Ten opzichte van de septembercirculaire 2013 neemt de uitkering toe met C

Vergelijkbare documenten
Memo * * Registratienummer / 14Z : College van BenW. : Leden van de gemeenteraad. Datum : 26 juni 2014

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

RAADSINFORMATIEBRIEF. De gemeenteraad. 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief gevolgen meicirculaire 2014 gemeentefonds Financiën 57922

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

en onvoorziene investeringen oprichten intergemeentelijke adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid

Algemene uitkering

Raadsmemo. Datum: 24 juni Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Onderwerp : Gevolgen van de meicirculaire 2014 op de Voorjaarsrapportage 2014 en het Kaderplan

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Raadsmemo. Datum: 22 oktober Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

MEMO van college aan de raad

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

2e Kwartaalrapportage 2015

Wy stelle jo foar te besluten om: de begroting te wijzigingen conform de mutaties in de decembercirculaire gemeentefonds 2014.

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Update 17 juni Tijdelijke wet deelfonds sociaal domein en Meicirculaire 1

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo Inleiding

Doorkiesnr.:

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

Economisch hart van de Kempen

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Regiodagen Gemeentefinanciën 2014

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Raadsinformatiebrief 81

Gemeentefonds. Meicirculaire 2014

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Uw brief van: Ons kenmerk: Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: adres: Datum: 19 juni 2017

1. Aanleiding Aanleiding voor dit raadsvoorstel is het uitkomen van de decembercirculaire 2014.

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

= = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr..

*ZEA1C1378EA* Begrotingsraad d.d. 10 november 2015

Meicirculaire Gemeentefonds 2015, belangrijkste effecten per uitkeringsjaar nader toegelicht

Gemeentefonds. Meicirculaire 2014

Raadsinformatiebrief 73

Raadsinformatiebrief1

Advies aan B&W 6 november 2012

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

DIGITAAL AFSCHRIFT 2014_BW_00075

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Informatie Onderstaande tabel bevat een totaaloverzicht van het gemeentefonds voor gemeente Roosendaal op basis van de meicirculaire 2014:

Dostzaan Buiten gewoon

Doorrekening van de meicirculaire laat voor de járen 2018 tot en met 2022 een stijging zien van de algemene uitkering.

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Septembercirculaire 2013

19 januari / n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

In het budgettair perspectief van de kaderbrief 2015 is het totaaleffect van de ontwikkelingen in de meicirculaire 2014 opgenomen.

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

- = voordeel (bedragen x 1.000)

Vertrouwelijk (bij gebruik van persoonsgegevens) Raadscommissie. F&V LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA

01 A Gemeente Delft VERZONDEN - 8 JAN = Geachte leden van de gemeenteraad,

CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

Financiële vertaling Bestuursakkoord

Aan het college van Burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Onderwerp: Standaardrapport naar aanleid9ing van decembercirculaire

UITGANGSPUNTEN voor de Programmabegroting

B en W d.d

Raadsmededeling - Openbaar

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

Raad van de gemeente Renkum

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Septembercirculaire oktober 2014 gemeentefonds

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

8 februari Begrotingswijziging

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Transcriptie:

G E M E E N T E (ļ\j^ NOO î R D E N V E L D Paraafsecretaris Paraaf direct leidinggev snde ADVES VAN 2SY Datum (í/éjř 2.0Z ' 5 juni 204 ' ^ Taakveld O Opsteller P. Hovinga Telefoon 256 ADVES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Registratie BW4.043 ONDERWERP Meicirculaire 204 VOORSTEL a M EERDERE BESLUTVORMNG OPENBAAR ja nee actief V passief ì Mei- en septembercirculaire 203 NFORMEREN BETROKKENEN S nee ja BJLAGEN NFORMATE RAAD ACTEF Meicirculaire 204 3* D nee VOORGESTELD BESLUT OR nee MDDELENNZET nvestering. De financiële gevolgen uit de meicirculaire verwerken in 204 (via de najaarsnota) en in de begroting 205. De gemeenteraad middels bijgevoegde brief informeren. Jaaríast Dekking BEHANDELNG N Vergadering B&W d.d. 7 juni 204 Raadscommissie d.d. Raad d.d. ;BESLUT B&W ' PARAFEN B&W Besluit d.d. Conform Bespreken Burgemeester H. Kosters G. Alssema A.H. Wekema R.J. Auwema ARCHEF Paraaf verzending Verzonden Aangekomen d.d. d.d.

