Projectplan. Sport en jeugdhulp scoren samen!

Vergelijkbare documenten
Projectplan. Zorg voor sport en bewegen Binden Verbinden. Zorg. Sport. Bewegen

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

1. Aanleiding, probleemverkenning en aansluiting wmo Pag Doelstelling Pag Doelgroep Pag Resultaten Pag Uitvoering Pag.

Eindrapportage project Kinderstraat

Jeugdzorg en sport. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut & Wageningen Universiteit) nhermens@verwey-jonker.nl

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Hoe staan we ervoor? Transformatie in wording. Inge Bakker Kennispunt Twente

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Projectplan. SOCIAAL VITAAL in kleine kernen

Welzijn Nieuwe Stijl Schoonhoven. Eric Lagendijk december 2011

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

BEWEEGIMPULS voor kwetsbare senioren

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Samen voor een sociale stad

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Eerder en Dichtbij. Projectplan

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

De Wmo en de decentralisaties

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Samenwerkingsovereenkomst Cliënt in de Hoofdrol

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Twente, Kampen, Oldenzaal, Ommen, Raalte, Steenwijkerland en Zwartewaterland

Werkplan. Versie 30 september 2015

1 / 7. Eindevaluatie Sport en Jeugdhulp. Pagina 1 : Algemeen. Pagina 2 : Sportverenigingen. Pagina 3 : Sportverenigingen

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

De Wmo en de decentralisaties

Jeugdhulp in Nissewaard

WORKSHOP BETER BENUTTEN VAN SPORT IN HET SOCIAAL DOMEIN

1. ontmoeten/verbinden (en ondersteuning daarbij)

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / K. Fiselier BP OA. Intensivering project 'Eigen Kracht in het CJG' Zorg voor de mens

Jaarplan 2015 Veiligheidshuis Twente

Sport en bewegen binnen het Sociaal Domein Breng beweging in de drie D s!

Preventie in Gooise Meren. Preventie in het Sociaal domein

Van Sociale Staat naar Sociaal Beleid

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Welzijn nieuwe stijl. Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen. 19 oktober 2010 Marjon Breed

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Deze tijd vraagt om creativiteit

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Plan 2018 Regio Rijnmond

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Met elkaar voor elkaar

Sport en bewegen in het sociale domein lezing

Hoofdstuk 2. Gemeente

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

DEEL I: MAATSCHAPPELIJK MEEDOEN KADERS VOOR VRIJWILLIGE INZET & MANTELZORGONDERSTEUNING

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning , "Samen werken aan nieuwe verbanden". 1. Raadsbesluit 2. beleidsplan Wmo

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar

INLEIDING. Openingsfilm

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Zelftest Basisteam Jeugd -

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Leusden. Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Wijkgerichte Aanpak Kindveiligheid

Eerstelijnsjeugdhulp. Dr. Wim Gorissen, Directeur Efectiviteit & Vakmanschap

Kennisplatform Mantelzorg West Friesland. Samen vernieuwen in de Wmo, 15 juni 2015

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Informatiebijeenkomst

Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Sportservice Overijssel. Rapportage: 15 december 2015

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

Alle diensten hebben tot doel te stimuleren dat gebruikers meedoen aan de samenleving en het opruimen van eventuele participatieblokkades.

VERSTERKEN BASISSTRUCTUUR. Transformatie van de jeugdhulp in regio FoodValley

Jeugdhulp. Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

De jeugd heeft de toekomst. Notitie Jeugd

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

B en W d.d

KomPas Samen sterker op basisscholen

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

Met een goede start naar de basisschool

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG

Child Friendly Cities...1. Gemeente Huizen...2. Gemeente Gilze en Rijen...2. Gemeente Hoogeveen...2. Gemeente Den Haag...3

Projecten CJG = structureel aanbod = pilot/tijdelijk aanbod

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met

Transcriptie:

Projectplan Sport en jeugdhulp scoren samen! Aanvragende gemeente: Gemeente Oldenzaal Deelnemende partijen: Gemeente Almelo, Borne, Deventer, Hardenberg, Hellendoorn, Hengelo, Kampen, Oldenzaal, Olst-Wijhe, Ommen, Rijssen-Holten, Wierden en Zwolle Ondersteunende partij: Arcon en Sportservice Overijssel Projectperiode: 1 januari 2016-31 december 2017 Datum: 28 mei 2015

