Langer werken verlaagt de jeugdwerkloosheid?

Vergelijkbare documenten
Langer werken verhoogt de jeugdwerkloosheid

Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar

Pensioenhervorming: misleidende en foutieve cijfers ter verdediging van een fout beleid

Allemaal langer werken voor minder pensioen?

Allemaal langer werken voor minder pensioen?

Afschaffing van de pensioenbonus: tot twee keer meer pensioenen onder de armoedegrens

Twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

Allemaal twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

Gematigde toename van de sociale uitgaven en daling van het armoederisico van gepensioneerden tussen 2016 en 2060

Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing

Afschaffing pensioenbonus: 83 tot 187 minder pensioen per maand Studiedienst PVDA Kim De Witte

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Jaarlijks verslag 2016 Studiecommissie voor de Vergrijzing. Rapport annuel 2016 Comité d Etude sur le Vieillissement

DE PERFECTE STORM. Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken. Gert Peersman & Koen Schoors.

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

VGE-Congres Duurzaamheid van de zorguitgaven Tilburg, 11 oktober 2012

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

De pensioenkloof tussen België en haar buurlanden

Pensioenkloof tussen België en haar buurlanden loopt op tot 48 procent

DE PERFECTE STORM Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken Gert Peersman & Koen Schoors Universiteit Gent

Verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd: De stap is gezet

Vergrijzing en zorg. - Een demografische en economische kadering - Horizon mei 2017

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Evaluatie van de pensioenbonus

67,3% van de jarigen aan het werk

DE TOEKOMST VAN ONZE SOCIALE ZEKERHEID KORTRIJK, 22 NOVEMBER 2017

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Langer werken voor minder pensioen, maar niet voor iedereen...

Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief

Pensioenkloof tussen België en zijn buurlanden loopt op tot 48 procent

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Pensioenkloof met buurlanden loopt op tot 49 procent

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

TETRALERT - SOCIAAL DE VERHOGING VAN DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD : DE STAP IS GEZET!

De pensioenvoorstellen van de rechtse coalitie ontleed: werken tot 65 jaar voor 298 euro minder pensioen

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

HET PUNTENSYSTEEM. Wat wil de regering doen met mijn pensioen? En hoe hierop te reageren... CSC

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing

Voor welke uitdagingen plaatst de vergrijzing ons?

Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

Vergrijzing, publieke financiën en economische groei

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Evaluatie van de effecten van bepaalde regeringsmaatregelen op de economische groei en de werkgelegenheid

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Zorgondersteuning vzw

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Langer werken voor minder pensioen? Ondoenbaar, onlogisch en onnodig

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Factcheck: Minister Muyters slaat wild om zich heen, maar treft enkel zichzelf

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

samenvatting een nieuwe start Ambitie 2020 welvaart creëren, welvaart verdelen

Regionale economische vooruitzichten

Kritische bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire kosten van de vergrijzing Gert Peersman Frederick Van Gysegem

België in de Europese informatiemaatschappij. Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006

Bijlage VMBO-GL en TL

Is er morgen nog werk voor iedereen? Egbert Lachaert Jong Vld 30 maart 2015

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Vrouwenraadinfofiche 2016

Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis

Naar een gelijkwaardige sociale bescherming voor zelfstandigen

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Studienamiddag Steunpunt Fiscaliteit en Begroting, Brussel, 14 Januari 2011

Datum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Onafhankelijke denktank Fact-based Lange termijn

Zekerheden over een onzeker land

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De budgettaire kosten van de vergrijzing

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

REGEERAKKOORD: DOOF VOOR DE WERKNEMERS EN DE GERECHTIGDEN OP SOCIALE UITKERINGEN GUL VOOR WERKGEVERS EN VERMOGENDEN

Pensioenen na de financiële crisis Zijn ze adequaat? Blijft de vergrijzing betaalbaar?

Hierdoor zullen we de instroom in dit stelsel toch als een uittrede uit de arbeidsmarkt kunnen beschouwen.

