Spraakproductie als voorspeller van spraakperceptie na CI bij prelinguaal dove volwassenen Centrum voor Audiologie en Hoorimplantaten (CAHIL), LUMC Janette van Dijkhuizen Peter-Paul Boermans Jeroen Briaire Johan Frijns
Inleiding Definitie (deze studie): Prelinguaal doof = doof of SH geworden in gevoelige periode voor ontwikkelen van spraak en taal: op leeftijd 0-4 jaar
Inleiding Prelinguaal dove volwassenen: Tot midden 90 algemeen beschouwd als slechte kandidaat voor CI: geen open-set spraakverstaan Meer recente onderzoeksdata: gemiddeld bescheiden verbetering in open-set spraakperceptie (in stilte) na CI grote verschillen tussen individuele patienten wel/geen contra-indicatie: klinisch dilemma CI-team
Inleiding In klinische praktijk uitspraak per individuele patiënt: is dit goede of slechte CI-kandidaat, in termen van spraakperceptie? Maar wat voorspelt spraakperceptie na CI bij prelinguaal dove volwassenen?
Inleiding Literatuur prelinguaal dove volwassenen Studies (o.a. evoked potential/imaging) Catalan-Ahumada 1993; Naito 1997; Nishimura 1999; Hirano 2000; Petitto 2000; Kral 2001; Finney 2001; Lee. 2001; Sharma 2002; Teoh 2004; Lambertz 2005; Doucet 2006; Kral 2007; Campbell 2008; Santarelli 2008; Buckley 2011; Yang 2011; Yoshida 2011;S ung 2013 auditieve deprivatie in gevoelige periode STO afwijking functionele organisatie auditieve cortex beperking spraakperceptie met CI volwassene
Inleiding Literatuur prelinguaal dove volwassenen Studies (o.a. evoked potential/imaging) Catalan-Ahumada 1993; Naito 1997; Nishimura 1999; Hirano 2000; Petitto 2000; Kral 2001; Finney 2001; Lee. 2001; Sharma 2002; Teoh 2004; Lambertz 2005; Doucet 2006; Kral 2007; Campbell 2008; Santarelli 2008; Buckley 2011; Yang 2011; Yoshida 2011;S ung 2013 communicatiemodus in gevoelige periode STO afwijking functionele organisatie auditieve cortex beperking spraakperceptie met CI volwassene
Inleiding Literatuur prelinguaal dove volwassenen Effect communicatiemodus op spraakverstaan met CI Osberger 1998; Loundon 2000; Schramm 2002; Waltzman 2002; Kaplan 2003; Watson 2003; Klop 2007; Yoshida 2008; Kos 2009; Yang 2011 Groep patiënten die communiceren via gesproken taal (m.n. verstaanbaar spreken) gemiddeld betere spraakperceptie met CI dan groep patiënten met andere vorm van communicatie (m.n. niet verstaanbaar spreken) Binnen groep patienten met gesproken taal nog grote interindividuele variabiliteit
Inleiding Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Is er relatie tussen mate van verstaanbaarheid eigen spraak en spraakperceptie met CI, binnen groep prelinguaal dove volwassenen? Zo ja: kan verstaanbaarheid van eigen spraak voor individuele patient kans op succes na CI (in termen van spraakperceptie) voorspellen?
