Uitwerking 2010-A practicum gat geleidingsband en valentieband in halfgeleider

Vergelijkbare documenten
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B)

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Proefopstelling, stopwatch, meetlint, massabalans, dubbelzijdig tape, statief, schroevendraaier en gewichtjes

Natuurkunde Olympiade Eindronde 2014 Praktikum toets Black box uitwerking

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2016 PRACTICUMTOETS

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Spanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

De 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2018 PRAKTIKUMTOETS

Significante cijfers en meetonzekerheid

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

De afstand in de tekening is 1,4 (cm) 1 De afstand in werkelijkheid is 1, Dit is 35 (km) 1

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel november 2016 van 14:30 16:30 uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Eindexamen natuurkunde havo I

Significante cijfers en meetonzekerheid

Eindexamen natuurkunde vwo II

Natuurkunde Olympiade 2018 UITWERKING

Nauwkeurige dieptemetingen

Practicumtoets natuurkunde De Boksbal 5-havo deel 1 duur: 25 minuten

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

Eindronde Natuurkunde Olympiade practicumtoets deel: Omvallend melkpak

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Constante van Planck bepalen met LED s. Doel: Constante van Planck bepalen

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Uitwerkingen Vacuümpomp, 3HV, 1: Onderzoeken: theorieën, modellen en experimenten.

Trillingen en geluid wiskundig

Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 1 Onderzoeken 13

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

Docentenhandleiding omvallend melkpak:

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Verslag Natuurkunde Caloriemeter

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015)

De 35 e Internationale Natuurkunde Olympiade Pohang, Zuid-Korea Practicum-toets Maandag 19 juli 2004

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Uitwerking examen e tijdvak

Uitwerking examen e tijdvak

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

snelheid in m/s Fig. 2

Uitwerking examen e tijdvak

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2)

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

3 Formules en de grafische rekenmachine

Veerconstante bepalen

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Een symmetrische gebroken functie

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Inleiding tot de natuurkunde

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Correctievoorschrift VMBO-KB

Proef Natuurkunde Positieve lens

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbeeldexamen HAVO. natuurkunde. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10)

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47. Inleiding

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Een verslag van de slingerproef en de proef over de slingertijd van de eigen benen. Het verslag bevat de volgende onderdelen:

Eindexamen vwo natuurkunde pilot I

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

Eindexamen wiskunde B vwo II

Benodigdheden Lichtkastje met één smalle spleet, half cirkelvormige schijf van perspex, blad met gradenverdeling

Hydraulica. Practicum Verhanglijnen BB1. Prof. dr. ir. R. Verhoeven Ir. L. De Doncker

LANDSEXAMEN HAVO

ALGEMEEN VWO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen Verbanden

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Het geheim van de vierkants weerstand.

Transcriptie:

