TV Toegepaste informatica



Vergelijkbare documenten
TV Toegepaste informatica

TV Toegepaste informatica

TV Toegepaste informatica

ASO. Bijzondere wetenschappelijke vorming. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. derde leerjaar. (vervangt 97148) Vak: AV Informatica 2 lt/w

COMPLEMENTAIR GEDEELTE

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

Cursus toegepaste informatica 6 TSO

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

COMPLEMENTAIRE ACTIVITEIT Toegepaste Informatica (1u/week)

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

TV Dactylografie/toegepaste informatica

3KA Toegepaste informatica

TV Toegepaste informatica

COMPLEMENTAIR GEDEELTE

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Toegepaste informatica/ dactylografie

VAK Informatica. LP NR September 2007 LICAP BRUSSEL D/2007/0279/046 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

Atheneum Boom en ICT. Inleiding

Trainingsomschrijving Excel 97 / 2000 / 2003 NL

Opleidingscatalogus: Automatisering

FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Jaarplan Softwarepakketten

7 Kantoor/Verkoop Toegepaste informatica

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Inventarisatie Microsoft Office

FUNDAMENTEEL GEDEELTE Boekhouden-informatica

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

TV Toegepaste informatica

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT. Modulaire opleiding Informatica: Programmeren AO IC 002

Onze Microsoft gecertificeerde unieke Excel e-learning cursussen zijn incl.:

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

VOLWASSENENONDERWIJS

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

FUNDAMENTEEL GEDEELTE

COMPLEMENTAIR GEDEELTE

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Kalenderaanbod Light-versie 2015

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Eerste graad. Uitgeverij Averbode. Uitgeverij De Boeck

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Vak: Toegepaste informatica

Inhoudsopgave. Module 2 Documenten standaardiseren

Jaarplan Informatica 5e jaar

mechanica (industriële ICT)

INHOUD. Ten geleide Excel Basis 15

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

De competentiemeter. Kris Mostrey Handleiding: snel starten

Trainingsomschrijving ACCESS 97 / 2000 / 2003NL

eerste en tweede leerjaar PV/TV Stage toegepaste informatica

VAK Informatica. LP NR September 2011 VVKSO BRUSSEL D/2011/7841/039 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

Programmeren in Excel 2016 met VBA

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

SECUNDAIR ONDERWIJS SPECIFIEK GEDEELTE. Vak(ken): TV Toegepaste informatica 1/1 of 2/2 lt/w

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER: Oefenles 2

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Excel 2010 in 17 stappen

Inhoud Expertcursus. Word 2010 NL-NL

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2007

Advies over het algemeen vak Informatica in de tweede en derde graad van het ASO

Eerste graad A-stroom

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Microsoft Excel Trainingsprogramma s

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

INHOUD 1 INLEIDING WORD WORD BASISVAARDIGHEDEN WERKEN MET GROTE DOCUMENTEN VERZENDLIJSTEN... 3

SECUNDAIR ONDERWIJS COMPLEMENTAIR GEDEELTE

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

5HA- Dactylografie / toegepaste informatica

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

TV Toegepaste informatica/dactylografie. Specifiek gedeelte

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Cursus MS Excel 2007 (N), Introductie (1) Mei 2009

HBO5 Informatica Netwerkbeheer (90 studiepunten) In deze module leer je projecten op te stellen en te programmeren in de VB.NET-omgeving.

Krachtige leeromgevingen. Groepssessie 1: Curriculum Versie groep 1

Microsoft Excel Trainingsprogramma s

MAVO - PAV WORD. MAVO/PAV ten VOETEN uit

Eerste en tweede leerjaar

PV/TV Stage toegepaste informatica

MS Access. Module 0. MS Access, versie 2000 (NL) Nummer: 256 ( ) The Courseware Company

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Functiebeschrijving. Subsector:

TV Elektriciteit/elektronica/centrale verwarming/sanitair BSO. Verwarmingsinstallaties. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS.