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelstelling 8 3. Doelgroep 8 4. Resultaten 9 5. Uitvoering 10 6. Projectorganisatie 12 7. Monitoring en evaluatie 13 8. Communicatie Kennisdeling 13 Bijlage 1 14 Betrokken gemeenten: Overige betrokken organisatie: 2

1. Inleiding Aanleiding De sportvereniging wordt na gezin en school wel het derde opvoedmilieu genoemd. Het is een plek waar iedere week veel jeugd samenkomt om met veel plezier hun hobby te beoefenen. Sportverenigingen richten zich in de eerste plaats op sport. Maar juist vanwege het nauwe contact met kinderen en ouders, biedt de sport een waardevol pedagogisch instrument om een bijdrage te leveren aan het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. De opmars van de Wmo in het algemeen en de transitie jeugdzorg in het bijzonder levert de gemeenten zowel problemen als kansen op. In het licht van de transitie Jeugdzorg zien gemeenten vooral kansen en mogelijkheden om sport en jeugdhulp met elkaar te verbinden. De sportvereniging is een belangrijke speler in het netwerk rondom een jongere en kan daarbinnen een rol spelen in het vroegtijdig signaleren en doorgeleiden van opvoed- en opgroeimoeilijkheden. Het benutten van de pedagogische kracht van sportverenigingen leidt tot het versterken van de opvoedomgeving van kinderen en jongeren. Maar wat hebben gemeenten en sportverenigingen nodig om een verbinding tussen sport en jeugdhulp tot stand te brengen? In het Voorbereidingstraject sport en jeugdzorg hebben Arcon en Sportservice Overijssel onderzocht hoe een verbinding tussen sportverenigingen en jeugdhulp tot stand kan komen. In samenwerking met de gemeenten Olst-Wijhe, Ommen-Hardenberg, Wierden en Zwartewaterland is een traject in gang gezet waarbij gesproken is met zowel beleidsmedewerkers jeugdbeleid/jeugdzorg en sport als bestuurders en trainers/coaches van sportverenigingen. Ook is gesproken met een aantal grote regionale jeugdhulporganisaties en landelijke partijen. Het traject heeft laten zien dat verbindingen tussen sportverenigingen en jeugdhulp tot op heden nauwelijks bestaan, dat de verschillende stakeholders wel degelijk kansen en mogelijkheden zien, waarbij sport de core business moet blijven van sportverenigingen. De aanbevelingen zijn duidelijk: steek laagdrempelig in, laat de sport vooral de sport blijven, versterk het pedagogisch klimaat bij de sportvereniging, laat de jeugdhulp sportinclusief denken en laat de sportvereniging kennis nemen van jeugdhulp. De gemeente zou daarbij een ondersteunende rol moeten spelen. Dit project Sport en jeugdhulp scoren samen! is een praktische uitwerking van de resultaten van het voorbereidingstraject. Probleemverkenning Sportverenigingen bieden kinderen en jongeren een plek om mee te doen, erbij te horen en te leren van en met elkaar. Kinderen en jongeren leren om samen te werken, om rekening te houden met anderen, op de beurt te wachten, om te gaan met emoties zoals winst en verlies. De context waarin dit plaatsvindt is hierbij van cruciaal belang. Is er geen sprake van een positieve en veilige omgeving, dan kan de sportvereniging ook een plek zijn waar kinderen en jongeren kwetsbaar zijn, buitengesloten worden en gepest worden en kinderen en jongeren uiteindelijk de sport de rug toekeren. Het investeren in de pedagogische kwaliteit van sportverenigingen kan de sportvereniging veel winst opleveren, zoals aanwas van nieuwe leden, voorkomen van (vroegtijdig) uitval van leden, meer ouderbetrokkenheid en versterken van het kader. Uit het voorbereidingstraject is gebleken dat de sportverenigingen zich allen een opvoedende taak toedichten. Een centrale rol is hierbij weg gelegd voor de trainer/coach. Deze moet in staat zijn een positief en veilig klimaat te creëren. Clubs geven aan dat scholing van trainers en een duidelijke interne structuur rondom de jeugd belangrijke 3

