SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MULTIGAM 5%, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING MULTIGAM 5% is een immunoglobulinenpreparaat bereid uit een plasmapool van minstens 1000 plasma-eenheden. Alle plasma-eenheden worden afgenomen van vrijwillige onbezoldigde donors en zijn negatief voor het hepatitis B oppervlakteantigeen (HBsAg), antistoffen tegen de humaan-immunodeficiëntievirussen (HIV-1 en 2 As) en antistoffen tegen het hepatitis C virus (HCVAs). Humaan proteïne 50 g/l waarvan minstens 96% IgG, afgeleid van humane bloed- of plasmadonoren. Distributie van de IgG subklassen: IgG1 57%, IgG2 37%, IgG3 3%, IgG4 3%. Het IgA gehalte bedraagt maximum tot 2 mg/ml. Voor hulpstoffen, zie 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties 1. Substitutietherapie a) Primaire immunodeficiëntie syndromen: - congenitale agammaglobulinemie en hypogammaglobulinemie - gewone variabele immunodeficiëntie - ernstige gecombineerde immunodeficiënties - Wiskott-Aldrich syndroom. b) Secundaire hypogammaglobulinemie bij patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) en multipel myeloom met recidiverende bacteriële infecties. 1 1
c) Kinderen met congenitale AIDS, die herhaaldelijk aan bacteriële infecties lijden. 2. Immunomodulerende werking a) Idiopathische Thrombocytopenische Purpura (ITP) bij volwassenen en kinderen, met een hoog risico op bloeding of voorafgaand aan chirurgische ingrepen, ter correctie van het aantal bloedplaatjes. b) Allogene beenmergtransplantatie. c) Ziekte van Kawasaki. 3. Reumatoïde artritis (dissociatie van circulerende immuuncomplexen). 4. Acute inflammatoire polyneuropathie (Guillain-Barré Syndroom). 5. Multifocale Motorische Neuropathie (MMN). 6. Chronische Inflammatoire Demyeliniserende Polyneuropathie (CIDP). 4.2. Dosering en wijze van toediening Posologie: De dosis en het doseringsschema hangen af van de indicatie. Bij substitutietherapie kan het nodig zijn de dosering voor elke patiënt te individualiseren, afhankelijk van de farmacokinetische respons. De onderstaande doseringsschema s worden gegeven als richtlijn: Substitutietherapie bij primaire immunodeficiënties 2-8 ml (100-400 mg)/kg lichaamsgewicht om de maand teneinde een abnormaal laag IgG-gehalte terug te brengen tot normale waarden (of tenminste 4-6 g/l). Als het IgG-gehalte in het bloed onvoldoende stijgt of als het bijzonder snel daalt, kan de dosis worden verhoogd tot 16 ml (800 mg)/kg lichaamsgewicht of frequenter worden toegediend. Substitutietherapie bij secundaire immunodeficiënties (met inbegrip van kinderen met AIDS) 2-8 ml (100-400 mg)/kg lichaamsgewicht om de maand teneinde een abnormaal laag IgG-gehalte terug te brengen tot normale waarden (of tenminste 4-6 g/l). Als het IgG-gehalte in het bloed onvoldoende stijgt of als het bijzonder snel daalt, kan de dosis worden verhoogd tot 16 ml (800 mg)/kg lichaamsgewicht of frequenter worden toegediend. 2 2
Idiopathische Thrombocytopenische Purpura (ITP) Voor de behandeling van een acute episode: 16-20 ml (0,8-1,0 g)/kg lichaamsgewicht op de eerste dag, zo nodig te herhalen op de derde dag; of 8 ml (0,4 g)/kg lichaamsgewicht per dag gedurende twee tot vijf dagen. In geval van recidief kan de behandeling worden herhaald. Ziekte van Kawasaki 32-40 ml (1,6-2,0 g)/kg lichaamsgewicht in verdeelde doses gedurende twee tot vijf dagen of 40 ml (2,0 g)/kg lichaamsgewicht in één enkele dosis. De patiënten moeten tegelijkertijd worden behandeld met acetylsalicylzuur. Allogene beenmergtransplantatie IVIG-behandeling kan worden gegeven als onderdeeel van het conditioneringsschema en na de transplantatie. Het schema moet worden geïndividualiseerd. Een startdosis van 10 ml (0,5 g)/kg