MS Publisher. Module 0. tccbk MS Publisher, versie 2000 (NL) Nummer: 228 ( ) The Courseware Company

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

OFFICE A LA CARTE - ACCESS 2013

Transcriptie:

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: TV Toegepaste informatica Specifiek gedeelte 4/4 lt/w Studierichting: Boekhouden-informatica Studiegebied: Handel Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2007/061 (vervangt 2003/032) Nummer inspectie: 2007 / 36 // 1 / G / SG / 1 / III / / D/ (vervangt 2003/29/ /1/G/1/III/ /D/) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 1 INHOUDSTAFEL Beginsituatie...2 Algemene doelstellingen...3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden...4 Deel 1: computersystemen...4 Deel 2: webdesign...5 Deel 3: probleemoplossing met programmeertaal...6 Deel 4: databanken...8 Deel 5: tekstverwerking...10 Deel 6: rekenblad...11 Deel 7: actuele evoluties...12 Minimale materiële vereisten...13 Pedagogisch-didactische wenken...14 Evaluatie...18 Bibliografie...20

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 2 BEGINSITUATIE De leerlingen beschikken over basisvaardigheden i.v.m. ICT. Ze kunnen omgaan met de voornaamste toepassingspakketten, kunnen systeemsoftware hanteren en zijn vaardig met het Internet. Vele leerlingen zijn bovendien vertrouwd met de beginselen van ontwerp en implementatie en kunnen zelfstandig eenvoudige programma s ontwikkelen. Bovendien werden bij sommigen (afhankelijk van de studierichting) ook dactylografische vaardigheden bijgebracht. Hierbij leerden deze leerlingen ook inzichtelijk werken met een tekstverwerkingspakket.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 3 ALGEMENE DOELSTELLINGEN - Het verwerven van een praktische kennis van computersystemen en van de voornaamste toepassingspakketten. - Het probleemoplossend denken stimuleren zowel bij de ontwikkeling van algoritmen als bij het gebruik van toepassingspakketten. - Het zelfstandig kunnen ontwikkelen van een project dat in relatie staat tot de specificiteit van de studierichting. - Ontwikkeling van attitudes als zin voor efficiëntie, doorzettingsvermogen en overdraagbaarheid van oplossingstechnieken (waardoor ook minder vertrouwde problemen zelfstandig kunnen opgelost worden).

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 4 LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN De gecursiveerde doelstellingen en leerinhouden zijn te beschouwen als facultatieve uitbreidingen. Ze zijn aangeduid met (U). DEEL 1: COMPUTERSYSTEMEN LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - de interne en externe onderdelen van een computer herkennen, het doel en de voornaamste eigenschappen in functie van het gebruik opsommen. - het doel van de soorten interne geheugens omschrijven. - de verschillende soorten schijven opsommen en classificeren naar gebruik, snelheid en type. - in functie van het gebruik een geschikte besturingskaart kiezen. - in functie van het gebruik de geschikte multimediacomponenten kiezen. 1 De opbouw van computers 1.1 Onderdelen 1.2 Intern geheugen: RAM, ROM (BIOS), cache 1.3 Externe geheugens (schijven) 1.4 Poorten 1.5 Besturing van het scherm 1.6 Multimediacomponenten 2 - de hardwareonderdelen opsommen en de voornaamste kenmerken weergeven van het schoolnetwerk. - verschillende soorten servers opsommen met hun specifieke toepassingen. - het doel en de beknopte werking van enkele protocollen voor communicatie, routering en adressering omschrijven. - de functie en het gebruik van verschillende Internet diensten bespreken. 2 Netwerken 2.1 Hardware: netwerkkaart, connectoren, switches, routers, verbindingen 2.2 Soorten server: file- en printservers, mailservers, webserver 2.3 Internet: IP-routering, IP-adres, symbolische machinenaam (DNS), URL, http-protocol, TCP/IP-protocol 2.4 Diensten: e-mail, nieuwsgroepen, bestandenoverdracht, remote login, chatten, navigatie, telefonie 3 (U) - een netwerk installeren en configureren. - een netwerk instellen voor het delen van bronnen, internettoegang, data en programma s. - een netwerk beheren: netwerksoftware installeren, configureren en klaarmaken voor gebruik. 3 Netwerkbesturingssysteem (U) 3.1 Installatie en configuratie 3.2 Delen van bronnen 3.3 Delen van data- en programmabestanden 3.4 Gedeelde internetaansluiting 4 - de kenmerken en de gevaren van de verschillende soorten malware (virus, worm, Trojaans paard, hoax, spyware, adware, spam ) opgeven. 4 Beveiliging 4.1 Soorten malware (kwaadaardige software) 4.2 Beveiliging: antivirusprogramma, firewall