randvoorwaarden zijn om een pedagogisch klimaat te kunnen creëren. Er is vooral behoefte aan kennis op het gebied van: - Hoe om te gaan met bepaalde kinderen en hun ouders; - Om problemen in de ontwikkeling van een kind of de thuissituatie te kunnen signaleren; - Hoe om te gaan met groepsprocessen. Nagenoeg geen enkele sportvereniging waarmee is gesproken geeft aan contacten te hebben met zorgaanbieders, het CJG, het sociaal wijkteam of andere hulpverleners binnen de jeugdhulpverlening. Er komen nu weinig signalen uit de verenigingen over eventuele zorgen rondom een jongere. Toch ziet men in meer of mindere mate wel een rol voor zichzelf weg gelegd bij de verbinding tussen sport en jeugdhulp. Een aantal clubs stelt daarbij wel kritische kanttekeningen. De core-business van een sportvereniging blijft het organiseren van sportactiviteiten, de sport is het voornaamste doel. Daarnaast stelt men zich de vraag in hoeverre je van trainers en coaches mag verwachten dat zij signalen van zorgelijke opvoed- en opgroeisituaties of problematisch gedrag oppakken en doorgeleiden. Jeugdhulporganisaties hebben incidenteel ervaring met verbindingen met sportverenigingen, maar daarbij is nauwelijks sprake van structurele inbedding. Zij zien kansen om te verbinden met sport op het vlak van kennisoverdracht en samenwerking om sport als onderdeel van behandeltrajecten in te zetten. Ingrediënten om een verbinding tussen sport en jeugdhulp tot stand te brengen is een verbinding op lokaal niveau met andere maatschappelijke partijen zoals de gemeente, het onderwijs, het sportbuurtwerk en de zorg. Elkaar kennen, gebruik maken van elkaars expertise met als basis goede afspraken is van belang. Een vertrouwenscontactpersoon kan hierbij een sleutelrol vervullen. Daarnaast wordt expliciet deskundigheid gevraagd, zodat trainers en coaches in staat zijn om kinderen en jongeren te helpen hun talenten op een succesvolle wijze binnen de club te ontplooien. Het project Sport en Jeugdhulp scoren samen! gaat met bovenstaande uitdagingen aan de slag om de kansen en mogelijkheden om sport en jeugdhulp te verbinden te verzilveren. Het voorbereidingstraject heeft zich enkel gericht op sportverenigingen. Er mag echter worden verwacht dat de resultaten ook voor andere verenigingen gelden waar jeugd bijeenkomt, zoals bijvoorbeeld muziekverenigingen of scouting. In het project Sport en jeugdhulp scoren samen! wordt vooral ingezet op de rol van sportverenigingen, maar daar waar het binnen gemeenten wenselijk en kansrijk is om ook andere verenigingen te betrekken is dat mogelijk. Aansluiting Wet Maatschappelijke Ondersteuning Het project Sport en jeugdhulp scoren samen! draagt bij aan de doelen van de Wmo. In de nieuwe Wmo zijn drie doelstellingen benoemd: 1. Het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. 2. Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. 3. Het bieden van beschermd wonen en opvang. 4

Sport en jeugdhulp scoren samen! draagt bij aan de eerste twee doelstellingen van de Wmo. Door het versterken van de pedagogische kennis binnen sportverenigingen wordt een belangrijke basis gelegd voor de rol die sportverenigingen kunnen spelen in het opvoeden en opgroeien van jeugdigen. Daarnaast wordt door het optuigen van sportzorgtrajecten kinderen en jongeren met problemen de kans gegeven om te participeren binnen sportverenigingen. Het kader van sportverenigingen (vrijwilligers) wordt door middel van deskundigheidsbevordering en verenigingsadvisering ondersteund om een pedagogische en signalerende rol te kunnen vervullen. Daarnaast draagt het project bij aan de zelfredzaamheid en met name participatie van jongeren met problemen. Zij kunnen door betere afstemming tussen sportverenigingen en jeugdhulp meedoen in een regulier team of een sportzorgtraject volgen. Dit draagt bij aan hun participatiegraad in de samenleving. Innovatief Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden waardoor gemeenten verantwoordelijk zijn voor alle vormen van jeugdhulp. Daarbij gaat het om doelgroepen die eerst gebruik maakten van provinciale jeugdzorg, JeugdzorgPlus, de zorg voor verstandelijk gehandicapten, de jeugd-ggz en de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Gemeenten hebben daarbij een jeugdhulpplicht. Dit houdt in dat de gemeente verantwoordelijk is voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van verschillende vormen van jeugdhulp en van gecertificeerde instellingen, en zorgt dat ieder kind dat een vorm van jeugdhulp nodig heeft dit ook krijgt. De laatste jaren is getracht een overzicht te krijgen van het aantal kinderen en jongeren dat jaarlijks gebruik maakt van jeugdhulp. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van jeugdhulp. In tabel 1 zijn cijfers weergegeven van Overijssel en geheel Nederland. De cijfers hebben betrekking op het jaar 2010 of 2011. Uit de tabel valt op dat de Jeugd-ggz de grootste categorie jeugdhulp is, zowel in Overijssel als in Nederland. Tabel 1. Cijfers gebruik jeugdhulp Overijssel Nederland Totaal AWBZ-jeugdzorg 6 630 82 400 Totaal Jeugd-ggz 16 100 260 605 Totaal Provinciaal gefinancierde jeugdzorg 6 905 99 510 Jeugd en Opvoedhulp 3 840 65 615 JeugdzorgPlus (Rijk gefinancierde jeugdzorg) 60 1 555 (Bron: CBS Statline) Het project Sport en jeugdhulp scoren samen! is innovatief, omdat het een bijdrage levert aan de transformatie van de Jeugdhulp. Eén van de taken van de jeugdhulpplicht betreft het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang. Door deskundigheidsbevordering toe te passen bij het kader van sportverenigingen wordt in de interventiepiramide gezin, jeugd, ouder/opvoeder (Bron: Verwey Jonker Instituut, zie bijlage) aan de voorkant geïnvesteerd in een positief opvoeden opgroeiklimaat. De rol van de sportvereniging als vindplaats van problemen rondom opvoeden en opgroeien wordt hiermee erkend. 5