Uitwerking 010-A practicum gat geleidingsband en valentieband in halfgeleider Gebruikte thermistor: zie http://be.farnell.com/betatherm/100k6a37i/thermistor-ntc/dp/970798 Opletten bij meten: analoge thermometers wijken nog wel eens af, wat hier direct te merken is. Opwarmen van water moet niet te snel ivm met traagheid thermometer Zorg dat thermistor en reservoir van thermometer dicht bij ekaar zitten. Een eigen meetserie, waarbij bleek dat thermometer toch een systematische fout vertoonde van een paar graden... Meetonzekerheid verder van temperatuur 0, graden celsius en weerstand via de multimeter ongeveer %. T R 73,151/T sigma ln sigma grad C ohm 1/K ohm^-1 ln mho 0,8 13800 0,00340 8,08E-06-11,7646 1, 116900 0,003397 8,55E-06-11,6690741 3 107100 0,003377 9,34E-06-11,5815183 4,3 99700 0,00336 1E-05-11,50991 6 96300 0,003343 1,04E-05-11,47536 7 87800 0,00333 1,14E-05-11,388168 8,4 85100 0,003316 1,18E-05-11,351583 9 8300 0,00331 1,E-05-11,318164 34 64900 0,00356 1,54E-05-11,080609 35 6100 0,00345 1,61E-05-11,0365013 36,8 57600 0,0036 1,74E-05-10,961778 38 54300 0,00314 1,84E-05-10,90795 44 41700 0,003153,4E-05-10,638564 5,1 9800 0,003075 3,36E-05-10,30637 53 9180 0,003066 3,43E-05-10,81388 55 7300 0,003047 3,66E-05-10,1464 56 5900 0,003038 3,86E-05-10,161998 59 390 0,003011 4,47E-05-10,0163697 60 1700 0,00300 4,61E-05-9,98506754 6 19900 0,00984 5,03E-05-9,89847501 65 17900 0,00957 5,59E-05-9,7955599 66 1700 0,00949 5,81E-05-9,7566466 67 16600 0,0094 6,0E-05-9,71715797 7, 13860 0,00896 7,E-05-9,536767 79,5 10500 0,00836 9,5E-05-9,5913054 81 10300 0,0084 9,71E-05-9,3989917 8 9800 0,00816 0,00010-9,19013766 83 9330 0,00808 0,000107-9,1409909 85 8810 0,0079 0,000114-9,083647 90 7440 0,00754 0,000134-8,9146613 9 6900 0,00739 0,000145-8,8397669 96 6080 0,00709 0,000164-8,7175997 100 5500 0,0068 0,00018-8,6150337 101 5470 0,00673 0,000183-8,6070339

Voorbeeld (eigen meting Dit levert op: -1 0 18 5 Ω W 0,74 0,05 ev Volgens opgave fabrikant (zie datasheet) -1 0 11,9 Ω W 0,717 ev. ln sigma t egen 1/ T -8 0,00 0,003 0,004-9 -10 Waar op te letten bij het meten van de leerlingen: -11 y = -495,9x +,9071 R = 0,9998-1 1/ T (K^-1) 1. Wordt de temperatuur en de weerstand gemeten als de temperatuur niet sterk stijgt, cq even bijna constant is?. Wordt thermistor dicht bij vloeistofreservoir gehouden? 3. Zijn er voldoende metingen over voldoende groot bereik? 4. Is meetonzekerheid verantwoord afgeschat? (op grond van apparatuur of een kleine serie metingen over hetzelfde?) 5. Assen grafiek goed neergezet? 6. punten goed ingetekend, met de meetonzekerheid? 7. Vereiste gegevens goed uit grafiek gehaald? 8. meetonzekerheid van die gegevens verantwoord bepaald (max/min). 9. Worden de gestelde vragen beantwoord, doelen behaald? 10. Kloppen de gevonden waarden met wat je mag verwachten? 11. Is er voldoende kritisch gekeken naar opstelling en meetgegevens?

Eindronde Natuurkunde Olympiade 010 practicumtoets DE FYSISCHE SLINGER (uitwerking) Opdracht 1 De slingertijd als functie van de positie van de rotatie as. a. Gebruik maken van de spoed van de schroef. Elke 10 slagen levert een 15,00 mm extra. Voor de moer helemaal bovenaan, volgt voor de lengte x = 7,9 0,5 = 7,4 mm (zie tabel gegevens van de moer) Vanwege de geringe verschillen is het noodzaak veel trillingstijden te meten. Na de eerste serie zijn er nog twee extra metingen in de buurt van het minimum gedaan. Slag 0 10 0 30 40 50 60 70 80 90 100 110 10 x (mm) 7,4,4 37,4 5,4 67,4 8,4 97,4 11,4 17,4 14,4 157,4 17,4 187,4 30T (s) 30,9 30,8 9,91 9,53 9,4 9,0 9,18 9,74 30,60 3,45 35,96 43,19 6,76 T (ms) 1031 1009 997 984 975 967 973 991 100 108 1197 1440 09 slag 45 55 x (mm) 74,9 89,9 30T (s) 9,0 9,09 T (ms) 967 970 b. In de grafiek is het meetpunt met 10 slagen niet opgenomen. 1500 1400 1300 T (ms) 100 1100 1000 900 0 50 100 150 00 x (mm) c. Uit de grafiek kunnen de antwoorden gehaald worden: T = 950 ms : geen enkele waarde van x. T = 1000 ms : voor waarden van x. T = 1100 ms : voor 1 positie van x.

