Zorgstructuur in Westvoorne

Vergelijkbare documenten
Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Doorontwikkeling zorgstructuur naar een gebiedsteam

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord


Toelichting BenW-adviesnota

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Medisch specialist ziekenhuis

HET WIE-WAT-WAAROM VAN DE TILBURGSE AANPAK ZORG, WERK EN JEUGDHULP IN TILBURG

Presentatie vergadering dorpsraad Gerwen 28 oktober 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Jeugdhulp in Nissewaard

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

DE VERKIEZINGEN STAAN

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Relevante ontwikkelingen

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6 december verlening

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Presentatie inforaad 23 mei 2013 Decentralisaties

de jeugd is onze toekomst

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

11 Stiens, 21 oktober 2014

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning. 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster

Lichte gemeenschappelijke regeling Regionaal Kompas Peelregio tussen de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren.

Aanpak: 1 Gezin 1 Plan Nieuw Den Helder. Beschrijving

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D.

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Ontwikkelingen in het sociale domein

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Welzijn Nieuwe Stijl. preventie zorg en opvang. 27 juni 2011

De slimste route? Vormgeven toegang

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ;

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Transities in het sociale domein

Presentatie Nuenense buurt- en wijkverenigingen 17 november 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

HET WIE-WAT-WAAROM VAN DE TILBURGSE AANPAK ZORG, WERK EN JEUGDHULP IN TILBURG

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl- uèťheenïe NOORDENVELD

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Veranderende zorg. Participeren op z n Urkers. Samen leven, samen doen. samen de schouders eronder

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Transformatie Jeugdzorg

Riedsútstel. Underwerp Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling. Foech ried/kolleezje: Raad: kaderstellend

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

bij ons thuis ging het eerst heel anders...

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Transcriptie:

Zorgstructuur in Westvoorne De visie op de lokale zorgstructuur in het licht van de komende decentralisaties Sector Inwonerszaken, team Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs, team Werk, Inkomen en Service

INHOUDSOPGAVE Pagina: 1 Inleiding 3 2 Huidige lokale zorgstructuur 6 2.1 Zorgmeldpunt 6 2.2 Zorgoverleggen jeugdigen tot 23 jaar 6 2.3 Zorgoverleggen volwassenen 8 2.4 Algemeen Maatschappelijke Werk 8 2.5 Herijking lokale zorgstructuur 9 3 Lokale zorgstructuur vanaf 1 januari 2014; het wijkgericht werken 10 3.1 Lokale zorgstructuur, team OWO en team WIS 10 3.2 Positionering Algemeen Maatschappelijk Werk 10 3.3 Zorgregisseur 11 3.4 Financiën / personele gevolgen 12 3.5 Schematische weergave lokale zorgstructuur vanaf 1 januari 2014 13 Bijlage 1: overzicht aantal casussen 14 Bijlage 2: lijst met afkortingen 15 Datum: 24 april 2013 Auteurs: M. van Bochove, E. Rood 2

Hoofdstuk 1 Inleiding De komende jaren krijgt Westvoorne te maken met omvangrijke taakverschuivingen in het maatschappelijke domein. De jeugdzorg wordt vanaf 2015 gedecentraliseerd en taken vanuit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) worden naar de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) gedecentraliseerd. Tevens wordt op het gebied van sociale zaken de Participatiewet ingevoerd (beoogde ingangsdatum 1 januari 2015). Dit is in feite de Wet Werken naar Vermogen in aangepaste vorm. De Participatiewet wordt ingevoerd voor nieuwe cliënten en is een samenvoeging van de Wwb (Wet werk en bijstand), Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en een deel van de Wajong. Deze decentralisaties hebben elk een eigen doel en doelgroep, tempo en karakter. Toch is het belangrijk om de drie decentralisaties in samenhang te bezien en waar mogelijk integraal op te pakken. Gezamenlijk vormen zij een belangrijke impuls voor transformatie van het maatschappelijke domein. De gemeente voert de regie op bepaalde taken. Deze regisserende rol wordt steeds complexer met alle nieuwe taken en daarom moet gekozen worden voor een samenhangende benadering zonder dat de zorg verschraald wordt, zoals in het coalitieprogramma 2010 2014 Samenwerken aan verbetering is opgenomen. Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de komende taken is het van belang de huidige zorgstructuur zo decentralisatie-proof mogelijk te maken. Binnen de gemeente Westvoorne zijn momenteel meerdere zorgstructuren. Zo kennen we bijvoorbeeld het LTHG (Lokaal Team Huiselijk Geweld) en het LZN (Lokaal Zorg Netwerk). Deze overleggen werden lange tijd bekostigd door Spijkenisse, aangezien Spijkenisse hiervoor als centrumgemeente rijksmiddelen ontving. Vanaf 2013 zijn regiogemeenten, waaronder Westvoorne, financieel en beleidsmatig verantwoordelijk voor bemoeizorg, waaronder LTHG en LZN vallen. Dit is een gevolg van de flinke korting op de rijksmiddelen die voorheen naar de centrumgemeenten gingen. In het licht van een toenemende druk op de lokale middelen, de aanstaande decentralisaties en de wens om te komen tot een meer sluitende aanpak voor kwetsbare burgers, worden de huidige zorgstructuren onder de loep genomen. Dit sluit aan bij het actiepunt in het beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015: Onderzoeken of en hoe een zorgcoördinator voor de gemeente Westvoorne gerealiseerd kan worden. De rol van de overheid is in de afgelopen decennia groter geworden en het beroep op zorg en (inkomens)ondersteuning is toegenomen. Daar waar mogelijk dient deze trend gekeerd te worden. Het is financieel als samenleving niet mogelijk om deze trend door te zetten. Ook gaan we uit van de visie dat mensen er sterker van worden als ze de regie over hun eigen leven hebben. De noodzaak om als burger enerzijds te participeren en anderzijds meer zelfredzaam te zijn, neemt toe. Hierdoor wordt er zo min mogelijk een beroep gedaan op de professionele zorg en (inkomens)ondersteuning. De gemeente moet hierin steeds meer de rol nemen om niet langer te zorgen voor mensen, maar om te zorgen dat er zaken mogelijk gemaakt worden. Dit heeft alleen kans van slagen als mensen vanuit hun eigen kracht uitgaan, zodat ze meer zelf doen en minder op de overheid leunen. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met het binnen de Wmo bestaande begrip De Kanteling. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de gemeenten? Wat is de rol van de gemeente Westvoorne? Hieronder de visie in vier centrale punten: We richten ons op preventie: daardoor kunnen mensen eerder in hun eigen kracht blijven en kan een beroep op zwaardere ondersteuning voorkomen worden; We willen mensen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid en capaciteiten en het systeem van voorzieningen en regelingen overzichtelijker maken; We zetten in op de integraliteit en doelmatigheid, door vraagstukken in een huishouden in context, perspectief en samenhang te bekijken; 3