De vernieuwing en tevens uitdaging zit in het verbinden, door organisaties met elkaar in contact te brengen. Sport- en jeugdhulporganisaties werken vanuit een duidelijke visie samen, waarbij ieders organisatiebelang wordt gerespecteerd. De sportvereniging krijgt een signalerende functie voor niet-pluis gevoelens rondom opvoeden en opgroeien. Daarnaast wordt sport ingezet als middel, omdat bewegen vaak een positief effect heeft op de fysieke en mentale ontwikkeling van kinderen en jongeren en daarmee onderdeel uitmaakt van het normale sociale leven. Sportverenigingen kunnen dit echter niet alleen. Zij hebben op lokaal niveau de input van de sector jeugdhulp nodig. Zij kunnen sportverenigingen ondersteunen bij het ontwikkelen van een pedagogisch klimaat, bijvoorbeeld door het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten of het leveren van ondersteuning. Daarnaast vormen zij een verbindende schakel bij het oppakken van niet-pluis gevoelens. Tevens worden jeugdhulporganisaties bewogen om meer sportinclusief te denken. Zij ontdekken dat sport een waardevolle bijdrage kan leveren aan het positief opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Verbindingen met sportverenigingen worden aangegaan om jongeren in reguliere teams te laten sporten of sportzorgtrajecten op te zetten. Het benutten van elkaars kracht, de ander ondersteunen met de eigen expertise en kennis vraagt een investering van beide kanten. Investeren in de samenwerking tussen sport en jeugdhulp in het algemeen en de signaleringskracht en pedagogische kwaliteit van sportverenigingen komt alle kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers in Overijssel ten goede. Aansluiting bakens Welzijn Nieuwe Stijl Het project Sport en jeugdhulp scoren samen! draagt bij aan vier Bakens Welzijn Nieuwe Stijl, te weten: Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Kenmerkend binnen de decentralisaties is burgerkracht. Binnen de jeugdhulp staat eigen kracht al enkele jaren centraal. Ook bij sportverenigingen is burgerkracht in hoge mate aanwezig. Sportverenigingen zijn namelijk van oudsher vanuit burgerinitiatief ontstaan rondom een aantal kernwaarden zoals gezondheid, de bereidheid zich voor elkaar in te zetten, het streven naar prestaties en sportiviteit, het hebben en hanteren van goede omgangsnormen, ontmoeting en plezier. Dit zijn tevens de waarden die belangrijk zijn binnen de decentralisaties in de zorg. Baken 4: Formeel en informeel in optimale verhouding De sportvereniging, als onderdeel van het sociale netwerk van haar jeugdige leden, is een laagdrempelige informele voorziening. Daar waar bij branches als kinderopvang, culturele vorming en het welzijnswerk een professionaliseringsslag heeft plaatsgevonden, draaien de meeste sportverenigingen nog volledig op vrijwilligers. Deze vrijwilligers worden door professionals ondersteund door hen bewust te maken van de mogelijkheid tot steun te zijn bij het veilig en positief opgroeien van kinderen en jongeren. Daarbij bestaat de mogelijkheid om ouders te betrekken en te informeren over opvoedvraagstukken. Ook het opzetten van een sportzorgtraject biedt mogelijkheden om formele en informele ondersteuning te combineren. De professional ondersteunt hierbij het kader van de sportvereniging. 6