lichaamsgewicht/week wordt aanbevolen. Reumatoïde Artritis Behandeling van reumatoïde artritis die niet gunstig reageert op de behandeling met klassieke anti-reuma geneesmiddelen. Dosering: 200 ml/dag (10 g/dag) gedurende 3 dagen, om de 4 weken. Acute inflammatoire polyneuropathie (Guillain-Barré Syndroom) 8 ml/kg (400 mg/kg) per dag gedurende 5 dagen. Opstarten in vroege fase van het ziektebeeld. Behandeling van Chronische Inflammatoire Demyeliniserende Polyneuropathie (CIDP) 8 ml/kg (400 mg/kg) per dag gedurende 5 dagen. De doseringsaanbevelingen worden verzameld in de volgende tabel: Indicatie Dosis Frequentie van infusies Substitutietherapie bij primaire immunodeficiënties Substitutietherapie bij secundaire immunodeficiënties (met inbegrip van kinderen met AIDS) Idiopathische Thrombocytopenische Purpura (ITP) 2-8 ml (100-400 mg)/kg tot 16 ml (800 mg)/kg indien nodig 2-8 ml (100-400 mg)/kg tot 16 ml (800 mg)/kg indien nodig 16-20 ml (0,8-1,0 g)/kg of om de maand of frequenter indien nodig om de maand of frequenter indien nodig op de eerste dag, zo nodig te herhalen op de derde dag 8 ml (400 mg)/kg/dag 2-5 dagen Ziekte van Kawasaki 32-40 ml (1,6-2,0 g)/kg in verdeelde doses 3 3
of 40 ml (2,0 g)/kg gedurende 2-5 dagen in één enkele dosis in associatie met acetylsalicylzuur Allogene beenmergtransplantatie 10 ml (0,5 g)/kg/week startdosis - dan geïndividualiseerd schema Reumatoïde Artritis 200 ml/dag (10 g/dag) gedurende 3 dagen, om de 4 weken Acute inflammatoire 8 ml/kg (400 mg/kg)/dag gedurende 5 dagen polyneuropathie (Guillain- Barré Syndroom) Chronische Inflammatoire Demyeliniserende Polyneuropathie (CIDP) 8 ml/kg (400 mg/kg)/dag gedurende 5 dagen Toedieningsweg: MULTIGAM 5% wordt intraveneus toegediend. De eerste 30 minuten mag de infuussnelheid niet hoger zijn dan 1,4 ml/kg/uur. Als die snelheid goed wordt verdragen, mag de infuussnelheid geleidelijk worden verhoogd tot een maximum van 1,9 ml/kg/uur voor de rest van het infuus. Toedieningswijze: Intraveneus gebruik 4.3. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor menselijke immunoglobulinen, zoals b.v. kan worden gezien in geval van pathologische IgA-deficiëntie, alsook bij overgevoeligheid voor één van de overige bestanddelen. 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik De arts dient een aangepaste behandeling te starten wanneer ernstige reacties aanhouden na staken van de perfusie. Patiënten, die nog niet eerder IgG hebben gekregen, vertonen gewoonlijk vaker geringe bijwerkingen dan patiënten, die regelmatig met IgG worden behandeld, en moeten het eerste uur na de eerste infusie nauwlettend worden gevolgd. In alle andere gevallen moeten de patiënten gedurende minstens 20 minuten na toediening worden geobserveerd. 4 4
In geval van bijwerkingen moet ofwel de snelheid van infuus verminderd worden ofwel het infuus stopgezet worden. Indien de bijwerkingen ernstig blijven, ook na het stopzetten van het infuus, dient men een aangepaste therapie toe te passen. In geval van shock dient men de richtlijnen van shock therapie te volgen. Standaard maatregelen ter preventie van infecties door het gebruik van uit menselijk bloed of plasma bereide geneesmiddelen omvatten selectie van donors, het testen van individuele donaties en plasma pools voor specifieke markers van infectie en het toepassen van effectieve productie stappen voor de inactivatie/verwijdering van virussen. Desondanks, wanneer uit menselijk bloed of plasma bereide geneesmiddelen worden toegediend kan de mogelijkheid op overdracht van besmettelijke agentia niet volledig worden uitgesloten. Dat geldt ook voor onbekende of opkomende virussen en andere pathogenen. Deze procedures worden als effectief beschouwd tegen