OVERWEGNGEN Algemeen Op 30 mei jl is de meicirculaire 204 ontvangen. De in de circulaire opgenomen informatie is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk. De circulaire wordt aangemerkt als een van de belangrijkste van de afgelopen decennia. Dat komt vooral door de instelling van het deelfonds sociaal domein als gevolg van de 3D(ecentralisatie) operatie. Het gemeentefonds krijgt daarmee in 205 een omvang van C 27,5 miljard en is daarmee de 4 e post op de rijksbegroting geworden. n het voorwoord bij de circulaire is vermeld dat de circulaire bedoeld is voor financieel specialisten. Om een bredere verspreiding van belangrijke informatie te bereiken bevat het eerste hoofdstuk hoofdzaken voor bestuurders en nietfinanciële gebruikers van de circulaire. Deze zijn in het vervolg op dit advies ook opgenomen. Desondanks is niet te voorkomen dat ook aan de meer financieel-technische onderwerpen aandacht moet worden besteed omdat zij direct gevolgen hebben voor de gemeentebegroting. Hierdoor telt dit advies meer bladzijden dan gebruikelijk. Om dit advies toch nog leesbaar te houden is afgezien van een gedetailleerde analyse per maatstaf. Achtereenvolgens wordt in dit advies ingegaan op de decentralisaties sociaal domein, het uitkeringsjaar 204, uitkeringsjaar 205, uitkeringsjaar 206 e.v. en overige onderwerpen die in de circulaire aan bod komen. Deelfonds sociaal domein Het belangrijkste item uit de meicirculaire is het deelfonds sociaal domein. Met ingang van 205 worden gemeenten op grond van de Wmo 205, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De decentralisatie gaan in 205 gepaard met een toevoeging van C 0,4 miljard aan het gemeentefonds. Hiertoe is het deelfonds sociaal domein in het leven geroepen, een tijdelijke bijzondere uitkeringsvariant binnen het gemeentefonds. De wet is tijdelijk en vervalt na drie jaar. Vanaf 208 vallen de middelen uit het deelfonds geheel binnen de reguliere uitgangspunten van het gemeentefonds en de Financiële-verhoudingswet. Gemeenten mogen middelen uit het deelfonds alleen besteden binnen het sociaal domein. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe deze middelen verdeeld worden over de taken die in de Jeugdwet en de Wmo 205 aan gemeenten zijn toegekend respectievelijk de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. Er is niet gekozen voor toevoeging van bestaande gemeentefondsmiddelen, zoals bijvoorbeeld de integratie-uitkering Wmo, aan het deelfonds. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om binnen de bestedingsvoorwaarde middelen te reserveren om schommelingen in de (zorg)vraag te kunnen opvangen. Hierna wordt achtereenvolgen ingegaan op de verdeling van het macro-budget van de Wmo 205, jeugd en participatie. Wmo 205 n 205 worden de budgetten die samenhangen met de nieuwe taken behorend bij de Wmo 205 verdeeld op grond van historische uitgaven. Dit betekent dat de budgetten worden gerelateerd aan een reconstructie van feitelijke? uitgaven op gemeentelijk niveau. Januari 204 is in een internetbericht een eerste voorlopige inzage geboden in het macrobudget en de verdeling daarvan per gemeente. Mochten we toen nog rekenen op een budget van ê 5.636.000, door de actualisatie hiervan (gebaseerd op de data uit 203) blijkt dat het budget substantieel lager uitvalt. n de bijlage bij de circulaire is vermeld dat Noordenveld voor 205 een bedrag van C 4.573.000 tegemoet kan zien. Het verschil is onder andere een gevolg van het zorgakkoord waarin staat dat AWBZ-zorgzwaartepakket ZZP-4 niet overgaat naar de Wmo/gemeenten. De reductie op de taken resulteert in een reductie van het macrobudget. Daartegenover staat dat de effecten van extramuralisering, volumegroei en loon- en prijsbijstelling aanleiding gaven tot het verhogen van het budget. Ook is het geschatte bedrag voor de eigen bijdragen (C 79 miljoen) in mindering gebracht op het macro-budget. n 206 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. Dit model zal op korte termijn worden gepubliceerd. Bij de septembercirculaire 204 wordt het objectieve verdeelmodel voor de verdeling van het budget 206 definitief vastgesteld. Dat betekent dus dat voor de begroting 205 de meerjarenraming nog niet bekend is en voorlopig zal moeten worden gebaseerd op het uitkeringsjaar 205. İ Jeugd De verdeling van het beschikbare budget Jeugdwet 205 vindt ook plaats op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdhulp op gemeentelijk niveau (als bron zijn de cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau en Cebeon gebruikt). n een eerdere circulaire werd nog een indicatie gegeven van C 5.473.000. nmiddels blijkt dat wij bij de actualisatie 8,8 0 7o meer budget ontvangen en wel C 5.956.000. n 206 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. Naar verwachting zal deze december 204 gereed zijn, waarna gemeenten worden geïnformeerd over het budget 206. Bij de meerjarenraming zal dus voorlopig moeten worden uitgegaan van de raming 205.