We organiseren een vangnet voor mensen met ernstige fysieke, verstandelijke of geestelijk beperkingen en anderen waarbij sprake is van verminderde / geen zelfredzaamheid en grijpen zonodig achter de voordeur in. Zoals eerder vermeld worden er taken gedecentraliseerd naar gemeenten. Een aantal zaken is momenteel onduidelijk: zo zijn financiële verdeelmodellen nog onbekend en gegevens van zorggebruik nog niet beschikbaar. Ondanks de onduidelijkheid wordt er wel voorbereid op komende ontwikkelingen. Hieronder volgt een korte samenvatting op de drie decentralisaties: jeugdzorg, Awbz / Wmo en Participatiewet. Jeugdzorg Alle vormen van jeugdzorg die nu op stadsregionaal of provinciaal niveau worden uitgevoerd komen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten vanaf 2015. Het gaat om alle taken binnen de Wet op de Jeugdzorg, het justitiële kader, de AWBZ of Zorgverzekeringswet. Dit zijn taken als: toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg, ambulante zorg, dagbehandeling, open residentiele zorg, pleegzorg, spoedeisende zorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-lvg (licht verstandelijk gehandicapt), jeugd- GGZ (geestelijke gezondheidszorg), PGB voor jeugd GGZ of jeugd LVG (licht verstandelijke gehandicapten). De gedachte achter de decentralisatie is dat gemeenten samenhang kunnen organiseren tussen preventie, vrijwillige zorg en gedwongen, zware hulpverlening. Deze samenhang moet een efficiëntiewinst van landelijk 300 miljoen euro opleveren in 2017. Gemeenten hebben nog geen duidelijkheid over de omvang en verdeling van het macrobudget. De gemeenten op Voorne Putten zullen op diverse terreinen samen optrekken. Maar daarnaast wordt er ook met overige gemeenten in de stadsregio Rotterdam- Rijnmond intensief samengewerkt. Bovenlokale samenwerking op de onderdelen jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) wordt zelfs door het Rijk verplicht. AWBZ / Wmo De gemeente moet vanaf 2015 ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis leveren. Gemeenten kunnen beter inspelen op lokale omstandigheden en de zorgbehoefte van cliënten. Begeleiding en verzorging vallen momenteel nog onder de AWBZ. Voorbeelden hiervan zijn: hulp bij aan- en uitkleden en haren wassen. Daarnaast wordt de hulp bij het huishouden in de Wmo aangepast. Cliënten komen alleen nog in aanmerking voor hulp bij het huishouden via de gemeente als de gemeente beslist dat zij echt huishoudelijke hulp nodig hebben en ze het niet zelf kunnen betalen. Momenteel koopt Westvoorne de uitvoering van de Wmo in bij de gemeente Hellevoetsluis, dit contract moet worden herzien als er taken vanuit de AWBZ naar de Wmo overkomen. Participatiewet Wie kan werken, hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering. Maar mensen met een bijstandsuitkering of met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking kunnen vaak moeilijk werk krijgen. Daarom neemt het kabinet-rutte-asscher maatregelen om deze mensen vooruit te helpen. In de Participatiewet voegt het kabinet de Wet werk en Bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. De invoering van de Participatiewet wordt met een jaar uitgesteld. Dat bevestigt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De participatiewet zou in 2014 worden ingevoerd, maar in verband met het sociaal akkoord is die datum niet langer haalbaar. De Participatiewet treedt in werking per 1 januari 2015. Naast de komende decentralisaties, zijn er veranderingen van o.a. economische, sociale, politieke, technologische, demografische of juridische aard. Bijvoorbeeld vergrijzing, het toenemende beroep op de jeugdzorg en de wijzingen op arbeidsmarktgebied vragen om een nieuw samenspel tussen overheid, inwoners en partners in het maatschappelijk domein. 4