enveloped virussen zoals HIV, HBV en HCV. De procedures kunnen van gelimiteerde waarde zijn tegen nonenveloped virussen zoals HAV en Parvovirus B19. Geruststellend is de klinische ervaring dat er geen overdracht is van het hepatitis-avirus of parvovirus met immunoglobulinen. Er wordt eveneens aangenomen dat het gehalte aan antistoffen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid. Het wordt sterk aanbevolen om bij iedere toediening van MULTIGAM 5% de naam en het lotnummer van het product te noteren zodanig dat er een overzicht kan worden bewaard van de gebruikte loten. 4.5. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Interacties met levend verzwakte vaccins: De eerste 3 maanden na toediening van immunoglobulinen mogen geen vaccins op basis van levende virussen tegen mazelen, bof of rubella worden toegediend, vermits de antistoffen die in MULTIGAM 5% zitten de werkzaamheid van deze vaccins kunnen belemmeren. Immunoglobulinen kunnen ook de effectiviteit van een vaccinatie verminderen die kort (tot 2 weken) vóór de toediening van de immunoglobulinen gebeurde. 5 5
Interferenties met serologische testen: MULTIGAM 5% bevat een brede waaier antistoffen, die na toediening in het serum kunnen worden gedetecteerd tot ze in het lichaam worden afgebroken. De snelheid van degradatie hangt af van de halfwaardetijd van de antistoffen. Vandaar dat te vroegtijdige serologische onderzoeken aanleiding kunnen geven tot verkeerde interpretaties. 4.6. Zwangerschap en borstvoeding De veiligheid van het gebruik van MULTIGAM 5% tijdens de zwangerschap werd niet bewezen door gecontroleerde klinische studies en toediening ervan moet daarom met de nodige omzichtigheid gebeuren. Jarenlange klinische ervaring met immunoglobulinen toont aan dat er geen schadelijke effecten verwacht worden op de foetus en de pasgeborene wanneer deze gedurende de zwangerschap toegediend werden. Immunoglobulinen worden uitgescheiden in de melk en kunnen bijdragen tot de overdracht van beschermende antilichamen naar de pasgeborene. 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen MULTIGAM 5% heeft geen invloed op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken. 4.8. Bijwerkingen Tijdens of na infusie of injectie van MULTIGAM 5% kunnen koorts, huidreacties of veralgemeende intolerantiereacties optreden, in zeldzame gevallen gaande tot shock. Bijwerkingen zoals rillingen, hoofdpijn, koorts, braken, allergische reacties, nausea, gewrichtspijn en lichte rugpijn komen nu en dan voor. Immunoglobulinen kunnen in zeldzame gevallen een daling van de bloeddruk veroorzaken en in geïsoleerde gevallen anafylactische shock, zelfs als de patiënt geen overgevoeligheid heeft vertoond bij een vorige toediening. Reversiebele aseptische meningitis en nefrotoxiciteit zijn zelden voorgekomen. 4.9. Overdosering Met betrekking tot het voorkomen en de symptomen van eventuele overdosering zijn geen gegevens bekend. Voor de maatregelen in geval van een intolerantiereactie, verwijzen wij naar de rubriek Bijwerkingen. 6 6
5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep: normale menselijke immunoglobulinen voor intraveneuze toediening, ATC code: J06BA02. Normale menselijke I.V. immunoglobulinen bevatten alle IgG activiteiten die in een normale populatie aanwezig zijn. De verdeling in IgG subklassen moet in dezelfde verhouding zijn als in het oorspronkelijk menselijk plasma. Aangepaste doses van dit product kunnen een abnormaal laag IgG gehalte terug naar een normale waarde brengen. MULTIGAM 5% bevat de volledige, biologische intacte immunoglobulinen in stabiele vorm. MULTIGAM 5% bevat een breed spectrum aan antistoffen tegen de hierna volgende infectieuze agentia: - kiemen of bacteriële