Gemeente Nunspeet. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Vergelijkbare documenten
1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Gemeente Lopik. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2010

Gemeente Lopik. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2011

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

Gemeente Alphen-Chaam

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Gemeente Lansingerland. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Gemeente Woerden. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Gemeente Bergen op Zoom. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

Samenwerking Utrecht West. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2010 Gemeente Maarssen

V A L K E N S W A A R D de Hofnar 15

Gemeente IJsselstein. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Companen waar wonen beweegt

Companen. Gemeente Steenbergen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2012

Gemeente Bergen op Zoom

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Rhenen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Gemeente Bergen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2012

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

/2202. gemeente werkendam. werkendam. 12DEC2012. Gemeenteraad Postbus DA Werkendam. clienttevredenheidsonderzoek Wmo

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Gemeente Druten. Klanttevredenheidsonderzoek 2010

Gemeente Harenkarspel. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Goeree-Overflakkee. Wmo-klanttevredenheid over maart 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

11 Drentse gemeenten. Tevredenheid Hulp bij het huishouden. 3 mei 2011

Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het Wmo-loket?

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Tevredenheid over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Wat is de totale omvang van de doelgroep? (u kunt een schatting maken) 880 mensen. Hoeveel mensen heeft u benaderd in het onderzoek?

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Stein

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente IJsselstein

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Lelystad

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers. Gemeente Zoetermeer

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Enschede

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

1. Algemene gegevens. 1a) Uw geboortejaar :.. 1b) Postcode :... (alleen de cijfers) 1c) Bent u een man of een vrouw? Man Vrouw

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Klanttevredenheidsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2009 Gemeente Olst-Wijhe

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Zaanstad

TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 en klanttevredenheid dienstverlening Gemeente Boskoop

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Gemeente Castricum mei juni 2008

Klantonderzoek Wmo over 2012

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Leiden

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO


KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2013

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Haarlem

Individuele verstrekkingen. Hier komt tekst Presentatie tijdens Raadsinformatieavond Hier komt ook tekst. Utrecht.nl

Transcriptie:

Gemeente Nunspeet Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012 mei 2013

Projectnr. 302.103 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail nl info@companen. Gemeente Nunspeet Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012 mei 2013

Inhoud 1. Inleiding 1 1.1. Methode van onderzoek 1 1.2. Responsverantwoording 1 1.3. Leeswijzer 2 2. Tevredenheid Wmo-cliënten 3 2.1. Tevredenheid over procesaspecten 3 2.2. Gebruik persoonsgebonden budget 4 2.3. Tevredenheid over kwaliteit van de voorzieningen zelf 6 2.4.1. Kwaliteit Hulp bij het huishouden 6 2.4.2 Kwaliteit WRV-voorziening 7 3. Effect van de voorziening 10 4. Samenvatting en aanbevelingen 12

1. Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht elke gemeente om jaarlijks onderzoek uit te voeren onder de doelgroepen van de Wmo. Voor 2012 heeft de gemeente Nunspeet ervoor gekozen om een tevredenheidsmeting te verrichten onder cliënten met Wmo-voorzieningen. Hiermee krijgt de gemeente een tevredenheidstoets die uitwijst of de dienstverlening van de Wmo aansluit bij datgene waaraan burgers behoefte hebben. De gemeente Nunspeet heeft bureau Companen gevraagd het tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder haar klanten met Wmo-voorzieningen. De gemeente heeft het onderzoek niet alleen laten uitvoeren om te voldoen aan de wettelijke verplichting in dit kader, maar ook om grip te houden op de kwaliteit van de dienstverlening binnen de Wmo. Momenteel zit de gemeente Nunspeet in een traject waarbij de kanteling van de Wmo vorm zal krijgen met het daarbij horende aanvraagproces voor individuele voorzieningen. In de praktijk hebben de Wmo-clienten die in 2012 een aanvraag hebben ingediend nog niet te maken gehad met de gekantelde werkwijze. Het is wel mogelijk om na te gaan of er door de gemeente breed gekeken is naar de situatie van de cliënten. Deze meting dient daarom als een nulmeting voor het pré-kanteling-tijdperk. 1.1. Methode van onderzoek Voor dit onderzoek is gekozen voor een telefonische enquête. Hiermee wordt een hoge respons behaald. Voor de Wmo-cliënten is telefonisch enquêteren van toegevoegde waarde omdat de enquêteur hen door de vragenlijst heen leidt en extra toelichting geeft waar nodig. Deze vragenlijsten zijn afgenomen met ons CATI-systeem (Computer Assisted Telephone Interviewing), dat middels routeringen de juiste vragen per doelgroep stelt. Het veldwerk is uitgevoerd in maart en april 2013. 1.2. Responsverantwoording In de gemeente Nunspeet zijn 94 cliënten bevraagd die samen 159 toegekende Wmovoorzieningen hebben; in tabel 1.1 zijn de aantallen weergegeven. Op basis van deze aantallen kunnen we representatieve uitspraken doen over de totale Wmo-cliëntgroep in Nunspeet. Deze representativiteit is gebaseerd op een betrouwbaarheid van 95% en een foutmarge van 10%. Dit zijn binnen het tevredenheidsonderzoek gebruikelijke en methodisch verantwoorde percentages. Uitspraken over de afzonderlijke typen voorzieningen zijn indicatief van aard. Respondenten die meer dan één voorziening hebben, zijn over alle door hen gebruikte voorzieningen bevraagd naar hun tevredenheid. Binnen de voorzieningen onderscheiden we hulp bij het huishouden (HH) en overige Wmo-voorzieningen (WRV). De overige Wmo-voorzieningen bestaan uit woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, vervoermiddelen (o.a. de scootmobiel) en rolstoelen. Over iedere voorziening is een deelvragenlijst opgenomen binnen de totale - 1 -

vragenlijst en in de onderstaande tabel is het aantal afgenomen deelvragenlijsten weergegeven. Tabel 1.1: Respons per deelvoorziening en aangevraagd in 2012, Wmo Nunspeet 2013 HH WRV Woning - aanpassing Vervoervoorziening Vervoermiddel Rolstoel 96 cliënten* 62 97 23 42 16 16 * De 96 cliënten hebben gezamenlijk 159 voorzieningen (Hulp bij het huishouden, woonvoorziening, vervoersvoorziening, vervoermiddel en rolstoel). Aanvullende vragen over de aanvraagprocedure bij aanvraag in 2012 Omdat dit onderzoek gericht is op de tevredenheid over het jaar 2012, zijn de vragen over het proces van aanvraag en afhandeling van de voorzieningen en vragen over de informatieverstrekking over het Persoonsgebonden budget (PGB), alleen gesteld aan cliënten die aangaven ook daadwerkelijk in 2012 een voorziening te hebben aangevraagd. Van de bevraagde cliënten heeft een kwart tenminste één voorziening aangevraagd in 2012. Uiteraard zijn de vragen over de andere onderdelen (PGB-gebruik en inhoudelijke waardering van de voorziening) ook gesteld aan respondenten die hun voorziening in eerdere jaren hebben aangevraagd, maar er in 2012 wel gebruik van hebben gemaakt. Leeftijd respondenten De grootste groep respondenten (43%) is tussen de 75 en 85 jaar of ouder. Ongeveer 12% van de respondenten is jonger dan 55 jaar. Tabel 1.2: Leeftijdsverdeling respondenten, Wmo Nunspeet 2013 Leeftijd % Tot 55 jaar 12% 55 tot 65 jaar 10% 65 tot 75 jaar 15% 75 tot 85 jaar 43% 85 jaar en ouder 21% 1.3. Leeswijzer Hoofdstuk 2: tevredenheid van de cliënten voor wat betreft de aanvraagprocedure, van PGB, procesaspecten en de kwaliteit van de voorzieningen. Hoofdstuk 3: effect van de Wmo-voorzieningen op het zelfstandig wonen en op de deelname van de cliënt aan de samenleving. Hoofdstuk 4: samenvatting van de onderzoeksresultaten, met daaraan enkele aanbevelingen gekoppeld. - 2 -

