Vrijwillige openbare veiling: Perceel cultuurgrond gelegen in het natuurgebied Dorpzicht gelegen aan de hoofdweg in De Cocksdorp. Totaal ter grootte van 25.55.76 hectare, ter realisatie van Vochtig Weidevogel Grasland en Zoete Plas.
Inhoudsopgave Bladzijde. Inleiding 3 1. Omschrijving 5 1.1 kadastrale informatie 5 1.2 zakelijke lasten 5 1.3 ligging 6 1.4 huidig gebruik 6 1.5 ontsluiting 6 1.6 bodeminformatie 7 1.7 bestemmingsplan 8 1.8 milieukundige situatie bodem 8 2. Realisatie natuur 9 2.1 Natuurbeheerplan 9 2.2 subsidiestelsel Natuur en Landschap 13 2.3 certificering 13 3. Wijze van verkoop/overdracht eigendom 14 3.1 wijze van verkoop/overdracht eigendom 14 3.2 kwalitatieve verbintenissen/kettingbeding 14 1
Bijlagen I. Kadastrale informatie a: kadastraal bericht object b: uittreksel kadastrale kaart II. Omschrijving natuurdoeltypen a: Vochtig weidevogelsgrasland b: Zoete Plas III. Bestemmingsplan IV. Ambitiekaart Dorpzicht V. Inrichtingstekening Dorpzicht VI. Vooronderzoek Tauw (bodemonderzoek) VII. Vragenlijst bodemgesteldheid VIII. Algemene en Bijzondere Veilingvoorwaarden 2
Inleiding De Provincie Noord Holland biedt, middels een openbare veiling, ter verkoop aan, een perceel grond, ten behoeve van de inrichting en beheer tot natuurterrein. Het perceel, totaal ter grootte van ca. 25.55.67 hectare, is gelegen aan de Hoofdweg te De Cocksdorp. In het kader van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is het perceel door de Provincie aangewezen voor de realisatie van Vochtig weidevogelgrasland, zijnde natuurdoeltype N13.01 en Zoete Plas, zijn de natuurdoeltype N04.02. De Provincie wenst de realisatie en beheer van het NNN over te laten aan derden. Dit kunnen terrein beherende organisaties, agrariërs of particulieren zijn, die graag zelf een natuurterrein willen ontwikkelen en beheren. De Provincie wil graag iedereen in de gelegenheid stellen onderhavige percelen te verwerven en organiseert daarom een openbare veiling. Let op! Gegadigden dienen aan specifieke voorwaarden te voldoen en zich te conformeren aan voorwaarden die verbonden zijn aan de duurzame inrichting en beheer van het perceel als natuurterrein. In hoofdstuk 1 is een omschrijving van de percelen opgenomen, waarna in het tweede hoofdstuk de beoogde doelen voor de natuurrealisatie en beheer en aanverwante regelingen uiteen worden gezet. Hoofdstuk 3 gaat kort in op de wijze van overdracht van het perceel (akte van levering). In de bijlagen zijn diverse onderliggende stukken opgenomen, waaronder de kadastrale informatie, nadere beschrijving van het natuurdoeltypen met inrichtings- en beheervereisten, evenals de procedurebeschrijving, en de concept koopovereenkomst en conceptakte van levering. 3
Disclaimer: Deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De Provincie Noord- Holland aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van eventuele tekortkomingen in de informatievoorziening en of omissies. 4
1. Omschrijving 1.1. Kadastrale informatie Het voor inschrijving aangeboden perceel is kadastraal bekend: - Gemeente Texel, sectie A, nr. 6258, ter grootte van ca. 25.55.67 hectare Het volledige eigendom berust thans bij de Provincie Noord-Holland, Dreef 3, 2012 HR Haarlem. 1.2 Zakelijk laten: Waterschapsbelasting: De eigenaar van het perceel is waterschapsbelasting verschuldigd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Deze belasting bestaat thans uit Watersysteemheffing ongebouwd eigenaren. In 2016 bedroeg deze 102,44 per hectare. Zijnde voor 25.22.76 ha, 2.618,12. Het belasting tarief voor Watersysteemheffing natuur eigenaren bedraagd in 2016 4,64 per hectare. Zijnde voor 25.55.76 ha. 118,59. Voor de bepaling van de grondslag van de belastingaanslag geldt de toestandsdatum per 1 januari van ieder. De nieuwe eigenaar dient zelf het Hoogheemraadschap te informeren over de beperkende voorwaarden (kwalitatieve verplichting) in het kader van de realisatie van het/de beoogde natuurdoeltype(-n). De tarieven voor 2017 zijn bij de Provincie niet bekend. Landinrichtingsrente: Voor zover bekend rust er op het perceel geen verplichting tot het betalen van Landinrichtingsrente. 5