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen - beveiliging- en antivirus software gebruiken. - een firewall installeren. - veilig mailen en surfen. - een back-up uitvoeren. - een systeemherstel uitvoeren (U). - een netwerkbeveiliging uitvoeren met bijv. wachtwoorden, encryptie en elektronische handtekening (U). LEERINHOUDEN 4.3 Preventie bij het mailen en surfen 4.4 Back-up systemen 4.5 Systeemherstel (U) 4.6 Netwerkbeveiliging: hackers, encryptie, filelocking en recordlocking, beveiliging van de de fileserver (U) DEEL 2: WEBDESIGN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN De leerlingen kunnen 1 - de verschillende onderdelen en karakteristieken van een webpagina herkennen en opsommen. - een hyperlink omschrijven en gebruiken. - een volledige website organiseren en de informatie over de verschillende schermen verdelen. 1 Ontwerp van een website 1.1 Kenmerken van een webpagina 1.2 Kenmerken van hyperlinks 1.3 Architectuur: structuur, verbanden, lay-out, navigatie 2 - pagina s opmaken met behulp van de geschikte kleuren, lettertype, tekst en links. - lijsten en tabellen integreren. - formulieren implementeren. - afbeeldingen, geluiden en filmfragmenten integreren. - dynamische koppeling realiseren met een externe databank (U). 2 Implementatie 2.1 Basisopmaak 2.2 Lijsten en tabellen 2.3 Formulieren 2.4 Integratie van afbeeldingen, geluid en film 2.5 Integratie met een databank (U) 3 (U) - de belangrijkste elementen van de taal in een toepassing gebruiken. - enkele elementaire toepassingen ontwikkelen. 3 Scripting-taal (U) 3.1 Objecten, eigenschappen, methode en actie 3.2 Gebeurtenissen 3.3 Implementatie in de scripteditor