De omgeving van de organisatie Gemeente Westvoorne verandert voortdurend. Dit heeft tot gevolg dat de burgers, de ondernemingen en instellingen voor wie de gemeente werkt, andere, dikwijls meer en andere eisen stellen aan de gemeente. Er is, zoals eerder vermeld, sprake van een decentralisatie van rijkstaken: een toenemend pakket aan taken komt terecht bij de gemeente, die de primaire poort tot de publieke dienstverlening moet worden. Gemeenten worden verantwoordelijk voor veel meer groepen en domeinen. En dat alles terwijl er van grote bezuinigingen sprake zal zijn. Het is al bekend dat met de komende decentralisaties van taken naar de gemeenten een korting op de budgetten plaatsvindt. Het rijk belegt bij gemeenten een aantal taken die uitgevoerd moeten worden met minder financiële middelen dan het rijk er nu zelf voor uitgeeft. Wil de gemeente aan alle (nieuwe) eisen voldoen, dan zal er veel moeten worden gedigitaliseerd en domeinen moeten binnen de eigen organisatie verbonden worden. Dat vergt een ambtelijke dienstverlening die daarbij past, we moeten de structuur in de gemeente Westvoorne zo toekomstbestendig mogelijk maken met een stevige positie om alle wijzigingen in de omgeving op te kunnen vangen en een bepaalde mate van flexibiliteit inbouwen om met de wijzigingen mee te kunnen gaan. We moeten geen nieuwe complexiteiten gaan inbouwen. Voordat we de nieuwe zorgstructuur beschrijven wordt in hoofdstuk 2 een overzicht gegeven van de zorgoverleggen die de huidige zorgstructuur vormen. Tevens komt het AMW (Algemeen Maatschappelijk Werk) aan de orde. In hoofdstuk 3 zal een weergave gegeven worden van de nieuwe zorgstructuur. De planning is om deze zorgstructuur vanaf 1 januari 2014 operationeel te laten zijn. 5

Hoofdstuk 2 Huidige lokale zorgstructuur De huidige zorgstructuur wordt gevormd door verschillende zorgoverleggen. De ingebrachte casussen in zorgoverleggen worden op een punt verzameld. Dit is het zorgmeldpunt. In paragraaf 2.1 wordt een uitleg gegeven over het zorgmeldpunt. Het zorgmeldpunt zal met ingang van januari 2014 niet wijzingen, dit wordt intact gehouden. Na de uitleg over het zorgmeldpunt, volgt een overzicht van de huidige zorgoverleggen binnen Westvoorne, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen enerzijds jeugdigen tot 23 jaar (paragraaf 2.2) en anderzijds volwassenen (paragraaf 2.3). Ook komt het Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond aan de orde. Dit overleg richt zich op personen die zelf veel problemen hebben en daardoor voor veel problemen zorgen. Het zijn die cliënten waarbij een reguliere aanpak in een afzonderlijke straf-, civiele-, bestuurlijke- en zorgketen niet volstaat. Een intensieve aanpak is dan noodzakelijk. Dit wordt in paragraaf 2.3 verder uitgelegd. Nu eerst onder paragraaf 2.1 de uiteenzetting van het zorgmeldpunt. 2.1 Zorgmeldpunt Het zorgmeldpunt is ingesteld om hulpverlening te organiseren voor mensen die te maken hebben met een opeenstapeling van problemen en/of huiselijk geweld. Meldingen voor het LZN en LTHG lopen nu via het regionaal zorgmeldpunt van de GGD. Dit meldpunt wordt ingekocht vanuit centrummiddelen. Een goede coördinatie van zorg valt of staat met een goede beheersing van informatiestromen. Een meerwaarde van dit regionale meldpunt is een regiobreed overzicht van het aantal meldingen en een eerste scheiding tussen mono- en multi-problematiek. Er worden veel termen gebruikt: Meldpunt Zorg, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), dit is één en hetzelfde punt, namelijk het zorgmeldpunt. Het zorgmeldpunt is voor Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee het integrale meldpunt voor alle complexe vragen rond bemoeizorg, vervuiling, overlast en huiselijk geweld. Vaak hangen deze zaken met elkaar samen. Onderdeel van het zorgmeldpunt is het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Burgers en professionals kunnen bij het zorgmeldpunt terecht voor advies, consultatie en aanmelding van vaak zeer ernstige problematiek. Een centraal en integraal meldpunt voor complexe zorgvragen maakt het voor regiogemeenten mogelijk effectief de melding, advisering en aanpak op dit vlak te organiseren en trends en ontwikkelingen hierin te volgen. Zodra het zorgmeldpunt een melding ontvangt, wordt deze melding onderzocht en mogelijk doorgezet naar het LTHG / LZN. Daar waar zaken spelen op het gebied van de Wet Tijdelijk Huisverbod zijn er casemanagers Huisverbod actief, die in de 10 tot 28 dagen van het huisverbod actief zijn om de geweldspiraal binnen een gezinssysteem te doorbreken om langdurige veiligheid van betrokkenen te bewerkstelligen. Deze zaken gaan dus niet rechtstreeks naar het LTHG / LZN, maar dit zijn zaken die in eerste instantie bij het zorgmeldpunt zelf georganiseerd worden. 2.2 Zorgoverleggen jeugdigen tot 23 jaar Centrum voor jeugd en gezin (CJG) In de wet op de Jeugdzorg worden de gemeenten verantwoordelijk gesteld om een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) op te richten. Het CJG voert een aantal wettelijke zorgtaken uit: signalering en preventie, zorgcoördinatie, toeleiding naar passende zorg, opvoedingsondersteuning, verstrekking van informatie en advies, afstemming met Bureau Jeugdzorg en afstemming met het onderwijs. Bij een CJG kunnen ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals terecht met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Deze insteek is laagdrempelig en vrijwillig. Wanneer sprake is van meervoudige problematiek, dan is de coördinatie van de hulp in handen van de zogenaamde CJG- 6