De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit?

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Ambtenaren: langer werken voor 300 euro minder pensioen

Uitgerust op rustpensioen

Werkloosheid in de Europese Unie

BELGISCHE ECONOMISCHE GROEI: EEN OVERZICHT. Jan Vergote 17/11/2016

Wat is een economische crisis?

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Transcriptie:

Langer werken verlaagt de jeugdwerkloosheid? Kim De Witte Studiedienst PVDA 1 Verhoging pensioenleeftijd leidt niet tot lagere jeugdwerkloosheid... 2 1.1 Voorbeeld van de Scandinavische landen... 2 1.2 Voorbeelden uit andere landen... 4 1.3 Besluit... 6 2 Langer werken of werklozen aan een baan helpen?... 7 2.1 Beperkte budgettaire opbrengst van het langer werken... 7 2.2 Twee jaar langer werken = 300.000 arbeidsplaatsen die bezet blijven... 7 2.3 Keuze... 8 3 Besluit... 8 Samenvatting De jeugdwerkloosheid in België bereikt een hoogtepunt in 2014. Ze ligt op 24 procent (oktober 2014). Het is van 1984 geleden dat de jeugdwerkloosheid zo hoog was. Een beleid ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid is dan ook vereist. Volgens de minister van Pensioenen, Daniël Bacquelaine (MR), zou de plicht tot langer werken leiden tot minder jeugdwerkloosheid: "Dans tous les pays où on part un peu plus tard à la pension, le chômage des jeunes a tendance à diminuer ; c'est le cas des pays scandinaves par exemple", aldus de minister in de pers. Die bewering blijkt onjuist te zijn. In Zweden, het land bij uitstek waar de Zweedse coalitie naar verwijst, is de jeugdwerkloosheid met de verhoging van de pensioenleeftijd meer dan verdubbeld. Hetzelfde geldt voor Denemarken. In Noorwegen en Finland is de jeugdwerkloosheid min of meer stabiel gebleven. In Frankrijk en in Ierland is de jeugdwerkloosheid sterk gestegen. De bewering dat in alle landen waar men later met pensioen vertrekt, de jeugdwerkloosheid daalt, is dan ook onjuist. Wel juist is dat er in verschillende landen meer ouderen én tegelijkertijd meer jongeren aan het werk zijn. De oorzaak ligt echter niet bij de invoering van een plicht tot langer werken. De oorzaak ligt wel bij een hogere globale werkgelegenheidsgraad. Die hogere werkgelegenheidsgraad heeft te maken met investeringen in aangepast werk (voor jong én oud), arbeidsduurvermindering met loonsbehoud, betere vormen van ontslagbescherming,. 1