d. Uit de tabel is te halen dat er tussen de 45 en 50 slagen van de moer een minimum is. We kiezen voor 48 slagen en bepalen voor de zekerheid de tijd voor 30T. Dat blijkt 8,99 s te zijn. Dat is inderdaad een minimum. Een minimum ontstaat dus voor x = 48 1,500 + 7,4 = 79,4 mm. Nu kan de staaf (inclusief moer), voor deze waarde van x, horizontaal gebalanceerd worden, zie de figuur hieronder. Daarmee kan het zwaartepunt gevonden worden. Nauwkeurig opmeten levert op: x + l = 194,5 mm Daarmee volgt voor de lengte l: l = 194,5 mm 79,4 mm = 115,1 mm (NB: Het zwaartepunt valt vanwege de moer niet samen met het midden van de staaf.) Opdracht De twee cirkeldelen met een straal l 1 kunnen direct ingetekend worden. Zie de figuur. Opmeten van de lengte l 1 op de bijlage geeft: 60 mm Dat betekent m.b.v. formule [] voor de lengte l 1 : I 100 mm l = = = 35mm M l1 60 mm Ook deze straal kan ingetekend worden. Dat geeft de twee cirkelbogen met straal l zoals aangegeven in de figuur. Opdracht 3 Bepaling van g. a. De twee moeren moeten zodanig worden geplaatst zodat er eenzelfde periode gemeten wordt. Zie de figuur hieronder. Een van de twee moeren zetten we aan het einde zodat de som l 1 + l zo groot mogelijk wordt. De globale positie van de tweede moer kan uit de eerste opdracht gehaald worden. Daarvoor gebruiken we de tabel. De moer aan het einde levert een periode van 1031 ms. Dat zal ook het geval zijn tussen de 80 en 90 slagen vanaf de andere kant van de staaf. We stellen in op 80 slagen.

Meting 1 Meting Meting 3 Meting 4 Slag 1 / 30T 0 31,00 0 30,9 0 30,90 0 30,77 Slag / 30T 80 30,57 8 31,06 81 30,7 81,5 30,77 De gevonden periode is 30,77/30 = 106 ms De afstand tussen de moeren kan worden opgemeten: 6,0 mm Bij de gevonden afstand tussen de moeren moet de diepte van de groeven nog opgeteld worden: l 1 + l = ( 6,0 + 0,50) mm = 0,630 m Dan volgt voor de valversnelling: 4π 4 3,1416 0,630 m g = ( l1 + l ) = = 9,863m/s T ( 1,06s) b. Als S l 1 + l dan volgt: 4π S g = T Als fouten gebruiken we: ΔS = 1 mm en ΔT = ms. Dan volgt voor de fout: Δg g = ΔS S Δg = 0,0054 9,863 = 0,053 m/s ΔT + T = 1 63,0 + 106 g = 9,863 ± 0,053 m/s De literatuurwaarde valt nog binnen de foutenmarge. c. De trillingstijd kan nog nauwkeuriger gemeten worden door meer trillingen te meten. De afstand kan op zich vrij nauwkeurig worden gemeten maar het is de vraag of bij de ingestelde afstand voor het reversiepunt wel exact dezelfde trillingstijden worden gemeten. Een betere methode zou zijn om de afstand tussen de moeren vast in te stellen (nauwkeurig te realiseren m.b.v. de bekende spoed) en met een derde moer tussen de vast ingestelde moeren te variëren. Door voor beide rotatie assen de slingertijd als functie van de positie van de derde moer te meten en deze grafisch uit te zetten kan middels het snijpunt van de gevonden lijnen gevonden worden voor welke positie van de derde moer de trillingstijd gelijk is. = 0,0054