2. Tevredenheid Wmo-cliënten In dit hoofdstuk schetsen we de tevredenheid van Wmo-cliënten. We behandelen de resultaten in de volgorde van het proces dat de cliënt doorloopt: Het aanvraagproces, gemeten aan de hand van aspecten als procedures, contact en informatievoorziening (tevredenheid). Persoonsgebonden budget (informatie, gebruik en tevredenheid). De voorziening zelf (tevredenheid). 2.1. Tevredenheid over procesaspecten Het verkrijgen van een Wmo-voorziening begint bij het aanvragen van de voorziening. De Wmo-cliënten is gevraagd naar hun tevredenheid over procesaspecten tijdens de aanvraag en afhandeling van de voorziening. Het gaat om aspecten als verloop van procedures, contacten met de gemeente en adequate informatievoorziening. Deze vragen zijn alleen gesteld aan cliënten die in 2012 een aanvraag hebben ingediend (in totaal 44 cliënten). Open gesprek gehad? Om alvast enigszins voor te sorteren op de nieuwe gekantelde werkwijze en daarmee volgend jaar een goede vergelijking te kunnen maken, vroegen we aan cliënten met een Wmo-voorziening die in 2012 is aangevraagd of zij bij de aanvraag een open gesprek kregen met de gemeente over hun situatie. Daarbij vroegen we of de medewerker van de gemeente in de breedte heeft gekeken naar de persoonlijke situatie van de cliënt. Tabel 2.1: Breed gekeken naar persoonlijke situatie bij intakegesprek, Wmo Nunspeet 2013 Totaal HH WRV Ja 82% 92% 75% Enigszins 4% 0% 6% Nee 11% 8% 13% Weet niet 3% 0% 6% Totaal 100% 100% 100% Een grote meerderheid van de cliënten die in 2012 een aanvraag hebben gedaan, geeft aan dat er in de breedte gekeken is naar hun persoonlijke situatie. Vooral onder de cliënten met hulp bij het huishouden is er in de breedte gekeken naar de persoonlijke situatie van de cliënt (92%). Onder drie kwart van de mensen met een WRV is breed gekeken naar de persoonlijke situatie van de cliënt. Ondanks dat de nieuwe gekantelde werkwijze pas vanaf 1 januari 2013 is ingevoerd in de gemeente Nunspeet, geeft een opvallende meerderheid van de cliënten die in 2012 een aanvraag hebben ingediend aan dat er al breed naar hun persoonlijke situatie is gekeken. - 3 -

Tevredenheid procesaspecten zeer groot Onderstaande grafiek geeft per procesaspect het aandeel (zeer) tevreden, neutrale en (zeer) ontevreden cliënten weer. Figuur 2.1: Tevredenheid procedures, contact en informatievoorziening, Wmo Nunspeet 2013 Cliënten zijn doorgaans (zeer) tevreden over de procesaspecten van hun aanvraag. Het meest tevreden zijn de mensen over de wijze van te woord staan door de gemeente. Meen dan negentig procent van de cliënten is hierover (zeer) tevreden. Op geen van de procesaspecten scoort de gemeente Nunspeet slecht. De meeste ontevredenheid heeft betrekking op de wachttijd tussen de aanvraag van de voorziening en de goedkeuring. Nog altijd scoort dit aspect meer dan 80% (zeer) tevreden. Uitleg over de mogelijkheid om bezwaar in te dienen Cliënten hebben de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen, als zij het niet eens zijn met de beschikking die zij van de gemeente krijgen. We hebben cliënten gevraagd hoe tevreden zij zijn met de informatie die ze hierover hebben gekregen. Figuur 2.2: Uitleg over de mogelijkheid om bezwaar in te dienen, Wmo Nunspeet 2013 Een grote groep cliënten geeft aan niet te weten of zij uitleg hebben gekregen over de mogelijkheden om bezwaar aan te tekenen. Bij de cliënten die huishoudelijke hulp aanvroegen gaat het om iets meer dan 40%, bij cliënten die een overige Wmovoorziening aanvroegen zelfs om 70%. Relatief veel cliënten geven aan dat zij geen uitleg hebben gekregen over de mogelijkheden om bezwaar aan te tekenen. De cliënten die wel uitleg hebben gekregen zijn daarover tevreden of neutraal. 2.2. Gebruik persoonsgebonden budget Wmo-cliënten hebben de keuze om hun voorziening te ontvangen in natura of als een persoonsgebonden budget (PGB). Bij zorg in natura krijgen cliënten de zorg, begeleiding, hulp of voorzieningen via een instelling of leverancier die een contract heeft met het zorgkantoor of de gemeente. Een PGB is een geldbedrag waarmee cliënten zelf zorg, - 4 -