De regering blijft het langer werken kost wat kost verdedigen. De financiële opbrengst is volgens het planbureau nochtans beperkt. Iedereen twee jaar langer laten werken betekent dat er ongeveer 300.000 arbeidsplaatsen bezet blijven (150.000 arbeidsplaatsen per leeftijdsjaar). Hoeveel nieuwe banen wil deze regering scheppen? Een sociale logica zorgt dat ouderen, die opgewerkt zijn, plaats ruimen voor jongeren, die nu geen baan vinden. Dat heeft ook financiële voordelen voor de sociale zekerheid. De toename van het aantal gepensioneerden wordt dan gecompenseerd door een afname van het aantal werklozen. Een sociaal beleid is mogelijk en nodig. De Studiecommissie voor de Vergrijzing berekent jaar op jaar de kost die de vergrijzing met zich mee brengt. Niet alleen de stijgende uitgaven voor de pensioenen en de gezondheidszorg, maar ook de dalende uitgaven voor de werkloosheid, brugpensioenen, kinderbijslag en arbeidsongeschiktheid worden in rekening gebracht. Zonder wijziging van de pensioenleeftijd zouden de totale uitgaven voor de sociale zekerheid stijgen met 4,2 procent van het BBP tegen 2060. Gespreid over 45 jaar is dat ongeveer 0,1 procent of 380 miljoen euro per jaar erbij. Dat is perfect betaalbaar, indien we daarvoor kiezen in het sociaal en fiscaal beleid. 1 Verhoging pensioenleeftijd leidt niet tot lagere jeugdwerkloosheid 1. De jeugdwerkloosheid in België bereikte in 2014 een hoogtepunt van 24 procent 1. Dat was geleden van 1984. Volgens de laatste cijfers van de RVA telt ons land meer dan 600.000 werklozen 2. 600.000 werklozen voor 4,5 miljoen werkenden 3. Dat is een groot overschot aan werkkrachten. Wat gaat er gebeuren wanneer we nu allemaal nog langer gaan werken? Volgens de minister van Pensioenen zou de plicht tot langer werken leiden tot minder jeugdwerkloosheid: "Dans tous les pays où on part un peu plus tard à la pension, le chômage des jeunes a tendance à diminuer ; c'est le cas des pays scandinaves par exemple", aldus Daniël Bacquelaine (MR) in de media 4. Dat klinkt niet logisch. Het blijkt ook niet juist te zijn. 1.1 Voorbeeld van de Scandinavische landen 1 Bron: EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, cijfer van oktober 2014, zie volgende link (copy pasten in uw browser) lin&ind_y=false&rdim=country_group&idim=country_group:noneu&idim=country:be&ifdim=country_group&tstart=411174000000&tend=1413064800000&hl=fr&dl=fr&ind=false. 2 Bron: RVA, cijfer van oktober 2014, http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?path=d_stat/&items=1&language=nl. 3 Bron: STATBEL, cijfer van het tweede kwartaal van 2014, zie http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/werk/. 4 Interview op RTBF Matin Première, L Acteur en direct : Daniel Bacquelaine, 20 november 2014, te raadplegen op http://www.rtbf.be/info/emissions/article_l-acteur-en-direct-daniel-bacquelaine?id=8412121&eid=5017893 Audios zie seconde 583. 2

2. De jeugdwerkloosheid heeft in de eerste plaats te maken met de algemene economische situatie in een land. Daarnaast zijn er plaatsgebonden factoren, waaronder bijvoorbeeld wijzigingen in de pensioenwetgeving. In Zweden werd de pensioenleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De hervorming dateert van halfweg de jaren 1990 en trad in werking in 2000. In 2000 lag de jeugdwerkloosheid in Zweden op 10 procent. Na de inwerkingtreding van de pensioenhervorming is deze blijven stijgen: van 10 procent in 2000 tot 24 procent in 2014 5. Deze stijging ligt een stuk hoger dan het Europese gemiddelde. Grafiek 1 zet beide evoluties naast elkaar. Grafiek 1 Jeugdwerkloosheid in Zweden (in percentage) 6 Ook in Denemarken, Finland en Noorwegen werden maatregelen genomen om de bevolking te verplichten om langer te werken. In Denemarken is de jeugdwerkloosheid gestegen van gemiddeld 6 procent in de jaren 2000 naar gemiddeld 12 procent sinds 2010. In Finland is de jeugdwerkloosheid min of meer stabiel gebleven sinds 2000. In Noorwegen is de jeugdwerkloosheid gedaald van gemiddeld 10 procent rond het jaar 2000 naar gemiddeld 9 procent sinds het jaar 2010 7. De bewering van minister Bacquelaine dat in alle landen waar men 5 EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, 2000-2014. 6 Bron: EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, 2000-2014, zie volgende link (copy pasten in uw browser) lin&ind_y=false&rdim=country_group&idim=country_group:noneu&idim=country:se&ifdim=country_group&tstart=948841200000&tend=1409004000000&hl=fr&dl=fr&ind=false. 7 Bron: EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, 2000-2014, zie volgende link (copy pasten in uw browser) lin&ind_y=false&rdim=country_group&idim=country_group:noneu:eu&idim=country:no:fi:dk&ifdim=country_group&tstart=955490400000&tend=1413064800000&hl=fr&dl=fr&ind=false. 3