Participatie Gemeenten ontvangen op dit moment van het Rijk budget om mensen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden: het Participatiebudget (voor de gemeente Noordenveld bedraagt dit in 204 een budget van C 820.000 voor reintegratie en C 68.000 voor educatie). Vanaf januari 205 gaat de Participatiewet in. Mensen met arbeidspotentieel kunnen niet meer de Wajong instromen en de Wsw wordt afgesloten voor nieuwe instroom. Vanaf januari 205 vallen de mensen met een arbeidsbeperking maar met arbeidsvermogen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als gevolg daarvan is vanaf 205 een nieuw verdeelmodel noodzakelijk. Met de VNG is bestuurlijk overeenstemming bereikt over het nieuwe verdeelmodel Participatiebudget. Momenteel worden deze afspraken doorgerekend en is het helaas niet gelukt om het budget bij deze circulaire mee te nemen. Naar verwachting worden in de loop van juni de indicatieve bedragen aan de gemeenten bekend gemaakt. Overgangsregeling De overgang in 206 van de historische verdelingen naar objectieve verdeelmodellen kunnen aanzienlijke herverdeeleffecten tussen gemeenten opleveren. Het ministerie geeft dan ook aan dat de overgang aanleiding kan geven tot het instellen van een overgangsregeling. Het Rijk zal de noodzaak daartoe nader onderzoeken. Verantwoording en monitoring Het ministerie stelt nadrukkelijk dat het college van burgemeester en wethouders over de besteding uitsluitend financiële verantwoording aflegt aan de gemeenterad. Het Rijk vraagt geen verantwoording over de rechtmatigheid van de besteding aan gemeenten. Wel zal het Rijk de uitvoering van taken van het sociaal domein 3D monitoren om de "syteemverantwoordelijkheid van vakministers en fondsbeheerder te kunnen waarborgen". Het Rijk ontvangt mede daartoe via het informatiesysteem nformatie voor derden (V3) per gemeente informatie over de besteding van de middelen. v3 is een verantwoording aan het Rijk (via het CBS) van de gemeentelijke uitgaven en inkomsten per (verplicht voorgeschreven) functie-indeling. De vertaalslag van de programmabegroting (producten) vindt plaats middels een conversietabel. De v3 verantwoording loopt over 4 kwartalen en een eindrapportage bij de jaarrekening. Om aanvullende zekerheid te krijgen over de betrouwbaarheid van de lv3-informatie over de bestedingen in het sociaal domein wordt aan gemeente gevraagd om bij de eerste v3-kwartaallevering in 205 eenmalig een goedkeurend oordeel van de accountant over de juistheid en volledigheid van