden ze hetzelfde experiment met blanke en Aziatische gezichten. Ook hieruit bleek dat bij een boos lichaam in combinatie met een Aziatisch gezicht deelnemers een snellere respons hadden dan bij een boos lichaam en een blank gezicht. Er was een trend voor een snellere respons bij een blij lichaam en een blank gezicht dan een blij lichaam en een Aziatisch gezicht. Oftewel, het effect ligt aan de negatieve associatie met de out-group en niet aan discriminatie. Mannen zullen bij emotie perceptie van mannelijke out-group gezichten leden met een negatieve lichaamshouding dus sneller herkennen door de negatieve associatie met de out-group. Oftewel, bij de interpretatie van gezichtsuitdrukkingen zul je sneller een gezicht miscategoriseren als de emotie van het lichaam en het gezicht veel overeenkomen. Je zal dan vaker de emotie van het lichaam toeschrijven aan het gezicht. Dit komt door de verwerking van het gezicht, je verwerkt het in het patroon van de emotie van het lichaam. Bij de interpretatie van gezichtsuitdrukkingen verwerk je het lichaam dus ook. Als de emotie van het lichaam en het gezicht niet met elkaar overeenkomen wordt de gezichtsuitdrukking beter herkent als het lichaam niet vast zit aan het gezicht, de afstand tussen het lichaam en het gezicht maakt niet uit. De invloed van het lichaam wordt blijkbaar verbroken als het gezicht niet meer op zijn normale plek zit. Daarnaast zullen mannen

een boos lichaam van een mannelijk out-group lid sneller herkennen. Invloed van stemmen Een stem kan een emotie soms sterker over laten komen. Denk aan als iemand boos is en daarbij hard schreeuwt. Als iemand heel zacht zou praten zou je wellicht gaan twijfelen of diegene wel echt boos is. Het komende onderzoek bespreekt de invloed van stemmen. Gelder en Vroomen (2000) onderzochten de invloed van stemmen op de juistheid en snelheid van het beoordelen van emotie. Deelnemers kregen een foto van een gezicht te zien dat varieerde tussen blij en verdrietig. Tegelijkertijd kregen ze een neutrale zin te horen die verdrietig of blij werd uitgesproken. Uit hun eerste onderzoek bleek dat deelnemers het gezicht en de stem combineren, dit bleek slecht te zijn voor de juistheid en snelheid van het beoordelen van emotie. Een blij gezicht met een verdrietige stem werd verdrietiger en een stuk langzamer beoordeeld dan een blij gezicht met een blije stem. Ook een verdrietig gezicht met een blije stem werd minder verdrietig en een stuk langzamer beoordeeld dan een verdrietig gezicht met een verdrietige stem. Als je een stem hoort die incongruent is aan de emotie van het gezicht zal je beoordeling van dit gezicht dus langzamer zijn en gebiased richting de emotie van de stem. In het tweede onderzoek werd deelnemers opgedragen het gezicht te beoordelen en de stem te negeren. Hier werd hetzelfde effect gevonden als in het eerste onderzoek maar in stuk mindere mate. Als je tijdens emotie perceptie dus niet alleen een gezicht ziet maar ook een stem hoort zal je beoordeling van dit gezicht iets richting de emotie van de stem gaan. Dit effect is kleiner als je je alleen focust op het gezicht, maar je kunt de stem niet helemaal negeren. Uit alle bovenstaande onderzoeken blijkt eigenlijk dat welk aspect van de context je ook bekijkt, als de context niet overeenkomt met de emotie van het gezicht zal je beoordeling van dit gezicht enigszins gebiased zijn richting de emotie van de context.

