Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 08JZ Dr. Maria Montessorischool Aanvrager dhr. Bart van der Vlist Adres Van der Duyn van Maasdamlaan 30 Huizen Leerlingenaantal 325 (per 1 oktober 2014) Percentage gewogen 2% leerlingen (2013) Bestuur: Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek In januari 2014 is aan de Dr. Maria Montessorischool het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt. Na een hartelijke ontvangst heeft de delegatie van de jury de school doorlopen en leerlingen aan het werk gezien. Opvallend waren de rustige werksfeer en de betrokkenheid van de leerlingen. 2. Motivatie van de school De onderbouwing die de Dr. Maria Montessorischool bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. Het excellentieprofiel van het afgelopen jaar is verder uitgebouwd. Zo is er een digitale omgeving ingericht met behulp van Google Apps for Education en het gebruik van Chromebooks, waar zowel zorg-, basis-, als excellente leerlingen onderwijsaanbod op maat kunnen vinden. Dit sluit aan bij onze montessorivisie, waarbij kinderen binnen een voorbereide omgeving eigen werkkeuzes kunnen maken, zonder tekort te doen aan het opbrengstgericht werken. Bovendien worden de leerlingen uitgedaagd gezamenlijk aan projecten te werken en documenten te delen. De komende jaren willen we met Google Apps de 21st Century Skills verder uitwerken. Het HRM heeft een boost gekregen met de invoering van de module Integraal in ParnasSys; onze school is voorhoedeschool binnen Villa Primair. In de onderbouw is de module Leerlijnen van ParnasSys ingevoerd. Op dit moment wordt onderzocht in hoeverre we de montessorileerlijnen hierin kunnen integreren. De intake van nieuwe onderbouwleerlingen is verder aangescherpt; ruim voor de 4 e verjaardag is er al contact met de ouders over de ontwikkeling van de aangemelde kinderen. De ingezette lijn van analyseren van de opbrengsten is dit jaar voortgezet en verder aangescherpt. Het toekennen van het predicaat Excellente School 2013 heeft tot gevolg dat onze school in binnen- en zelfs buitenland gevraagd wordt haar kennis te delen op verschillende gebieden waarop wij ons profileren, zoals de zorgstructuur, Google Apps 21st Century Skills, montessorivisie. Als meest opvallende punt noemen bezoekers unaniem de uitstekende werksfeer in de klassen. 3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1
1. resultaten op de kernvakken: taal en rekenen-wiskunde; 2. resultaten op de andere leergebieden: oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en sport, en Engels; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid, wetenschap en techniek, ondernemen, filosofie, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder presenteren we de eindresultaten die de school in de periode 2011-2014 heeft behaald. De gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Het gaat om ongecorrigeerde gegevens. Eindresultaten Jaar 2011 Score entree: 315,9 Aantal deelnemers 41 Aantal niet-deelnemers 0 2012 lvs bl:7,9(de) rw:5,3(de) 38 0 2013 lvs bl:6,4(de) rw:4,3(de) 47 0 2014 Anders onbekend onbekend Op grond van de resultaten die de Dr. Maria Montessorischool in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling noemt de school in het aanmeldingsformulier het volgende. Alle opbrengsten liggen minimaal boven inspectienorm. De resultaten voor begrijpend lezen in groep 6 en groep 7 zijn verder verbeterd aan de hand van een verbeterplan waarbij de didactiek is aangescherpt en er aanvullingen zijn gedaan op de methode. De ingezette verbeteringen op het gebied van spelling zijn geconsolideerd en opgenomen in de groepsplannen. De resultaten van de kernvakken zijn goed tot zeer goed. Ook dit jaar heeft de school geen cito-eindtoets gebruikt, maar in de groepen 8 het NIOintelligentieonderzoek afgenomen, waar de school mede het schooladvies op baseert. Daarnaast beschikt de school over de entreetoets groep 7. De prognose voor de schoolverlaters in totaliteit is goed. De totale percentielscore ligt boven het landelijk gemiddelde. Gelet op de resultaten van de drie schoolverlatersgroepen valt op dat een groep met een hoog percentage dyslectische leerlingen