de conversie van producten naar functies en categorieën te leveren. Bij de septembercirculaire 204 zal hierover nadere informatie worden verstrekt. De accountant zal in het kader van zijn reguliere werkzaamheden voor de jaarrekeningcontrole 205 (in 206) ook de rechtmatigheid van de besteding en reservering van de uitkering uit het deelfonds betrekken. De bestedingsvoorwaarde uit de tijdelijke wet maakt dus onderdeel uit van het toetsingskader voor de accountantscontrole. Hiervoor zal door het Rijk een handreiking worden opgesteld met een toelichting op het normen- en toetsingskader en een nadere duiding bij bepalingen in wet- en regelgeving. Uitgaven Bij de primitieve begroting 205 zullen de inkomsten en verwachte uitgaven van de decentralisaties moeten worden opgevoerd. nmiddels is een eerste cijferopstelling ontvangen van het transitieteam. Omdat het uitgangspunt van de gemeenteraad is dat de operatie budgettair neutraal verloopt zullen de uitgaven in overeenstemming moeten zijn c.q. worden gebracht met de in de circulaire vermelde inkomsten. Een complicatie daarbij is dat het Participatiebudget nog niet bekend is en dat de meerjarencijfers (vanaf 206) ook nog niet bekend zijn. Pas bij de september/december circulaire 204 zullen de gegevens (op basis van het objectieve verdeelmodel) bekend worden gemaakt. Bij de jaarrekening (204) kan een eventueel saldo worden gereserveerd. n de aanbiedingsbrief bij de begroting 205 zal ruim aandacht aan dit onderwerp worden besteed. Uitkeringsjaar 204 Accres algemene uitkering Het accres 204 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 203, (weer) neerwaarts bijgesteld. Hieronder volgt een toelichting op de meest relevante mutaties die van invloed zijn op het accres. Allereerst is sprake van gewijzigde macro-economische ontwikkelingen. Vanaf 204 is sprake van een structureel lagere prijsontwikkeling, die doorwerkt in de aan de departementale begrotingen toegevoegde prijsbijstelling. Dit leidt tot een neerwaarts bijstelling van het accres. n 204 is ook sprake van een lagere loonontwikkeling, die ook doorwerkt in de departementale begrotingen. Deze beide ontwikkelingen drukken het accres in 204 met ongeveer C 70 miljoen. Structureel is juiste sprake van een hogere loonontwikkeling. Daardoor wordt het neerwaartse effect op het accres van de lagere prijsontwikkeling gedempt tot ongeveer C 30 miljoen structureel. Vervolgens is er sprake van een meevaller van ruim 6 00 miljoen bij de dividenden op staatsdeelnemingen voor de