later met pensioen vertrekt de jeugdwerkloosheid daalt, lijkt dan ook onjuist. In Zweden, het land bij uitstek waar deze Zweeds coalitie naar verwijst, is de jeugdwerkloosheid sinds de verhoging van de pensioenleeftijd meer dan verdubbeld. 1.2 Voorbeelden uit andere landen 3. In Frankrijk werd de loopbaanvoorwaarde voor een volledig pensioen opgetrokken tussen 2008 en 2012 (voor een volledig pensioen zijn nu 40 loopbaanjaren vereist, in plaats van 37,5 jaren, zoals dat het geval was in 2008). Vanaf 2011 wordt in Frankrijk ook de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd, van 60 naar 62 jaar (de hervorming Woerth). Elk jaar moeten ouderen 4 maanden langer werken, totdat de leeftijd van 62 jaar wordt bereikt. De jeugdwerkloosheid in Frankrijk is alles behalve gedaald. Tussen 2008 en 2014 steeg zij met maar liefst met één derde, van 18 procent in 2008 naar 24 procent in 2014. Grafiek 2 Jeugdwerkloosheid in Frankrijk (in percentage) 8 8 EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, 2000-2014, zie volgende link (copy pasten in uw browser) lin&ind_y=false&rdim=country_group&idim=country_group:noneu&idim=country:fr&ifdim=country_group&tstart=1202079600000&tend=1407103200000&hl=fr&dl=fr&ind=false. 4

In Ierland steeg de pensioenleeftijd van 65 naar 66 jaar tussen 2011 en 2012. In diezelfde periode bereikte de jeugdwerkloosheid een ongekende hoogte van 31 procent. Grafiek 3 Jeugdwerkloosheid in Ierland (in percentage) 9 De bewering dat in alle landen waar men later met pensioen vertrekt, de jeugdwerkloosheid daalt, is dan ook onjuist. Wel juist is dat er in verschillende landen meer ouderen én tegelijkertijd meer jongeren aan het werk zijn. De oorzaak ligt echter niet bij de invoering van een plicht tot langer werken. De oorzaak ligt wel bij een hogere globale werkgelegenheidsgraad. Die hogere werkgelegenheidsgraad heeft te maken met investeringen in aangepast werk (voor jong én oud), arbeidsduurvermindering met loonsbehoud, betere vormen van ontslagbescherming, 10. 4. In België berekende het Steunpunt Werk en Sociale Economie aan de KU Leuven dat het optrekken van de pensioenleeftijd met twee jaar een negatief effect zal hebben op het aantal banen dat vrijkomt op korte termijn 11. Die stelling wordt bevestigd door een recente studie van het Planbureau. Het Federaal Planbureau stelt dat de verstrenging van de toegangsvoorwaarden voor het vervroegd pensioen zal leiden tot een verhoging van de werkloosheid op middellange termijn: à moyen terme, un relèvement du taux d activité induit par des réformes structurelles 9 EUROSTAT, Werkloosheid in Europa, 2000-2014, zie volgende link (copy pasten in uw browser) lin&ind_y=false&rdim=country_group&idim=country_group:noneu:eu&idim=country:ie&ifdim=country_group&tstart=947631600000&tend=1407794400000&hl=fr&dl=fr&ind=false. 10 Zie in die zin Ph. DEFEYT, Retarder (encore) l âge de départ (effectif) à la retraite?, IDD, augustus 2014, 17p. (zie http://www.iddweb.eu/docs/agepens.pdf). 11 B. NEEFS, W. HERREMANS en L. SELS, Vergrijzing in de sectoren. Waar is de nood aan vervanging het hoogst?, WSE-report, 2013, 29p. 5