Invloed van taal 'Ik ben boos', dit kan een klein kind zeggen. Waarschijnlijk weet dit kind dan wat boos zijn is. De toegankelijkheid van taal en van emotionele woorden kan wellicht ook invloed hebben op de perceptie van emotie. Als je het woord boos niet kent, kun je dan wel een boze gezichtsuitdrukking herkennen? De volgende onderzoeken zullen dit bespreken. Pons et al (2003) onderzochten of er een correlatie is tussen taalvaardigheid bij kinderen en het begrijpen van emoties. Taalvaardigheid en het begrijpen van emoties werden beide onderzocht bij kinderen van 4-5 jaar en bij kinderen van 10-11 jaar. Het bleek dat kinderen tussen de 4 en 5 jaar minder goed emoties konden begrijpen en minder taal vaardigheden hadden dan kinderen tussen de 10 en11 jaar. Er is een positieve correlatie tussen taal vaardigheden en het begrijpen van emoties. Dus hoe beter de taal vaardigheden hoe beter kinderen emoties begrijpen. Dit onderzoek gaat alleen over kinderen maar er zijn natuurlijk ook oudere mensen met slechte taal vaardigheden. Allochtonen hebben soms een slechtere taal vaardigheid, wellicht heeft dit invloed op hun emotie perceptie. Bij emotie perceptie ben je dus beperkt tot je eigen taal vaardigheden. Lindquest et al (2006) onderzochten het effect van semantische verzadiging op het categoriseren van emotie. Semantische verzadiging wordt veroorzaakt door 30 keer een woord te herhalen, dit woord verliest dan tijdelijk zijn betekenis. Uit hun eerste onderzoek bleek dat semantische verzadiging zorgt voor langzamer maar beter categoriseren van gezichten. Deelnemers waren alleen langzamer als het woord dat verzadigd was en de emotie die ze moesten categoriseren overeenkwam. Het was dus moeilijker om de emotie te categoriseren waardoor deelnemers meer tijd nodig hadden. Ze deden nog een tweede onderzoek waarbij deelnemers moesten aangeven of twee gezichten matchten en dus geen woorden hoefden te gebruiken. Hieruit bleek dat semantische verzadiging zorgt voor langzamere matching van emotionele gezichten. Ook waren deelnemers minder accuraat in het matchen van gezichten, vooral als het woord relevant was. Bij emotie perceptie ben je dus afhankelijk van de toegankelijkheid van het emotionele woord dat past bij de gezichtsuitdrukking. Is dit woord semantisch

verzadigd dan zal je langzamer zijn in het interpreteren van een gezichten. Ook zal je langzamer en minder accuraat zijn in het vergelijken van gezichten. Taal is dus van belang bij het interpreten van emoties. Hoe beter je taal vaardigheden zijn hoe beter je bent in het begrijpen van emoties. Als het emotionele woord dat past bij een gezichtsuitdrukking echter niet toegankelijk is zal je minder snel een gezicht kunnen beoordelen en minder snel en accuraat een gezicht kunnen vergelijken. Hier kunnen waarschijnlijk ook culturele verschillen in worden gevonden. Niet alle culturen hebben evenveel woorden voor alle verschillende emoties, dus wellicht is de ene cultuur beter in het categoriseren van een emotie dan de andere cultuur. Hoe verschilt dit in interculturele setting? Zoals uit bovenstaande onderzoeken is gebleken wordt de interpretatie van emoties door een heleboel omstandigheden buiten het gezicht om beïnvloed. Zo wordt je beïnvloed door de scene waarin gezichten zich bevind, is deze positief of negatief en congruent of incongruent met het gezicht? Ook andere gezichten kunnen invloed hebben op je interpretatie, hoe kijken mensen om ze heen? Komt dit overeen met de emotie die de gezichten uitdrukken? Ook de eerdere staat van een gezicht kan je interpretatie beïnvloeden, hoe kijken ze nu in vergelijking met net? Lichaamshouding drukt ook een bepaalde emotie uit, komt deze overeen met de emotie van het gezicht? De stem die je bij een gezicht hoort, de intonatie, het volume, de emotie, komt die overeen met het gezicht? En ook taal, de toegankelijkheid en vaardigheden die je hebt kunnen je interpretatie beïnvloeden. Oftewel, een