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 6 DEEL 3: PROBLEEMOPLOSSING MET PROGRAMMEERTAAL LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - de verschillende stappen toepassen bij het oplossen van problemen (oplossingsscenario, datastructuur, controlestructuur, implementatie). - de datastructuur en controlestructuur vastleggen. - modulair programmeren met behulp van procedures en functies. 1 Algemene principes 1.1 Stappen bij het oplossen van problemen 1.2 Datastructuur en de controlestructuur 1.3 Modulair programmeren 1.4 Ontwikkelomgevingen - de ontwikkelomgeving gebruiken. 2 - een probleem splitsen in deelproblemen. - een objectentabel samenstellen, de geschikte types kiezen en de wisselwerking van de parameters beredeneren en weergeven. - de geschikte controlestructuur kiezen en deze vastleggen met een schema of in pseudo-code. 2 Ontwerp 2.1 Deelproblemen: herbruikbaarheid, parametermechanisme 2.2 Datastructuren: gegevenstypes 2.3 Controlestructuren: sequentie, selectie, iteraties 3 - variabelen en constanten met hun datatypes vastleggen en gebruiken. - diverse operatoren gebruiken. - de verschillende soorten controlestructuren implementeren. 3 Implementatie 3.1 Variabelen en constanten 3.2 Operatoren: rekenkundige, relationele, logische, voor tekenreeksen 3.3 Controlestructuren - procedures declareren en oproepen. - bepalen wanneer een procedure en wanneer een functie dient gebruikt te worden. - standaardfuncties gebruiken (numerieke, functies voor tekenreeksen en conversiefuncties). - zelf functies aanmaken en gebruiken. - procedures en functies hergebruiken. - het parametermechanisme toepassen. - rijen en tabellen (U) declareren, opvullen en gebruiken. - syntaxfouten en logische fouten onderkennen en oplossen. 3.4 Procedures en functies 3.5 Standaardfuncties 3.6 Zelfgedefinieerde functies 3.7 Bibliotheken 3.8 Parameters 3.9 Rijen met één en twee (U) dimensies 3.10 Foutafhandeling 3.11 Help - de help gebruiken. 4 - de werkomgeving gebruiken en aanpassen (in het bijzonder de verplichte declaratie van variabelen). - de toolbox hanteren. - een gebruiksvriendelijke interface ontwerpen door de nodige eigenschappen aan te passen. 4 Gebeurtenissen 4.1 Basisbegrippen 4.2 Toolbox 4.3 Gebruikersinterface

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 7 LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen - een correcte prefix bij de naamgeving van controls gebruiken. - een object, eigenschap, methode beschrijven. - de code achter een gebeurtenis implementeren. - passende functies gebruiken voor het regelen van invoer en uitvoer via textboxen. - verschillende soorten boxen gericht toepassen. - een aantal eigenschappen en methoden van deze controls gebruiken en passende code implementeren. LEERINHOUDEN 4.4 Naamgeving van controls 4.5 Object, eigenschap, methode 4.6 Implementatie van gebeurtenissen 4.7 Basiscontroles: Textbox, Label, Button en Picbox - Imgbox 4.8 Input Box 4.9 Message Box 4.10 Aanvullende controls: List Box, Check box, Option button (radiobutton), Frame (groupbox) 5 - een menu opstellen en items toevoegen en verwijderen. - bij elk item van een menu een passende code implementeren. 5 Menu s 5.1 Menu editor 5.2 Programmacode 6 - rijen van één dimensie aanmaken,opvullen en verwerken. - rijen van controles aanmaken en gebruiken. 6 Rijen 6.1 Rijen één dimensie 6.2 Rijen van controles 7 - de diverse procedures maken en gebruiken. - de waarde van variabelen inschatten op basis van hun declaratie. - de variabelen passend declareren. 7 Formulier 7.1 Procedures: gebeurtenisprocedures, subprocedures, functieprocedures 7.2 Declaratie van variabelen: locale, parameter, modulevariabelen

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 8 DEEL 4: DATABANKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - een tabel organiseren. - records uniek benaderen. - velden definiëren met geschikte naam, type, eigenschappen en validatie. - tabellen creëren met geschikte eigenschappen en validatie. - operatoren, expressies en functies gebruiken in analogie met de begrippen van de programmeeromgeving. - records afbeelden, wijzigen, toevoegen en verwijderen. 1 Basisbegrippen - Organisatie: veld, record, tabel en databank - Toegang: sleutels en indexen - Veldnamen, -types, -eigenschappen en validatie - Tabel: eigenschappen, validatie, structuur - Operatoren, expressies en functies - Records - Sorteren, zoeken en filteren - in een tabel data sorteren, zoeken en filteren. 2 - zoeken op basis van vaste criteria. - statistische functies uitvoeren op een groep records. - zoeken op basis van parametercriteria. - acties uitvoeren op een groep records. 2 Opstellen van query s 2.1 Selectiequery 2.2 Totaalquery 2.3 Parameterquery 2.4 Actiequery 3 - het verband leggen tussen de begrippen entiteit, attributen en relaties en hun technische realisaties in tabellen, velden en sleutels. - een conceptueel gegevensmodel opstellen. - een genormaliseerd model opstellen. - het ontwerp implementeren. 3 Relationele databanken 3.1 Basisbegrippen (soorten relaties, sleutels) 3.2 Conceptueel gegevensmodel 3.3 Normalisatie 3.4 Implementatie 4 - een eenvoudig formulier ontwerpen met behulp van een basis aan objecten. - een standaard invoerformulier opmaken. - expressies en functies in formulieren opmaken. 4 Formulieren 4.1 Ontwerp en gebruik wizard 4.2 Standaard invoerformulier 4.3 Gebruik van functies en expressies 5 - een eenvoudig rapport ontwerpen met behulp van een basis aan objecten. - expressies en functies in rapporten gebruiken. - logische groepsonderbrekingen aanbrengen. - etiketten ontwerpen. 5 Rapporten 5.1 Ontwerp en gebruik wizard 5.2 Expressies en functies 5.3 Groeperen en sorteren 5.4 Etiketten

