Economische Statistiek Feijenoord 2010



Vergelijkbare documenten
Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

8. Werken en werkloos zijn

bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

FEIJENOORD IN BEELD 2006

Monitor Economie 2018

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Binnenstadsmonitor. Appendix Factsheets. De staat van de Rotterdamse binnenstad. Rotterdam.nl/onderzoek stadswinkel

KRALINGEN-CROOSWIJK IN BEELD 2007

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Samenvatting WijkWijzer 2017

de Makassarbuurt De Staat van

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

9. Werknemers en bedrijfstakken

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente Dordrecht

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief

bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden STATISTISCH JAARBOEK

VOORWOORD 1 INHOUDSOPGAVE 2 INLEIDING 4

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Haarlemmermeer

KERNGEGEVENS BINNENSTAD

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Werkgelegenheid in Leiden

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Rotterdam

Kerncijfers Drechtsteden 2008

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Analyse (door)startende bedrijven (in woningen) Versie 2016 kwartaal 1

Februari Brancheschets Horeca

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Beter leven voor minder mensen

Statistisch Jaarboek 2007

Werkgelegenheidsonderzoek

Economie. Hoofdstuk Inleiding

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg

12. Vaak een uitkering

MONITOR AMSTELVEENSE ECONOMIE december 2009

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Kerngegevens Pekela. Gemeentebezoek d.d. 29 september 2006

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Sectoranalyse Horeca 2014

Kerncijfers Aantal inwoners Geboorte Sterfte Vestiging Vertrek Verhuizingen binnen gemeente 9.

Factsheet stedelijke economie. 4 e kwartaal 2018

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

ENQUÊTE BEROEPSBEVOLKING 2004 VERSIE B SCHEMA MODULE BEDRIJF

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Wijdemeren

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

WERKGELEGENHEID REGIO WATERLAND 2012

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

stad cijfers Inleiding Kerncijfers Werkgelegenheid Toename aantal banen Tabel 1: Banen en vestigingen

NOORD IN BEELD Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) April 2008

Dordrecht in de Atlas 2013

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Graydon Kwartaalmonitor

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Empel in Cijfers Januari 2007

BIJLAGEN BIJ DE REGELS

Samenvatting Twente Index 2016

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Statistisch Jaarboek economie

Statistisch Jaarboek 2005

Groei Haagse werkgelegenheid zet door

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Transcriptie:

Economische Statistiek 2010 Ludo van Dun en Annemarie Roode Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2010 In opdracht van Deelgemeente

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: Ludo van Dun en Annemarie Roode, met medewerking van Piet Schuller en Rob Stevense Project: 10-3346 Adres: Blaak 34, 3011 TA Postbus 21323, 3001 AH Telefoon: (010) 267 15 00 Telefax:(010) 267 15 01 E-Mail: infocos@sdr.rotterdam.nl Website:www.cos.rotterdam.nl 2 Economische Statistiek 2010

INHOUD 1 Inleiding 5 2 Bevolking 7 2.1 Bevolkingsontwikkeling 7 2.2 Huishoudens 10 3 Woningvoorraad 11 4 Bedrijvigheid in het algemeen 15 4.1 Bedrijfsvestigingen 15 4.2 Onveiligheidsgevoelens bedrijventerreinen 19 4.3 Werkgelegenheid 20 5 Detailhandel 23 5.1 Aantal winkels 23 5.2 Werkgelegenheid in de detailhandel 26 5.3 Onveiligheidsgevoelens 26 5.4 Bedrijfsvloeroppervlakte in de detailhandel 27 6 Horeca 29 6.1 Aantal horecagelegenheden 29 6.2 Werkgelegenheid in de horeca 31 7 De kantorensector 33 8 Verkeer en vervoer 35 Bijlagen 39 Economische Statistiek 2010 3

1 Inleiding Het deelgemeentebestuur van de deelgemeente heeft economie als één van de prioriteiten benoemd gedurende de periode 2010-2014. Deze prioriteit wordt uitgewerkt in een economische visie. Hiervoor heeft de deelgemeente informatie nodig over de huidige economische situatie in de deelgemeente. Daarnaast is het mogelijk om terug te kijken zodat de ontwikkeling kan worden geduid. De economische informatie betreft vooral de wijkeconomie van de deelgemeente. In 2004 heeft het COS, in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf, een vergelijkbare opdracht uitgevoerd. Sinds 1 januari 2010 is de buurt Kop van Zuid toegevoegd aan de deelgemeente. Voorheen werd de Kop van Zuid gerekend tot het Stadscentrum. In deze rapportage zijn alle cijfers, ook die van voor 1 januari 2010, inclusief de buurt Kop van Zuid. Dit om het weergeven ontwikkelingen mogelijk te maken. Leeswijzer In het rapport komen de volgende thema s aan bod: - Een beschrijving van de bevolking (hoofdstuk 2); - De woningvoorraad (hoofdstuk 3); - Bedrijvigheid en werkgelegenheid in (hoofdstuk 4); - De sectoren detailhandel (hoofdstuk 5), horeca (hoofdstuk 6) en kantoren (hoofdstuk 7) in ; - Verkeer en vervoer (hoofdstuk 8). In de bijlagen zijn overzichten opgenomen van de verdeling van bedrijvigheid en werkgelegenheid over branches en over de buurten van de deelgemeente. Economische Statistiek 2010 5

2 Bevolking Dit hoofdstuk besteedt aandacht aan de bevolking van deelgemeente. Aan de orde komen de ontwikkeling van het totaal aantal bewoners, de samenstelling van de bevolking naar etniciteit en leeftijd, het opleidingsniveau van de bevolking, de samenstelling van de huishoudens, het huishoudinkomen en het aantal niet-werkende werkzoekenden. 2.1 Bevolkingsontwikkeling Op 1 januari 2010 wonen er 70.422 mensen in de deelgemeente. Dat is twaalf procent van de totale se bevolking. Figuur 2-1 Ontwikkeling bevolking per 1 januari (index 2004 = 100) 1 104 102 100 98 96 94 92 90 16.574.989 592.939 70.422 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Nederland Bron: GBA/COS Sinds 2004 is het aantal bewoners in tot 2009 gestaag afgenomen, echter gedurende 2010 is er sprake van een stijging. Ook laat sinds 2004 een daling zien, maar die is minder sterk dan in. Vanaf 2008 is er in weer sprake van een toename van het aantal inwoners. Figuur 2-2 Ontwikkeling aandeel niet-westerse allochtonen per 1 januari 60% 50% 40% 30% 20% 10% Nederland 0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Bron: GBA/COS 1 Sinds 1 januari 2010 behoort de wijk Kop van Zuid tot de deelgemeente. Kop van Zuid is vanaf 2004 opgenomen in de cijfers. Economische Statistiek 2010 7