gezicht interpreteren, iets wat je dagelijks eigenlijk heel vaak doet, is toch niet zo eenvoudig als het lijkt. We weten vandaag de dag dat emotie perceptie ook afhangt van etniciteit. Men is beter in het herkennen van gezichtsuitdrukkingen van leden van zijn eigen etniciteit dan van een andere (Heine, 2012). Hij geeft hier verschillende verklaringen voor, één daarvan is dat het voor je eigen veiligheid is, het is voor jou van groot belang dat je de gezichtsuitdrukkingen van je eigen stam goed interpreteert. Een andere verklaring is dat je deze gezichten gewoon veel vaker ziet en daarom beter bent in het

herkennen van gezichtsuitdrukkingen. Aangezien emotie perceptie dus ook afhankelijk is van etniciteit is het van belang om te bespreken hoe emotie perceptie verschilt in interculturele setting. Interpreteer je een blanke Nederlander anders dan een Marokkaanse Nederlander? En spelen dezelfde context effecten een rol? Hierbij speelt sociale categorisatie en de stereotypes die daarbij komen kijken ook een rol. Heb je al bepaalde verwachtingen bij een gezicht van een andere etniciteit? Het meeste onderzoek is gedaan naar de verschillende interpretatie van Westerse en Oosterse mensen. Maar er zijn ook een paar onderzoeken gedaan naar het verschil tussen blanke en Marokkaanse Nederlanders. Deze onderzoeken zal ik nu gaan bespreken. Bijlstra et al (2010) onderzochten of affectieve beoordeling en stereotypering invloed hebben op sociale categorisatie van gezichten. Ze verwachtte dat boze gezichten sneller als Marokkaans herkent worden aangezien blanke Nederlanders vaak denken dat Marokkanen agressief zijn. Er waren twee condities, de 1-valentie conditie waarbij verdrietige en boze gezichten werden laten zien, beide negatieve gezichten. Daarnaast was er de 2-valentie conditie, waarbij boze en blije gezichten getoond werden. Deelnemers moesten aangeven of het gezicht van een blanke of een Marokkaanse Nederlander was. In de 2-valentie conditie werden blije gezichten sneller herkent als blanke Nederlander, bij de herkenning van Marokkanen was er geen verschil. Bij de 1-valentie conditie werden boze gezichten sneller herkend als Marokkaanse Nederlander, bij de herkenning van blanke Nederlanders was er geen verschil. Boze Marokkaanse Nederlanders werden sneller herkend dan blanke, terwijl verdrietige blanke Nederlanders sneller werden herkend dan Marokkaanse. Bij de 1-valentie conditie werden deelnemers dus beïnvloed door hun affectieve beoordeling en bij de 2-valentie door hun stereotypes. In het tweede experiment werd hetzelfde onderzocht maar dan niet meer tussen Marokkaanse Nederlanders en blanke Nederlanders maar tussen blanke mannen en vrouwen. Deelnemers moesten nu dus aangeven of het gezicht dat ze zagen van een man of een vrouw was. Het stereotype over mannen en vrouwen is dat mannen sneller worden geassocieerd met boos en vrouwen met verdrietig. Ook worden vrouwen iets positiever beoordeelt. Uit het experiment bleek dan ook dat in de 2-valentie

conditie blije gezichten sneller als vrouwelijk herkend werden en in de 1-valentie conditie boze gezichten sneller herkend werden als mannelijk en verdrietige gezichten als vrouwelijk. Concluderend kun je zeggen dat bij gezichten met dezelfde valentie deelnemers beïnvloed werden door hun affectieve beoordeling. Alleen bij gezichten met een verschillende valentie werden deelnemers beïnvloed door hun stereotypes. Concrete emoties die passen bij het stereotype worden sneller herkend. Dus bij emotie perceptie van dezelfde valentie herken je sneller emoties die passen bij je stereotypes en bij emoties van een andere valentie herken je sneller emoties die passen bij je affectieve beoordeling. Dotsch et al (2011) wilden onderzoeken of het alleen om de valentie van een gezicht gaat (negatief gezicht bij Marokkanen) of dat het om een specifiek stereotype beeld gaat (boos gezicht want Marokkanen zijn agressief). In hun eerste