coördinator. Als de hulp stagneert, kan hij/zij de casus opschalen richting de GOSAregisseur van de gemeente. Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak (GOSA) Met de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin en de aansluiting op het SISA (Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak) is de sluitende aanpak verstevigd. Waar het CJG instapt als regievoerder bij gezinnen die graag hulp willen, daar stapt het GOSA in als de hulp rondom een multiprobleemgezin niet vlekkeloos verloopt en er onvoldoende medewerking is (ofwel vanuit de hulpverleners, ofwel vanuit het gezin). De GOSA-aanpak richt zich op alle jongeren tot 23 jaar, die in een gemeente wonen en meervoudige problematiek hebben. Die problemen kunnen gaan over slechte omstandigheden in het gezin, maar ook over financiën, huisvesting, gezondheid, school, werk, problemen met politie en justitie en relaties of sociale omgeving. Het gaat om zware problematiek die soms de mogelijkheden en capaciteit van de lokale zorgnetwerken te boven gaat. Ook kan er sprake zijn van overlast. De aanpak richt zich niet alleen op individuen maar soms ook op een heel gezin. Dat is het geval wanneer blijkt dat de risico- of probleemjongere een broertje(s) en/of zusje(s) heeft die in dezelfde omstandigheden leven. Wanneer er bij de aanpak van een jongere blijkt dat bestaande zorgnetwerken (overleggen) geen oplossing bieden, doordat er bijvoorbeeld te weinig vooruitgang wordt geboekt, wordt de zaak behandeld in het afstemmingsoverleg van het GOSA. Hiertoe zijn korte lijnen vereist tussen de vertegenwoordiger van de preventieve keten (de GOSA-regisseur), de curatieve keten (voorpostfunctionaris bureau Jeugdzorg) en de repressieve keten (jeugdcoördinator van politie). Een goede afstemming zorgt ervoor dat jongeren snel en vloeiend worden overgedragen van de ene naar de andere keten. Hiermee wordt dus gezorgd voor een sluitende aanpak. De regie bij het GOSA is in handen van de GOSA-regisseur. Deze functionaris is de spin in het web. Hij/zij verleent zelf geen hulp, maar signaleert, registreert, coördineert, houdt contact en zoekt afstemming met alle partners. Hij/zij is in staat om zelf hulp in te schakelen (bijvoorbeeld Lokaal Zorg Netwerk of Bureau Jeugdzorg) en zorgt ervoor dat de verantwoordelijke hulpverlening actie onderneemt. De regisseur geeft uitvoering aan de regierol die de gemeente heeft in het kader van de jeugdhulpverlening en het college van B&W is hierin de hoogst verantwoordelijke. Dat betekent dat hij kan opschalen naar de verantwoordelijk wethouder in casussen waarin hij niet verder komt. BEKE Onze gemeente werkt sinds medio 2011 met de groepsaanpak volgens de BEKE-methodiek (vernoemd naar de bedenker van de methodiek). Het gaat hier om jongeren tot 23 jaar, die in groepsverband overlast en gevoelens van onveiligheid veroorzaken. Bij deze methodiek wordt, aan de hand van een shortlistmethodiek (vragenlijst), een inventarisatie gemaakt van de aard, omvang en achtergronden van de jeugdproblematiek in onze gemeente. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende jeugdgroepen. Deze groepen lopen uiteen van hinderlijk naar crimineel. Voor elke groep wordt een aanpak geformuleerd en uitgevoerd. Onder leiding van de gemeente, via een GOSA-regisseur, wordt door deze partijen samengewerkt om de jongeren te helpen en de overlast voor bewoners te verminderen. Zorgteams op scholen De onderwijswetgeving (2009) regelt de zorgplicht aan leerlingen in en rondom de school. Scholen hebben inmiddels allemaal een eigen zorgteam, waarin bepaalde zorgleerlingen worden besproken. Van dit team maken o.a. de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werker (CJG) en leerkracht deel uit. Bij stagnatie of het verergen van de problematiek kan worden opgeschaald naar een bovenschools ZAT, waarbij leerplicht en ook ouders aanwezig 7