1.3 ligging: Het perceel is gelegen aan de Hoofdweg / Hollandseweg in het natuurgebied Dorpzicht, ten zuid-oosten van De Cocksdorp op het eiland Texel. Ten noorden-westen grenst het gedeelte van het natuurgebied Dorpzicht dat eigendom is van Staatsbosbeheer. Dit gebied wordt thans in opdracht van de Porvincie Noord-Holland ingericht als natuurterrein. Aan de zuid-west zijde en zuid-oost zijde van het gebied zijn diverse woonpercelen gelegen en granst het gebied aan het agrarisch cultuurlandschap. 1.4 huidig gebruik: - Het perceel is momenteel in gebruik als grasland en vrij van gebruiksrechten; - Voorzover bekend bij de Provincie Noord-Holland is het jachtrecht niet verhuurd. 1.5 ontsluiting: De ontsluiting van het perceel is via meerdere dammen direct gelegen op de openbare weg (de Hoofdweg). 6
1.6 bodeminformatie: Uit raadpleging van www.bodemdata.nl blijkt dat het perceel bestaat uit de volgende grondsoort: - Zn50A > Kalkoudende vlakvaaggronden; matig fijn zand (Leemarmzand in stuifduinen en strand). De grondwatertrap is IV, met een gemiddelde hoogste grondwaterstand van > 80 cm onder maaiveld en gemiddeld laagste grondwaterstand van 80-120 cm onder maaiveld. bron: www.bodemdata.nl 7
1.7 bestemmingsplan: Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan buitengebied Texel 2013, d.d. 12 juni 2013. Het perceel heeft de bestemming natuur. In de bijlage zijn de relevante bestemmingsplan stukken opgenomen. 1.8 milieukundige situatie bodem In het kader van de verwerving van het perceel door het Bureau beheer Landbouwgronden (BBL) is in opdracht van BBL een milieuhygienisch vooronderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgestelt in een verkennend rapport dat is uitgebracht door Tauw BV, d.d. 9 september 2013. Een kopie van dit bodemonderzoek maakt onderdeel uit van de verkoopdocumenten. Uit dit onderzoek blijkt dat de conclussie getrokken kan worden dat er binnen het onderzoeksgebied geen verdachte deellocaties worden onderscheiden, die in het kader van de beoogde natuurrealisatie, nader bodemonderzoek verlangen. 8
2 realisatie natuur De Koper krijgt de verplichting opgelegd om het perceel in te richten en duurzaam te beheren conform de uitgangspunten die zijn opgenomen en voortvloeien uit het Natuurbeheerplan van de Provincie Noord-Holland. 2.1 natuurbeheerplan De percelen zijn begrenst in het Natuurnetwerk Nederland. In het vigerende natuurbeheerplan 2017 zijn de percelen op de Ambitiekaart aangeduid met de Natuurdoeltype: - Vochtig weidevogelgrasland (N13.01) - Zoete Plas (N04.02) De voorwaarden waaraan dit natuurdoeltype dient te voldoen zijn vastgesteld in de Index Natuur en Landschap, welke is te raadplegen op www.portaalnatuurenlandschap.nl. 9
Uitsnede uit Natuurbeheerplan 2017 De algemene beschrijving van de natuurdoeltypen is: N13.01 Vochtig weidevogelgrasland omvat natte en vochtige graslanden met primair een weidevogeldoelstelling; beiden zijn belang voor een diversiteit in soorten. De zuurgraad dient matig zuur tot neutraal te zijn, de voedselrijkdom is minimaal licht voedselrijk. Het kan zowel kruidenrijke als door bemesting voedselrijke (raaigras)graslanden bevatten. Goede weidevogelgraslanden worden gekenmerkt door een open karakter, een mozaïek van diverse vormen van graslandbeheer en soorten als grutto, kievit, scholekster en tureluur. Ook eenden als zomertaling en slobeend zijn kenmerkend. Vochtig weidevogelgrasland komt op diverse bodems en in diverse landschapstypen voor. Het zwaartepunt ligt in het landschapstype Laagveen en zeeklei: hier komt het voor op zowel klei- als veengrond. Ook in het Rivierengebied (voornamelijk uiterwaarden) komt Vochtig weidevogelgrasland voor. Weidevogels kwamen in het verleden in (veel) grotere aantallen voor dan tegenwoordig. Door ondermeer intensivering van landbouw en veeteelt zijn de aantallen weidevogels afgenomen. Daarom is speciaal op weidevogels afgestemd beheer nodig om ze te behouden. Internationaal gezien zijn onze weidevogels heel bijzonder en heeft ons land een grote verantwoordelijkheid voor de populaties. Een goede kwaliteit kenmerkt zich door een mozaïek van verschillende beheersvormen van grasland (diversiteit in maaidata, beweiding, plasdras etc.), een rijke en bereikbare bodemfauna, insectenrijkdom ( kuikengrasland ), een open landschap met weinig dekking voor predatoren en brede, rijkbegroeide slootkanten. Heel laat gemaaide delen (na 1 augustus) zijn van belang voor de kwartelkoning, andere vogelsoorten en insecten. Het maai- en graasbeheer wordt zodanig gevoerd dat zo min mogelijk jongen slachtoffer worden van beheeringrepen. De graslanden worden bemest met organische mest om het aanbod van voedsel te verzorgen voor weidevogels. 10