Baken 5: Doordachte balans van collectief en individueel De sportvereniging is een collectieve voorziening met een preventieve functie. Kinderen en jongeren krijgen binnen de sportvereniging de kans hun eigen individuele talenten en kwaliteiten te ontplooien en leren deze ten dienste te stellen van het collectief belang, het team en de sportvereniging. Met betrekking tot de geplande sportzorgtrajecten bieden deze een collectieve aanpak binnen individuele jeugdhulptrajecten. Baken 6: Integraal werken Een preventieve en signalerende rol van sportverenigingen kan alleen goed van de grond komen wanneer op lokaal niveau samenwerking ontstaat. Gemeenten, sportverenigingen, onderwijs, welzijn en partijen uit de jeugdhulp (o.a. sociale wijkteams) moeten integraal samenwerken op het gebied van preventie en signalering. De doelgroep heeft vaak te maken met meerdere problemen, en door integraal werken wordt ingezet op een samenhangende aanpak. Van de sportvereniging wordt een preventieve en signalerende functie verwacht. Het oppakken van problemen rondom opvoeden en opgroeien dient buiten de sportvereniging plaats te vinden. Om dit te organiseren dient de gemeente in eerste instantie de regie op zich te nemen en lokaal de verbindingen tot stand te brengen. 7

2. Doelstelling Hoofddoelstelling Het verbinden van de sectoren sport en jeugdhulp, door het inrichten van dan wel aansluiten bij een lokale structuur. Gemeenten, sportverenigingen, onderwijs, welzijn en partijen uit de jeugdhulp scheppen een klimaat waarin kinderen en jongeren positief kunnen opgroeien en dragen daarmee bij aan het preventief jeugdbeleid van de deelnemende gemeenten. Subdoelstellingen Om bovenstaande doelstelling te halen zijn een viertal subdoelstellingen samengesteld. 1. De Jeugdhulp erkent de preventieve en signalerende functie van sportverenigingen en neemt maatregelen die ertoe bijdragen dat sport een prominentere plaats krijgt binnen de jeugdhulp. Binnen het preventief jeugdbeleid is aandacht voor de rol van sportverenigingen. 2. Het versterken van de signaleringskracht bij sportverenigingen. 3. Het versterken van het pedagogisch klimaat bij sportverenigingen. 4. Het opzetten van sportzorgtrajecten. 5. Het creëren van randvoorwaarden om op lange termijn de samenwerking tussen sport en jeugdhulp te bestendigen. 3. Doelgroep Primaire doelgroep zijn de kinderen en jongeren en hun ouders/verzorgers in de deelnemende gemeenten in Overijssel. Kinderen en jongeren moeten zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Om dit te ondersteunen richt het project Sport en jeugdhulp scoren samen! zich op diverse organisaties binnen de deelnemende gemeenten die betrokken zijn bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Hierbij gaat het om gemeenten, onderwijsorganisaties, jeugdzorgorganisaties, jeugd- en jongerenwerk, sportverenigingen, het CJG, sociale wijkteams en de buurtsportcoaches. 8