Het aandeel niet-westerse allochtonen is in 20 procentpunten hoger dan gemiddeld in. Dat is sinds 2004 niet veranderd. Op 1 januari 2010 bedraagt het percentage niet-westerse allochtonen in 57 procent, 2,5 procentpunt hoger dan in 2004. Tabel 2-1 Bevolkingssamenstelling naar etniciteit per 1 januari 2010 Nederland aantal % aantal % aantal % Surinamers 7.624 11% 52.632 9% 342.279 2% Antillianen 3.219 5% 21.066 4% 138.420 1% Kaapverdianen 1.634 2% 15.299 3% 21.006 0% Turken 13.544 19% 46.868 8% 383.957 2% Marokkanen 7.101 10% 38.982 7% 349.005 2% Overig niet-westers 6.931 10% 44.080 7% 623.627 4% Autochtonen 24.167 34% 310.163 52% 13.215.386 80% Overig EU_27 (2007) 3.608 5% 36.069 6% 897.994 5% Overig westers 2.594 4% 27.780 5% 603.315 4% Totaal 70.422 100% 592.939 100% 16.574.989 100% Bron: GBA/COS, CBS De verdeling van de bevolking in naar etniciteit wijkt af van die in de stad. Het aandeel Turken is meer dan twee keer zo groot als in. Ook wonen er in de deelgemeente relatief gezien meer Marokkanen en personen uit overige niet-westerse landen dan in. Het aandeel autochtonen in de deelgemeente is 18 procentpunten lager dan in (34 ten opzichte van 52 procent). De potentiële beroepsbevolking, alle personen van 15 tot en met 64 jaar, is begin 2010 49.410 personen groot in de deelgemeente. Dat is 70 procent van de bevolking. In behoort 69 procent van de bevolking tot deze leeftijdsgroep. Tabel 2-2 Leeftijdsopbouw van de bevolking per 1 januari 2010 Nederland aantal % aantal % aantal % 0 t/m 3 jaar 3.654 5,2% 28.344 4,8% 737.359 4,4% 4 t/m 12 jaar 7.707 10,9% 57.200 9,6% 1.787.881 10,8% 13 t/m 18 jaar 5.455 7,7% 38.934 6,6% 1.195.089 7,2% 19 t/m 23 jaar 5.539 7,9% 45.469 7,7% 1.020.242 6,2% 24 t/m 54 jaar 32.435 46,1% 273.665 46,2% 7.143.239 43,1% 55 t/m 64 jaar 7.694 10,9% 64.868 10,9% 2.152.851 13,0% 65 jaar en ouder 7.937 11,3% 84.456 14,2% 2.538.328 15,3% Bron: GBA/COS, CBS De leeftijdsopbouw in vertoont enkele kleine verschillen ten opzichte van. Het aandeel personen tot 19 jaar is in groter dan in (24 ten opzichte van 21 procent). Het aandeel 24- tot en met 64-jarigen is nagenoeg hetzelfde als het stadsgemiddelde. Er wonen relatief gezien minder 65-plussers in de deelgemeente (11 procent) dan in de stad (14 procent). Samengevat, de bevolking van is jonger dan 8 Economische Statistiek 2010

die van. Figuur 2-3 Opleidingsniveau, gemiddelde 2005 t/m 2009 100% 80% 60% midden/hoog 40% 20% laag 0% Bron: Omnibusenquêtes/COS Het opleidingsniveau van de leeftijdsgroep 23 tot 65 jaar is in de deelgemeente lager dan gemiddeld op stadsniveau. Ruim de helft van de bewoners is laag opgeleid; in is dat twee op de vijf. Figuur 2-4 Ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden als aandeel in de leeftijdsgroep 15 t/m 64 jaar per 1 januari 110 100 90 80 70 60 50 521.863 5.214 33.398 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Nederland Bron: CWI, bewerking COS Op 1 januari 2010 zijn 5.214 personen in als niet-werkende werkzoekende bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) ingeschreven. Dat is 10,6 procent in de leeftijdsgroep 15 tot en met 64 jaar. In is dit 8,1 procent, in Nederland 4,7 procent. In de periode 2004-2009 is het aantal niet-werkende werkzoekenden in en in dezelfde mate gedaald, maar wel sterker dan in Nederland. Het aandeel niet-werkende werkzoekenden blijft na 1 januari 2009 in dalen, terwijl zowel in als Nederland sprake is van een stijging. Economische Statistiek 2010 9

2.2 Huishoudens Figuur 2-5 Soort huishouden als percentage van het totaal aantal huishoudens per 1 januari 2010 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% echtparen zonder kinderen éénoudergezinnen (echt)paren met kinderen alleenwonenden Bron: GBA/COS Het aandeel alleenwonenden is iets lager in (41 procent) dan gemiddeld in (43 procent). Ook het aandeel (echt)paren zonder kinderen is lager. kent daarentegen relatief meer eenoudergezinnen en (echt)paren met kinderen dan. Figuur 2-6 Aandeel huishoudens met een laag, midden en hoog inkomen, in 2007 2 100% 80% 60% 40% laag midden hoog 20% 0% Nederland Bron: RIO 2007, CBS In 2007 heeft 62 procent van de huishoudens in een laag inkomensniveau, in is dat iets meer dan de helft (51 procent). Het landelijk gemiddelde is 40 procent. Ten opzichte van en Nederland zijn er in meer huishoudens met een laag huishoudinkomen en minder met een midden of hoog inkomen. 2 Toelichting: de grenzen voor een laag, midden en hoog inkomen zijn zo gekozen dat landelijk 40 procent in de categorie laag valt, 40 procent in de categorie midden en 20 procent in de categorie hoog. Het gaat hier om gestandaardiseerde huishoudinkomens, dat wil zeggen dat er is gecorrigeerd voor de omvang van het huishouden. 10 Economische Statistiek 2010

3 Woningvoorraad Op 1 januari 2010 bestaat de woningvoorraad in uit 32.920 woningen. Dat is elf procent van de totale se woningvoorraad. Figuur 3-1 Ontwikkeling van de woningvoorraad per 1 januari (index 2004 = 100) 110 105 100 95 289.779 32.920 90 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Bron: WBOB / COS Vergeleken met 2004 is de woningvoorraad in op 1 januari 2010 vrijwel even groot. De se woningvoorraad is sinds 2004 met een procent gegroeid. Figuur 3-2 Percentage huur- en koopwoningen per 1 januari 2010 100% 80% 60% koopwoningen 40% 20% huurwoningen 0% Bron: WBOB / COS Het percentage koopwoningen in de deelgemeente (19 procent) is aanzienlijk lager dan in (33 procent). Economische Statistiek 2010 11

Figuur 3-3 Percentage goedkope, middeldure en dure koopwoningen per 1 januari 2010 3 100% 80% 60% 40% 20% duur middelduur goedkoop 0% Bron: WBOB / COS Meer dan de helft van het aantal koopwoningen in bevindt zich in het goedkope segment (56 procent). In is 46 procent van de koopwoningen goedkoop. In de deelgemeente is 19 procent van de koopwoningen duur, in is dat 25 procent. Tabel 3-1 Gemiddelde WOZ-waarde per 1 januari 2010 gemiddelde WOZ-waarde in 183.000 222.250 Bron: WBOB/COS en Gemeentelijke Belasting, bewerking COS De WOZ-waarde is in gemiddeld lager dan in : 183.000 ten opzichte van 222.250. 3 De grenzen per 1 januari 2010 zijn als volgt: goedkoop tot 181.000, middelduur van 181.000 tot 245.000 en duur vanaf 245.000. 12 Economische Statistiek 2010