N04.02 Zoete plassen komen vooral voor in het lage deel van Nederland. Het gaat om grote en kleine wateren met voedselrijk, vrij helder, (vrijwel) stilstaand water, waarin waterplanten groeien en verlanding vanaf de oever plaatsvindt. Het kan gaan om meren, plassen, wielen, kolken en dobben, maar ook om relatief smalle, trek- of petgaten, vaarten, kanalen en afgekoppelde rivierarmen. (zoals Kromme Rijn, Hollandse IJssel en Amstel). Sommige meren, zoals de Leijen, Zuidlaardermeer en Naardermeer, hebben (gedeeltelijk) een natuurlijke oorsprong. De meeste laagveenplassen zijn ontstaan door vergraving, vervening of erosie. Bij grote plassen in het laagveengebied heeft de wind veel grip op het water waardoor hoge golven ontstaan en de kans op erosie toeneemt. De zeer grote meren in het Delta- en IJsselmeergebied zijn ontstaan na afsluiting van de zee. Het Markermeer en de meeste randmeren (zie afbakening) zijn door compartimentering zodanig veranderd dat ze nu het beste opgevat kunnen worden als zoete plas. Ook de gegraven wateren van de zandgronden, kunnen gerekend worden tot zoete plas. De meeste van deze plassen hebben echter zulke steile oevers en zijn zo diep dat ze nauwelijks van ecologische betekenis zijn. De variatie in een plas hangt af van verschillende factoren; wind, stroming van het water, diepte, grondsoort, helderheid van het water, aanwezigheid van slib, sloef of bagger en aanbod van voedingstoffen en mineralen. Planten en dieren hebben ook een grote invloed, watervlooien kunnen zoveel algen eten dat het water helder blijft, bodemwoelende vissen vertroebelen het water, waterplanten verminderen de golfslag en versnellen verlanding. De stroming in het water is meestal niet groot, maar wind en peilverschillen tussen verschillende waterlichamen kunnen wel stroming veroorzaken. De wind stuwt het water een beetje op aan de loefzijde zodat er over de bodem een stroming ontstaat naar de lijzijde. Het water stroomt min of meer een cirkelvormig; aan de oppervlakte met de wind mee en over de bodem tegen de wind in. De lage stroom, over de bodem, neemt licht bodemmateriaal mee. Omdat de overheersende windrichting zuidwest is, zal de bodem juist aan deze kant bestaan uit week en slap sediment. Helderheid en doorzicht worden mede bepaald door het aanbod van voedingstoffen. Algen groeien snel bij veel voedsel en vertroebelen het water. De variatie in de plassen hangt samen met deze verschillende omstandigheden. In de diepste delen komen ondergedoken grote fonteinkruiden voor, wat ondieper staan waterplanten met grote drijvende bladen zoals witte waterlelie en gele plomp. De 11
ondergedoken watervegetaties kunnen in mozaïek voorkomen met kranswierwater. Dit is bijvoorbeeld in sommige delen van de randmeren het geval. In de luwte achter de drijvende waterplanten komen, in ondiep water, andere waterplanten zoals krabbenscheer en groot blaasjeskruid voor. De oevers bestaat uit drijftillen met grote zeggen of riet- en biezenkragen. Op windstille plaatsen kunnen deze zoneringen heel breed zijn, aan de windzijde zijn ze heel smal of ontbreken. Grote laagveenplassen zijn in Europa zeer zeldzaam. Ze zijn internationaal van belang voor visetende en grazende watervogels, rivierdonderpad, gestreepte waterroofkever, meervleermuis en krabbenscheer. Zoete plas is nationaal van grote betekenis als leefgebied voor otter, vissen zoals paling, kwabaal en snoek, libellen en kokerjuffers, zoals groene glazenmaker, plasrombout, en waterplanten zoals langstengelig fonteinkruid en watergentiaan. Troebel water en een zeer hoog aanbod van voedingstoffen komen veel voor. Vermesting, uit landbouwgebieden of bij lozingspunten veroorzaken deze problemen. Ook het inlaten van gebiedsvreemd water waardoor uiteindelijk veel fosfaat vrijkomt in het water is een belangrijke oorzaak. Andere grote problemen zijn de vast ingestelde waterstanden; de waterpeilen zijn in de zomer lager dan in de winter, het gebrek aan mogelijkheden om te trekken en een tekort aan geleidelijke overgangen en ondiepe paaiplaatsen voor vissen. (Bron: www.portaalnatuurenlandschap.nl) 12