4. Resultaten Concrete resultaten Het project Sport en jeugdhulp scoren samen! gaat van start in dertien gemeenten. Afhankelijk van de focus binnen de lokale situatie van de deelnemende gemeenten worden de subdoelstellingen vertaald naar concrete resultaten. Overal worden de volgende resultaten nagestreefd: 1. De Jeugdhulp erkent de preventieve en signalerende functie van sportverenigingen en neemt maatregelen die ertoe bijdragen dat sport een prominentere plaats krijgt binnen de jeugdhulp. Binnen het preventief jeugdbeleid is aandacht voor de rol van sportverenigingen. Gemeenten hebben in het kader van preventief jeugdbeleid aandacht voor de rol van sportverenigingen, stimuleren het sportinclusief denken en werken en faciliteren ondersteuning aan sportverenigingen door partijen uit de jeugdhulp. 2. Versterken signaleringskracht bij sportverenigingen Jeugdbegeleiders en andere vrijwilligers van sportverenigingen hebben kennis om zorgelijke situaties te signaleren, te handelen richting de jongere en hun ouders/verzorgers en weten waar een niet-pluis gevoel gemeld kan worden. Door hierbij direct verbinding te zoeken met één of meerdere lokale organisaties uit de jeugdhulp wordt voor borging gezorgd. 3. Het versterken van het pedagogisch klimaat bij sportverenigingen Sportverenigingen hebben zicht op de actuele situatie met betrekking tot hun pedagogisch klimaat, hebben de wenselijke situatie in kaart gebracht en zijn gestart met een actieplan. Bij de uitvoering van dit actieplan worden, naast professionals uit de sport (bijv. buurtsportcoaches), één of meerdere lokale organisaties uit de jeugdhulp betrokken (bijv. CJG of een sociaal wijkteam). 4. Het organiseren van negen sportzorgtrajecten Jongeren uit de jeugdhulp maken kennis met verschillende takken van sport. Daar waar mogelijk nemen zij deel aan regulier sportaanbod bij sportverenigingen en daar waar nodig wordt specifiek sportaanbod in samenwerking met sportverenigingen opgezet. Een aantal sportverenigingen profileert zich met een specifiek pedagogisch aanbod. 5. Het creëren van randvoorwaarden om op lange termijn de samenwerking tussen sport en jeugdhulp te bestendigen Het traject levert inzicht op over faciliteiten en randvoorwaarden om een succesvolle verbinding tussen sport en jeugdhulp te kunnen bewerkstelligen. Deze worden gecommuniceerd richting alle betrokken partijen, zodat de preventieve en signalerende functie van sportverenigingen binnen het jeugdbeleid kan worden geborgd. 9

Beoogd maatschappelijk effect Investeren in het versterken en vitaliseren van sportverenigingen en daarmee in de pedagogische kwaliteit en signalerende functie van sportverenigingen loont. Een duidelijk en goed pedagogisch beleid werkt positief door op de sfeer in en de uitstraling van de club. Jeugdleden, ouders en vrijwilligers weten wat er van ze verwacht wordt en wat ze van de club mogen verwachten. Dit voorkomt problemen, bevordert de onderlinge betrokkenheid en het maakt de club aantrekkelijker voor nieuwe leden, vrijwilligers, ouders en sponsors. Ook is de club, die op deze wijze invulling geeft aan haar maatschappelijke rol, een interessante samenwerkingspartner voor de gemeente en andere partijen. Signalen van kinderen en jongeren met (dreigende) problemen worden eerder opgevangen en opgepakt. Dit voorkomt erger. Voor jeugd met daadwerkelijke opvoed- en opgroeimoeilijkheden is een sportvereniging die werk maakt van het pedagogische klimaat een fijne plek om te komen. Er zullen minder uitvallers zijn. De sportvereniging ontpopt zich als een collega van de zorg, omdat jongeren binnen de sportvereniging werken aan hun sociale vaardigheden en gezondheid. Dit voorkomt mogelijk in een vroegtijdig stadium instroom in de hulpverlening. 5. Uitvoering Na toekenning door de provincie Overijssel wordt zo snel mogelijk begonnen met de voorbereidingen, die moeten leiden tot de resultaten benoemd bij hoofdstuk 4. De looptijd van het project Sport en jeugdhulp scoren samen! is twee jaar, namelijk van januari 2016 tot en met december 2017. Het project Sport en jeugdhulp scoren samen! begint bij de gemeente. Zij regelt een lokale projectleider die onderstaand stappenplan als basis neemt voor een eigen plan van aanpak. In dit plan kiest de gemeente, afhankelijk van de couleur locale, eigen speerpunten en focus. Voor een aantal gemeenten geldt dat dit project een versterking kan zijn van lokale initiatieven en diensten van jeugdhulpinstellingen. Ook zijn er mogelijkheden om af te stemmen met en voort te bouwen op eerdere Wmo-projecten zoals Actief Betrokken Club en Regionale Sportcoach Aangepast Sporten. De projectleider wordt, vooral in de beginfase, intensief ondersteund en begeleid door Sportservice Overijssel en/of Arcon. Zij trekken gezamenlijk op om vooral stap één en twee goed in de steigers te zetten. Hieronder volgt het stappenplan, waarbij globaal een planning is opgenomen. Lokaal is iedere gemeente vrij om zijn eigen tempo te kiezen. Stap 1. Agendering en draagvlak creëren bij stakeholders op verbinding sport en jeugdzorg (jan. t/m mrt. 2016) De projectleider verkent in eerste instantie welke partijen belang hebben bij en ambitie hebben tot samenwerking tussen sport en jeugdhulp. Afhankelijk van de lokale focus worden verschillende stakeholders betrokken, zoals gemeente, jeugdhulporganisaties, sportverenigingen, het CJG en de buurtsportcoaches. De partijen maken tijdens deze stap kennis met elkaar. Stap 2. Opzetten lokale structuur voor afstemming en samenwerking (mrt. t/m sept. 2016) De kennismaking in stap 1 wordt in één of twee bijeenkomsten verdiept tot een samenwerking doordat partijen een gezamenlijke ambitie en doel formuleren waarbij ieders organisatiebelang wordt gerespecteerd. Er worden afspraken gemaakt over een lokale samenwerkingsstructuur en ieders rol, taak en verantwoordelijkheid daarbij. Voor 10