begeleiding, hulp en voorzieningen kunnen inkopen. Cliënten moeten dan zelf op zoek naar zorgverleners en zijn ook zelf verantwoordelijk voor de financiële administratie en de verantwoording van het budget. Vooraf informatie over PGB Bij de aanvraag van de voorziening geeft de gemeente doorgaans uitleg over de mogelijkheden van het PGB. De vraag of cliënten vooraf informatie hebben ontvangen over het gebruik van het PGB, is alleen gesteld aan cliënten die in 2012 een aanvraag hebben ingediend (44 cliënten in totaal). Figuur 2.3 laat zien dat een meerderheid van de cliënten de informatie over het PGB niet heeft gekregen of dat zich niet meer te kunnen herinneren. Figuur 2.3: Vooraf informatie ontvangen over gebruik van het PGB, Wmo Nunspeet 2013 Onder gebruikers van een overige Wmo-voorziening ligt het percentage dat informatie over het PGB heeft gekregen iets lager (16%) dan bij aanvragers van Hulp bij het huishouden (29%). De cliënten die vooraf wél informatie over het PGB hebben gekregen, geven allen aan dat zij de informatie duidelijk vonden. Weinig cliënten maken gebruik van PGB In de volgende figuur staat weergegeven welk deel van de Wmo-cliënten gebruikmaakt van een PGB. Deze vraag is per toegewezen voorziening gesteld aan alle cliënten (94 in totaal). Figuur 2.4: PGB gebruik cliënten, Wmo Nunspeet 2013 Het PGB wordt weinig benut: slecht 13% van de cliënten met Hulp bij het huishouden en 1% van de cliënten met een overige Wmo-voorziening maakt gebruik van een PGB (in de steekproef respectievelijk 9 en 1 cliënten). Laag gebruik van het PGB is overigens al enkele jaren een landelijke trend. De cliënten die wél gebruik maken van het PGB zijn daar tevreden over. De mensen die gebruik maken van het PGB en een Hulp bij het huishouden hebben, geven aan dat zij gebruik maken van het PGB opdat zij zelf hun huishoudelijke hulp kunnen kiezen. - 5 -

2.3. Tevredenheid over kwaliteit van de voorzieningen zelf Vervolgens is gevraagd of cliënten tevreden zijn over de voorziening zelf. Hoe beoordeelt men de kwaliteit van de geleverde hulp of voorziening? We hebben de tevredenheid over de voorziening in deze paragraaf gesplitst in de tevredenheid over de Hulp bij het huishouden en de overige Wmo-voorzieningen. 2.4.1. Kwaliteit Hulp bij het huishouden Organisatie die Hulp bij het huishouden uitvoert Aan de mensen die Hulp bij het huishouden hebben, is gevraagd door wie de hulp wordt verleend. In bijna alle gevallen wordt de hulp bij het huishouden uitgevoerd door een professionele organisatie (89%). Een enkele keer door familie, vrienden, buren of kennissen (8%). De figuur hiernaast geeft weer welke professionele organisaties de Hulp bij het huishouden leveren. In de meeste gevallen is dat TSN (29%). Daarachter volgen ZNWV (21%) en Icare (16%). Figuur 2.5: Uitvoerende organisatie Hulp bij het Huishouden, Wmo Nunspeet 2013 Kwaliteit Hulp bij het huishouden De onderstaande grafiek geeft de tevredenheid weer van de cliënten over de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden. Figuur 2.6: Tevredenheid Hulp bij het huishouden, Wmo Nunspeet 2013 Bijna alle cliënten (97%) zijn tevreden over het contact met de hulp. Ook over het aantal toegewezen uren hulp en de kwaliteit van het schoonmaken zijn de meeste cliënten tevreden (respectievelijk 82% en 88%). In totaal zijn zeven cliënten in de steekproef (zeer) ontevreden. Deze cliënten geven over het algemeen aan dat er sprake was van slechte communicatie met de hulp of het aantal uren hulp is verminderd. Aantal uren hulp dat is afgesproken wordt ook ontvangen We hebben de cliënten die Hulp bij het huishouden ontvangen ook gevraagd of zij het aantal uren hulp krijgen dat hen is toegewezen. Bijna alle cliënten (98%) geven aan dat - 6 -