2.2 Subsidiestelsel Natuur en Landschap Ten behoeve van de inrichting en het beheer van de percelen conform de vereisten van het beoogde natuurdoeltype bestaat de mogelijkheid om, ingevolge de Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) inrichtings- en/of beheersubsidie aan te vragen en te ontvangen. Voor de subsidievoorwaarden wordt eveneens verwezen naar de website: www.portaalnatuurenlandschap.nl. De verkoper kan echter niet garanderen dat een dergelijke subsidieaanvraag zal leiden tot een daadwerkelijke toekenning van de subsidie. Koper kan daarom hieraan geen rechten ontlenen en verkoper hier op aanspreken. Let op! Koper verkrijgt het eigendom onder de bezwaring van een kwalitatieve verplichting met kettingbeding, houdende de verplichting om het perceel in te richten en te beheren als voornoemde natuurdoeltypen. De bestemming van het perceel is reeds Natuur. Dien ten gevolge zal koper niet in aanmerking kunnen komen voor een subsidie als gevolg van de daling van de waarde ten gevolge van deze bestemming ten opzichte van een hogere bestemming, zoals bijvoorbeeld landbouw. 2.3 certificering: De koper(-s) van provinciale gronden, die gelegen zijn binnen de NNN, moet(-en) voldoen aan voorwaarden die gelijk zijn aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor beheersubsidie in het kader van de Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Dit houdt in dat de koper zich ter borging van de kwaliteitseisen voor het gewenste beheer, de organisatie en de administratie zich dient te certificeren conform de normen en eisen die worden gesteld in het SNL. Dat kan onder andere doordat de aanvrager zelf deskundig is en een eigen certificaat heeft c.q verkrijgt of doordat de aanvrager zich aangesluit bij een collectief van natuurbeheerders. 13
3. Wijze van verkoop/overdracht eigendom 3.1 wijze van verkoop/overdracht eigendom De verkoop zal geschieden middels een vrijwillige openbare veiling welke zal worden gehouden op dinsdag 14 februari 2017 om 14:00 uur in het Eierlandsche Huis, Klimpstraat 33, 1795 AL De Cocksdorp. Deze veiling vindt plaats in één zitting, waarbij de inzet geschiedt bij opbod en de afslag bij afmijning. Op deze wijze van verkoop zijn van toepassing de Veilingvoorwaarden, welke bestaan uit de Algemene Veilingvoorwaarden en de Bijzondere Veilingvoorwaarden. Al deze Veilingvoorwaarden zijn vastgelegd in een akte, genaamd: Vaststelling Voorwaarden Vrijwillige Veiling, welke Voorwaarden als bijlagen zijn bijgevoegd. Na gunning zal betaling plaatsvinden en daarmee wordt de notariële levering bewerkstelligd. 3.2 kwalitatieve verbintenissen/kettingbeding: Ten behoeve van de borging van de inrichting en het duurzame beheer ten behoeve de beoogde natuurdoelstellingen wordt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek een kwalitatieve verbintenis gevestigd, welke gelijktijdig met de notariële akte van levering zal worden gevestigd. Deze kwalitatieve verplichting houdt in dat de koper zich verplicht om de percelen duurzaam te beheren conform de eisen die het Natuurbeheerplan stelt. Daarnaast wordt een kwalitatieve verplichting opgelegd voor de nieuwe eigenaar om medewerking te verlenen aan de aanleg van een recreatief wandelpad. Dient wanderpad zal onderdeel uitmaken en dient aan te sluiten bij de route van het Noord-Hollandpad. De aanleg hiervan dient in overleg plaats te vinden met het Landschap Noord-Holland. Deze kwalitatieve verplichtingen zijn eveneens als kettingbeding opgenomen, zodat de verplichtingen ook over gaan op eventuele rechtsopvolgers. 14