kunnen zijn. In onze regio wordt momenteel gekeken naar het vereenvoudigen van deze overlegstructuur, met het oog op de komst van een nieuw stelsel voor het passend onderwijs in 2014. 2.3 Zorgoverleggen volwassenen Lokaal Zorg Netwerk (LZN) Het doel van het LZN is de effectieve aanpak van multi-problem situaties (bemoeizorg) voor burgers ouder dan 23 jaar. De gemeente wil dit bereiken door de coördinatie van een lokaal overleg van zorgprofessionals. In het LZN wordt voor elke casus door de betrokken zorginstellingen een sluitend plan van aanpak opgesteld. Deze bemoeizorg richt zich voornamelijk op zorgwekkende zorgmijders. Het is een vorm van zorg die is bedoeld voor mensen met problemen die niet zelf om hulp (kunnen) vragen. Door hun problemen kunnen ze overlast geven aan hun omgeving, of de omgeving maakt zich zorgen om hen. In veel gevallen zijn ze niet in staat gebruik te maken van de reguliere hulpverlening en zijn er te weinig mensen op wie ze kunnen terugvallen voor steun. Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG) Het doel van LTHG is het stoppen van huiselijk geweld, door burgers die getroffen zijn door huiselijk geweld in een vroegtijdig stadium te bereiken en te begeleiden naar een passend hulpverleningsaanbod. De aanpak van huiselijk geweld is een systeemgerichte aanpak. Het biedt zowel hulp en ondersteuning aan de pleger van het geweld, het slachtoffer, omstanders en kinderen als getuigen. Veiligheidshuis Vanuit het veiligheidshuis (voor Westvoorne is dit het veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond, VHRR) is er een link naar zorg. Het veiligheidshuis is ontstaan om de samenwerking en het uitwisselen van gegevens te bevorderen en te komen tot een integrale aanpak tussen justitie en zorg. De partners in het veiligheidshuis zorgen voor de uitvoering van het traject (huisvesting, zorg of uitkering) en bewaken de voortgang. Tot de doelgroep behoren overlastgevende, criminele en verslaafde veelplegers, volwassenen die uit de gevangenis komen en jongeren uit een jeugdinrichting. De overleggen vinden in Rotterdam plaats, afhankelijk van de casus die op de agenda van het veiligheidshuis staat, sluit de betrokken ambtenaar uit Westvoorne aan. Dit is een persoon uit het team OWO (Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs) of het team WIS (Werk, Inkomen en Service), afhankelijk van de casus en de daarmee samenhangende problematiek. In voorgaande paragrafen is de huidige zorgstructuur uiteengezet. Voordat we een herijking van de zorgstructuur presenteren in paragraaf 2.5 komt nu eerst onder paragraaf 2.4 het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) aan de orde, omdat het AMW een belangrijke schakel in de zorgstructuur is. Tevens is er bij de bezuinigingsronde in 2012 besloten om op het AMW te bezuinigen vanaf 1 januari 2014. Dit vraagt om een uitleg over de huidige en toekomstige positie van het AMW. 2.4 Algemeen Maatschappelijke Werk (AMW) Maatschappelijk werk bestaat al decennia lang. Vanuit de kloof tussen rijk en arm zijn er altijd mensen of instanties (bijv. kerkelijk) geweest die de allerarmsten wilden ondersteunen. Tegenwoordig is het maatschappelijk werk niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het is een basisfunctie geworden, die laagdrempelig en toegankelijk moet zijn voor alle burgers. Het doel van Algemeen Maatschappelijk Werk is mensen met een probleem op het gebied van psychosociaal welbevinden op een professionele en betrouwbare manier te 8

ondersteunen bij het herstellen van hun leefsituatie. Het is bekend dat er de afgelopen jaren steeds meer complexere problemen in Westvoorne voorkomen en er een groeiende vraag is naar het AMW. De meeste casussen worden doorverwezen vanuit het Lokaal Zorg Netwerk (23+) en het CJG (23-). De maatschappelijk werker is vaak de eerste die ergens op af gaat en een gezin binnen komt. Het AMW vormt in de totale keten van zorg en hulp dus een belangrijke verbindingsschakel. Careyn verzorgt al jarenlang het Maatschappelijk Werk in onze gemeente. Voor het jaar 2007 is met deze organisatie een raamovereenkomst aangegaan, die elk jaar stilzwijgend werd verlengd. Deze raamovereenkomst en de subsidierelatie zijn per 1 januari 2014 opgezegd, omdat: 1) er een flinke bezuiniging is doorgevoerd op het budget (van 68.000,- naar 58.000,-) en 2) de uitvoering van het AMW niet in alle gevallen optimaal is. 2.5 Herijking lokale zorgstructuur De huidige zorgstructuur bevat een aantal goede elementen, maar er is verbetering noodzakelijk. De afgelopen tijd zijn er meerdere overleggen geweest met partners in de netwerken waar aangegeven kon worden waar de verbetering ligt. De opmerkingen zijn samen te vatten in drie punten. Op basis van deze drie redenen is het noodzakelijk om de lokale zorgstructuur te herijken. Dit zijn: De bestaande zorgstructuur is onvoldoende transparant. Verschillende partners zijn de afgelopen jaren aan de zorgstructuur toegevoegd, waardoor het overzicht onvoldoende helder is. De onderlinge afstemming en opschaling bij extreme gevallen in niet optimaal. Binnen de huidige structuur zit een overlap in functies, dit is inefficiënt en kostenverhogend. In dit hoofdstuk is de huidige zorgstructuur uiteengezet en uitleg gegeven over het AMW. Op grond van de punten genoemd onder hoofdstuk 2 is een herijking van de zorgstructuur van belang. De centrale opgave is om als Westvoorne goed voor te kunnen sorteren op toekomstige decentralisaties. Tevens zijn er, zoals eerder aangegeven, veranderingen van o.a. economische, sociale, politieke, technologische, demografische of juridische aard, die invloed hebben op de gemeente Westvoorne als organisatie. Daarnaast is een herijking van onze huidige zorgstructuur nodig in combinatie met het gegeven dat er vanaf 1 januari 2014 bezuinigd wordt op het Algemeen Maatschappelijk Werk. Binnen de huidige zorgstructuur maken we de volgende kosten: voor het jaar 2013 een bedrag van 33.854,- aan LZN en LTHG. De coördinatie hiervan is ingekocht bij de GGD. De kosten in 2012 voor GOSA / BEKE waren 35.000. Dit is ingekocht bij het bedrijf Ecart. Als we de toekomstige gedecentraliseerde taken, de noodzaak tot herijking van de zorgstructuur en de bezuiniging van het AMW in onze gemeente in ogenschouw nemen dan zijn wij overtuigd van de mogelijkheden van Westvoorne om binnen de bestaande middelen en kwaliteit die in huis is, zelf de regie over het LZN, LTHG en GOSA in handen te nemen. Op basis van het aantal casussen in het mogelijk om intern de regie op zorg te regelen met daarbij de realisatie van een kwaliteitsslag in de coördinatie en waarbij de zorgstructuur toekomstbestendig is voor de komende taken en doelgroepen. Juist vanwege onze schaalgrootte is het mogelijk om dit te realiseren. Westvoorne is groot genoeg om de taken uit te kunnen voeren en klein genoeg om het overzicht niet te verliezen en er bovenop te kunnen zitten. Dit zien we momenteel ook al bij het team WIS, omdat we een eigen sociale dienst hebben en dus lokaal werken hebben we de kracht om de klanten en het netwerk te kennen. Vrijwel alle casussen die nu via de GGD ingebracht worden in het LZN / LTHG, zijn al bekend bij team WIS. Ook zijn de klanten van de GOSA vaak al bekend bij WIS. Dit is nog een argument om de regie zelf in handen te nemen, dit werkt 9