jaren 204 en verder. Door deze meevallers dalen de netto-uitgaven van het Rijk en daardoor daalt het accres vanaf 204. Daarnaast stijgt het accres als gevolg van wijzigingen in de Participatiewet, door meer uitgaven aan de Wajong vanaf 206. Als laatste is besloten tot enkele kasschuiven. Op de begroting van nfrastructuur en Milieu worden middelen uit 204 (ongeveer C 250 miljoen) doorgeschoven naar de jaren 206 en 207 om de schommelingen binnen het budget te egaliseren. Dit drukt het accres in 204. Op de begroting van OCW vindt een kasschuif plaats van C 450 miljoen van 205 naar 204 voor de OV-studentenkaart om het kasritme van de staat te optimaliseren. Ten opzichte van de septembercirculaire 203 daalt de uitkeringsfactor met 0 punten (voor Noordenveld is dit C 9.000 per punt). Hier staat weer tegenover dat er middels enkele beleidsintensiveringen (zie hierna) C 75.000 aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. nclusief enkele kleine, autonome, mutaties op de maatstaven daalt de algemene uitkering tov de septembercirculaire metc 00.000. ntegratie-uitkering 204 De integratie-uitkering Wmo maakt deel uit van de algemene uitkering. Een integratie-uitkering betreft de toevoeging van een (vaak) voormalige specifieke uitkering aan het gemeentefonds. Het ministerie gebruikt deze systematiek mede vanwege de omvang van de herverdeeleffecten. Deze uitkering voorziet in een geleidelijke overgang van een specifieke naar een algemene uitkering. De termijn van overheveling naar de algemene uitkering staat van te voren vast. t Tot en met de begroting 204 werden voor- en nadelige verschillen op de Wmo via een aparte bestemmingsreserve verrekend. De reserve bestaat nog steeds doch wordt nu uitsluitend als buffer gebruikt (0 o Zo van het exploitatie). Dat betekent dat de integratie-uitkering vanaf 204, alhoewel nog steeds apart zichtbaar, deel uitmaakt van de algemene uitkering. Ten opzichte van de septembercirculaire 203 neemt de uitkering toe met C 90.000. Taakmutaties Bij deze circulaire zijn eenmalig extra middelen beschikbaar gesteld voor de invoeringskosten die gemeenten maken voor het onderdeel decentralisatie jeugd. n 204 is al 6 8 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Bij deze circulaire vindt nog eens een toevoeging plaats van C 30 miljoen. Voor Noordenveld betreft dit een bedrag van C 6.000. Het transitieteam zal een verzoek aan het college kunnen richten om vermeld bedrag te oormerken. Bij de najaarsnota kan dan (achteraf) het collegebesluit richting gemeenteraad worden geformaliseerd. Tevens worden extra middelen beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van activiteiten om de mantelzorgondersteuning naar een hoger niveau te tillen, zodat op het moment dat het wetsvoorstel Wmo 205 in werking treedt, integraal maatwerk in de praktijk kan worden geleverd. Het is de bedoeling dat met deze middelen een merkbare verbetering van de ondersteuning van de individuele mantelzorger in de gemeente worden gerealiseerd. Gemeenten kunnen - rekening houdend met de lokale situatie en gebruik maken van de aanwezigdļ kennis en expertise - hierbij eigen prioriteiten stellen. ncidenteel wordt een bedrag van C 6 miljoen via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten ter beschikking gesteld. Ook hiervoor geldt dat de vakgroep (WOS) een voorstel kan doen aan het college om de middelen (Noordenveld ê 4.000) te oormerken. Vervolgens kan het verzoek bij de najaarsnota richting raad worden geformaliseerd. ndien het college deze gelden oormerkt zal het nadeel in de algemene uitkering toenemen met 6 75.000. Effect voor de gemeentebegroting 204 Bij de voorjaarsnota 204 is het nadeel tussen de meicirculaire 203 en de septembercirculaire ad C 557.000 gemeld. Deze werkt overigens structureel door in 205. n 204 heeft het nadeel niet geleid tot een budgettair effect omdat de aanvankelijk grote plus in de uitkering 204 voor een groot deel (C miljoen) voorlopig in de algemene reserve is gestort. Dit mede ook omdat bij de meicirculaire 203, waarop de gemeentebegroting 204 is gebaseerd, al aangegeven was dat nadere bezuinigingen in de loop van 203 tot een aanzienlijke daling van het accres zou leiden. Volgens de meicirculaire 204 valt de algemene uitkering t.o.v. de septembercirculaire 203 ũ 00.000 lager uit. ndien het college de verzoeken tot beleidsintensiveringen honoreert zal het nadeel toenemen tot C 75.000. Hiertegenover staat dus een hogere wmo-uitkering van 6 90.000.

