Hoofdstuk 8: Het Toetsen van Hypothesen (Extra Oefeningen)

Vergelijkbare documenten
Opgeloste Oefeningen Hoofdstuk 8: Het Toetsen van Hypothesen

Toetsen van Hypothesen. Het vaststellen van de hypothese

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter.

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

15.1 Beslissen op grond van een steekproef [1]

Toetsen van hypothesen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

HOOFDSTUK 5 TOETSEN VAN HYPOTHESEN

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Statistiek voor A.I. College 14. Dinsdag 30 Oktober

Kansrekening en Statistiek

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK IV TOETSEN VAN STATISTISCHE HYPOTHESEN

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Kansrekening en Statistiek

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling.

Beslissen op grond van een steekproef Hoofdstuk 15

Kansrekening en Statistiek

Kansverdelingen Inductieve statistiek met Geogebra 4.2

Statistiek voor A.I. College 12. Dinsdag 23 Oktober

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Statistiek voor A.I. College 10. Donderdag 18 Oktober

Kansrekening en Statistiek

Sheets K&S voor INF HC 10: Hoofdstuk 12

Statistiek = leuk + zinvol

Kansrekening en Statistiek

Stochastiek 2. Inleiding in de Mathematische Statistiek 1 / 18

Examen Kansrekening en Wiskundige Statistiek: oplossingen

DEZE PAGINA NIET vóór 8.30u OMSLAAN!

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Les 7-8: Parameter- en Vergelijkingstoetsen

Uitleg significantieniveau en toetsen van hypothesen

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen

HOOFDSTUK II BIJZONDERE THEORETISCHE VERDELINGEN

15.1 Beslissen op grond van een steekproef

Lesbrief hypothesetoetsen

wordt niet verworpen, dus het gemiddelde wijkt niet significant af van 400 wordt niet verworpen, dus het beïnvloedt de levensduur niet significant

Statistiek II. Sessie 5. Feedback Deel 5

HOOFDSTUK IV TOETSEN VAN STATISTISCHE HYPOTHESEN

DH19 Bedrijfsstatistiek MC, 2e Bach Hir, Juni 2009

Samenvatting Wiskunde A

statviewtoetsen 18/12/ Statview toets, 2K WE, 30 mei Fitness-campagne Dominantie bij muizen... 4

WenS eerste kans Permutatiecode 0

wordt niet verworpen, dus het beïnvloedt de levensduur niet significant

Verklarende Statistiek: Toetsen. Zat ik nou in dat kritische gebied of niet?

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES

Meetkunde en Lineaire Algebra

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Data analyse Inleiding statistiek

Deeltentamen 2 Algemene Statistiek Vrije Universiteit 18 december 2013

Opgeloste Oefeningen Hoofdstuk 6: Steekproeven en empirische distributies

Toegepaste Statistiek, Week 6 1

Stochastiek 2. Inleiding in de Mathematische Statistiek 1 / 17

Kengetal Antwoord Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Toetsgrootheid 1,152 1,113 2,048 1,295 1,152 1,113 0,607

Populatie: De gehele groep elementen waarover informatie wordt gewenst.

Meetkunde en Lineaire Algebra

7.1 Toets voor het gemiddelde van een normale verdeling

Kansrekening en Statistiek

Wiskunde B - Tentamen 1

= Oplossingen. 1 Beschrijvende statistiek (blz. 31) x = 5,08 m ; s = 0,56 m. x = 25,66 jaar ; s = 5,46 jaar

Statistiek voor A.I.

Kansrekening en statistiek wi2105in deel 2 27 januari 2010, uur

Het werken met TI-83-programma s in de klas

Beschrijvend statistiek

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

TOETSEN VAN HYPOTHESEN

werkcollege 6 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample

Tentamen Inleiding Statistiek (WI2615) 10 april 2013, 9:00-12:00u

Examen Statistiek I Feedback

Bedrijfskunde. Hoofdstuk 1. Vraag 1.1 Welke naam hoort bij het concept Elementaire bewegingen voor arbeidsanalyse

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Berekenen en gebruik van Cohen s d Cohen s d is een veelgebruikte manier om de effectgrootte te berekenen en wordt

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen

Examen Statistiek I Januari 2010 Feedback

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Toetsen van hypothesen

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en statistiek wi2105in deel 2 16 april 2010, uur

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Niet-Parametrische Statistiek

Kansrekening en Statistiek

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Tentamen Kansrekening en Statistiek MST 14 januari 2016, uur

Toetsende Statistiek Week 3. Statistische Betrouwbaarheid & Significantie Toetsing

11. Multipele Regressie en Correlatie

Zin en onzin van normale benaderingen van binomiale verdelingen

Toegepaste Statistiek, Week 3 1

WenS tweede kans Permutatiecode 0

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

. Dan geldt P(B) = a d. 3 8

Feedback examen Statistiek II Juni 2011

Les 7-8: Parameter- en Vergelijkingstoetsen

Examen G0N34 Statistiek

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

EXAMEN : Basisbegrippen statistiek. Examen 16 januari 2015

Kansrekening en statistiek WI2211TI / WI2105IN deel 2 2 februari 2012, uur

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Inleiding Statistiek

Transcriptie:

Hoofdstuk 8: Het Toetsen van Hypothesen (Extra Oefeningen) 8.16. Men wenst H 0 : p 0.2 te testen tegenover H 1 : p 0.4 voor een binomiale distributie met n 10. Bepaal α en β als de testfunctie gegeven is door φ(x) 1 als x 3 en φ(x) 0 voor de andere mogelijke x-waarden. (antw. α 0.32 en β 0.17) De betrouwbaarheidsdrempel α is de fout van het type I: α P H0 (x 3) 1 P H0 (x < 3) 1 (0.8 10 + 100.20.8 9 + Fout van type II: β P H1 (x < 3) 0.6 10 + 100.40.6 9 + ( ) 10 0.4 2 0.6 8 0.17. 2 ( ) 10 0.2 2 0.8 8 ) 0.32. 2 8.17. 41 soldaten naar willekeur gekozen uit leger B hebben een gemiddeld gewicht van 82kg en steekproefvariantie s 2 (5.5kg) 2. Is deze uitslag consistent met de uitspraak dat het gemiddeld gewicht van al de soldaten in leger B 85kg bedraagt (stel α 0.05)? (antw. neen) H 0 : µ µ 0 85 H 1 : µ 85 Bij een betrouwbaarheids- Een steekproef van 41 mensen levert x 82 en s 2 5.5 2. drempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg T : X 41 µ 0 82 85 5.5 2 /41 3.5 T 3.5 > t 1 40 (0.975) Φ 1 (0.975) 1.96. Bijgevolg wordt de nulhypothese verworpen op basis van de steekproefresultaten. 1

8.18. Een sportvereniging koopt regelmatig paren schoenen bij fabrikant A. De schoenen hebben een normaal verdeelde levensduur (in maanden) N(12, 4). Fabrikant B beweert dat hij schoenen kan leveren aan dezelfde prijs, maar met een langere gemiddelde levensduur. Om te beslissen waar de aankoop te plaatsen koopt de vereniging als test een aantal paren van B en beoogt met de test dat als de gemiddelde levensduur 12 maand is men ook tot die conclusie komt in 95% van de gevallen, en dat als de gemiddelde levensduur 3 maand groter is, men dat ook detecteert in 98% van de gevallen. (a) Hoeveel paren moeten ter controle worden aangekocht? (antw. 7) (b) Als de steekproef in (a) als gemiddelde 13 maand oplevert, bij welke fabrikant wordt dan gekocht? (antw. fabrikant A) (a) Als hypothesen stellen we voorop Enerzijds moet gelden H 0 : µ µ 0 12 H 1 : µ > 12 α P µ0 (X n > µ 0 + a) ( Xn µ 0 P µ0 σ/ n > a ) σ/ n ( ) a Φ σ/ n of met α 0.05: a σ/ n Φ 1 (0.05) Φ 1 (0.95). Anderzijds moet gelden, met µ 1 15 dat 1 β P µ1 (X n > µ 0 + a) ( Xn µ 1 P µ1 σ/ n < µ ) 0 µ 1 + a σ/ n of met β 0.02: µ 0 µ 1 + a σ/ Φ 1 (0.98). n We bekomen dan de volgende vergelijkingen waaruit met σ 2 volgt wat leidt tot a n σ Φ 1 (0.95) ( 3 + a) n σ Φ 1 (0.98) 3 n 2(Φ 1 (0.95) + Φ 1 (0.98)), n ( 2/3 (1.645 + 2.054)) 2 6.08. Bijgevolg nemen we de steekproefgrootte n 7. 2

(b) Bij een betrouwbaarheidsdrempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg Z : X 41 µ 0 σ 2 /n 13 12 2 2 /7 1.32 Z 1.32 > Φ 1 (0.95) 1.645. Bijgevolg wordt de nulhypothese NIET verworpen op basis van de steekproefresultaten en wordt bij fabrikant A gekocht. 8.19. Een bedrijf produceert reageerbuisjes. De diameter van de buisjes is normaal verdeeld. Men stelt de machine die de buisjes maakt zo in dat de gemiddelde diameter van de buisjes 10.1 mm is. Men neemt een steekproef van 100 van deze reageerbuisjes en vindt x 10.05 mm en s 0.25 mm. Als de gemiddelde diameter te klein is, wordt de machine stopgezet. Ga na of de machine stopgezet wordt, als je slechts 5 % kans mag hebben dat je ze verkeerdelijk stopzet. (antw. de machine wordt stopgezet) H 0 : µ µ 0 10.1 H 1 : µ 10.1 Een steekproef van 100 mensen levert x 10.05 en s 2 0.25 2. Bij een betrouwbaarheidsdrempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg T : X 100 µ 0 10.05 10.1 0.25 2 /100 2 T 2 < t 1 99 (0.95) Φ 1 (0.95) 1.645. Bijgevolg wordt de nulhypothese verworpen op basis van de steekproefresultaten en de machine wordt stopgezet. 8.20. Een sportgeneesheer wil weten of een nieuw loopprogramma de gemiddelde hartslag zal doen dalen. Hij meet de hartslag van 15 lukraak gekozen personen vooraleer ze aan het loopprogramma beginnen. Na 1 jaar wordt hun hartslag terug gemeten. Hier zijn de gegevens: 3