efficiencyverhogend. Het is goed om samen te werken, maar daar waar zaken lokaal opgepakt kunnen worden, moet dit ook gebeuren, dan worden de lijnen zo kort mogelijk gehouden. Hoe verder we van het lokale afraken, hoe verder we van de kern verwijderd zijn. Deze visie sluit aan bij het wijkgericht werken. De overheid zet nog meer in op zorg in de buurt, met als uitgangspunt: dichtbij en mogelijk onder eigen verantwoordelijkheid waar mogelijk, specialisatie waar dat moet, concentratie waar het echt niet anders kan. Deze visie, het kiezen voor het wijkgericht werken, wordt ook meegenomen in de nieuwe zorgstructuur, die in hoofdstuk 3 gepresenteerd wordt. Hoofdstuk 3 Lokale zorgstructuur vanaf 1 januari 2014; het wijkgericht werken 3.1 Lokale zorgstructuur, team OWO en team WIS Binnen Westvoorne zijn onder de sector Inwonerszaken twee teams primair actief binnen de huidige zorgstructuur. Dat is het team OWO en het team WIS. Om de regie van de zorgstructuur binnen de gemeentelijke organisatie zelf te realiseren is er verschuiving nodig van taken tussen deze twee teams. De visie is om de regie op de zorgnetwerken neer te leggen bij het teamhoofd WIS. De GOSA-functionaris zal geïntegreerd worden in de functie van teamhoofd WIS. Dit heeft als consequentie dat niet alle beleidstaken die het teamhoofd momenteel verricht, ook nog door hem uitgevoerd kunnen worden, hier ontstaat een knelpunt. Ook heeft het team WIS te maken met nieuwe taken in de Participatiewet vanaf 1 januari 2014. Het team OWO heeft te maken met de decentralisatie jeugdzorg en decentralisatie van taken van de AWBZ. Kortom: nieuwe taken voor de twee teams. In de volgende alinea zal de zorgstructuur vanaf 1 januari 2014 uiteengezet worden met daarin de visie op toekomstige taken van team OWO en team WIS. Zoals hierboven vermeld, zal de GOSA functionaris (nu ingehuurd bij Ecart) geïntegreerd worden in de functie van teamhoofd WIS. Er is dan minder tijd om beleid te schrijven door het teamhoofd WIS. Een oplossing is om een gedeelte van dit beleid naar team OWO te schuiven. Het budget GOSA kan worden gebruikt om een ondersteunende medewerker (schaal 7 MBO+) aan te stellen bij team OWO, gezien de toenemende beleidstaken zeer noodzakelijk. De huidige drie beleidsmedewerkers binnen de zorgtak van OWO, namelijk de beleidsmedewerkers op het gebied van jeugd, onderwijs en Wmo kunnen dan hun meer uitvoerende taken bij deze medewerker neerleggen en zelf toespitsen op meer strategisch beleid (jeugdzorg, AWBZ, passend onderwijs en een gedeelte van het sociaal beleid van team WIS). Daarnaast zal bij team WIS een nieuwe functionaris worden aangesteld voor de coördinatie van de 23+ netwerken (Lokaal Team Huiselijk Geweld en Lokaal Zorg Netwerk) en de coördinatie huisbezoeken in het kader van de Wmo. Het eerste wordt nu uitbesteed aan de GGD, voor het tweede staat geld in de begroting ( 21.000,-) in het kader van het Wmo beleidsplan. Deze functionaris maakt zich direct erg nuttig, maar zal ook de schakel zijn als de begeleiding AWBZ overkomt naar de gemeente. De benaming van deze functionaris wordt waarschijnlijk zorgregisseur. Dit wordt in paragraaf 3.3 verder verduidelijkt. In hoofdstuk 2 is het huidige AMW beschreven, in paragraaf 3.2 komt de positie van het AMW vanaf 1 januari 2014 aan de orde. 3.2 Positionering Algemeen Maatschappelijke Werk Vanaf 2014 willen we het Maatschappelijk Werk via detachering voortzetten. Naar onze mening kunnen sommige casussen op een andere wijze worden opgepakt. De AMW-ers zitten op afstand (Hellevoetsluis). Ervaring leert ons dat een korte afstand tussen de hulpverleners, dus huisvesting in eenzelfde pand, tot betere afstemming en tot meer resultaten leidt. Om die reden willen we 10