telles qu un durcissement des conditions d accès à la retraite anticipée se traduit principalement par une augmentation du taux de chômage 12. 1.3 Besluit 5. De minister van Pensioenen, Daniël Bacquelaine (MR), haalt twee zaken door elkaar: de gevolgen van een verhoging van de pensioenleeftijd op de jeugdwerkloosheid en de globale werkgelegenheidsgraad in een land. In bepaalde landen ligt de globale werkgelegenheidsgraad hoger dan in België. In die landen zijn meer ouderen én meer jongeren aan het werk. De oorzaak daarvan ligt niet bij de verhoging van de pensioenleeftijd voor ouderen. De oorzaak ligt wel bij een hogere globale werkgelegenheidsgraad. Die hogere werkgelegenheidsgraad heeft te maken met investeringen in aangepast werk (voor jong én oud), arbeidsduurvermindering met loonsbehoud, betere vormen van ontslagbescherming, hogere publieke tewerkstelling 13. De federale regering wil ouderen langer laten werken en tegelijkertijd de publieke tewerkstelling afbouwen 14 en de mogelijkheid voor ouderen om langer te werken, via de zogenaamde landingsbanen, verminderen. Het langer werken zal dan ook niet leiden tot een daling van de jeugdwerkloosheid. 6. De minister van Pensioenen vergist zich niet alleen rond het effect van langer werken op de jeugdwerkloosheid. Ook de cijfers die hij aanhaalt over de tewerkstelling van ouderen zijn onjuist. Volgens minister Bacquelaine stoppen we in België gemiddeld op 59 jaar met werken. Dat zou de laagste leeftijd zijn van heel Europa. Van onze bevolking tussen 60 en 64 jaar zou slechts 17 procent aan het werk zijn. In de andere Europese landen zou dat 40 procent zijn («On sort de l activité en Belgique en 59 ans en moyenne; on est le taux le plus bas d Europe; le taux de travail entre 60 et 64 ans est de 17 pourcent en Belgique; il est de 40 pourcent dans les autres pays européens» 15 ). Deze cijfers zijn onjuist. Volgens de laatste cijfers die België doorgaf aan de Europese Commissie, en die zijn opgenomen in het Witboek over de pensioenen van de Europese Commissie, werken mannen in België gemiddeld tot 61,2 jaar en vrouwen gemiddeld tot 61,9 jaar. Dat is niet de laagste leeftijd van heel Europa. In Oostenrijk stoppen vrouwen gemiddeld twee en een half jaar vroeger met werken dan in België (op 59,4 jaar). In Frankrijk stoppen mannen gemiddeld één jaar vroeger dan in België (op 60,3 jaar) en vrouwen gemiddeld twee jaar vroeger (op 59,8 jaar). In Luxemburg stoppen mannen gemiddeld drie jaar vroeger dan in België (op 58,1 jaar) en vrouwen bijna vijf jaar vroeger (op 57 jaar) 16. 12 Federaal Planbureau, Pensioenhervormingsscenario s in de werknemers- en zelfstandigenregelingen (II) en in de overheidssector. Versie met een evaluatie van een bonus-malussysteem, Studie gerealiseerd op vraag van de Commissie voor de hervorming van de pensioenen 2020-2040, RAPPORT_CP_10741, maart 2014, p. 5. 13 Zie in die zin Ph. DEFEYT, Retarder (encore) l âge de départ (effectif) à la retraite?, IDD, augustus 2014, 17p. (zie http://www.iddweb.eu/docs/agepens.pdf). 14 Slechts één op vijf ambtenaren die met pensioen gaat zal nog worden vervangen. Volgens Chris Reniers, voorzitter van het Vlaams ACOD, zal dat 15 tot 20.000 banen kosten (VRT journaal van 8 december 2014). 15 Zie het interview op RTBF Matin Première, L Acteur en direct : Daniel Bacquelaine, 20 november 2014, te raadplegen op http://www.rtbf.be/info/emissions/article_l-acteur-en-direct-daniel-bacquelaine?id=8412121&eid=5017893 Audios zie seconde 302 e.v. 16 Zie EUROPESE COMMISSIE, Witboek: Een agenda voor adequate, veilige en duurzame pensioenen, 16 februari 2012, COM(2012), p. 24 e.v. (raadpleegbaar op file:///c:/documents%20and%20settings/u0056302/my%20documents/downloads/wp-pensions_en.pdf p. 24 e.v.). 6