Figuur 3-4 Woningvoorraad naar gestapeld en grondgebonden in percentage van het totaal aantal woningen, 1 januari 2010 100% 80% 60% gestapeld 40% 20% grondgebonden 0% Bron: WBOB, COS Zowel in als in is driekwart van de woningen gestapeld. Figuur 3-5 Toegevoegde en gesloopte woningen in 2009 als percentage van de gemiddelde woningvoorraad in 2009 1,0% 0,5% 0,0% nieuwe woningen gesloopte woningen -0,5% -1,0% Bron: ds+v, COS Gedurende het jaar 2009 zijn in 279 nieuwe woningen beschikbaar gekomen en zijn er 205 woningen gesloopt (waarvan 124 in Hillesluis). In de deelgemeente is verhoudingsgewijs meer nieuwbouw toegevoegd aan de woningvoorraad en is er ook meer gesloopt dan gemiddeld in. Economische Statistiek 2010 13

Figuur 3-6 Ouderdom woningvoorraad: percentage van de totale woningvoorraad per 1 januari 2010 100% 80% 60% voor 1950 1950 tot 1980 40% 20% 0% Bron: WBOB, COS 1980 tot 2000 2000 en recenter In dateert 56 procent van de woningvoorraad van voor 1950, in is dat 34 procent. In de periode 1950 tot 1980 zijn verhoudingsgewijs beduidend minder woningen toegevoegd dan gemiddeld in (4 ten opzichte van 30 procent). De laatste tien jaar zijn er verhoudingsgewijs juist meer woningen in (10 procent) gebouwd dan gemiddeld in (8 procent). 14 Economische Statistiek 2010

4 Bedrijvigheid in het algemeen In dit hoofdstuk wordt de bedrijvigheid in beschreven. Eerst wordt de ontwikkeling van het aantal bedrijfsvestigingen en de kenmerken van de huidige bedrijfsvestigingen in kaart gebracht. Vervolgens komt de werkgelegenheid aan bod. 4.1 Bedrijfsvestigingen Op 1 januari 2010 zijn er in 2.214 bedrijfsvestigingen. Dit betekent dat 9 procent van alle bedrijfsvestigingen in in deze deelgemeente is gevestigd. In zijn er op 1 januari 2010 25.535 bedrijfsvestigingen. Figuur 4-1 Ontwikkeling van het aantal bedrijfsvestigingen per 1 januari (index 2001 = 100) 115 110 105 100 95 90 85 80 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 25.535 2.214 Na 2002 daalt het aantal bedrijfsvestigingen in in tegenstelling tot in. Terwijl niet onder het aantal in 2001 komt, ligt het aantal bedrijfsvestigingen in tussen 2003 en 2008 onder dat van 2001. Sinds 2006 stijgt het aantal bedrijfsvestigingen zowel in als in. De stijging in is sterker. Na 2008 komt het aantal bedrijfsvestigingen in weer boven het aantal van 2001 uit. Vergelijken we 2010 met 2001 dan is de groei in 10 procent. Het aantal bedrijfsvestigingen in is in dezelfde periode met bijna 13 procent gegroeid. Economische Statistiek 2010 15

Tabel 4-1 Aantal bedrijfsvestigingen en werkzame personen per buurt, 1 januari 2010 Buurten Bedrijfsvestigingen Werkzame personen Kop van Zuid 123 10.626 Kop van Zuid-Entrepot 278 1.741 Vreewijk 353 6.395 Bloemhof 352 1.882 Hillesluis 415 1.509 Katendrecht 93 542 Afrikaanderwijk 224 1.084 153 3.109 Noordereiland 223 892 Totaal 2.214 27.780 In de buurt Hillesluis bevinden zich de meeste bedrijfsvestigingen (415). De meeste werkgelegenheid vinden we echter op de Kop van Zuid (10.626). Figuur 4-2 100% 80% 60% 40% Bedrijfsvestigingen naar aantal werkzame personen (12 uur of meer per week) per 1 januari 2010 meer dan 100 werkenden 51 t/m 100 werkenden 11 t/m 50 werkenden 6 t/m 10 werkenden 20% 2 t/m 5 werkenden 0% 1 werkende Van de bedrijfsvestigingen heeft 82 procent maximaal vijf personen in dienst die 12 uur of meer per week werken. In geldt dat voor 76 procent. Bijna de helft (48 procent) van de bedrijfsvestingen heeft maar één werkende (in : 44 procent). De grotere bedrijfsvestigingen, afgemeten aan het aantal werkenden, komen in minder voor dan in. In de bijlagen, de tweede tabel, is de grootte van bedrijfsvestigingen naar aantal werkzame personen naar branche op 1 januari 2010 opgenomen. In de tabel is te zien dat de meeste bedrijfsvestigingen in de deelgemeente zich bevinden in de overige zakelijke dienstverlening (21 procent van het totaal aantal vestigingen), gevolgd door de gezondheids- en welzijnszorg 16 Economische Statistiek 2010

(12 procent). In de branche gezondheids- en welzijnszorg zijn de meeste personen werkzaam (een kwart), gevolgd door openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen (18 procent) en overige zakelijke dienstverlening (14 procent). Figuur 4-3 Bedrijfsvestigingen naar bedrijfstak per 1 januari 2010 industrie bouwnijverheid groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) detailhandel non-food detailhandel voedings- en genotmiddelen horeca zakelijke dienstverlening overheid en verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening overige 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% De verdeling van bedrijfsvestigingen naar bedrijfstakken vertoont weinig verschillen tussen en. De grootste bedrijfstak in is de zakelijke dienstverlening. Bijna een kwart (23 procent) van de bedrijfsvestigingen behoort hiertoe. Dat is bijna net zo veel als in (24 procent). Van de bedrijfsvestigingen behoort 17 procent tot de detailhandel waarvan drie procent gespecialiseerd is in voedings- en genotmiddelen. In is de detailhandel verhoudingsgewijs net zo groot. De horeca is relatief goed vertegenwoordigd in. Economische Statistiek 2010 17