de hulp evenveel uren aanwezig is, als is toegekend. Slechts één cliënt gaf aan dat er te weinig uren worden ontvangen. Wisselen van hulp In andere Wmo-tevredenheidonderzoeken klinkt soms het geluid door dat er nog al eens gewisseld zou worden van hulp. Hiermee wordt bedoeld dat steeds verschillende personen ( gezichten ) de hulp bij het huishouden verrichten. In de volgende grafiek is de mening van de cliënten weergegeven over de wisseling van hulp. Figuur 2.7: Wisselen van hulp, Wmo Nunspeet 2013 Het blijkt dat in Nunspeet niet veel cliënten last hebben van de wisseling van hulp (85% van de cliënten vindt dat er niet vaak wordt gewisseld van hulp). Zes van de zeven cliënten in de steekproef die aangaven dat er vaak van hulp is gewisseld geeft aan dat het om nieuwe gezichten gaat. 2.4.2 Kwaliteit WRV-voorziening Leveranciers woningaanpassing, vervoermiddel en rolstoel Figuur 2.8: Leverancier woningaanpassing, vervoermiddel en rolstoel Ook aan de cliënten met een overige Wmo-voorziening is gevraagd naar de tevredenheid over de voorziening zelf. In onderstaande figuur is de tevredenheid over de overige Wmovoorzieningen weergegeven. - 7 -

De leverancier van de meeste woningaanpassingen is Ooms (40% van alle aanpassingen). Voor vervoersmiddelen en rolstoelen is dat Welzorg (respectievelijk 69% en 73%). Figuur 2.9: Tevredenheid WRV-voorziening, Wmo Nunspeet 2013 Op het totaal van de overige Wmo-voorzieningen is 81% van de cliënten (zeer) tevreden over de kwaliteit van de voorziening. Tussen de tevredenheid over de overige Wmo-voorzieningen zit een aantal verschillen. Over de kwaliteit van de woningaanpassing zijn de meeste cliënten (87%) (zeer) tevreden. Over de vervoervoorziening en vervoermiddel is men doorgaans tevreden. Slechts een enkeling geeft aan hierover ontevreden te zijn. De voornaamste reden tot onvrede over de vervoervoorziening is het niet op tijd komen en de prijs. De grootste ontevredenheid zien we bij de rolstoel: 13% is hierover ontevreden. Als belangrijkste reden wordt aangegeven dat de kwaliteit van de rolstoel niet goed is. Kwaliteit collectief vervoer Aan de cliënten die gebruik maken van collectief vervoer (de Regiotaxi) is gevraagd om van een aantal aspecten van het collectief vervoer hun tevredenheid aan te geven. Figuur 2.11: Tevredenheid collectief vervoer, Wmo Nunspeet 2013 Ongeveer één derde van de cliënten (36%) geeft aan niet te weten hoe tevreden zij zijn over verschillende aspecten van de Regiotaxi. Deze mensen zijn niet meegenomen in de bovenstaande figuur. De uitkomsten zijn gezien de kleine aantallen daarom indicatief van aard. Het meest tevreden zijn de cliënten over de behulpzaamheid van de chauffeur (89%). Ook het bestelgemak en de prijs per rit scoren hoog op tevredenheid. Minst tevreden zijn de cliënten over de reisafstand/omrijtijden (50%). Tevredenheid intake en servicedienst vervoermiddel / rolstoel is groot - 8 -