experiment wilde ze het effect onderzoeken van in welke mate iemand bevooroordeeld is op hoe vaak iemand een gezicht als Marokkaans categoriseert. Deelnemers kregen neutrale Marokkaanse gezichten te zien, criminele en domme. Deze gezichten werden gekozen op basis van een pilot study. Deze gezichten werden dus duidelijk als crimineel of als dom beoordeeld. Ook moesten ze een implicit association test doen waarbij gemeten werd in hoeverre ze Marokkaanse namen associëren met negatieve en positieve woorden. Deelnemers moesten aangeven of het gezicht Marokkaans was of niet-marokkaans. Uit het onderzoek bleek dat deelnemers de criminele gezichten vaker als Marokkaans categoriseerde. Meer bevooroordeelde mensen deden dit vaker dan minder bevooroordeelde mensen. De domme gezichten werden juist minder vaak als Marokkaans gecategoriseerd. In het derde experiment werden homoseksuele mannen gebruikt die een normaal, vrouwelijk of crimineel gezicht hadden. Dit deden ze aangezien homoseksuelen vaak als negatief worden gezien (net als Marokkanen) en mensen vinden dat ze vrouwelijke trekjes hebben. Vrouwelijke eigenschappen worden echter juist als positief gezien in tegenstelling tot criminaliteit, waar Marokkanen mee geassocieerd worden. Hier kan dus duidelijk mee gemeten worden of het ligt aan de affectieve beoordeling of het stereotype. Uit het experiment bleek dat de vrouwelijke gezichten vaker als homoseksueel werden gecategoriseerd. Meer bevooroordeelde mensen deden dit juist minder

vaak. Criminele gezichten werden minder vaak als homoseksueel gecategoriseerd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat mensen verwachtingen hebben over hoe een gezicht van een bepaalde categorie er uit zal zien aan de hand van een stereotype en niet alleen aan de hand van een evaluatieve associatie. Marokkanen en homoseksuelen worden namelijk beide negatief geëvalueerd, echter werden de criminele gezichten sneller als Marokkaans gecategoriseerd, een negatief stereotype kenmerk. Vrouwelijke gezichten werden sneller als homoseksueel gecategoriseerd terwijl dit een positief stereotype kenmerk is. Meer bevooroordeelde mensen deden dit echter minder vaak, wellicht komt dit door de normative fit hypothese; er is een betere fit voor gezichtskenmerken die evaluatief congruent zijn met de stereotype groep waar het gezicht bij hoort. Het negatieve gezichtskenmerk crimineel past goed bij de negatieve stereotype groep Marokkanen. Bij sociale categorisatie zal je een gezicht dat overeenkomt met jouw stereotype beeld van een groep dus sneller categoriseren als een lid van deze stereotype groep. Dit zal vooral voorkomen bij hoog bevooroordeelde mensen en als het gezichtskenmerk en de stereotype associatie evaluatief congruent zijn. Maar hoe ontstaat dit stereotype beeld van een gezicht van een groep? Dotsch et al (2013) wilden weten of er een causaal verband is tussen informatie over het gedrag van een groep en de verwachtte gezichtskenmerken van die groep. Om dit te onderzoeken kregen deelnemers een verhaaltje te lezen over een bepaald gedrag dat typerend is voor groep X. Dit gedrag was crimineel of juist betrouwbaar. Daarna moesten deelnemers steeds uit twee gezichten kiezen welk gezicht zij zouden verwachten bij iemand van groep X. De gezichten die deelnemers uit de betrouwbaar-gedrag conditie kozen zagen er betrouwbaarder en minder crimineel uit dan de gezichten die de deelnemers uit de crimineel-gedrag conditie kozen. Ook de impliciete en expliciete evaluatie van groep X was positiever bij de betrouwbaar-gedrag conditie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat informatie over het gedrag van een groep van invloed is op de verwachtte gezichtskenmerken van die groep. Bij emotie perceptie kijk je dus niet alleen naar het gezicht en de context op dat moment maar zal je dat gezicht ook negatiever/positiever beoordelen op basis van eerder vertoond gedrag van de groep waar hij bij hoort.