Per saldo is het aantal bedrijfsvestigingen gedurende het jaar 2009 met 124 toegenomen in. Voor was er sprake van een toename van 1.250. Relatief gezien is er sprake van 6 procent groei van het aantal bedrijfsvestigingen in en 5 procent groei gemiddeld in. Figuur 4-4 Mutaties bedrijfsvestigingen 2009 als percentage van het gemiddeld aantal bedrijfsvestigingen 2009 en 2010 15% 10% 5% 0% -5% vestigingen vertrekkers oprichtingen opheffingen -10% Vergeleken met het se gemiddelde is in het aantal bedrijfsvestigingen dat naar buiten het gebied is verhuisd (de vertrekkers) even groot (2 procent). Het aandeel opheffingen in is 7 procent van het totaal aantal bedrijfsvestigingen, één procent hoger dan in. Opheffingen zijn bedrijven die zijn gestopt, door een faillissement of door simpelweg op te houden met de activiteiten. Het aandeel oprichtingen (nieuwe bedrijven in het gebied, waaronder starters) is 13 procent en het aandeel vestigingen (naar de deelgemeente verhuisde bedrijven of bedrijfsvestigingen) twee procent, terwijl dat in 12 respectievelijk 2 procent is. Tabel 4-2 Aantal starters en percentage van het gemiddeld totaal aantal opgerichte bedrijven met minder dan 10 werkenden gedurende 2009 aantal 199 1.914 % van het totaal 9% 8% Van de opgerichte bedrijfsvestigingen behoren 199 tot de starters 4. Dit is 9 procent van het totaal aantal bedrijfsvestigingen. In is het percentage starters 8 procent. Van het aantal opheffingen in (158) gaat het in twaalf gevallen om een faillissement (8 procent); voor gaat het om 145 faillissementen op 1.580 opheffingen (9 procent). 4 Starters zijn nieuwe bedrijven met niet meer dan 10 werkzame personen. Deze bedrijven zijn geen overheidsinstelling en geen filiaal van een ander bedrijf. 18 Economische Statistiek 2010

Figuur 4-5 Indexcijfers aantal bedrijfsvestingen per bedrijfstak (2004 =100) totaal industrie bouwnijverheid groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) detailhandel non-food detailhandel voedings- en genotmiddelen horeca zakelijke dienstverlening overheid en verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening overige 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 2007 2007 2010 2010 Het totaal aantal bedrijfsvestigingen in is in 2010 11 procent hoger dan in 2004. Hetzelfde geldt voor. Het aantal winkels is daarentegen behoorlijk gedaald, met name de winkels voor dagelijkse goederen (voedings- en genotsmiddelen). In 2010 zijn er 16 procent minder winkels voor dagelijkse goederen dan in 2004. De drie bedrijfstakken waar het aantal vestigingen sinds 2004 het meest is toegenomen, zijn: gezondheids en welzijnszorg (met liefst 59 procent, net zo veel als gemiddeld in ), bouwnijverheid (43 procent, in 25 procent) en zakelijke dienstverlening (40 procent, in 22 procent). 4.2 Onveiligheidsgevoelens bedrijventerreinen In de Monitor Veilig Ondernemen van de Directie Veiligheid wordt sinds 2004 jaarlijks gerapporteerd over de veiligheidssituatie van ondernemers op stedelijk niveau, en sinds 2006 ook op het niveau van bedrijventerreinen. Van de negen onderscheiden bedrijventerreinen op Zuid, liggen er drie in de deelgemeente. Economische Statistiek 2010 19

Tabel 4-3 Percentage ondernemers dat zich in de (omgeving van de) vestiging nooit onveilig voelt Bedrijventerrein % nooit onveilig in vestiging % nooit onveilig in omgeving vestiging 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Maashaven 68 89 77 42 58 52 Stadionweg 74 78 72 77 47 68 72 66 Motorstraat/Dynamostraat 54 83 55 38 67 45 76 76 77 75 71 69 73 73 Bron: Monitor Veilig Ondernemen 2010, bewerking COS Het percentage ondernemers dat zich in de vestiging nooit onveilig voelt is het laagst in de Motorstraat / Dynamostraat. Ondernemers in de bedrijventerreinen Maashaven en Stadionweg voelen zich ongeveer even veilig in de vestiging als gemiddeld in. In de omgeving van de vestiging voelen ondernemers op de bedrijventerreinen in zich vaker onveilig dan gemiddeld in. 4.3 Werkgelegenheid Op 1 januari 2010 werken er 27.780 personen in een bedrijf dat in gevestigd is. Dat is 9 procent van de totale se werkgelegenheid. Op 1 januari 2010 zijn er in 299.146 personen 12 uur of meer per week werkzaam. Figuur 4-6 Ontwikkeling van het aantal werkzame personen per 1 januari (index 2001 = 100) 140 130 120 110 100 90 80 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 27.780 299.146 Sinds 2001 is de werkgelegenheid in aanzienlijk gegroeid, terwijl in op 1 januari 2010 minder mensen werkzaam zijn dan in 2001 (-1,9 procent). De werkgelegenheid is in met name vanaf 2007 gestaag gegroeid terwijl het aantal werkzame personen in in dezelfde periode vrijwel gelijk is gebleven. Vooral op de Kop van Zuid is de werkgelegenheid sinds 2001 sterk gestegen: met 173 procent. 20 Economische Statistiek 2010

Figuur 4-7 Werkzame personen naar bedrijfstak per 1 januari 2010 industrie bouwnijverheid groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) detailhandel non-food detailhandel voedings- en genotmiddelen horeca zakelijke dienstverlening overheid en verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening overige 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Een kwart van de werkgelegenheid van is te vinden in de gezondheids- en welzijnszorg. Ook overheid en verplichte sociale verzekeringen (18 procent), de zakelijke dienstverlening (15 procent) en het onderwijs (12 procent) zijn van belang in. Verhoudingsgewijs zijn de gezondheids- en welzijnszorg, overheid en verplichte sociale verzekeringen en het onderwijs in beter vertegenwoordigd dan in. Economische Statistiek 2010 21

Figuur 4-8 Indexcijfers aantal werkzame personen per bedrijfstak (2004 =100) totaal industrie bouwnijverheid groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) detailhandel non-food detailhandel voedings- en genotmiddelen horeca zakelijke dienstverlening overheid en verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening overige 0 50 100 150 200 250 2007 2007 2010 2010 De werkgelegenheid binnen de zakelijke dienstverlening is vergeleken met 2004 (en 2007) fors gestegen. In 2010 werken er meer dan twee keer zo veel personen in deze bedrijfstak als in 2004. Ook binnen groothandel en handelsbemiddeling, overheid en verplichte sociale verzekeringen en cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening is het aantal werkzame personen sinds 2004 aanzienlijk toegenomen. Het aantal mensen dat in winkels voor dagelijkse goederen ( detailhandel voedings- en genotmiddelen ) werkt, neemt het meest af: bijna een kwart. Binnen is de totale werkgelegenheid tussen 2004 en 2010 met 23 procent toegenomen, in is de totale werkgelegenheid met twee procent afgenomen. 22 Economische Statistiek 2010

