I gif Noord Holland Bouwend Nederland SAMENWERKINGSAGENDA BOUWEND NEDERLAND RRN EN PROVINCIE NOORD-HOLLAND OVERWEGINGEN: De Noord-Holland heeft belang bij een duurzame ontwikkeling van steden, dorpen, natuur en landschap. Bouwend Nederland en de Noord-Holland hebben beide belang bij het creëren van voldoende mogelijkheden voor de realisatie van de woningbouw voor de komende 25 jaar en bij een constante, voldoende productie van de juiste woningen op de juiste plek. De prognose voor de behoefte aan nieuwe woningen in Noord-Holland is circa 230.000 woningen tot 2040 fijkmoment 205), waarbij het grootste deel in de stedelijke regio s in het zuiden van de provincie (MRA)en véér 2030 gerealiseerd moet worden. Belangrijke afspraken over bouwen, transformeren en herstructureren in de MRA zijn vastgelegd in de ruimtelijk-economische Actie-Agenda 206-2020. De Noord-Holland hecht aan het optimaal en duurzaam gebruik van de investeringen in bestaande verkeersinfrastructuur. Daarvoor zijn duurzame verstedelijking en het knooppunten beleid ( Maak plaats! ), belangrijke uitgangspunten. De Noord-Holland heeft bij de ruimtelijke ordening en bij het afstemmen van vraag en aanbod van woningbouw een rol als beleidsmaker, verbinder, kennismakelaar en aanjager. Bouwend Nederland heeft als koepel voor de ondernemers in de bouw belang bij voldoende, realistische mogelijkheden voor de productie van infrastructuur, woningen en overige gebouwen. De rolverdeling tussen corporaties en de markt (beleggers, ontwikkelaars en bouwers) voor de productie van woningen is de afgelopen jaren veranderd; daarom is meer communicatie tussen de en de marktpartijen belangrijk. De Noord-Holland heeft, in lijn met Europees en nationaal beleid, als doelstelling om in 2050 geheel energieneutraal te zijn; deze doelstelling is vastgesteld in de beleidsagenda energietransitie en dit heeft consequenties voor de randvoorwaarden van de productie van nieuwe woningbouw alsmede voor de verduurzaming van de bestaande voorraad.
- Het - Gezamenlijk Bouwend NederLand F Noord Holland II DOELSTELliNGEN VAN DEZE SAM EN WERKINGSAG ENDA: - Een gezamenlijke inspanning om met de productie van woningen kwantitatief en kwalitatief te voldoen aan de vraag op de middellange en lange termijn. faciliteren van de productie van de juiste woningen op de juiste locaties, waarbij voor de duurzame stedelijk ontwikkeling, vraag-gestuurd bouwen en het knooppuntenbeleid belangrijke uitgangspunten zijn. - Betere communicatie tussen de en de markt over de achtergronden van beleid, de uitvoering van beleid en de mogelijkheden om daar als marktpartijen een rol in te spelen. - Meer initiatief van de markt om in te spelen op de doelstellingen van het beleid van de. bijdragen aan de doelstelling om de provincie Noord-Holland in 2050 energieneutraal te maken door afspraken over eisen aan nieuwbouw alsmede door maatregelen bij de bestaande voorraad. 2
de.jj,. flj Bouwend NederLand R Noord Holland AFSPRAKEN SAMENWERKINGSAGENDA:. In de Regionale Actie Programma s (RAP s) worden vooraf afspraken over de plancapaciteit voor woningbouw per regio vastgelegd tussen de gemeenten. Voor de, voor gemeenten en voor de markt is belangrijk in hoeverre doelstellingen gehaald worden. Bij stagnatie zal besproken worden wat mogelijke oorzaken van die stagnatie zijn. 2. De organiseert periodiek bijeenkomsten op het niveau van de RAP-regio s voor marktpartijen, gemeenten en woningcorporaties. Het doel van de bijeenkomsten is het samenbrengen van kennis vanuit de verschillende partijen over mogelijke belemmeringen in de ontwikkeling van woningbouwlocaties; indien nodig zullen er oplossingsrichtingen worden aangedragen opdat de woningbouwproductie in Noord-Holland op peil kan blijven. Bouwend Nederland zal hiervoor een coördinerende rol -naar en vanuit - marktpartijen vervullen. 3. Voorafgaand aan de bijeenkomsten zal op het niveau van de RAP s een inventarisatie (quick scan) gemaakt worden van de stand van zaken bij de belangrijkste projecten op RAP-niveau voor de komende vijf jaar. Deze inventarisatie moet een goede, gemeenschappelijk gedeelde onderbouwing leveren voor de gesprekken over de haalbaarheid van de prognoses voor de woningbouw. 