ten opzichte van het schoolbeeld voor taal, rekenen-wiskunde en studievaardigheden een duidelijke terugval vertoont. Er zijn en worden in het nieuwe schooljaar maatregelen getroffen om deze groep leerlingen extra ondersteuning te geven. De directie geeft aan dat zij van mening is dat deze verwachte terugval een incidentele situatie betreft. Het team is teleurgesteld dat de extra aandacht voor de studievaardigheden nog niet geleid heeft tot de gewenste verbetering van de resultaten. De school heeft zich voorgenomen de ontwikkeling van de leerlingen met tussentijdse toetsen eerder te gaan signaleren om sneller passende maatregelen te kunnen nemen. 2
De resultaten van de tussentijdse citotoetsen voor de kernvakken zijn goed. De resultaten van rekenen-wiskunde liggen op een goed tot zeer goed niveau. Voor technisch lezen en begrijpend lezen zijn deze ten opzichte van 2013 in enkele groepen licht gedaald. Er zijn acties gepland om het lezen te versterken. Voor begrijpend lezen worden de hulpboeken ingezet. De school toont op schoolniveau voldoende continuïteit in de opbrengsten ten opzichte van 2012 en 2013. Er worden actieplannen opgesteld om de incidentele daling tot staan te brengen. 3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Als recente ontwikkeling noemt de school in de aanmelding het volgende. Toetsen voor Engels zijn schoolbreed ingevoerd. De resultaten voor Engels en kosmisch onderwijs zien er opnieuw goed uit. Vanwege onvrede over de toetsen van de methode DaVinci gebruikt de school vooral zelfontwikkelde toetsen voor proces en kennis. Burgerschapsvorming maakt deel uit van de huidige methode. De school oriënteert zich op een nieuwe integrale werkwijze voor kosmisch onderwijs. Over het aanvullend leergebied wetenschap en techniek zijn geen bijzonderheden te melden. De school werkt tevreden met een eigen leerlijn en er is een specifieke leerkracht voor dit vormingsgebied. Gelet op het montessorikarakter van de school wordt de inhoud van de Techniek Torens binnen de vastgestelde leerlijnen flexibel en methodisch ingezet. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling noemt de school in de aanmelding het volgende. De Gelukskoffer is dit schooljaar uitgeprobeerd in groep 7/8. Er is een ouderavond georganiseerd, die zeer goed ontvangen is. Naast de Gelukskoffer worden soms ook andere trainingsmodellen uitgeprobeerd. Al jaren staat Kanjertraining centraal in de school, verankerd in het onderwijsleerproces. Alle leraren zijn hiervoor gecertificeerd. In 2013 is ZIEN! in gebruik genomen, een objectief pedagogisch expertsysteem dat de voorwaarden om tot leren te komen en het sociaal functioneren van kinderen in kaart brengt en leraren in staat stelt handelingsgericht te werken. In de bovenbouwgroepen is de eerste afname van de toets niet vlekkeloos verlopen waardoor over de resultaten nog niet veel valt te zeggen. Dit schooljaar is ZIEN! als actiepunt opgenomen, met name om meer duidelijkheid te krijgen over de interpretatie van de resultaten en het maken van plannen op het gebied van gedrag vanuit de verzamelde informatie. Over het niveau van de leergebiedoverstijgende opbrengsten zijn nog geen harde uitspraken te doen. De school gebruikt geen set van landelijk genormeerde toetsen. 3
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding beschrijft de Dr. Maria Montessorischool als recente ontwikkeling het volgende. Onze populatie bestaat uit 10% dyslecten en 15% excellente leerlingen. Voor beide doelgroepen is het onderwijsaanbod aangescherpt. Zo werken de leerlingen in groep 7/8 nu met Acadin in combinatie met Google Apps for Education. Op deze manier kunnen de leerlingen kiezen uit een breed aanbod verdiepingsstof. Voor de dyslectische leerlingen is de methode Taal in blokjes van de groepen 3/4 doorgezet naar de groepen 5/6. In het schooljaar 2013-2014 waren er minder zij-instromers. Het aantal dyslectische leerlingen is licht gedaald en dat van excellente leerlingen iets toegenomen. De aanpak van dyslectische leerlingen is gecontinueerd. Dat geldt eveneens voor de aanpak van de plusklasleerlingen, die voorziet in aandacht voor en samenwerking van gelijkgestemde leerlingen binnen een digitale omgeving gedurende één uur per week. Daarnaast is de ontwikkeling op schoolniveau erop gericht de verworvenheden van deze aanpak ook toe te passen binnen het differentiatiemodel van de bestaande jaargroepen. Een aandachtspunt van de school is de vertaling van smart geformuleerde subdoelen voor deze groepen leerlingen naar een groepsplan op maat. Het is opgenomen als actiepunt voor het schooljaar 2014-2015. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De jury hanteert bij de beoordeling van (semi)eindtoetsresultaten in het basisonderwijs meerdere referentiematen, onder meer op basis van het aandeel leerlingen met laagopgeleide ouders. Verhouding van de eindresultaten tot de excellentiegrens Jaar Eindresultaten ruim boven de verwachting* 2011 Ja 2012 Ja 2013 Ja** 2014 Ja** * Hierbij hanteert de jury een andere norm dan de norm die de scholen kennen van de Inspectie. Deze norm ligt boven de bovengrens die voor scholen met een vergelijkbaar percentage gewichtenleerlingen wordt getrokken. ** De conclusie over de verhouding tot de excellentiegrens is door de delegatie van de jury bijgesteld na het schoolbezoek. Binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding geen recente ontwikkeling. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek vastgesteld dat de school beschikt over een breed arsenaal van toetsen om de resultaten vast te stellen en te duiden. De delegatie van de jury is tot de conclusie gekomen dat het beeld van vorig jaar in grote lijnen niet veranderd is. Dat betekent dat de kwalificaties van 4
2013 en 2014 als in positieve zin moeten worden gewijzigd: de eindresultaten zijn goed. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) Binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding geen recente ontwikkeling. De Dr. Maria Montessorischool noemt geen recente ontwikkelingen, maar inmiddels is de doelstelling van de school met leerwinst duidelijker. Door het benutten van de vaardigheidsscores wil ze meer inzicht krijgen in de prestaties van leerlingen, zowel van de best presterende als van de onderpresterende leerlingen, door vaststelling van de leergroei of leerwinst. De school gaat op redelijk korte termijn werken met vaardigheidsscores, met name om de leergroei van groepen op de genormeerde toetsen te kunnen volgen. In de onderbouw wordt dit schooljaar naast de montessorimaterialen/leerdoelen gewerkt met methodische leerdoelen voor rekenen-wiskunde die nauwgezet worden bijgehouden als ankerpunten binnen het onderwijsleerproces. Vaardigheidsscores maken deel uit van de analyses. In februari 2015 (M-toetsen) moet dit proces gestalte krijgen in de groepsevaluaties van de leraar en een meer op maat gerichte inrichting van het groepsplan. Bovendien geeft deze werkwijze meer mogelijkheden, bijvoorbeeld om de leerwinst van individuele leerlingen of van subgroepen vast te stellen en te duiden. De analyses zullen aan betekenis winnen omdat de school een beter zicht krijgt op de leerwinst die daadwerkelijk bereikt is of bereikt had moeten worden. 5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft de Dr. Maria Montessorischool als recente ontwikkeling het volgende aan. De leerkrachtvaardigheden zijn teambreed ontwikkeld door bijvoorbeeld de masterclass directe instructie. Het analyseren van opbrengsten door leerkrachten is standaard geworden in de school. Alle leerkrachten zijn vaardig op dit gebied. De IB er heeft een coachende rol bij het maken van de vertaalslag van de opbrengsten naar het groepsplan. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek een goed beeld verkregen van de dynamiek van directie en team. Samenwerking en professionaliteit zijn hierbij betekenisvolle kernbegrippen. Dat blijkt ook uit de taakstelling van de school om de principes van Montessori, opbrengstgericht werken en onderwijs op maat, met elkaar te verbinden in een continu proces. Leraren zijn hierbij niet alleen uitvoerders maar tevens medevormgevers van het onderwijsleerproces. Hier volgen enkele voorbeelden van initiatieven naast de genoemde aanpak van het rekenen vanuit zowel de montessoribeginselen als de leerlijn in ParnasSys in 5