Kort samengevat heeft de informatie die je hebt over het gedrag van iemand invloed op de verwachtte gezichtskenmerken van die persoon en zijn groep. Als een gezicht overeenkomt met het stereotype beeld dat je had zal je diegene sneller als lid van deze groep categoriseren. Bij emotie perceptie van dezelfde valentie herken je sneller emoties die passen bij je stereotypes en bij emoties van een andere valentie herken je sneller emoties die passen bij je affectieve beoordeling. De bovenstaande onderzoeken zijn een goed begin maar zoals ik eerder heb beschreven zijn er een heleboel manieren waarop context van invloed is bij de perceptie van emotie. Er is echter nog heel weinig bekend over of dit dezelfde invloed heeft in een interculturele setting. Conclusie Concluderend kun je zeggen dat emotie perceptie zeker niet een losstaand universeel proces is. Je wilt het gezicht interpreteren maar encodeert in de tussentijd ook achtergrond, stem, lichaam etc. Je wordt door allerlei context factoren beïnvloed. Goede emotie perceptie is echter wel van belang. In sociale interacties reageren we op gezichten door iemand op een bepaalde manier te behandelen. Misinterpretatie zorgt er voor dat mensen verkeerd behandeld worden. Daarom heb ik in dit literatuuroverzicht een aantal context factoren besproken die van invloed zijn bij emotie perceptie. Tijdens emotie perceptie wordt je beïnvloed door de scene waarin het gezicht zich bevind, deze scene kan een bepaalde emotie uitstralen. Bij het interpreteren van emoties kijk je meer naar de achtergrond dan wanneer je alleen aan moet geven of het gezicht positief of negatief is. Je herkent de emoties angst en blij sneller als de achtergrond en de emotie van het gezicht met elkaar overeenkomen. Ook als de achtergrond uit andere gezichten bestaat, beïnvloedt dit je affectieve beoordeling. Je bent sneller in je beoordeling als de achtergrond, landschappen of gezichten, congruent is met de emotie van het gezicht. Hier zit nog een klein cultureel verschil in, bij de interpretatie van gezichten van jongens zullen Japanners hun beoordeling meer aanpassen aan de emoties van de achtergrondfiguren dan Amerikanen.

Als je een veranderend gezicht ziet kan de eerdere staat van het gezicht je beoordeling van de eindstaat beïnvloeden. De richting van de verandering in het gezicht laat je bij je beoordeling nog iets langer doorgaan waardoor deze beoordeling sterker de tegenovergestelde emotie van de begin staat van het gezicht beschrijft dan werkelijk het geval is. Dit effect is sterker bij dynamisch veranderende gezichten dan bij statische en treed bij zowel de beoordeling van neutrale als affectieve gezichten op. Je ziet een gezicht zelden zonder een lichaam. Dit lichaam straalt via een bepaalde lichaamshouding ook een emotie uit. Dit kan je beïnvloeden bij de interpretatie van gezichten. Je zal sneller een gezichtsuitdrukking miscategoriseren als de lichaamshouding en de emotie van het gezicht veel met elkaar overeenkomen, maar niet hetzelfde zijn. Je zal dan vaker de emotie van het lichaam toeschrijven aan het gezicht. Dit komt door de verwerking van het gezicht, je verwerkt het in het patroon van de emotie van het lichaam. Als de emotie van het lichaam