bij de detachering de AMW-er letterlijk in huis halen. Hij of zij zal een werkplek krijgen bij team WIS (Werk, Inkomen, Service). Een aantal van de huidige medewerkers van dit team heeft ook die maatschappelijke achtergrond, waardoor men dezelfde taal spreekt. Afstemming is door de korte lijnen makkelijker, een integrale aanpak wordt gevormd. Bij ziekte of vakantie wordt vervanging geregeld door de aanbieder. In het tweede kwartaal van 2013 zal bij diverse aanbieders, waaronder ook Careyn, een offerte worden opgevraagd voor de uitvoering van het AMW vanaf 2014. Het AMW is een van de kernpartners van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dit blijft zo. Een van de voorwaarden bij de detachering is dan ook dat het AMW blijft deelnemen aan de overleggen over de CJG-doorontwikkeling, zoals die op Voorne zijn ingezet in 2011. Het AMW moet goede contacten onderhouden met de CJG-partners (o.a. coördinator, JGZ) en andere zorgpartners (o.a. Wmo-loket, GGZ). Kennis van de sociale kaart in de gemeente is dus een vereiste. Daarnaast is het van belang dat de maatschappelijk werker op afroep deelneemt aan de overleggen LZN en LTHG voor volwassenen. En tot slot is bij de schuldhulpverlening het AMW een van de belangrijkste kernpartners. Een deel van de schuldmeldingen komt via het AMW bij de gemeente terecht en andersom verwijst de gemeente schuldenaren door naar het AMW. Zij helpen bij het ordenen van schulden en komen ook achter de voordeur, dus krijgen goed inzicht in de leef-/ gezinssituatie. Mede hierom is uitbreiding van team WIS met het AMW ook wenselijk. Bij al deze overleg- of hulpstructuren voert de gemeente de regie en zij is tevens de eindverantwoordelijke, maar het is duidelijk dat het AMW op het hele gebied van zorg voor 0-100 jaar een zeer belangrijke spil is. De crisisdienst blijft wel gehandhaafd en wordt niet overgenomen door de gemeente. Dus in een acute crisissituatie, bijvoorbeeld bij een ongeval, kan beroep gedaan worden op ondersteuning of psychische bijstand van een organisatie zoals Careyn. 3.3 Zorgregisseur Naast de ontwikkeling van de regie van zorgcoördinatie in beheer van de gemeente is er een functie nodig om een integrale aanpak in onze gemeente te realiseren. Dit is de functie van zorgregisseur. De zorgregisseur valt onder het teamhoofd WIS. De GGD coördineert nu de taken van het LZN en LTHG. Vanaf 1 januari 2014 ligt dit bij de zorgregisseur. De positie van de zorgregisseur werkt op dezelfde wijze als de CJG-coördinator naar de GOSAfunctionaris. Er vindt, indien noodzakelijk, vanuit de zorgregisseur opschaling plaats naar de GOSA-functionaris. Dit is hetzelfde als bij het CJG, daar vindt ook opschaling plaats naar de GOSA-functionaris. De zorgregisseur is de ogen en oren in onze gemeente. Er wordt gewerkt op basis van, net als bij het CJG bekende systematiek: één gezin, één plan. Deze aanpak is effectief gebleken: er komt meer rust in het gezin en hulp wordt beter op elkaar afgestemd. In één gezin, één plan werken hulpverleners samen met het gezin als team, onder leiding van een zorgcoördinator. In een gezinsplan worden doelen gesteld en afspraken gemaakt, waarbij de wensen en mogelijkheden van het gezin het belangrijkste onderdeel zijn. Het gezinsplan biedt houvast en overzicht aan gezinsleden, de mensen uit hun netwerk en de betrokken hulp- en dienstverleners. In het Wmo beleidsplan 2012 2015 is het actiepunt activerend huisbezoek voor 75+ ers organiseren mogelijk door Vrijwilliger Ouderen Adviseur (VOA) opgenomen. Huisbezoeken kunnen een oplossing bieden om de mate van eenzaamheid in onze gemeente te verminderen. Ook de coördinatie van deze huisbezoeken valt onder de zorgregisseur. De toename van het aantal chronisch zieken en ouderen, een krimpende arbeidsmarkt en stijgende zorgkosten vergroten de noodzaak om zorg en ondersteuning anders in te zetten. Het kabinet Rutte II spreekt over wijkverpleegkundigen. De wijkverpleegkundige heeft een 11