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 9 LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 6 (U) - verschillende objecten koppelen (via bijv. macro s, VBA of VB). - het doel van de verschillende macro s verwoorden en toepassen. 6 Ontwikkelen van applicaties (U) 6.1 Gebruik van een programmeertaal als interface voor de integratie van databanken 6.2 Ontwerpen van knoppen voor acties, gegevensmanipulatie en diverse taken.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 10 DEEL 5: TEKSTVERWERKING LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - een opmaakprofiel toekennen en wijzigen. - de afstand vóór en/of na een alinea instellen. - een tabulatorstop correct instellen, wijzigen en verwijderen. - eenvoudige opsommingen toepassen. - automatische nummering met meerdere niveaus instellen. - een kop- en/of voettekst invoegen met een paginanummer. - gebruik maken van autotekstfragmenten. - gepaste secties aanbrengen. - voetnoten invoegen. - spontaan de BIN-normen toepassen. 1 Opmaak 1.1 Opmaakprofielen 1.2 Alineaopmaak 1.2.1 Alineawit 1.2.2 Tabulator 1.2.3 Opsommingen 1.2.4 Automatische nummering 1.3 Paginaopmaak 1.3.1 Kop- en voettekst met paginanummering 1.3.2 Autotekstfragmenten 1.3.3 Secties 1.3.4 Voetnoten 1.4 Bin-normen 2 - eenvoudige sjablonen gebruiken. - eenvoudige sjablonen ontwerpen. - zelf de geschikte veldcodes invoegen (U). 2 Sjablonen 2.1 Gebruik 2.2 Ontwerp 2.3 Veldcodes (U) 3 - een overzichtelijke tabel met complexe structuur ontwerpen en aanpassen. - automatische nummering en tabuleren toepassen. 3 Tabellen 3.1 Ontwerp 3.2 Automatische nummering en tabuleren 4 (U) - standaardbieven koppelen aan databanken. - een tekst voorzien van grafische elementen zoals figuren, randen en arceringen, autovormen, watermerk - etiketten genereren. - een document integreren in een website. 4 Integratie (U) 4.1 Samenvoegen 4.2 Grafische elementen 4.3 Etiketten 4.4 Integratie van een document in website