De cliënten met een vervoermiddel en/of rolstoel kunnen gebruikmaken van een intake, het aanpassen en op maat maken van de rolstoel/scootmobiel, door de leverancier en van de servicedienst voor hun voorziening. Wij hebben deze cliënten gevraagd naar de intake, het gebruik van de servicedienst en de tevredenheid over de verleende service. Figuur 2.12: Tevredenheid over de intake, Wmo Nunspeet 2013 De tevredenheid over de intake is voor beide hulpmiddelen hoog. Slechts drie respondenten in de steekproef waren neutraal. Een neutrale cliënt had niet de juiste informatie gekregen. Een moest erg lang wachten tot er een goede scootmobiel gevonden was. De derde is ontevreden over de rolstoel. Van de cliënten met een vervoermiddel maakt 69% gebruik van de servicedienst, waarvan 13% in 2012 een onderhoudsbeurt heeft gehad. De helft (50%) van de cliënten met een rolstoel maakt tevens gebruik van de servicedienst. Twee mensen hebben een elektrische rolstoel (13%), beide rolstoelen hebben geen onderhoudsbeurt gehad in 2012. Alle respondenten (6 met een rolstoel en 9 met een scootmobiel) zijn tevreden met de servicedienst. Met name de snelheid waarmee reparaties worden uitgevoerd, wordt gewaardeerd. Figuur 2.12: Tevredenheid over servicedienst van het onderhoudsbedrijf vervoermiddel en rolstoel, Wmo Nunspeet 2013 Gebruik VALYS gering Van alle cliënten maakt slechts een vijfde (18%) gebruik van de Valys. De tevredenheid over de VALYS van de 17 cliënten die er gebruik van maken, staat hieronder weergegeven. Het grootste deel van de cliënten is (zeer) tevreden. Slechts drie clienten geven aan ontevreden te zijn over Valys. - 9 -

3. Effect van de voorziening Naast de diverse tevredenheidsaspecten is het van belang te weten of cliënten het idee hebben dat de voorzieningen het effect sorteren waarvoor zij zijn aangevraagd. Aan cliënten met hulp bij het huishouden en cliënten met een woonvoorziening is in eerste instantie gevraagd welke belemmeringen men ervoer zonder de voorziening. Vervolgens is gekeken of de voorziening daadwerkelijk helpt de belemmeringen te verminderen. Aan de cliënten met een Hulp bij het huishouden is tevens gevraagd of de voorziening helpt bij het zelfstandig blijven wonen: kunnen zij door de voorziening langer zelfstandig in hun huis blijven wonen? Aan cliënten met een vervoervoorziening, een vervoermiddel en een rolstoel is gevraagd of zij door de voorziening aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen, of hierdoor beter kunnen functioneren in de samenleving. Effect algemeen De onderstaande tabel geeft de belemmeringen weer die de cliënten ondervonden voordat zij een Wmo-voorziening kregen. Tabel 3.1: Belemmeringen zonder Wmo-voorziening, Wmo Nunspeet 2013 Aantal Percentage Verplaatsen in en om huis 37 39% Plaatselijk vervoer 41 44% Voeren huishouden 63 67% Contact met anderen 18 19% Anders 14 15% Totaal 173 184%* *Meerdere antwoorden mogelijk. Het grootste deel van de respondenten in de steekproef had moeite met het voeren van het huishouden (67%). In mindere mate ondervond men belemmeringen die te maken hadden met het contact met andere mensen (19%). Een Wmo-voorziening kan helpen om de belemmeringen (deels) weg te nemen. De onderstaande figuur laat zien of de cliënten vinden dat de Wmo-voorziening helpt bij het verminderen van de belemmeringen. Figuur 3.1: Helpen de Wmo-voorzieningen, Wmo Nunspeet 2013-10 -

De overgrote meerderheid van de cliënten (95%) geeft aan dat de voorziening (gedeeltelijk) helpt bij het verminderen van de belemmeringen. Drie cliënten met Hulp bij het huishouden en drie cliënten met een vervoervoorziening, geven aan dat de voorziening de belemmeringen niet vermindert. Effect per voorziening Tenslotte is er aan de cliënten met een Hulp bij het huishouden en een woningaanpassing gevraagd of de voorziening effect heeft op het langer zelfstandig kunnen blijven wonen in hun huidige woning. Aan cliënten met een vervoervoorziening, een vervoermiddel en een rolstoel is gevraagd of zij door de voorziening aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen, of hierdoor beter kunnen functioneren in de samenleving. Tabel 3.1: Effect van de voorziening op langer zelfstandig wonen/activiteiten buitenshuis ondernemen, Wmo Nunspeet 2013 Totaal Hulp bij het Overig Wmovoorzieningevoorzieninvoorziening middel Woon- Vervoer- Vervoer- Huishouden Rolstoel Heeft effect 89% 84% 95% 68% 100% 88% 89% Heeft geen effect 11% 16% 5% 32% 0% 12% 11% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Een grote meerderheid van de cliënten (89%) geeft aan dat de voorziening effect heeft. Mensen met Hulp bij het huishouden of een woonvoorziening kunnen langer zelfstandig blijven wonen en cliënten met een vervoervoorziening, een vervoermiddel of een rolstoel kunnen aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen of beter functioneren in de samenleving. - 11 -