en het gezicht niet met elkaar overeenkomen wordt de gezichtsuitdrukking beter herkend als het lichaam niet vast zit aan het gezicht, de afstand tussen het lichaam en het gezicht maakt niet uit. De invloed van het lichaam word blijkbaar verbroken als het gezicht niet meer op zijn normale plek zit. Daarnaast zullen mannen een boos lichaam van een mannelijk out-group lid sneller herkennen. Soms hoor je ook een stem die bij een gezicht hoort. Deze stem drukt vaak ook een bepaalde emotie uit, zo kan een stem bijvoorbeeld heel boos of blij klinken. Dit kan overeenkomen of verschillen met de emotie die het gezicht uitdrukt. Bij het horen van een stem bij een gezicht zal je beoordeling van dat gezicht iets meer de richting van de emotie van de stem op gaan. Als je echter focust op het gezicht alleen en de stem negeert zal dit effect minder zijn. Bij emotie perceptie heb je uiteraard woorden nodig om een emotie te benoemen. Taal speelt hierbij een rol. Hoe beter je taal vaardigheden hoe beter je emoties zal begrijpen. Het emotionele woord dat je nodig hebt moet echter wel toegankelijk zijn, anders zal je minder snel een gezicht kunnen beoordelen en minder snel en accuraat gezichten kunnen vergelijken. Aangezien emotie interpretatie afhankelijk is van etniciteit heb ik ook gekeken naar sociale

categorisatie in interculturele setting. Het blijkt dat de informatie die je hebt over het gedrag van een groep je verwachting beïnvloed van hoe een stereotype gezicht van deze groep er uit zal zien. Als een gezicht overeenkomt met dit stereotype gezicht zal je diegene dan ook sneller als lid van deze groep categoriseren. Bij de beoordeling van twee gezichten met allebei een negatieve uitdrukking zal je sneller emoties herkennen die passen bij het stereotype beeld dat je bij deze groep hebt. Heeft het ene gezicht een positieve uitdrukking en de andere een negatieve dan zal je eerder emoties herkennen die passen bij jouw affectieve beoordeling van deze groep. Tijdens het interpreteren van emoties moet je je er dus bewust van zijn dat je niet geheel objectief bent hierin en door allerlei contextaspecten beïnvloed wordt. Ook moet je bij mensen van een andere etniciteit extra voorzichtig zijn in je beoordeling. Probeer misinterpretaties te voorkomen zodat je mensen niet verkeerd behandeld op basis van hun gezichtsuitdrukking. Men dacht dat emotie perceptie een universeel proces was maar in deze onderzoeken werden gezichten los onderzocht. Het blijkt nu dus dat je gezichten echter nooit los interpreteert. Onderzoek naar de interpretatie van gezichtsuitdrukking moet in de toekomst dus rekening houden met context effecten. Er is ook in bijna geen een onderzoek gekeken of het effect van context kleiner is als je je bewust er van bent. Dit is alleen gedaan in het onderzoek naar de invloed van een stem op emotie interpretatie. Hier bleek inderdaad dat als je je alleen focust op het gezicht en de stem negeert, dat je dan minder beïnvloed wordt door de context. Dit zou natuurlijk belangrijk nieuws zijn. Als je door bewust te zijn van de context invloed deze kan verminderen zou dit zorgen voor minder misinterpretatie en betere communicatie. In toekomstig onderzoek zou dit dus onderzocht moeten worden.