Persoon Voor het programma Na het programma 1 68 67 2 76 77 3 74 74 4 71 74 5 71 69 6 72 70 7 75 71 8 83 77 9 75 71 10 74 74 11 76 73 12 77 68 13 78 71 14 75 72 15 75 77 Onderstel dat de verschillen in hartslag normaal verdeeld zijn. Toets met drempelwaarde 5%. (Antw.: H 0 verwerpen) Men wil nagaan of een nieuw loopprogramma de hartslag zal doen dalen. H 0 : µ V µ N 0 H 1 : µ V µ N > 0 met µ het gemiddelde verschil (voor-na) in hartslag. We berekenen de steekproefresultaten voor dit verschil in hartslag in volgende tabel: Persoon Voor - Na 1 1 2-1 3 0 4-3 5 2 6 2 7 4 8 6 9 4 10 0 11 3 12 9 13 7 14 3 15-2 4

Een steekproef van 15 mensen levert x 2.33 en s 2 11.238. Bij een betrouwbaarheidsdrempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg T : X 15 µ 0 s 2 /n 2.33 0 11.238/15 2.69 T 2.69 > t 1 15 (0.95) 1.761. Bijgevolg wordt de nulhypothese verworpen op basis van de steekproefresultaten en zal het nieuwe loopprogramma de hartslag doen dalen. 8.21. In het verleden is gebleken dat het aantal regenachtige dagen in België in de maand april normaal verdeeld is met gemiddelde waarde 11. Een metereoloog wenst deze hypothese te testen (met drempelwaarde α 0.05) en zoekt de gegevens van de laatste 6 jaar op i.v.m. de maand april en vindt voor het aantal regenachtige dagen: 9, 14, 12, 15, 11 en 19. Wat is zijn besluit? (antw. H 0 aanvaarden) H 0 : µ µ 0 11 H 1 : µ 11 Een steekproef van 6 mensen levert x 13.33 en s 2 12.27. Bij een betrouwbaarheidsdrempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg T : X 6 µ 0 13.33 11 12.27/6 1.629 T 1.629 > t 1 6 (0.975) 2.57. Bijgevolg wordt de nulhypothese NIET verworpen op basis van de steekproefresultaten. 8.22. Een spoorwegmaatschappij beweert dat haar internationale treinverbindingen gemiddeld 8.9 minuten vertraging hebben. Deze vertraging mag normaal verdeeld verondersteld worden. Men wil de bewering van de spoorwegmaatschappij controleren en men neemt een steekproef bestaande uit 100 steekproefwaarden. Men vindt als steekproefgemiddelde 9.3 minuten en als steekproefdispersie 1.8 minuten. Ga na met een drempelwaarde van 0.05 of de bewering van de spoorwegmaatschappij kan aanvaard worden. (antw. de uitspraak wordt verworpen) 5

H 0 : µ µ 0 8.9 H 1 : µ 8.9 Een steekproef van 100 levert x 9.3 en s 2 1.8. Bij een betrouwbaarheidsdrempel van α 0.05 berekenen we bijgevolg T : X 100 µ 0 9.3 8.9 1.8/100 2.98 T 2.98 > t 1 100 (0.975) Φ 1 (0.975) 1.96. Bijgevolg wordt de nulhypothese verworpen op basis van de steekproefresultaten. 8.23. Bij 120 worpen van een dobbelsteen heeft men respectievelijk 25, 17, 15, 23, 24 en 16 keer 1, 2, 3, 4, 5 en 6 gegooid. Test met betrouwbaarheidsdrempel 0.05 de hypothese dat de dobbelsteen onvervalst is. De absolute frequenties N i en verwachtingswaarden nπ i worden gegeven in de volgende tabel Bijgevolg is 1 2 3 4 5 6 nπ i 20 20 20 20 20 20 N i 25 17 15 23 14 16 χ 2 25 + 9 + 26 + 9 + 36 + 16 20 Met k 6 het aantal klassen en geen te schatten parameters vergelijken we χ 2 met (χ 2 5 ) 1 (0.95) 11.0750. Aangezien 6 < 11.0705 aanvaarden we de hypothese dat de muntstukken onvervalst zijn op basis van de steekproefresultaten. 6. 6