4. Afspraken van de MRA-gemeenten over afstemming en programmering van de woningbouw zijn opgenomen in de Actie-Agenda voor de MRA 206-2020 (.), die de mede vastgesteld heeft. De MRA-gemeenten moeten conform de Actie Agenda aangeven welke binnenstedelijke locaties binnen 4-0 jaar beschikbaar komen. Bouwend Nederland zal via haar leden de bouwketen informeren over deze afspraken, zodat de sector daar goed op kan inspelen. 5. De zet zich in om afspraken met betrekking tot verduurzaming bij de bestaande voorraad en bij nieuwbouw door de gemeenten vast te laten leggen in de RAP s. De zal kansenkaarten voor verduurzaming van de bestaande voorraad op laten stellen voor minimaal tien verschillende soorten wijken verspreid over de provincie. Deze kaarten geven overheden en marktpartijen informatie over de woningen en inwoners met betrekking tot de kansen om succesvol duurzaamheidsmaatregelen aan te bieden. 6. Bouwend Nederland onderschrijft de doelstellingen voor de energietransitie 2050 en stimuleert via haar leden de bouwketen, te werken aan de ontwikkeling van producten voor verduurzaming van de bestaande, particuliere voorraad die kunnen bijdragen aan de realisatie van de beleidsagenda energietransitie van de. 7. In het kader van de energietransitie en de warmtevisie van het ministerie van Economische Zaken (april 205) zal de, warmtekaarten voor Noord-Holland laten maken en zich inzetten om die gegevens te laten koppelen aan de RAP s. Bouwend Nederland stimuleert via haar leden de keten in de bouw om hierop in te spelen. 8. Bouwend Nederland spant zich in haar leden te motiveren om nieuwe woningen zodanig te bouwen dat deze woningen aansluiten bij de ambitie van een energieneutrale gebouwde omgeving. Als alternatief kunnen in de uitvoering voorzieningen getroffen worden waardoor die woningen achteraf met beperkte aanvullende maatregelen en tegen geringe meerkosten aangepast kunnen worden om alsnog aan deze doelstellingen te voldoen. 3
I Noord Holland Bouwend Neder[and 9. Energieverliezen in de bestaande voorraad zijn niet volledig op te heffen op gebouwniveau. Daarom zullen oplossingen voor compensatie op wijkniveau of gebiedsniveau getroffen moeten worden. Bouwend Nederland zal via haar leden de keten in de bouw aansporen hiervoor oplossingen te ontwikkelen. 0. De organiseert als beleidsmaker en als kennismakelaar verspreiding van kennis over beleid, afspraken met betrekking tot prognoses over aantallen woningen en woonmilieus, over de RAP s en over de toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking in het kader van de discussies over nut en noodzaak.. Bouwend Nederland zal deze kennis via haar leden aan de marktpartijen in de bouwketen verspreiden. 2. De meeste nieuwe RAP s zullen in 206 vastgesteld worden. De zet zich in om alle nieuwe RAP s medio 207 door alle gemeenten vastgesteld te hebben. 3. Deze Samenwerkingsagenda bevat geen in rechte afdwingbare rechten of verplichtingen en geldt vanaf het moment van ondertekening van de Samenwerkingsagenda, tot en met 3 december 2020. In 208 zal een evaluatie plaatsvinden. Daarna kunnen afspraken in onderling overleg worden bijgesteld of aangepast. Amsterdam, 8juni 206, Ing.]. Geldhof de Noord-Holland ]. Chr. van der Hok Gedeputeerde duurzaamheid en er namens de Noord-Holland lr].h. Kets MiK RRN Bouwend Nederland 4
, Bouwend NederLand I Noord Holland TOEUCHTING BIJ DE SAMENWERKINGSAGENDA: Ad. Toelichting plancapaciteit: De gaat bij de bepaling van de Plancapaciteit uit van gegevens die door de lokale overheden in de RAP s worden aangegeven. In die RAP s is een verdeling gemaakt tussen harde plancapaciteit en zachte plancapaciteit (nog geen vastgesteld bestemmingsplan). Die gegevens worden gepubliceerd op www.plancapaciteit.nl. De provinciale gegevens voor de 2e RAP-periode (206-2020) worden door de meeste gemeenten véér eind 206 vastgesteld. De werkelijk gerealiseerde woningaantallen worden jaarlijks door gemeenten opgegeven aan de en vastgelegd in de Woningbouwmonitor. Op basis van die cijfers bekijkt de of beleidsdoelstellingen gehaald worden of dat er bijstellingen moeten plaatsvinden. Voor de marktpartijen speelt bij de bepaling van de plancapaciteit ook de financiële haalbaarheid een belangrijke rol. Ad 2. Toelichting bijeenkomsten: De zal periodiek bijeenkomsten organiseren op het niveau van de RAP s voor marktpartijen, gemeenten en woningcorporaties. Het doel van deze bijeenkomsten is het samenbrengen van kennis vanuit de verschillende partijen over mogelijke obstakels