Ook de cijfers die de minister aanhaalt over de werkzaamheidsgraad van ouderen zijn achterhaald. Het cijfer over de werkzaamheidsgraad van ouderen tussen 60 en 64 jaar dat de minister aanhaalt dateert van 2007. In 2013 is maar liefst 22,8 procent van de Belgische bevolking tussen de leeftijd van 60 en 64 jaar actief. Dat is niet het laagste percentage van Europa. Verschillende landen scoren lager. Het Europese gemiddelde ligt op 34,5 procent (EU28), en niet op 40 procent, zoals de minister beweert. Het gemiddelde van het oude Europa (EU18) ligt nog lager, meer bepaald op 33,9 procent. In Luxemburg is 22,9 procent van de bevolking tussen 60 en 64 jaar aan het werk, in Oostenrijk is dat 23 procent en in Frankrijk 23,3 procent 17. Allemaal officiële cijfers, terug te vinden bij Eurostat. 2 Langer werken of werklozen aan een baan helpen? 2.1 Beperkte budgettaire opbrengst van het langer werken 7. De budgettaire opbrengst van het langer werken is beperkt. Het Federaal Planbureau berekende deze opbrengst, op verzoek van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040. De opbrengst van het langer werken, via een koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, zou slechts 1 tot 1,6 procent van het BBP bedragen 18. Ruimschoots onvoldoende om de totale kost van de vergrijzing op te vangen. Deze kost wordt volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing op 4,2 procent van het BBP begroot 19. De plicht tot langer werken is dan ook niet logisch vanuit een sociale visie op de samenleving. De budgettaire opbrengst is beperkt en de menselijke kost is groot (één op drie zestigers kampt met ernstige gezondheidsproblemen en kan daardoor überhaupt niet langer werken). 2.2 Twee jaar langer werken = 300.000 arbeidsplaatsen die bezet blijven 8. Iedereen twee jaar langer laten werken betekent volgens Patrick Deboosere, demograaf en professor aan de VUB, dat er 300.000 arbeidsplaatsen moeten bijkomen (150.000 arbeidsplaatsen per leeftijdsjaar) 20. Hoeveel nieuwe banen wil deze regering scheppen? Een sociale logica zorgt dat ouderen, die opgewerkt zijn, plaats ruimen voor jongeren, die nu geen baan vinden. Dat heeft ook financiële voordelen voor onze sociale zekerheid. De toename van het aantal gepensioneerden wordt gecompenseerd door een afname van het aantal werklozen. 9. Vertrekken van een sociale logica is perfect mogelijk. Tussen 1960 en vandaag is onze rijkdom meer dan verviervoudigd. Tegelijk hebben we onze arbeidsduur met één derde verminderd. De Belgische werknemers werkten in 1960 gemiddeld meer dan 2.300 uur per jaar, vandaag is dat 1.550 uur 21. België staat hierin niet alleen, die dalende trend vinden we in de hele industriële wereld. 17 Zie Eurostat, via http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/submitviewtableaction.do?dvsc=9. 18 Commissie Pensioenhervorming 2020 2040, Een sterk en betrouwbaar sociaal contract, rapport van juni 2014, p. 144 en 146. 19 Zie STUDIECOMMISSIE VOOR DE VERGRIJZING, Jaarlijks verslag, juli 2014, 6. 20 Patrick Deboosere, Werk minder lang, denk aan uw kinderen en aan uzelf, Opinie, De Standaard, 4 december 2014. 21 Patrick Deboosere, Werk minder lang, denk aan uw kinderen en aan uzelf, Opinie, De Standaard, 4 december 2014. 7