4. Samenvatting en aanbevelingen Over het algemeen zijn de meeste Wmo-cliënten in Nunspeet tevreden over hun Wmovoorziening. Dit geldt voor zowel Hulp bij het huishouden als WRV-voorzieningen. Open gesprek gehad? Bij 82% van de aanvragen die in 2012 zijn gedaan, geven de cliënten aan dat er in de breedte gekeken is naar hun persoonlijke situatie. Bij Hulp bij het huishouden was dat zelfs 92%. Conclusie en aanbevelingen: Ondanks dat de nieuwe gekantelde werkwijze pas vanaf 1 januari 2013 is ingevoerd in de gemeente Nunspeet, geeft de meerderheid van de cliënten die in 2012 een aanvraag hebben ingediend aan dat er al breed naar hun persoonlijke situatie is gekeken. Het is goed in een volgend onderzoek te bekijken of de kanteling dit aandeel verder heeft verhoogd. Procesaspecten Cliënten zijn zeer tevreden over de procesaspecten van hun aanvraag. Alleen over de wachttijd tussen de aanvraag van de voorziening en de goedkeuring ervan, zijn slechts 2 cliënten (zeer) ontevreden. Conclusie en aanbevelingen: Nunspeet scoort goed op de procesonderdelen. Het is zaak om dit vast te houden. Gebruik PGB Het aandeel cliënten dat bij de aanvraag van de voorziening informatie heeft gekregen over het PGB is laag. Cliënten die informatie kregen, vonden dit allemaal duidelijk. Het aantal cliënten dat gebruik maakt van een PGB is beperkt. Slechts 7% maakt gebruik van een PGB. Deze cliënten zijn over het algemeen tevreden over hun PGB. Van deze tien cliënten, beheren vier cliënten hun administratie zelf. De overige zes cliënten krijgen hulp van familie, vrienden of het administratiekantoor. Conclusie en aanbevelingen: Er wordt niet veel gebruik gemaakt van het PGB. Het beeld in Nunspeet stemt overeen met de landelijke trend. De informatievoorziening over het gebruik van het PGB zou beter en completer kunnen. Veel cliënten weten nu niet dat zij ook van een PGB gebruik kunnen maken. Tevredenheid over kwaliteit Hulp bij het huishouden De tevredenheid over de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden is zeer groot. Bijna alle cliënten zijn tevreden over het contact met de hulp (97%), het aantal uren hulp (82%) en de kwaliteit van het schoonmaken (88%). Ruim één derde van de cliënten is over deze onderdelen zelfs zeer tevreden. Conclusie en aanbevelingen: Nunspeet scoort goed op de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden. Het is zaak om dit vast te houden. Kwaliteit WRV-voorziening - 12 -

Van de cliënten met een overige Wmo-voorzieningen is 82% (zeer) tevreden over de kwaliteit van de voorziening. Over de kwaliteit van de woningaanpassing zijn de meeste cliënten (87%) tevreden. De meeste ontevreden gebruikers zien we bij de rolstoel: 13% is hierover ontevreden. Als belangrijkste reden wordt aangegeven dat de kwaliteit van de rolstoel niet goed is. De tevredenheid over de servicediensten is groot. Slechts drie mensen met een rolstoel stonden hier neutraal tegenover. Conclusie en aanbevelingen: Gezien de indicatieve aantallen per deelvoorziening en de hoge tevredenheidsscores, zijn er geen aandachtspunten te benoemen. Effect van de voorziening Een grote meerderheid van de clienten (95%) gaf aan dat de voorziening een positief effect heeft op het verminderen van de belemmeringen die men ervoer. Een meerderheid van de mensen met een Hulp bij het huishouden (84%) of een woonvoorziening (68%) kunnen langer zelfstandig blijven wonen. Cliënten met een vervoervoorziening, een vervoermiddel of een rolstoel kunnen in meerderheid aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen en beter functioneren in de samenleving. Conclusie en aanbevelingen: Het beoogde effect van de voorziening wordt behaald. - 13 -