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 11 DEEL 6: REKENBLAD LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - een werkblad beveiligen en vergrendelen. - verschillende werkbladen koppelen. - titels, kolommen en rijen tijdens het schuiven zichtbaar houden. - vensters splitsen. - een pagina instellen en klaarmaken voor afdruk. - een aangepast sjabloon gebruiken (U). 1 Werkblad 1.1 Beveiliging en vergrendeling 1.2 Koppeling van werkbladen 1.3 Blokkering 1.4 Vensters splitsen 1.5 Pagina-instelling 1.6 Sjablonen (U) 2 - standaard- en zelfgedefinieerde reeksen doorvoeren. - aan een cel of bereik een geschikte naam toekennen. - voorwaardelijke opmaak toepassen op tekstgegevens en formules. - de voornaamste formules met absolute en relatieve celadressering gebruiken. - een cel of bereik vergrendelen. 2 Bewerkingen 2.1 Reeksen 2.2 Naamgeving 2.3 Voorwaardelijke opmaak 2.4 Formules 2.5 Vergrendeling 3 - de voornaamste standaardfuncties gebruiken. - voorwaardelijke (al dan niet geneste) functies gebruiken. - de functies horizontaal en vertikaal zoeken gebruiken. - eenvoudige filter en sorteertechnieken toepassen. - in functie van de toepassing financiële en economische functies gebruiken. 3 Functies 3.1 Standaardfuncties 3.2 Voorwaardelijke functies 3.3 Horizontaal en verticaal zoeken 3.4 Filteren en sorteren 3.5 Financiële en economische functies 4 (U) - zoektechnieken toepassen. - een wat als analyse en een scenario uitvoeren. 4 Gegevensanalyse (U) 4.1 Doelgericht zoeken 4.2 Wat als analyse en scenario 5 - een verantwoorde keuze maken uit de diverse grafieksoorten. - een complexe grafiek ontwerpen. - de opmaak verfraaien met schaalverdeling, legende, titels. - een trendlijn opstellen (U). 5 Grafieken 5.1 Soorten 5.2 Ontwerp 5.3 Gevorderde lay-out: 5.4 Trendlijn (U)

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 12 LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 6 - het doel van draaitabellen inzien. - een draaitabel ontwerpen. 7 - eenvoudige macro s opstellen. - macro s uitvoeren. 6 Draaitabellen 6.1 Doel 6.2 Ontwerp 7 Macro s 7.1 Ontwerp 7.2 Uitvoering 8 (U) - een applicatie ontwikkelen met inbegrip van menu, combobox en/of dialoogvenster. 8 Programmaontwikkeling (U) 8.1 Menu s 8.2 Combobox 8.3 Dialoogvenster DEEL 7: ACTUELE EVOLUTIES LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 - een aantal specifieke onderdelen beschrijven zoals uitbreidingskaarten, schijven - de kwaliteit van een bestaande PC-configuratie beoordelen in functie van een aantal criteria. 1 Hardware 1.1 Specifieke onderdelen 1.2 Kwaliteitscriteria 1.3 Mogelijke uitbreiding - de mogelijke uitbreiding van een PC analyseren. 2 - zich een beeld vormen van de professionele toepassingen binnen hun vakgebied in het bijzonder i.v.m. netwerkcommunicatie. 2 Toepassingen