Uitkeringsjaar 205 Accres algemene uitkering Vanaf 205 is er sprake van een positieve bijstelling van het accres. Deze accreseffecten zijn het resultaat van een veelheid aan mutaties op de rijksbegroting. Zie hiervoor ook de toelichting bij het accres 204 waarvan de maatregelen deels doorwerken in 205 en verdere jaren. De algemene uitkering bedraagt voor 205 (dus excl de integratie-uitkering Wmo en het deelsfonds sociaal domein) C 23.843.000. ntegratie-uitkering Wmo De integratie-uitkering Wmo kent een eigen systematiek. Waar bij de algemene uitkering nog sprake is van een accres wordt op de integratie-uitkering een aparte indexatie toegepast. Voor 205 is de volume-index 2,38 0 Zo. De uitkering 205 valt fors lager uit. n 204 bedraagt de (bij de meicirculaire) bijgestelde uitkering nog C 3,7 miljoen, in 205 valt deze door de maatregelen uit het Regeerakkoord terug tot C 2,7 miljoen. n het Regeerakkoord is opgenomen dat het budget voor huishoudelijke hulp in 205 met C 975 miljoen wordt gekort. Deze korting is later verlaagd tot C 465 miljoen. Een aantal maatregelen hebben echter ook weer een opwaarts effect op de uitkering: -als gevolg van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten voor nieuwe gevallen blijven mensen langer thuis wonen waardoor het beroep op de Wmo mogelijk zal toenemen. Voor 205 wordt ter compensatie van de kosten totaal C 78 miljoen beschikbaar gesteld. -in 204 is ter compensatie van de afschaffing van de Wtcg (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) C 45 miljoen via de integratie-uitkering uitgekeerd. Vanaf 205 maakt het budget onderdeel uit van het deelfonds sociaal domein. n 205 gaat het om C 26 miljoen. -voor 205 is een budget van C 0 miljoen oplopend tot structureel C 50 miljoen in 207 beschikbaar. Dit bedrag wordt vanaf 205 via het deelsfonds sociaal domein uitgekeerd. Taakmutaties Taakmutaties zijn toevoegingen of onttrekkingen aan het gemeentefonds die samenhangen met een vermeerdering of vermindering van taken. Voor Noordenveld gaat het om de volgende bedragen: -wuw-integratie C.763 -ingroeiregeling onderwijshuisvesting " 4.824 -aanvullende bijstand 6Ö+ " -.2 -nup " -270.472 -scootmobielen " -28.728 -maatschappelijke stages " -24.63 -transitiekosten decentralisatie awbz begeleiding naar de Wmo " -69.870 -dualiseringskorting " -32.99 -digitaal klantdossier " 445 -armoedebeleid " 23.35 -individuele studietoeslag " 6.943 -maatregelen WWB " -7.36 -overheveling buitenonderhoud PO/SO " -248.36 -e-boeken " -4.680 -waterschapsverkiezingen " 44.04 -e-overheid " -445 -uitvoeringskosten participatiewet " 3.958 De korting op onderwijshuisvesting van 6 256 miljoen is niet via de maatstaven doorberekend maar via de uitkeringsfactor. Vakgroepen kunnen tot augustus aangeven of zij een beroep willen doen op de toegevoegde middelen aan het gemeentefonds. Dit kan middels een separaat collegeadvies waarbij dient te worden aangegeven of er beleid wordt gevoerd en/of ontwikkeld op het terrein van de taakmutatie. Tevens moet worden aangegeven of de geraamde uitgaven in lijn zijn met de toegevoegde middelen. ndien vakgroepen een beroep willen doen op of meer taakmutaties gaat dat ten laste van de uitkering van 205. Er moet nog nadrukkelijk vermeld worden dat de taakmutaties op voorhand geen geoormerkte middelen zijn. De uitkering uit het gemeentefonds is vrij (en algemeen) besteedbaar.