Inleiding Maat voor verstaanbaarheid patient Pilot (van Dijkhuizen et al 2011): validatie testinstrument verstaanbaarheid eigen spraak (n = 25 prelinguaal doven) VOW, klinkerverstaanbaarheidstest: hoge betrouwbaarheid: internal consistency: r = 0.89, p < 0.001; ICC = 0.89 interrater reliability: r = 0.92, p < 0.001; ICC = 0.92 hoge validiteit: ondanks eenvoud testmateriaal valide representatie van breed construct verstaanbaarheid convergent validity: r = 0.76-0.89, p < 0.001 construct validity: r = 0.89, p < 0.001
Methode Deelnemers 152 volwassen deelnemers Inclusiecriteria: Verwezen naar LUMC als CI-kandidaat Leeftijd 18 jaar Gemiddeld gehoorverlies beste oor 90 db Leeftijd van doof / slechthorend worden 4 jaar
Methode Meting spraakproductie (preop) Spraakopname van 149 (v/d 152) deelnemers: test materiaal: [h]-vowel-[t] woorden (hit, hat, huut, ) 15 klinkers/tweeklanken x 4 = 60 woorden (op scherm) taak patient: lees [h]-v-[t] woorden hardop voor Spraak aangeboden aan 2 NH luisteraars (L1 en L2): 65 db via hoofdtelefoon taak luisteraar: noteer waargenomen klinker/tweeklank VOW = % klinkers correct verstaan door NH luisteraar = maat verstaanbaarheid van eigen spraak patiënt
Methode CI-selectieprocedure Alle 149 patiënten in CI-selectieprocedure Exclusiecriteria: volledig onverstaanbare spontane spraak gehoorverlies beste oor < 90 db foneemdiscriminatie met HT > 50% medische contraindicaties irreële verwachtingen van CI / matige motivatie Geselecteerd: 92 van 149 deelnemers standaard
Methode Implantatie 92 geselecteerde deelnemers geïmplanteerd OK in periode 2005-2013 Implantaat (1-zijdig): HiRes 90K, Advanced Bionics (n = 56) Nucleus Freedom of CI512, Cochlear (n = 34) Concerto, MED-EL (n = 2) Volledige insertie electrode (behalve bij 1 patient) Na 1 e fitting: start auditieve training (5 mnd)
Methode Meting spraakperceptie met CI (12 mnd postop) Luistertest met CI: 77 v/d 92 geimplanteerde patienten testmateriaal: 2 lijsten van 11 CVC woorden (NVA) aanbieding op 65 db via luidspreker taak patiënt: geef aan wat je hebt verstaan % correct waargenomen fonemen = maat spraakperceptie per patiënt
Resultaten Spraakperceptie (postop vs preop) n = 77 * n = 92
Resultaten Voorspelling spraakperceptie met CI r = 0.79 p < 0.0001, n = 77
Resultaten Voorspelling spraakperceptie met CI Hoe beter verstaanbaarheid eigen spraak (klinkers, VOW), deste beter spraakperceptie met CI VOW is goede voorspeller
Resultaten Verklaring samenhang? Spraakproductie/verstaanbaarheid Mate van auditieve stimulatie in gevoelige periode STO Leeftijd aanvang SH/doof, grootte gehoorverlies bij aanvang, lft 1 e HTen, blootstelling gesproken taal of gebaren, kwaliteit 1 e HTaanpassing etc etc Spraakperceptie met CI
Resultaten Wat heb je hier klinisch aan? r = 0.79 p < 0.0001, n = 77
Resultaten Definitie succes: wat willen we tenminste bereiken na CI? Succes: boven gokniveau Geen succes: gokniveau
Resultaten Gegeven afsnijpunt VOW : kans op wel/geen succes? VOW < 60%: slechte spreker VOW 60%: goede spreker p (succes) = 0.25 p (succes) = 0.91 p (geen succes) = 0.75 p (geen succes) = 0.07
Resultaten Wat is kans op spraakperceptie > x %? Postlingualen VOW 60% VOW < 60%
Conclusies I. Voor veel prelinguaal dove patiënten blijkt spraakverstaan met CI mogelijk vroege leeftijd van doofworden an sich is geen contraindicatie voor CI
Conclusies II. Verstaanbaarheid eigen spraak (VOW, preoperatief) is goede voorspeller spraakperceptie met CI (r = 0.79): hoe beter verstaanbaar patient, deste beter de voorspelde spraakdiscriminatie met CI
Conclusies III. Met VOW-afsnijpunt van 60% zijn patienten te classificeren als goede of slechte CI-kandidaat: Patient met VOW 60% ( goede spreker ) heeft grote kans (0.9) op spraakverstaan met CI boven gokniveau Voor patient met VOW < 60% ( slechte spreker ) is die kans veel kleiner (0.25)
Klinische toepassing Meting verstaanbaarheid eigen spraak patient (VOW): te gebruiken in preop counseling om individuele patient beter voor te lichten over te verwachten profijt van CI op gebied van spraakverstaan klinisch haalbaar: eenvoudig, beperkte testtijd geen rigide selectie-instrument, ook andere te verwachten CI-uitkomstmaten meenemen!
Bedankt voor uw aandacht! Van Dijkhuizen, Beers, Boermans, Briaire, Frijns (2011). Speech intelligibility as a predictor of cochlear implant outcome in prelingually deafened adults, Ear and Hearing 32, p 445-458. Van Dijkhuizen, Boermans, Briaire, Frijns (2016). Intelligibility of the patient s speech predicts the likelihood of cochlear implant success in prelingually deaf adults, accepted for publication in Ear and Hearing