5 Detailhandel In dit hoofdstuk wordt eerst aandacht besteed aan (de ontwikkeling van) het aantal vestigingen. Vervolgens komt de werkgelegenheid aan de orde. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de bedrijfsvloeroppervlakte in de detailhandel. 5.1 Aantal winkels Op 1 januari 2010 telt 298 bedrijfsvestigingen in de detailhandel (winkels). Op 1 januari 2004 waren dat er 361. Figuur 5-1 Indexcijfers detailhandelvestigingen per 1 januari (2004=100) 0 20 40 60 80 100 120 2004 2007 2010 Tussen 1 januari 2004 en 1 januari 2010 is in het aantal winkels met 17 procent afgenomen. In de deelgemeente is de daling groter dan gemiddeld in (11 procent). Tabel 5-1 Aantal winkels per winkelgebied Naam winkelgebied 2004 2010 Boulevard Zuid 136 103 Winkeldriehoek Afrikaanderwijk 35 26 Groenezoom 13 10 Vuurplaat 14 15 Dordtselaan 13 20 Oranjeboomstraat 13 12 Strevelsweg 13 15 Noordereiland 10 7 Winkels niet in winkelgebied 114 90 Totaal 361 298 kent volgens de stedelijke definitie twee winkelgebieden: Boulevard Zuid en de Winkeldriehoek Afrikaanderwijk; daarnaast zijn er nog zes gebieden waar diverse functies zijn geconcentreerd : Groenezoom, Vuurplaat, Dordtselaan, Oranjeboomstraat, Strevelsweg en Economische Statistiek 2010 23

Noordereiland. Van de 298 winkels bevinden zich er 208 in één van deze acht gebieden. Tabel 5-2 Aantal winkels en supermarkten per buurt Buurten winkels supermarkten Kop van Zuid 2 0 Kop van Zuid-Entrepot 27 2 Vreewijk 37 3 Bloemhof 74 6 Hillesluis 98 9 Katendrecht 7 1 Afrikaanderwijk 31 5 11 3 Noordereiland 11 2 Totaal 298 31 Het grootste aantal winkels, en ook het grootste aantal supermarkten, is te vinden in Hillesluis. Figuur 5-2 Verhouding food/non-food winkels 100% 80% 60% 40% 20% food non-food 0% Van de winkels in is 34 procent een winkel waar voedingswaren worden verkocht. Gemiddeld in is dit ruim een kwart. 24 Economische Statistiek 2010

Figuur 5-3 Mutaties detailhandelvestigingen gedurende het jaar 2009 als percentage van het gemiddeld aantal detailhandelvestigingen 2009 en 2010 10% 5% 0% vestigingen vertrekkers oprichtingen opheffingen -5% -10% Gedurende 2009 is het aantal detailhandelvestigingen per saldo met drie gestegen (1 procent). In zijn er gedurende 2009 per saldo zestien detailhandelvestigingen verdwenen (een half procent). In en is het aantal opgeheven vestigingen (bedrijven die zijn gestopt, door een faillissement of door simpelweg op te houden met de activiteiten) 6 procent van het gemiddeld aantal vestigingen over 2009 en 2010. Verhoudingsgewijs zijn er in meer vestigingen opgericht dan in : 7 ten opzichte van 5 procent. Dit zijn nieuwe bedrijven in het gebied waartoe ook starters behoren. Het aandeel vertrekkers (bedrijven die uit het gebied zijn verhuisd) en vestigingen (naar het gebied verhuisde bestaande bedrijven) in de deelgemeente en is minder dan een procent van het totaal aantal detailhandelvestigingen. Tabel 5-3 Starters detailhandel gedurende het jaar 2009: aantal en als percentage van het gemiddeld aantal detailhandelvestigingen per 1 januari 2009 en 2010 aantal 14 87 % van het totaal 4,7% 2,7% Veertien detailhandelvestigingen worden gerekend tot de starters. Starters zijn nieuwe bedrijven met niet meer dan 10 werkzame personen. Deze bedrijven zijn geen filiaal van een ander bedrijf. kende over 2009 87 starters in de detailhandel. Economische Statistiek 2010 25

Tabel 5-4 Aantal weekmarkten, gemiddeld aantal standplaatsen, maximum en minimum aantal standplaatsen weekmarkten, 2010 Weekmarkten: aantal dagen per week 2 20 Standplaatsen gemiddeld aantal 311 114 minimaal aantal 311 6 maximaal aantal 311 439 NB Het aantal dagen per week in is inclusief de zondagsmarkt op de Binnenrotte tussen half april en eind september Bron: afdeling Markten en Straathandel, Stadstoezicht, bewerking COS heeft de op één na grootste markt van (na de Centrummarkt op de Binnenrotte): op het Afrikaanderplein wordt twee dagen in de week markt gehouden. 5.2 Werkgelegenheid in de detailhandel Figuur 5-4 Indexcijfers aantal werkzame personen in detailhandel per 1 januari 2010 (2004=100) 0 20 40 60 80 100 120 2004 2007 2010 Begin 2010 zijn in de detailhandel van 991 mensen 12 uur of meer per week aan het werk. Ten opzichte van begin 2004 is dit een afname van 14 procent. In is het aantal werkzame personen in de detailhandel ook afgenomen, maar iets minder sterk: tien procent. 5.3 Onveiligheidsgevoelens In de Monitor Veilig Ondernemen van de Directie Veiligheid wordt sinds 2004 jaarlijks gerapporteerd over de veiligheidssituatie van ondernemers op stedelijk niveau, en sinds 2006 ook op het niveau van winkelgebieden. In de Monitor worden in vier winkelgebieden 26 Economische Statistiek 2010

onderscheiden. Tabel 5-5 Percentage ondernemers dat zich in de (omgeving van de) vestiging nooit onveilig voelt Winkelgebied % nooit onveilig in vestiging % nooit onveilig in omgeving vestiging 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Afrikaanderwinkeldriehoek 62 57 42 74 65 52 58 68 Boulevard Zuid 60 58 56 69 51 50 45 61 Dordtselaan 50 54 33 42 50 54 33 35 Vuurplaat 59 77 50 85 Winkelgebieden 64 63 63 66 62 57 59 62 Deelgemeente 68 70 71 74 63 59 64 71 76 76 77 75 71 69 73 73 Bron: Monitor Veilig Ondernemen 2010, bewerking COS Vergeleken met voelen ondernemers in de deelgemeente zich net zo veilig, zowel in de vestiging als in de omgeving van de vestiging. Dat geldt niet voor de ondernemers aan de Dordtselaan: zes op de tien ondernemers voelen zich in de vestiging wel eens onveilig en bijna tweederde voelt zich in de omgeving van de vestiging wel eens onveilig. Voor de ondernemers in is de situatie ten opzichte van 2008 verbeterd. 5.4 Bedrijfsvloeroppervlakte in de detailhandel beschikt over 71.899 m 2 bedrijfsvloeroppervlakte in de detailhandel. Dit is acht procent van de oppervlakte in. Gemiddeld per vestiging is dit 130 m 2, minder dan gemiddeld in (195 m 2 ). Tabel 5-6 Totaal aantal en gemiddeld aantal m 2 bedrijfsvloeroppervlakte in de detailhandel, 1 januari 2010 totaal 71.899 927.642 gemiddeld per vestiging 130 195 Bron: Locatus, bewerking COS Economische Statistiek 2010 27