Effect voor de gemeentebegroting 205 n de jaarschijf 205, bij de begroting 204, is een bedrag geraamd van C 24.742.000 voor de algemene uitkering en 6 3.399.000 voor de integratie-uitkering is samen C 28.4.000. Uit de meicirculaire 204 blijkt dus dat de algemene uitkering 205 uitkomt op ê 23.843.000 en de integratie-uitkering Wmo op C 2.755.000, samen C 26.598.000. Dit betekent, ten opzichte van de meerjarenraming, een lagere uitkering van C.543.000. Hiervan is bij de voorjaarsnota 204 al deels melding gemaakt (gevolgen van septembercirculaire 203 van C 557.000 die structureel doorwerkt naar 205 en verdere jaren). Daarnaast wordt het grote verschil voornamelijk veroorzaakt door de grote korting (40 o Zo) op de integratie-uitkering Wmo uit het Regeerakkoord (C 650.000). Om deze korting op te kunnen vangen binnen de gemeentebegroting zal een aanzienlijke beleidswijziging binnen de Wmo moeten worden doorgevoerd. Ook de uitname in verband met de verschuiving van het buitenonderhoud scholen naar de lumpsumvergoeding zorgt voor de sterke afname van de algemene uitkering 205. Uitkeringsjaar 206 Vanaf 205 is sprake van een positieve bijstelling van het accres. n onderstaand staatje is dit weergegeven (in procenten): 204 205 206 207 208 209 Mei 203 5,95 0,09 0,87 0,54 0,54 Sept203 4,24-0,94 0,3 0,79 0,06 \ Mei 204 2,93 0,62,7 0,92 0,20 0,20 Het betreft het nominale accres. Het reëel accres is beduidend lager omdat op het nominale accres de prijsontwikkeling BBP (Bruto Binnenlands Product), zeg maar inflatie, in mindering wordt gebracht. Bij de meicirculaire zijn deze percentages overigens niet opgenomen. Bij de septembercirculaire 203 was de schatting dat het percentage geleidelijk zou afnemen van,5 0 Zo tot 0,6 0 Zo. Dat betekent dus dat de reële percentages vanaf 205 negatief zijn. n bovenstaand staatje is goed af te lezen dat het accres 204 (eenmalig) zeer hoog was, maar inmiddels (zoals wel verwacht) lopende het jaar fors naar beneden is bijgesteld. Overige onderwerpen Bommenregeling Het Rijk is voornemens de bommenregeling met ingang van 205 aan te passen. De belangrijkste aanleiding tot de wijziging is dat de maatstaf nieuwbouwwoningen onvoldoende aansluit bij de kosten van het opsporen en ruimen van explosieven van de zogenaamde 'veelgebruikers' mede door ontwikkelingen op de markt voor nieuwbouwwoningen. De maatstaf nieuwbouwwoningen in het kader van de bommenregeling komt hierdoor per januari 205 te vervallend De huidige 'veelgebruikers' kunnen met ingang van 205 een aanvraag indienen over gemaakt kosten vanaf januari 205. De peildatum voor het indienen van aanvragen in 205 verschuift eenmalig naar april zodat gemeenten die een aanvraag willen indienen wat meer tijd wordt gegeven. De fondsbeheerders zullen de raad voor de financiële verhoudingen om een advies vragen voor de vormgeving op de langere termijn. n de komende septembercirculaire zullen nadere details worden uitgewerkt en zullen de aanpassingen definitief worden. Omdat de gemeente Noordenveld in verband met de toenmalige munitieopruiming Peest als 'veelgebruiker' is aangemerkt ontvangen wij sinds 20 een bedrag via de algemene uitkering. De uitkering fluctueert per jaar in verband met het door het ministerie geraamde aantal nieuwbouwwoningen. n 204 worden we nog bevoorschot op 6 woningen x C.300 x de uitkeringsfactor is C 226.000. Overigens is met ingang van 202 bij de jaarrekening besloten een deel van de uitkering niet in het resultaat op te nemen maar op de balans op te nemen als terug te betalen. Dit omdat de bevoorschotte aantallen nieuwbouwwoningen aanzienlijk afweken van de werkelijk gerealiseerde aantallen. Bij de definitieve vaststelling door het ministerie van de algemene uitkering 202 en 203 zal blijken of het ministerie overgaat tot terugvordering. Wel moet worden vermeld dat het bedrag in de algemene uitkering als algemeen dekkingsmiddel in de begroting is opgenomen. Uit de rekenmodellen van het Rijk blijkt dat over 205 ev de maatstaf nieuwbouwwoningen wordt meegenomen. Voor 205 betreft het C 300.000. Uit navraag bij het ministerie blijkt dat er een voornemen ligt om de bommenregeling aan te passen. Zodra de voorgestelde aanpassing doorgaat zal deze ook in de rekenmodellen worden doorgevoerd, wat dus de consequentie heeft dat de algemene uitkering nog eens C 300.000 lager uitvalt.