belangrijk rol. Deze persoon spaart geld uit door vroegtijdige signalering, waardoor mensen geen beroep hoeven doen op zwaardere zorg. De overheid heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld voor gemeenten voor de inzet van wijkverpleegkundigen. De wijkverpleegkundige is een zorgverlener met een brede opdracht, laagdrempelig en met een plek in de wijk in samenspel met andere partijen. Vanaf 2015 wil het kabinet extra investeren in wijkverpleegkundigen met een bedrag dat oploopt tot minimaal 250 miljoen in 2017. "Zorg moet dicht bij de mensen thuis worden geleverd", aldus het regeerakkoord. Het is nu nog niet precies bekend hoe dit geïmplementeerd wordt, maar de wijkverpleegkundige krijgt mogelijkerwijs een plek in de zorgstructuur van de gemeente onder de zorgregisseur. Op deze manier hebben we de structuur al aangepast op de toekomstige ontwikkelingen. In figuur 1 op bladzijde 13 wordt de nieuwe zorgstructuur schematisch weergegeven. Nu eerst in paragraaf 3.4 bovenstaande personele wijzigingen uitgewerkt binnen het bestaande budget. 3.4 Financiën / personele gevolgen Totaal is er jaarlijks een bedrag van 89.854,- beschikbaar. Dit is opgebouwd uit: 33.854,- (LZN en LTHG) (post: 4.7140.03.01, 434.0860) 35.000,- (GOSA / BEKE) (post: 4.7150.01.04, 434.0430) 21.000,- (Wmo, huisbezoeken) (post: 4.6201.02.01, 434.0860) De maximale kosten van de zorgregisseur zullen bij een 32-urige aanstelling 62.000,- zijn (schaal 10), de maximale kosten voor een ondersteunende medewerker voor een aanstelling van 20 uur zijn 27.000,- (schaal 7). De maximale netto loonkosten en de sociale lasten passen voor deze twee functies binnen het bestaande budget van 89.854,-. Er is uitgegaan van een aanstelling van 32 uur voor de zorgregisseur, omdat de verwachting is dat het haalbaar moet zijn om het aantal casussen af te kunnen handelen en de Wmohuisbezoeken te coördineren in deze 32 uur. Om de gehele structuur per 1 januari 2014 gereed te hebben, moeten er nog zaken geregeld worden. Het gaat dan in ieder geval om: vacatures invullen voor zorgregisseur en ondersteunende medewerker, overdrachtsafspraken maken met de GGD, overleg over benodigde gegevensoverdracht, compatibiliteit C3 (computersysteem), privacyconvenant, ondertekening privacyconvenant met partners, overdragen casuïstiek GGD. Dit moet geregeld worden zodat per 1 januari 2014 de nieuwe structuur operationeel is. Na vaststelling van deze notitie wordt hiervoor een uitvoeringsplan opgesteld. 12

3.5 Schematische weergave lokale zorgstructuur vanaf 1 januari 2014 Cirkel jeugdzorg GOSA 0-100 Cirkel Awbz- Wmo JGZ 0-18 Wmo-loket / team OWO BJZ ZAT Jong. werk CJG * 23 - team WIS AMW Zorgregisseur * 23 + Etc. verslavingszorg psychische hulp VHRR Etc. Cirkel Participatiewet Figuur 1: Overzicht zorgstructuur vanaf 1 januari 2014 * CJG-coördinator en Zorgregisseur zijn in gemeentelijke dienst 13

Bijlage 1 Overzicht trajecten Trajecten Lokaal Zorg Netwerk 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Westvoorne 25 24 28 8 16 22 22 20 (bron: jaarverslag zorgpunt HV LZN en LTHG 2011 GGD en cijfers 2012 per mail aangeleverd door de GGD 22-01-2013). Trajecten Lokaal Team Huiselijk Geweld 2009 2010 2011 2012 Westvoorne 30 18 16 18 (bron: gegevens afkomstig gemeente Spijkenisse en cijfers 2012 per mail aangeleverd door de GGD 22-01-2013) (NB: vanwege een veranderde registratiewijze zijn de aantallen per jaar niet direct vergelijkbaar). Trajecten GOSA / Beke April 2011 tot december 2011 2012 Westvoorne 10 23 (bron: rapportage GOSA en BEKE groepsaanpak Westvoorne) 14

Bijlage 2: Lijst met afkortingen AMK AMW AWBZ CJG GGD RR GOSA LTHG LZN LVG JGZ OWO SISA VHRR VOA Wmo WIS Wsw Wth Wwb ZAT Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemeen Maatschappelijk Werk Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Rotterdam Rijnmond Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak Lokaal Team Huiselijk Geweld Lokaal Zorg Netwerk Licht Verstandelijk Gehandicapt Jeugd Gezondheids Zorg Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak Veiligheids Huis Rotterdam Rijnmond Vrijwillige Ouderen Adviseur Wet maatschappelijke ondersteuning Werk, Inkomen en Service Wet Sociale Werkvoorziening Wet tijdelijk huisverbod Wet Werk en Bijstand Zorg Advies Team 15