de onderbouw. De ontwikkeling van kindgesprekken zal dit nieuwe schooljaar verder gestalte krijgen. Het einddoel is een bijdrage te leveren aan het eigenaarschap van leerlingen aan hun eigen ontwikkelproces. Een tweede ontwikkeling is de verdere uitbouw van zelfstandig werken (vrij werken) binnen een rijke digitale omgeving. De jaarlijkse rapportage zelfevaluatie in cito-lovs laat zien dat de school consequenties verbindt aan de verzamelde en geanalyseerde gegevens. De hoge opbrengsten voor rekenen-wiskunde hebben geleid tot een onderzoek naar de mogelijkheden van versterking van het instructieniveau voor de best presterende leerlingen. De jury merkt op dat leerwinstgegevens op basis van de vaardigheidsscores voor rekenen hiervoor op termijn een belangrijk referentiekader kunnen vormen. Het hoog- en meerbegaafdenbeleid voor alle jaargroepen zal een nadere uitwerking krijgen. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. De Dr. Maria Montessorischool heeft haar werkwijze wat betreft de verschillende vakken vastgelegd in protocollen. Er is dit jaar een nieuwe methode voor rekenen en wiskunde aangeschaft. In het rekenprotocol wordt omschreven hoe de methode wordt ingezet in combinatie met de montessorimaterialen. De werkwijze van onze school wordt verder uitgedragen door de IB er, die wordt ingezet om op andere scholen ParnasSys verder in te voeren. De directeur heeft het afgelopen jaar twee basisscholen vooruitgeholpen in de functie van interimdirecteur (september t/m december en maart t/m juni). In deze scholen worden de structuur en het leermodel van de Dr. Maria Montessorischool grotendeels gekopieerd. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens het schoolbezoek onderschrijft de delegatie van de jury de door de school geschetste ontwikkeling. Het organisatiemodel wordt breed gedragen door alle teamleden. Professionaliteit in leidinggeven, lesgeven, samenwerking, scholing en specialisatie kenmerkt het team en de school. Directeur en intern begeleider worden regelmatig op andere scholen of voor bestuurstaken ingezet. Dat betekent dat het team van leraren in staat wordt geacht en het vertrouwen krijgt om binnen redelijke grenzen de school zelfstandig draaiende te houden. Aan beide voorwaarden wordt volgens de jury in belangrijke mate voldaan. De leraren gaven daar in het gesprek duidelijk blijk van. De waarnemend directeur is dan de leidinggevende en eerste contactpersoon en aanspreekpunt. Zowel de montessoriaanpak als het opbrengstgericht werken is herkenbaar en kleurt het werken in de groepen en het schoolklimaat. 6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) De school noemt in haar aanmeldingsformulier de volgende recente ontwikkeling. 6
De laatste trendanalyse van het M -moment toont aan dat dit inderdaad gelukt is. De Dr. Maria Montessorischool gebruikt de module Integraal van ParnasSys als leidraad voor haar kwaliteitsbeleid. Een sterk punt van de school is dat leraren goed in staat zijn de opbrengsten van de groep te analyseren en te beoordelen. Dat geldt niet alleen voor de halfjaarlijkse trendanalyses van de LOVS-toetsen (M- en E-toetsen) maar ook voor de uitwerking van inhoudelijke afspraken en vaststelling van streefdoelen voor de drie instructieniveaus. De intern begeleider volgt en ondersteunt dit proces op uitstekende wijze. De concrete en transparante uitwerking van de (vele) actieplannen is volgens de delegatie van de jury een aandachtspunt van het kwaliteitsbeleid. Op basis van ouderenquêtes legt de school regelmatig actiepunten vast die om een nadere uitwerking in plannen vragen. Uitgewerkte actieplannen heeft de jury niet aangetroffen. De huidige aanduiding van plannen om tot actie over te gaan, komen niet willekeurig, maar wel wat versnipperd over. Bovendien kunnen (nog) niet uitgewerkte actieplannen onbedoeld aanleiding zijn tot vertraging of uitstel van noodzakelijke maatregelen en borging. De koers van de school, de prioritering en de focus op korte en middellange termijn kunnen worden versterkt. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding meldt de school als ontwikkeling het volgende. De werkwijze wordt geborgd in protocollen en standaard formats voor de groepsplannen. Een ouder vroeg zich in het gesprek met de bezoekende juryleden af of de montessorimethodiek die uitgaat van de zelfstandigheid van de leerling in het vo wordt gecontinueerd. De bezoekers hebben geen document kunnen inzien waarbij de resultaten van de schoolverlaters in het vo, met name van de uitstroom in klas 2 en 3, in beeld zijn gebracht. De jury vindt dit een aandachtspunt voor de rapportage zelfevaluatie en gerichte zelfevaluaties in het kader van het kwaliteitsbeleid van de school. Zie verder de bevindingen bij Indicator IX. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school als ontwikkeling het volgende aan. Om dit aan te tonen is het instrument Integraal aan ParnasSys toegevoegd. Dit instrument geeft inzage in het lerend en verbeterend vermogen. Van daaruit worden schoolontwikkelplannen uitgezet. De school maakt onderdeel uit van School aan Zet, Cool (Kohnstamm Instituut), Instituut voor kennisoverdracht, enzovoorts. Innovaties worden op de voet gevolgd, geïmplementeerd en waar mogelijk gedeeld met andere scholen binnen en buiten de stichting en binnen en buiten Nederland. 7
De professionaliteit van de schoolleiding en team staat borg voor uitvoering van de vastgestelde protocollen. De intern begeleider is als coach nauw betrokken bij de bewaking van de afspraken. Leraren nemen steeds meer initiatieven op het terrein van diagnose, analyse en evaluatie. De Dr. Maria Montessorischool voert een actief scholingsbeleid. Leraren krijgen zo mogelijk kansen zich te specialiseren in bepaalde onderwerpen en interne scholing te verzorgen. In het kader van School aan Zet ontvangt de Dr. Maria Montessorischool ondersteuning bij de uitwerking van de leerlijnen rekenen-wiskunde in de onderbouw, in relatie tot de montessoriwerkwijze en met inachtneming van vaardigheidsscores. Ouders en team brengen naar voren dat bezuinigingen de belangrijkste belemmeringen vormen voor de schoolontwikkeling. Bezuinigingen doen volgens hen een aanslag op de teamsamenstelling en de middelen. Schoolleiding en teamleden zitten echter niet bij de pakken neer. Passend onderwijs wordt met vertrouwen tegemoet gezien. De meest recente tevredenheidonderzoeken voor medewerkers en leerlingen zijn afgenomen in 2011 en 2012. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Gemiddelde score school 8,6 Landelijke score 7,6 Oudertevredenheid 8,2 7,6 Leerlingtevredenheid 8,5 8,1 In haar aanmeldingsformulier geeft de school het volgende aan. De oudertevredenheid is onlangs gepeild via Integraal. Op dit moment zijn de resultaten nog niet bekend. Deze worden eind mei 2014 verwacht. In mei 2014, dus na de sluiting van de aanmeldingsperiode, is het laatste oudertevredenheidonderzoek afgenomen. Ouders geven een hoge waardering aan onderwijstijd, personeel, identiteit en resultaten. Hoog- en meerbegaafdheid krijgt in dit onderzoek een relatief lage score. Dat vindt de jury opmerkelijk omdat dit al langer onderdeel vormt van het excellentieprofiel van de school. De schoolleiding denkt dan ook dat het niet zozeer om het beleid op zich gaat, maar om de informatie die de ouders krijgen over dit schoolbeleid. Betere voorlichting aan ouders vormt dan ook een actiepunt voor de school. 7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een Excellente School zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 8
7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt de Dr. Maria Montessorischool als recente ontwikkeling het volgende. Hierbij gaat het om excellentie in het combineren van de montessorivisie en het opbrengstgericht werken. De focus ligt op het onderwijs voor dyslectische leerlingen en excellente leerlingen (gezien de populatie). We werken continu aan vernieuwing en verbetering. School aan Zet is betrokken bij het vastleggen van oefenstof in protocollen voor de meerkinderen in iedere groep. Het excellentiebeleid van de school is breed en samen te vatten als een combinatie van montessoriaanse leerlijnen en opbrengstgericht werken aan onderwijs op maat in een digitaal rijke leeromgeving. Specifieke doelgroepen bij onderwijs op maat zijn dyslectische en excellente leerlingen, samen ongeveer 25% van de leerlingenpopulatie. Op deze terreinen blinkt de school qua zorg en resultaten opnieuw uit. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. Andere scholen binnen Villa Primair, studenten van de hbo-opleiding tot intern begeleider uit Antwerpen, Haagse schoolbegeleidingsdienst enzovoorts komen van ons leren. De school wordt nu gedwongen haar kennis te delen. De delegatie van de jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van de Dr. Maria Montessorischool onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school een voorbeeld is voor andere scholen, de school blijft zich ontwikkelen en deelt regelmatig kennis met andere scholen. De leerlingenzorg op de school is goed geregeld, er wordt passend onderwijs geboden aan leerlingen met dyslexie, ASS of hoogbegaafdheid. Alle referenten geven aan de school excellent te vinden. In april 2014 is de Dr. Maria Montessorischool gevisiteerd door de Nederlandse Montessorivereniging. Het oordeel van de visitatiecommissie was positief. In de motivatie van het oordeel worden de gedreven sfeer, een gedreven management, prettige omgang, rust en over de school positief gestemde ouders genoemd. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. De school is een project gestart met een digitale omgeving waarbinnen de verschillende doelgroepen van de school zelfstandig onderwijs op maat (passend bij de individuele behoefte) kunnen selecteren. Er is zowel plaats voor dyslectische als [voor] excellente leerlingen binnen deze omgeving. De Dr. Maria Montessorischool richt zich de komende jaren op een nadere 9
uitwerking van Google Apps 21st Century Skills. Het gebruik van Chromebooks en Apps for Education wordt voortgezet. Dit sluit aan, aldus de school, bij de montessorivisie waarbij kinderen in een voorbereide omgeving eigen werkkeuzes kunnen maken, zonder tekort te doen aan het opbrengstgericht werken. Het project zelfstandig werken, waarbij leerlingen eigen keuzes kunnen maken, sluit daarbij aan. 8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen. 9. Conclusie van de jury De Dr. Maria Montessorischool ontving voor 2013 het predicaat Excellente School. De jury constateert in 2014 continuïteit en ontwikkeling. Het excellentiebeleid van de school richt zich op onderwijs op maat met aandacht voor de leerlijnen van Montessori in een rijke digitale omgeving, specifiek gericht op de aandacht voor hoog- en meerbegaafde leerlingen en dyslectische leerlingen. Dit zijn doelgroepen die ongeveer 25% van de leerlingenpopulatie vormen. Het betreft een populatie die voor minstens de helft bestaat uit leerlingen van wie de ouders niet hoog of niet zeer hoog zijn opgeleid. De Dr. Maria Montessorischool behaalt over het geheel genomen goede tot zeer goede resultaten op de kernvakken en de andere gebieden. In 2014 is er zowel op de entreetoets als op de tussentijdse toetsen sprake van een relatief lichte daling van de resultaten voor taal. De school is echter continu gericht op verbetering van het didactisch proces en de leerresultaten door analyse, evaluatie en verbeteraanpakken. Opbrengstgericht werken is een centraal uitgangspunt van het schoolbeleid. De inrichting van het leerproces in een digitaal rijke omgeving is beredeneerd opgezet. Het gedreven en professionele team en de schoolleiding werken planmatig aan verbetering van het onderwijsproces door veel aandacht te geven aan (team)scholing en specialisatie. Het excellentieprofiel is breed geformuleerd. De module Integraal van ParnasSys is de leidraad voor het kwaliteitsbeleid en het formuleren van het schoolontwikkelingsplan. Aandachtspunt voor de school is de geformuleerde actiepunten tijdig te vertalen in concrete en transparante plannen voor de korte en middellange termijn zodat de koers van de school en de prioriteiten voor alle betrokkenen duidelijk zijn. Alles overziend is de jury van oordeel dat de Dr. Maria Montessorischool op basis van de door de jury waargenomen kenmerken, ontwikkelingen en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (po) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse relevante terreinen. 10