Groot onderhoud gemeentefonds n een eerder collegeadvies bent u al uitgebreid op de hoogte gebracht van de (nadelige) gevolgen van C 243.000 voor de gemeente Noordenveld van het groot onderhoud aan het gemeentefonds. De structurele gevolgen zijn verwerkt vanaf het uitkeringsjaar 205. Uit nieuwe informatie van het Rijk blijkt echter dat de nadelige gevolgen van het groot onderhoud voor Noordenveld aanzienlijk meevalt. Het blijkt namelijk dat dit veroorzaakt wordt door het actualiseren van de onderzoeksgegevens, van kostenoriëntatie 200 naar 204. Maar ook door het actualiseren van de aantallen waar het ministerie rekening mee houdt. Tot slot door andere maatstafgewichten dan waar het ministerei aanvankelijk mee rekende (oa nieuwbouwwoningen). Uit de rekenexercities blijkt dat het nadeel voor Noordenveld beperkt blijft tot C 59.000. Ondanks dat het nadelige effect voor Noordenveld onder het maximaal nadelige effect van C 5 per inwoner per jaar is uitgevallen wordt toch nog in het kader van de overgangsregeling nadelige herverdeeleffecten een bedrag ontvangen van 6.000. Dit heeft mede te maken met het feit dat de overgangsregeling zich ook uitstrekt tot de integratie-uitkering Wmo als gevolg van het gebruik van de Basisregistratie Adressen en gebouwen (BAG). Voor ruim 75Vo van het gemeentefonds wordt het groot onderhoud per 205 uitgevoerd. n 204 zullen het cluster Werk en nkomen en de clusteronderdelen Brandweer en rampenbestrijding en Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing worden onderzocht, zodat hier het groot onderhoud met ingang van het uitkeringsjaar 206 kan worden doorgevoerd. Uiteraard zullen eventuele voor- of nadelige verschillen voor onze gemeente pas in 205 bekend zijn, waarna deze in de begroting 206 kunnen worden verwerkt. Naar aanleiding van het VNG-advies over het groot onderhoud is tevens besloten om op basis van recente cijfers onderzoek te doen naar de uitgaven voor het clusteronderdeel Onderwijshuisvesting. De resultaten van dit onderzoek zullen worden betrokken bij de 2 e fase van het groot onderhoud. Onderhoud schoolgebouwen Met ingang van 205 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheid gaat over naar de schoolbesturen. Daartoe worden middelen van de algemene uitkering overgeheveld naar de begroting van OCW. Deze overheveling staat overigens los van de in het Regeerakkoord opgenomen ombuiging in verband met onderwijshuisvesting van C 256 miljoen. Het overgehevelde macrobudget bedraagt C 59 miljoen en is binnen het gemeentefonds verdeeld via de cluster Educatie. Volgens de taakmutaties 205 is hiermee voor Noordenveld een bedrag gemoeid van C 248.000. Het onderwijs ontvangt de overgehevelde middelen in de lumpsum vergoeding. Voor de gemeentebegroting verloopt de inkomstenstroom budgettair neutraal, doch de vrije besteedbaarheid (van de algemene uitkering) is dus omgezet in geoormerkte gelden. nzichtelijk zal moeten worden gemaakt door de vakgroepen Onderwijs en OW&A wat de gevolgen zijn voor de overdracht van het onderhoud van de gemeente naar de scholen in de uitgavensfeer. Advies De financiële gevolgen uit de meicirculaire verwerken in 204 (via de najaarsnota) en in de begroting 205. De gemeenteraad middels bijgevoegde brief informeren.