Ook het aantal arbeidsjaren in de loop van ons leven is gereduceerd. De gemiddelde leeftijd van intrede in de arbeidsmarkt is opgeklommen van zestien tot ruim 21 jaar 22. Door onze groeiende productiviteit kunnen we jongeren steeds langer laten studeren. 2.3 Keuze 10. De Studiecommissie voor de Vergrijzing berekent jaar op jaar de kost die de vergrijzing met zich mee brengt. Niet alleen de stijgende uitgaven voor de pensioenen en de gezondheidszorg, maar ook de dalende uitgaven voor de werkloosheid, brugpensioenen, kinderbijslag en arbeidsongeschiktheid worden in rekening gebracht. Indien we alle effecten in rekening brengen, zonder wijziging van de pensioenleeftijd, dan zouden de totale uitgaven voor de sociale zekerheid 4,2 procent extra van het BBP bedragen. Gespreid over 45 jaar is dat ongeveer 0,1 procent of 380 miljoen euro per jaar erbij. Volgens de OESO, het IMF en de Europese Centrale Bank zal onze economie op lange termijn groeien met gemiddeld 1,5 procent per jaar 23. Eén vijftiende van die groei volstaat om de kosten van de vergrijzing te dragen. 3 Besluit 14. De plicht om langer te werken met een groot overschot aan werklozen is niet logisch. België telt nog steeds meer dan 600.000 werklozen. De jeugdwerkloosheid is de laatste 30 jaar nog nooit zo hoog geweest. Bompa werkt zich kapot, terwijl kleinzoon hopeloos zoekt naar een job. Langer werken is bovendien niet nodig. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing zullen wij in 2060 evenveel betalen voor onze pensioenen als Oostenrijk en Frankrijk nu al betalen 24. Is dat onhaalbaar? Natuurlijk niet. Het is een kwestie van keuzes in het sociaal en fiscaal beleid. De pensioenen zijn perfect betaalbaar indien we twee maatregelen treffen. Ten eerste, een kleine heffing op het kapitaal (vermogensbelasting), zoals de Federale Adviesraad voor Ouderen reeds voorstelde. Een taks van 1 procent op de vermogens boven de 1 miljoen euro (gezinswoning niet inbegrepen), kan acht miljard euro per jaar opbrengen (zie www.miljonairstaks.be). Drie miljard euro kan gereserveerd worden voor de betaling van de pensioenen. Ten tweede, een betere strijd tegen de fiscale fraude. De fiscale wordt op 30 miljard euro per jaar begroot. Minstens drie miljard euro moet zijn op te halen, indien we vier maatregelen treffen: 1 invoering van een vermogenskadaster: België is één van de weinige landen waar zo n kadaster niet bestaat, 2 opheffing van het bankgeheim: zelfs Zwitserland heeft die maatregel genomen, België mag niet achter blijven, 3 openbaarheid van alle financiële transacties: de fiscus weet perfect wat ik doe met mijn geld; zij mag dat ook weten van speculanten en 4 zwaardere straffen op fiscale fraude: effectieve gevangenisstraffen, geen geldboetes die uiteindelijk weinig doorwegen voor mensen met grote kapitalen. 22 Patrick Deboosere, Werk minder lang, denk aan uw kinderen en aan uzelf, Opinie, De Standaard, 4 december 2014. 23 Volgens het Ageing Report 2012 van de Europese Commissie (opgesteld met medewerking van de OESO, het IMF en de ECB) zou het BBP in België gemiddeld zelfs toenemen met 1,6% per jaar tussen 2010 en 2060. In 2060 zou het BBP 812,3 miljard euro bedragen, dat is 2,3 keer meer dan in 2010 (EUROPEAN COMMISSION en ECONOMIC POLICY COMMITTEE, The 2012 Ageing Report: Underlying Assumptions and Projection Methodologies, European Economy 4/2011, DG Economic and Financial Affairs, p. 274). 24 Zie EUROPEAN COMMISSION, Fiscal Sustainability Report, European Economy 8/2012, DG Economic and Financial Affairs, 33. 8