28 Economische Statistiek 2010

6 Horeca In dit hoofdstuk komt allereerst (de ontwikkeling van) het aantal horecagelegenheden en het aantal starters in de horeca aan de orde. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de werkgelegenheid binnen de horeca. Onder horeca wordt binnen dit kader verstaan cafés, restaurants, snackbars, ijssalons en hotels en pensions. Bedrijfs- en sportkantines, theaters en bioscopen zijn niet meegeteld. 6.1 Aantal horecagelegenheden Op 1 januari 2010 telt 179 vestigingen in de horeca. Dat is 12 procent van alle horecavestigingen in. Er zijn verhoudingsgewijs veel cafés in. Tabel 6-1 Aantal horecagelegenheden per 1 januari 2010 Soort horecagelegenheid aantal aandeel van de stad aantal hotels, pensions en conferentieoorden 2 5% 37 hotel-restaurants 1 3% 30 restaurants 49 11% 436 cafetaria's 41 9% 451 ijssalons 1 8% 13 cafés 85 18% 484 Totaal 179 12% 1.451 Figuur 6-1 Indexcijfers horecavestigingen per 1 januari (2004=100) 75 80 85 90 95 100 105 2004 2007 2010 Het aantal horecavestigingen in is sinds begin 2004 met 16 procent afgenomen. In dezelfde periode nam het aantal horecavestigingen in ook af, maar minder (5 procent). Economische Statistiek 2010 29

Figuur 6-2 Mutaties horecavestigingen gedurende het jaar 2009 als percentage van het gemiddeld aantal horecavestigingen 2009 en 2010 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% vestigingen vertrekkers oprichtingen opheffingen -4% -6% -8% Het aantal horecavestigingen dat uit het gebied is verhuisd (de vertrekkers) en het aantal horecavestigingen dat is gestopt door faillissement of gewoon gestopt is met de activiteiten (de opheffingen), is samen kleiner dan het aantal naar het gebied verhuisde bestaande bedrijven of bedrijfsvestigingen (de vestigingen) en nieuwe bedrijven in het gebied, waaronder starters (de oprichtingen). In 2009 zijn er per saldo vier horecagelegenheden bij gekomen in (in 30). Dit betekent een toename van twee procent, hetzelfde als gemiddeld in. Tabel 6-2 Starters horeca gedurende het jaar 2009: aantal en als percentage van het gemiddeld aantal horecavestigingen per 1 januari 2009 en 2010 aantal 7 56 % van het totaal 4,0% 3,9% Zeven horecavestigingen worden gerekend tot de starters 5. Verhoudingsgewijs waren er gedurende 2009 vrijwel net zo veel starters in als in. 5 Starters zijn nieuwe bedrijven met niet meer dan 10 werkzame personen; deze bedrijven zijn geen overheidsinstelling en geen filiaal van een ander bedrijf. 30 Economische Statistiek 2010

6.2 Werkgelegenheid in de horeca Begin 2010 werken er in de horecasector van 820 personen 12 uur of meer per week. Dat is 10 procent van de totale se werkgelegenheid in de horeca. In gaat het om 8.187 personen. Figuur 6-3 Indexcijfers werkgelegenheid in de horeca, per 1 januari (2004=100) 0 20 40 60 80 100 120 140 2004 2007 2010 In vergelijking met 2004 is de werkgelegenheid in 2010 in met 7 procent afgenomen. In is in dezelfde periode het aantal werkzame personen in de horeca met 8 procent toegenomen. Figuur 6-4 Aandeel werkzame personen (12 uur of meer per week) in diverse horecagelegenheden, per 1 januari 2010 100% 80% 60% 40% cafés e.d. restaurants, cafetaria's e.d. 20% 0% hotels, pensions en conferentie-oorden In werken in de horeca verhoudingsgewijs meer mensen in cafés en in hotels en pensions en minder in restaurants dan in. Economische Statistiek 2010 31

32 Economische Statistiek 2010

7 De kantorensector Op 1 januari 2010 beschikt over 310.100 m 2 kantoorvloeroppervlakte. Dat is 7 procent van de totale se kantoorvloeroppervlakte. De totale kantoorvloeroppervlakte in bedraagt 4.137.700 m 2. Figuur 7-1 Ontwikkeling kantoorvloeroppervlakte in m 2 (index 2008=100) 130 120 110 100 90 310.100 4.137.700 80 2008 2009 2010 Bron: ds+v/i&d, bewerking COS Ten opzichte van 1 januari 2008 is de kantoorvloeroppervlakte toegenomen met 23 procent (in met 13 procent). Deze toename in is vrijwel volledig in het jaar 2008 gerealiseerd. Economische Statistiek 2010 33

34 Economische Statistiek 2010

8 Verkeer en vervoer In het laatste hoofdstuk over verkeer en vervoer wordt aandacht besteed aan: de mening van bewoners over de doorstroming in de stad 6, het totaal aantal verplaatsingen per vervoerswijze en per afstand, de keuze van het vervoermiddel voor woon-werkverkeer en de bezettingsgraad van het betaald parkeren. Figuur 8-1 Mening bewoners over de doorstroming van de auto door de stad, gemiddeld over 2009 en 2010 100% 80% 60% 40% 20% (zeer) positief geen mening (zeer) negatief 0% Bron: Omnibusenquête 2009 en 2010, COS Er is weinig verschil van mening tussen de bewoners in en de gemiddelde mer over de doorstroming van de auto door de stad: 27 procent in en 30 procent in is (zeer) positief. Figuur 8-2 Mening bewoners over doorstroming van de bus en tram, gemiddeld over 2009 en 2010 100% 80% 60% 40% 20% (zeer) positief geen mening (zeer) negatief 0% Bron: Omnibusenquête 2009 en 2010, COS Over de doorstroming van bus en tram zijn de bewoners in meer te spreken dan de gemiddelde mer: 65 procent is (zeer) positief ten opzichte van 55 procent gemiddeld in. 6 Gegevens over de doorstroming in de stad zijn gebaseerd op de laatste twee edities van de jaarlijkse Omnibusenquête. In totaal gaat het om 200 respondenten uit en 2.400 uit. Economische Statistiek 2010 35