antigenen: Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa (pyocyaneus), Klebsiella-species, Staphylococcus aureus, Proteus vulgaris, streptolysine O, Stafylolysine, tetanustoxine, difterietoxine. - virussen of virale antigenen: hepatitis A virus, varicella-zoster-virus, herpessimplex-virus I en II, Epstein-Barr-virus, bof-virus, mazelenvirus, rubella-virus, influenza-virus, para-influenza-virus I-III, polio-virus I-III, Coxsackievirus B1-B5, adenovirus, ECHO-virus, HBs-antigeen. De klinische ervaring en de experimentele onderzoeken tonen aan dat MULTIGAM 5% noch hepatitis B noch non-a non-b hepatitis, noch HIV-infecties overdraagt. 5.2. Farmacokinetische gegevens Na I.V. toediening diffunderen de antistoffen snel via de bloedbaan in het lichaam en zijn onmiddellijk werkzaam. De verdeling over het intra- en extravasculair compartiment, de halfwaardetijd, de diffusie naar het cerebrospinaal vocht en de penetratie door de placenta zijn dezelfde als bij de endogene immunoglobulinen. De transplacentaire passage gebeurt door middel van een actief transportproces: het transportsysteem ( carrier ) grijpt aan op het Fc fragment van het IgG-molecuul. 5.3. Gegevens uit preklinisch veiligheidonderzoek Immunoglobulinen zijn normale bestanddelen in het menselijke lichaam. Bij dieren blijkt MULTIGAM 5% geen acute toxiciteit te vertonen, ook niet wanneer het wordt gebruikt in een dosis, die meerdere malen groter is dan de dosis die bij de mens wordt aangewend. 7 7
6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen 1 ml oplossing bevat: Formule: Humane plasmaproteïnen (waarvan minstens 98% immunoglobuline) 50 mg - glycine 300 µmol - water voor injectie ad 1 ml. 6.2. Gevallen van onverenigbaarheid MULTIGAM 5% kan worden gemengd met fysiologische zoutoplossing. Andere bereidingen mogen evenwel niet worden toegevoegd, aangezien een verandering van de electrolytenconcentratie of van de ph aanleiding kan geven tot neerslag of ontaarding van de eiwitten. 6.3. Houdbaarheid 3 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25 C, in de oorspronkelijke verpakking. Niet in de vriezer bewaren. Alleen heldere oplossingen gebruiken. De flesjes moeten onmiddellijk na opening worden toegediend, zo niet zijn de steriliteit en de afwezigheid van pyrogenen niet meer gewaarborgd. Houdbaarheid: zoals aangegeven op de verpakking. De uiterste gebruiksdatum stemt overeen met de laatste dag van de maand die op de verpakking gedrukt staat na de letters EXP (maand/jaar). EXP betekent EXPIRY of vervaldatum, de volgende twee cijfers duiden op de maand en de daaropvolgende cijfers op het jaar waarin het product vervalt (maand/jaar). 6.5. Aard en inhoud van de verpakking Verpakkingen: - injectieflesje met 20 ml oplossing - infusieflesje met 50 ml oplossing - infusieflesje met 100 ml oplossing - infusieflesje met 200 ml oplossing 6.6. Instructies voor gebruik, verwerking en verwijdering Het product moet voor gebruik op kamertemperatuur of lichaamstemperatuur zijn gebracht. Ongebruikt product of afvalmateriaal moeten weggegooid of vernietigd worden volgens de lokale voorschriften. 8 8
7. REGISTRATIEHOUDER Centrale Afdeling voor Fractionering bvba Département Central de Fractionnement sprl de Tyraslaan 109, B-1120 BRUSSEL 8. REGISTRATIENUMMERS BE219746 (MULTIGAM 5% 1 g/20 ml) BE219755 (MULTIGAM 5% 2,5 g/50 ml) BE219764 (MULTIGAM 5% 5 g/100 ml) BE219773 (MULTIGAM 5% 10 g/200 ml) 9. AFLEVERINGSWIJZE Op medisch voorschrift. 10. DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste vergunning: 4 december 2000 11. DATUM VAN DE LAATSTE HERZIENING VAN DE TEKST/ GOEDKEURING VAN DE SKP Datum van de laatste herziening van de SKP: januari 2011. Datum van goedkeuring: 07/2016 9 9