zover mogelijk wordt aangesloten bij bestaande structuren (bijvoorbeeld sociale wijkteams, zorgadviesteams of CJG-structuur). Stap 3. Versterken signaleringskracht bij sportverenigingen (sept. t/m dec. 2016) Jeugdbegeleiders en andere vrijwilligers van sportverenigingen worden tijdens scholingsbijeenkomsten getraind in het herkennen van en het handelen bij signalen van een niet-pluis gevoel bij kinderen en jongeren. Professionals van maatschappelijke en jeugdhulpinstellingen dragen hierbij hun kennis en kunde over en vormen tevens de backoffice van de jeugdbegeleiders. Daarmee positioneren zij zich in het netwerk van de sportvereniging. Een jeugdbegeleider lost niet zelf problemen op, maar geleid deze door naar de deskundigen. Stap 4. Versterken pedagogisch klimaat bij sportverenigingen (jan. t/m dec. 2017) Met de sportverenigingen die meer willen investeren in hun pedagogisch klimaat wordt bekeken wat er nodig is om dit klimaat te versterken. Op basis van een plan worden acties in gang gezet, bijvoorbeeld analyse en opstellen visie en jeugdbeleid, scholing jeugdkader, aanstellen vertrouwenscontactpersoon en vergroten ouderparticipatie. De buurtsportcoach of een verenigingsadviseur ondersteunt de sportvereniging bij het pedagogisch beleid. De jeugdhulpinstelling brengt specifieke kennis en kunde op het vlak van positief opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren en het werken met vertrouwenscontactpersonen. Stap 5. Het organiseren van sportzorgtrajecten (sept. 2016 t/m sept. 2017) In deze stap wordt sport en bewegen ingezet als pedagogisch instrument binnen de jeugdhulp. Van de dertien deelnemende gemeenten zien negen gemeenten kansen en mogelijkheden om een sportzorgtraject te starten. In een sportzorgtraject maken kinderen en jongeren die gebruik maken van een vorm van jeugdhulp kennis met verschillende takken van sport waarbij één of meerdere sportverenigingen betrokken worden. Daar waar mogelijk wordt deelgenomen binnen regulier sportaanbod, daar waar nodig wordt specifiek sportaanbod opgezet. Trainers die affiniteit hebben met de doelgroep worden geschoold om de sportkennismaking goed te kunnen begeleiden. Lokaal worden de mogelijkheden bekeken op welke wijze kinderen en jongeren kunnen sporten. Daarbij zijn verschillende mogelijkheden: - Samenwerking van een sportvereniging met een weerbaarheidsproject; - Special Heroes waarbij wordt samengewerkt tussen speciaal onderwijs cluster vier en de gezamenlijke sportverenigingen op een sportpark; - Een sportvereniging die een aanbod verzorgt binnen een zorgtraject. Ouders worden als ervaringsdeskundigen hierbij nauw betrokken. Zij hebben als geen ander zicht op de wensen en behoeften van hun kinderen en kunnen een bijdrage leveren aan de begeleiding bij de sportactiviteiten en de deskundigheid van trainers en coaches. Jeugdhulporganisaties en het (speciaal) onderwijs hebben in deze stap een belangrijke stimulerende, adviserende en begeleidende rol. Vooral organisaties uit de jeugdhulp (bijv. CJG of specifieke jeugdhulpinstelling) investeren onder andere in een goed sportklimaat door voldoende coördinatie- en begeleidingsuren. Stap 6. Monitoring en evaluatie (jan. 2016 t/m dec. 2017) Gedurende de projectperiode vindt op bepaalde momenten monitoring en evaluatie plaats van zowel het samenwerkings- en afstemmingsproces als de effecten van de activiteiten binnen het stappenplan. 11