Figuur 8-3 Totaal aantal verplaatsingen per persoon per dag naar wijze van vervoer, gemiddeld over 2004 t/m 2008 7 100% 80% 60% 40% 20% 0% Nederland overig lopen fiets bromfiets/snorfiets bus/tram/metro trein auto als passagier auto als bestuurder Bron: MON, bewerking COS De inwoners van verplaatsen zich vooral lopend (29 procent) of met de auto als bestuurder (21 procent). mers doen dit het meest met de auto als bestuurder (27 procent) en lopend (25 procent). Een derde van de Nederlanders neemt de auto (als bestuurder), gevolgd door de fiets (26 procent). Verder valt op dat inwoners uit (14 procent) en (12 procent) aanzienlijk vaker met bus/tram of metro gaan dan de Nederlander (3 procent). Als bewoners van een grote stad gebruiken bewoners uit of vaker het openbaar vervoer dan gemiddeld in Nederland. Figuur 8-4 Totaal aantal verplaatsingen per persoon per dag naar afstandsklasse, gemiddeld over 2004 t/m 2008 100% 80% 60% >= 30 km 15 t/m 29 km 40% 20% 0% Nederland 5 t/m 14 km < 5 km Bron: MON, bewerking COS Vergeleken met en Nederland leggen inwoners uit minder vaak een grote afstand af: minder inwoners uit verplaatsen zich over een afstand van 15 kilometer of meer: 13 procent in tegen 17 procent in en 18 procent in Nederland. 7 Afkomstig uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON), een jaarlijks uitgevoerd continu dagelijks onderzoek middels een schriftelijke basisenquête in heel Nederland. De hier gebruikte gegevens zijn gebaseerd op 220 onafhankelijke waarnemingen in deelgemeente en 3.200 waarnemingen voor. 36 Economische Statistiek 2010

Figuur 8-5 100% 80% 60% 40% Keuze vervoermiddel voor woon-werkverkeer, gemiddeld over 2009 en 2010 ander vervoermiddel of lopend fiets openbaar vervoer 20% 0% auto (bestuurder of passagier) Bron: Omnibusenquête 2009 en 2010, COS Inwoners uit maken voor het woon-werkverkeer net zo vaak gebruik van de auto en het openbaar vervoer als de gemiddelde mer. Vaker dan gemiddeld in gaan inwoners van lopend of met een ander vervoersmiddel dan auto, openbaar vervoer of fiets naar het werk. Figuur 8-6 Bezettingsgraad parkeerplaatsen betaald parkeren en aantal parkeerplaatsen, najaar 2009 100% 80% 60% 40% 20% 0% 5.448 66.060 bezettingsgraad donderdagmiddag 5.448 65.194 bezettingsgraad donderdagavond 5.517 66.101 bezettingsgraad zaterdagmiddag 5.448 64.793 bezettingsgraad zaterdagavond Bron: Stadstoezicht, bewerking COS heeft gemiddeld (over vier meetmomenten: donderdagmiddag en avond en zaterdagmiddag en avond) 5.500 parkeerplaatsen waar men moet betalen voor parkeren. De bezetting daarvan ligt op donderdag- en zaterdagmiddag net boven de 50 procent. Op donderdag- en zaterdagavond is tweederde bezet. kent 65.500 parkeerplaatsen met betaald parkeren. De bezetting in is op donderdag- en zaterdagmiddag wat hoger dan in, maar op donderdag- en zaterdagavond vergelijkbaar met. Economische Statistiek 2010 37

38 Economische Statistiek 2010

Bijlagen Tabel bijlage-1 Bedrijfsvestigingen naar branches en bedrijfsgrootte per 1 januari 2004 Bedrijfsgrootte Branches bedrijfsvestigingen 1 2 t/m 5 6 t/m 10 11 t/m 50 51 t/m 100 101 t/m 200 meer dan 200 Totaal Aantal werkzame personen landbouw, visserij, winning van delfstoffen 2 0 1 1 0 0 0 4 28 overige industrie 32 37 7 2 1 1 3 83 2.098 nutsbedrijven 0 0 0 0 0 1 0 1 130 bouwnijverheid 82 30 3 4 0 0 0 119 299 handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations 20 29 6 1 0 0 0 56 158 groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) 48 38 3 2 0 0 0 91 222 niet-gespecialiseerde detailhandel in winkel 6 18 2 10 0 0 0 36 275 gespecialiseerde detailhandel in voedings- en genotmiddelen 31 44 4 1 0 0 0 80 195 detailhandel in farmaceutische en medische artikelen, parfums en cosmetica 1 10 7 3 0 0 0 21 124 overige gespecialiseerde detailhandel in winkel 85 110 10 3 0 0 0 208 510 detailhandel in tweedehands goederen en antiek in winkel 7 5 0 0 0 0 0 12 23 detailhandel niet in winkel 21 5 0 0 0 0 0 26 33 reparatie tbv particulieren (niet van auto's en motorfietsen) 8 5 1 0 0 0 0 14 27 hotels, pensions en conferentieoorden 1 1 0 0 0 0 1 3 284 kampeerterreinen en overige voorzieningen voor recreatief verblijf 1 0 0 0 0 0 0 1 1 restaurants, cafeteria s, snackbars e.d. 13 71 10 4 0 0 0 98 364 cafés e.d. 33 75 3 0 0 0 0 111 237 kantines en catering 2 3 0 1 0 0 0 6 29 vervoer over land 19 11 0 1 1 1 0 33 241 vervoer over water 7 69 2 1 0 0 0 79 224 dienstverlening tbv het vervoer 15 16 5 6 0 0 1 43 999 post en telecommunicatie 16 5 2 1 1 0 1 26 931 NB Het betreft hier de werkzame personen die 12 uur of meer per week werken Economische Statistiek 2010 39

(vervolg) Bedrijfsgrootte 1 2 t/m 5 6 t/m 10 11 t/m 50 51 t/m 100 101 t/m 200 meer dan 200 Totaal Aantal werkzame personen Branches bedrijfsvestigingen financiële instellingen 1 1 2 1 0 0 0 5 39 verzekeringswezen en pensioenfondsen 0 0 1 0 0 0 1 2 276 activiteiten tbv of verwant aan financiële instellingen 5 9 3 2 1 0 0 20 168 verhuur van en handel in onroerend goed 7 9 4 9 1 0 0 30 307 verhuur transportmiddelen, machines en werktuigen 11 8 2 0 0 0 0 21 47 computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. 34 9 2 1 0 0 0 46 104 speur- en ontwikkelingswerk 4 0 1 0 0 0 0 5 9 overige zakelijke dienstverlening 157 76 23 33 2 1 0 292 1.488 openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen 0 1 0 0 5 2 5 13 3.598 basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs 6 0 2 38 1 0 0 47 998 voortgezet onderwijs 2 2 0 4 3 1 2 14 1.205 hoger onderwijs 0 0 0 0 0 0 1 1 990 overig onderwijs 19 2 3 3 0 0 0 27 106 gezondheids- en welzijnszorg 38 54 30 33 3 0 5 163 5.471 milieudienstverlening, cultuur, sport, recreatie, overige dienstverlening 87 66 4 5 0 0 0 162 416 Totaal 821 819 143 170 19 7 20 1.999 22.654 NB Het betreft hier de werkzame personen die 12 uur of meer per week werken 40 Economische Statistiek 2010