Onderzoeksopzet Het onderzoek naar interculturele emotie perceptie komt steeds meer op gang maar staat nog redelijk in de kinderschoenen. Tot nu toe is er qua intercultureel onderzoek voornamelijk onderzoek gedaan naar emotie perceptie van een gezicht van een andere etniciteit dan je eigen, maar er is nog weinig onderzoek gedaan naar sociale situaties, terwijl dit uiteraard het vaakst voorkomt in het dagelijks leven. Het lijkt mij daarom interessant om te onderzoeken wat de invloed is van Marokkaanse of Nederlandse achtergrondfiguren op de interpretatie van de gezichtsuitdrukking van de centrale figuur. Ik zou het onderzoek van Ito et al (2012) willen combineren met dat van Bijlstra et al. (2010). Uit het onderzoek van Bijlstra et al. bleek dat mensen als ze verdrietige en boze Marokkaanse en blanke gezichten te zien kregen dat ze boze Marokkaanse gezichten sneller als Marokkaans categoriseren. Maar geldt dit ook andersom? Categoriseer je een boos Marokkaans gezicht ook sneller als boos? Uit het onderzoek van Ito et al. bleek dat mensen sneller waren in het interpreteren van een emotie als de achtergrondfiguren dezelfde emotie uitdrukten. Maar maakt het uit van welke etniciteit deze achtergrondfiguren zijn? In het onderzoek van Ito et al. werd als centraal figuur een Japanner en als achtergrondfiguren Japanners gebruikt of als centrale figuur een blanke Canadees en als achtergrondfiguren ook blanke Canadezen. Ik ben benieuwd wat het effect is van een blanke Nederlander als centraal figuur en Marokkaanse of blanke Nederlanders als achtergrondfiguren en een Marokkaanse Nederlander als centraal figuur met wederom blanke of Marokkaanse Nederlanders als achtergrondfiguren. Aangezien het vooroordeel over Marokkanen is dat ze crimineel zijn zou ik de uitdrukkingen boos en angst gebruiken. Dit vooroordeel geldt voornamelijk bij mannelijke Marokkanen, daarom zou ik alleen mannelijke stimuli willen gebruiken. De vraagstelling is: wat is het effect van Marokkaanse of blanke Nederlanders als achtergrondfiguren op de emotie interpretatie van het centrale figuur? Methode Aangezien blanke Nederlanders het vooroordeel hebben over Marokkanen zou ik als

deelnemers dus ook blanke Nederlanders willen. Studenten zijn voor het grootste gedeelte blanke Nederlanders en ook bereid om mee te doen aan het onderzoek, daarom zou ik deelnemers werven op de UvA. Deelnemers krijgen de instructie om de emotie van de centrale figuur zo snel mogelijk te beoordelen. Ze konden hierbij steeds kiezen uit de emoties angst, verdrietig, neutraal of walging. Vervolgens kregen ze in random volgorde de stimuli te zien. De stimuli bestaat uit 36 foto's. Ik maak gebruik van een 3x3x2 design waarbij de variabelen de emotie van de achtergrondfiguren, de emotie van het centrale figuur en ras zijn. De centrale figuur is blank of Marokkaans en heeft een angstige, boze of neutrale uitdrukking. De achtergrond figuren zijn ook blank of Marokkaans en drukken dezelfde of een andere emotie uit dan de centrale figuur. Door een combinatie hiervan ontstaan 36 scenes. De afhankelijk variabele van het onderzoek is de reactietijd van de emotie beoordeling van het centrale figuur, gemeten door tijd tussen aanbieding foto en kiezen van emotie. De onafhankelijke variabele is ras en emotie van centrale- en achtergrondfiguren. De foto's van de gezichten laat ik eerst door een pilot study testen of mensen ze echt duidelijk bang of boos vinden. Hieruit kies ik vervolgens de foto's die als duidelijkste uit de test kwamen. Verwachtingen Ik verwacht dat bij een boze mannelijke Marokkaan met boze mannelijke Marokkanen als achtergrond de emotie boos sneller herkent zal worden dan bij boze mannelijke Marokkanen met bange of neutrale mannelijke achtergrondfiguren of boze mannelijke blanke. Dit verwacht ik aangezien de emotie van de centrale persoon en de achtergrondpersonen met elkaar overeenkomen en uit het onderzoek van Ito et al. bleek dit effect al. Daarnaast bleek uit het onderzoek van Hugenberg en Bodenhausen (2003) dat Europese Amerikanen met een hoog impliciet vooroordeel wat betreft ras, gebiased zijn en sneller boos herkennen in een zwart gezicht. Ik denk dat dit ook betrekking heeft op blanke Nederlanders en Marokkanen. Daarom verwacht ik dat boze Marokkanen sneller als boos herkent worden. Daarnaast verwacht ik dat bij een bange mannelijke blanke met boze mannelijke Marokkanen