Stap 7. Verankering en borging op lange termijn (mei t/m dec. 2017) Het creëren van randvoorwaarden om op de lange termijn de samenwerking tussen sport en jeugdhulp te bestendigen. Dit kan bijvoorbeeld door het beleggen van taken bij bepaalde functies of door het opnemen van sport in prestatieafspraken met jeugdhulpinstellingen. 6. Projectorganisatie De volgende 13 gemeenten nemen deel aan het project Sport en jeugdhulp scoren samen! : Almelo, Borne, Deventer, Hardenberg, Hellendoorn, Hengelo, Kampen, Oldenzaal, Olst- Wijhe, Ommen, Rijssen-Holten, Wierden en Zwolle. Figuur 1 Overzicht deelnemende gemeenten Sport en jeugdhulp scoren samen! = Gemeenten zonder sportzorgtraject = Gemeenten met sportzorgtraject In totaal wordt in 13 gemeenten Sport en jeugdhulp scoren samen! opgestart. Per gemeente wordt een lokale projectleider aangesteld voor 0,1 fte. Gemeenten die aan de slag gaan met een sportzorgtraject stellen een projectleider aan voor 0,15 fte. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk. Tweejaarlijks vindt er provinciaal afstemming plaats met de lokale projectleiders om kennis en ervaringen te delen. 12

De provinciale coördinatie is in handen van Sportservice Overijssel en Arcon. Zij stemmen de volgende taken onderling af: Intensieve ondersteuning bieden bij het creëren van draagvlak/lokale structuur, ondersteuning bieden bij het versterken van de signaleringskracht en bevorderen van het pedagogisch klimaat van sportverenigingen, ondersteuning bij de pilots sportzorgtrajecten en borging, uitvoering monitoring en evaluatie, ondersteuning van de lokale projectleiders, organisatie van het tweejaarlijkse overleg met de projectleiders en overdracht naar andere Overijsselse gemeenten. 7. Monitoring en evaluatie Output evaluatie Er wordt inzichtelijk gemaakt wat de diverse activiteiten binnen de te ondernemen stappen hebben opgeleverd. Proces evaluatie Het project wordt geëvalueerd op de succes- en faalfactoren van de lokale samenwerkingsstructuur. Ook wordt per gemeente inzichtelijk gemaakt in hoeverre de (sub-)doelstellingen zijn gehaald, door antwoord te geven op de vragen: Wat werkt, voor welke gemeente en onder welke omstandigheden? Voor de monitoring en evaluatie wordt samengewerkt met het Verwey-Jonker Instituut. Zij doet samen met de Wageningen Universiteit landelijk onderzoek naar Jeugd, Zorg en Sport. Afstemming over de werkwijze van monitoring en evaluatie, deskundigheidsbevordering en kennisdeling levert een waardevolle bijdrage aan Sport en Jeugdhulp scoren samen! in Overijssel. 8. Communicatie Kennisdeling Gedurende de projectperiode worden ervaringen uitgewisseld tussen de diverse betrokken partijen via o.a. het Kennisplein en de tweejaarlijkse provinciale uitwisselingsmomenten. De opgedane kennis en ervaring wordt met de niet-deelnemende gemeenten gedeeld via de volgende kanalen/middelen: Via de (digitale) nieuwsbrieven, twitter, en websites van de gemeenten, (het Kennisplein van) Sportservice Overijssel en Arcon en evt. andere betrokken partijen. In het VSG overleg Ambtenaren Sport (Twente en Salland, 2x per jaar) worden de ervaringen gedeeld (ook richting niet deelnemende gemeenten). Regionale bijeenkomsten, bijvoorbeeld Plein 14 in Twente, waar beleidsadviseurs Jeugd/Jeugdhulp van Overijsselse gemeenten bijeenkomen. Presentatie van de (tussentijdse) resultaten en ervaringen tijdens de Overijsselse Sportontmoeting, workshops of op een apart (slot)symposium. De samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut biedt mogelijkheden om zowel landelijke als onze eigen provinciale bevindingen uitgebreid te etaleren. Via de reguliere advieswerkzaamheden van Sportservice Overijssel en Arcon worden de niet-deelnemende gemeenten geïnformeerd over de voortgang en ervaringen. Via een eindrapportage met voorbeelden en ervaringen, gericht op zowel beleidsmakers als op de uitvoerders. 13

Interventiepiramide jeugd Bron: Verwey-Jonker 14