Tabel bijlage 2 Bedrijfsvestigingen naar branches en bedrijfsgrootte per 1 januari 2010 Bedrijfsgrootte 1 2 t/m 5 6 t/m 10 11 t/m 50 51 t/m 100 101 t/m 200 meer dan 200 Totaal Aantal werkzame personen Branches bedrijfsvestigingen landbouw, visserij, winning van delfstoffen 11 0 0 0 0 0 0 11 11 overige industrie 49 36 6 5 2 1 2 101 2.213 nutsbedrijven 0 0 0 0 1 0 0 1 71 bouwnijverheid 122 39 5 4 0 0 0 170 359 handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations 20 20 1 1 0 0 0 42 93 groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) 45 32 1 3 0 1 0 82 352 niet-gespecialiseerde detailhandel in winkel 10 7 4 10 0 0 0 31 307 gespecialiseerde detailhandel in voedings- en genotmiddelen 29 39 0 1 0 0 0 69 150 detailhandel in farmaceutische en medische artikelen, parfums en cosmetica 1 5 9 3 0 0 0 18 124 overige gespecialiseerde detailhandel in winkel 74 88 5 2 0 0 0 169 391 detailhandel in tweedehands goederen en antiek in winkel 6 2 0 0 0 0 0 8 10 detailhandel niet in winkel 40 8 0 0 0 0 0 48 54 reparatie tbv particulieren (niet van auto's en motorfietsen) 8 4 0 0 0 0 0 12 15 hotels, pensions en conferentieoorden 1 1 0 0 0 0 1 3 276 restaurants, cafeteria s, snackbars e.d. 16 63 8 4 0 0 0 91 338 cafés e.d. 23 57 5 0 0 0 0 85 206 kantines en catering 10 0 2 2 0 0 0 14 67 vervoer over land 16 4 0 3 1 0 0 24 191 vervoer over water 6 22 2 2 0 0 1 33 402 dienstverlening tbv het vervoer 9 13 3 7 0 0 1 33 1.119 post en telecommunicatie 20 3 2 1 0 0 1 27 638 NB Het betreft hier de werkzame personen die 12 uur of meer per week werken Economische Statistiek 2010 41

(vervolg) Bedrijfsgrootte 1 2 t/m 5 6 t/m 10 11 t/m 50 51 t/m 100 101 t/m 200 meer dan 200 Totaal Aantal werkzame personen Branches bedrijfsvestigingen financiële instellingen 0 3 0 2 0 0 0 5 58 verzekeringswezen en pensioenfondsen 1 0 0 0 0 0 0 1 1 activiteiten tbv of verwant aan financiële instellingen 2 5 1 2 0 0 0 10 71 verhuur van en handel in onroerend goed 9 4 4 3 2 0 0 22 227 verhuur transportmiddelen, machines en werktuigen 5 3 1 0 0 0 0 9 19 computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. 31 11 3 1 0 0 0 46 96 speur- en ontwikkelingswerk 2 0 0 3 0 0 0 5 53 overige zakelijke dienstverlening 272 118 30 29 4 4 3 460 3.972 openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen 1 0 0 1 4 1 8 15 5.048 basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs 1 1 7 43 0 0 0 52 1.134 voortgezet onderwijs 2 1 0 6 4 2 1 16 1.119 hoger onderwijs 0 0 0 0 0 0 1 1 830 overig onderwijs 29 5 2 4 0 0 0 40 120 gezondheids- en welzijnszorg 62 101 30 51 6 3 6 259 7.057 milieudienstverlening, cultuur, sport, recreatie, overige dienstverlening 131 56 5 8 1 0 0 201 588 Totaal 1.064 751 136 201 25 12 25 2.214 27.780 NB Het betreft hier de werkzame personen die 12 uur of meer per week werken 42 Economische Statistiek 2010

Tabel bijlage 3 Bedrijfsvestigingen naar buurt, absolute aantallen en ontwikkeling (index2001=100) Buurt 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Afrikaanderwijk 180 181 190 189 177 180 195 193 207 224 Bloemhof 332 332 321 325 304 287 313 324 336 352 126 132 128 122 131 125 120 119 127 153 Hillesluis 400 401 383 372 368 349 351 374 388 415 Katendrecht 143 142 142 129 95 89 87 82 83 93 Kop van Zuid 45 63 67 70 68 70 85 107 114 123 Kop van Zuid-Entrepot 222 236 225 219 218 216 225 253 262 278 Noordereiland 213 233 235 236 240 239 237 234 227 223 Vreewijk 357 347 339 337 324 320 331 343 346 353 Deelgemeente 2.018 2.067 2.030 1.999 1.925 1.875 1.944 2.029 2.090 2.214 ontwikkeling 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Afrikaanderwijk 100 101 106 105 98 100 108 107 115 124 Bloemhof 100 100 97 98 92 86 94 98 101 106 100 105 102 97 104 99 95 94 101 121 Hillesluis 100 100 96 93 92 87 88 94 97 104 Katendrecht 100 99 99 90 66 62 61 57 58 65 Kop van Zuid 100 140 149 156 151 156 189 238 253 273 Kop van Zuid-Entrepot 100 106 101 99 98 97 101 114 118 125 Noordereiland 100 109 110 111 113 112 111 110 107 105 Vreewijk 100 97 95 94 91 90 93 96 97 99 Deelgemeente 100 102 101 99 95 93 96 101 104 110 Tabel bijlage 4 Werkzame personen (12 uur of meer per week) naar buurt, absolute aantallen en ontwikkeling (index2001=100) Buurt 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Afrikaanderwijk 818 834 789 760 726 783 881 855 1.009 1.084 Bloemhof 1.718 1.726 1.659 1.647 1.566 1.573 1.611 1.669 1.992 1.882 1.953 2.185 2.228 2.150 2.763 2.945 2.984 3.314 3.217 3.109 Hillesluis 1.832 1.752 1.694 1.522 1.433 1.413 1.268 1.422 1.400 1.509 Katendrecht 1.241 1.142 1.172 797 683 673 635 637 563 542 Kop van Zuid 4.208 6.273 6.710 7.167 6.931 6.790 7.460 8.130 8.774 10.626 Kop van Zuid-Entrepot 1.817 1.891 1.830 1.553 1.488 1.597 1.664 1.612 1.577 1.741 Noordereiland 904 1.048 1.053 932 986 972 947 947 959 892 Vreewijk 5.882 6.261 6.283 6.126 5.977 5.936 6.005 5.920 6.182 6.395 Deelgemeente 20.373 23.112 23.418 22.654 22.553 22.682 23.455 24.506 25.673 27.780 ontwikkeling 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Afrikaanderwijk 100 102 96 93 89 96 108 105 123 133 Bloemhof 100 100 97 96 91 92 94 97 116 110 100 112 114 110 141 151 153 170 165 159 Hillesluis 100 96 92 83 78 77 69 78 76 82 Katendrecht 100 92 94 64 55 54 51 51 45 44 Kop van Zuid 100 149 159 170 165 161 177 193 209 253 Kop van Zuid-Entrepot 100 104 101 85 82 88 92 89 87 96 Noordereiland 100 116 116 103 109 108 105 105 106 99 Vreewijk 100 106 107 104 102 101 102 101 105 109 Deelgemeente 100 113 115 111 111 111 115 120 126 136 Economische Statistiek 2010 43

44 Economische Statistiek 2010