en kansen in de ontwikkeling van woningbouwlocaties. Deze bijeenkomsten worden organisatorisch gekoppeld aan de klankbordgroep wonen, maar bij deze bijeenkomsten worden zowel de marktpartijen als de gemeenten per RAP-regio uitgenodigd. Bouwend Nederland zal hiervoor een coördinerende rol - naar en vanuit- de marktpartijen vervullen. De kosten voor de bijeenkomsten worden gedragen door de, Bouwend Nederland draagt daaraan bij. Ad 3. Toelichting inventarisatie Ter voorbereiding van de inhoudelijke gesprekken bij de bijeenkomsten wordt een korte inventarisatie gemaakt de stand van zaken bij 6 projecten per RAP-regio (36 projecten in totaal) die een belangrijke bijdrage aan de plancapaciteit voor de komende 5 jaar moeten leveren. Van die 36 projecten worden er in totaal 6 geselecteerd voor een meer uitgebreide analyse. Daarbij wordt op basis van bestaande data, in overleg met lokale overheden en marktpartijen, bekeken waardoor mogelijke stagnatie ontstaat (procesmatige, praktische, wettelijke, bestuurlijke of financiële belemmeringen). In het eerste jaar wordt de opzet van die inventarisaties ontwikkeld. Voor de daaropvolgende jaren kan dan volstaan worden met een beperkte jaarlijkse update. De stelt voor die inventarisatie een budget van 30.000,- beschikbaar ( 20.000,- voor 206, 5.000,- voor 207, 5.000,- voor 208). Bouwend Nederland stelt voor die inventarisatie een budget van 4.000,- beschikbaar ( 0.000,- voor 206, 2.000,- voor 207, 2.000,- voor 208). Bij de evaluatie in 208 zal ook bekeken worden of- en hoe deze inventarisaties gecontinueerd moeten worden. 5
I Noord Hol land Bouwend Nedertand Ad 4. Toelichting duurzaamheid: Doelstelling bij de energietransitie 2050 is om woningen energieneutraal te maken. Het bouwen van nieuwe (grondgebonden) woningen die zelf net zoveel energie opwekken als er binnen de woning aan warmte en elektriciteit over het jaar heen wordt gebruikt, is nu al tegen geringe meerkosten f 5.000,-) mogelijk. Ook de financiering van deze meerkosten is geen probleem meer omdat voor een woning die in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien maximaal 27.000,- extra hypotheek kan worden verkregen. Steeds meet projectontwikkelaars bieden dit soort concepten aan. Door te blijven bouwen volgens de huidige geldende norm (EPC miv 205 = 0,4) en een bouwwijze zonder voorbereiding op aanvullende maatregelen die noodzakelijk zijn om deze woningen op een later moment zelfvoorzienend te krijgen, worden eigenaren later geconfronteerd met hoge kosten. Daarom is de voorstander van het zoeken naar mogelijkheden om bij nieuwbouw en renovatie, woningen zo ver mogelijk voor te bereiden opdat de latere aanpassingen naar energieneutraal dan tegen geringe meerkosten alsnog gerealiseerd kunnen worden. De geeft opdracht voor de productîe van Kansenkaarten, voor 0 nader te selecteren en uiteenlopende wijken in de provincie. De kosten voor deze opdracht worden gedragen vanuit het bestaande budget voor opdrachten voor de uitvoering van de provinciale woonvisie. Meer dan de helft van de energie die we in Nederland verbruiken, is nodig voor de warmtevoorziening. Met de Warmtevisie van het ministerie van Economische Zaken wordt in het kader van de energietransitie ingezet op het verminderen en verduurzamen van het warmteverbruik. Daarvoor worden verschillende methoden aangedragen, van aardwarmte tot en met warmterotondes. Dat leidt ook tot nieuwe opgaven voor de bouw. De sector moet daar dan ook zelf op inzetten en meer initiatieven ontplooien. De geeft opdracht voor de productie van Warmtekaarten voor minimaal 0, nader te selecteren en uiteenlopende wijken in de provincie. De kosten voor deze opdracht worden gedragen vanuit de bestaande budgetten voor de ene rgietra nsitie. 6
I riii Noord Holland Bouwend Nedertand BEGRIPPEN: Energietransitie: Kansenkaart: MRA: RAP: Overgang naar 00% hernieuwbare energie, energieneutraal Inventarisatie van mogelijkheden voor duurzaam energiegebruik per wijk Samenwerkingsverband Metropoolregio Amsterdam Afspraken over woningbouw tussen gemeenten, per regio Samenwerkingsagenda:Afspraken tussen Noord-Holland en Bouwend Nederland Warmtekaart: Inventarisatie mogelijkheden voor duurzame opwekking warmte per gebied Warmtevisie: zie brief Min. EZ aan Tweede Kamer, DGETM-ED / 5042827 (205) Warmterotonde: systeem voor uitwisseling van hernieuwbare warmte 7