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 13 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Het basisprincipe houdt in dat elk lesuur er per leerling één computer aanwezig is. Het is tevens noodzakelijk dat de leerlingen gebruik kunnen maken van een scanner en toegang hebben tot het internet. De computer moet in staat zijn om zonder problemen professionele pakketten met grafische interface te kunnen draaien. Het is vanzelfsprekend dat de school beschikt over legale versies van de te gebruiken software. Vanuit louter didactisch standpunt is de keuze van de versie van het pakket niet belangrijk (maar alle items van het leerplan moeten wel kunnen aan bod komen). De toestellen moeten zo opgesteld staan dat er naast de computer nog voldoende ruimte is voor een boek of schrift. Tevens moeten volgende ergonomische eisen vervuld zijn: het scherm moet van goede kwaliteit (stabiel beeld zonder reflecties) en verstelbaar zijn, voor het toetsenbord moet er voldoende ruimte zijn voor de polsen. Het is aangewezen dat in de mediatheek een aantal basiswerken over informatica en vaktijdschriften aanwezig is. Leerlingen van deze studierichting beschikken normaal over een eigen computer. Indien er leerlingen zijn die hierbij problemen hebben, moeten zij maximale faciliteiten krijgen om op school (binnen en buiten de normale lestijden) te kunnen oefenen. De vakgroep zal zich regelmatig beraden over de keuze en het gebruik van cursussen en handboeken. 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex, ARAB, AREI, Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t. de uitrusting en inrichting van de lokalen en de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn, alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen, de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden en de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 14 PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 Tijdsbesteding In totaal zijn er gedurende 25 weken 2 x 4 lestijden (of samen 200 lestijden) ter beschikking. De tabel geeft aan hoeveel lestijden er bij voorkeur minimaal aan een bepaald onderwerp kan besteed worden. De overige uren kunnen vrij ingevuld worden. De invulling van deze laatste worden bepaald door de vakgroep en zijn afhankelijk van het niveau, de belangstelling en de voorkennis van de leerlingen. Gelet op het feit dat het leerplan een graadleerplan is, zal de leraar nauwkeurig het jaarplan dienen op te stellen. Om de nodige afwisseling in de leerstof te brengen, is het aan te raden niet meer dan 2 wekelijkse lestijden aan hetzelfde onderdeel te besteden. Het leerplan kan slechts met het beschikbare aantal uur afgewerkt worden indien de leerlingen in grote mate aan zelfstudie doen (zelfwerkzaamheid van de leerlingen moet absoluut gestimuleerd worden) en huiswerk voldoende aan bod komt. Onderdeel Minmaal aantal uur Computersystemen 20 Probleemoplossing met een programmeertaal 70 Webdesign 25 Databanken 30 Tekstverwerking en rekenblad 30 175 2 Probleemoplossing met een programmeertaal De algemene principes van de probleemoplossing zoals het stappenplan, het ontwerp en de implementatie moeten zo algemeen mogelijk behandeld worden. De leerlingen moeten beseffen dat het stappenplan universeel is en dus bij om het even welk probleem kan gevolgd worden, dus ook bij gebruik van toepassingspakketten. Het ontwerp en de implementatie van data- en controlestructuren worden aangebracht en ingeoefend met behulp van een procedurele taal. In elk geval dient de top-down methode bij de analyse van een probleem te worden aangehouden. De gegevensstructuur wordt beredeneerd via het opstellen van een objectentabel. De controlestructuren worden opgebouwd met behulp van een schema. (De schematechniek is vrij, het gebruik van pseudo-code is eveneens mogelijk.) De klemtoon ligt op de probleemoplossende vaardigheid en niet op het aanleren van de programmeertaal. Alle aspecten uit het leerplan moeten worden geïntroduceerd aan de hand van goed gekozen uitgewerkte voorbeelden (probleemgevallen, cases) waarbij de link met andere vakken wordt gelegd. De leerkracht moet ernaar streven om niet te dikwijls wiskundige voorbeelden te gebruiken, maar in tegendeel oefeningen te kiezen uit de belangstellingssfeer van de leerling. De implementatie-elementen van de taal mogen maar aan bod komen wanneer dit door de aard van de oefening vereist is. Meer nog, de taalelementen werden slechts in het leerplan opgenomen om de complexiteit van de te behandelen problemen aan te geven. 3 Actuele evoluties binnen de informatica De leerkracht selecteert eigen of door leerlingen aangeboden teksten, bespreekt ze indien hij dit nodig acht en gaat op gepaste wijze na of de documenten gelezen zijn. Er dient aandacht besteed te worden aan de snel evoluerende technische evoluties, aan de ergonomische en maatschappelijke gevolgen en aan het gebruik van informatica in de verschillende facetten van de maatschappij.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 15 4 Begeleid zelfgestuurd leren 4.1 Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: - de opdrachten meer open worden; - er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn; - de leerlingen zelf keuzes leren maken en die verantwoorden; - de leerlingen zelf leren plannen; - er feedback is op proces en product; - er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 4.2 Waarom? Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. - leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken; - leerlingen voorbereiden op levenslang leren; het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen. Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald Leren leren, vinden we aanknopingspunten zoals: - keuzebekwaamheid; - regulering van het leerproces; - attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren. In onze (informatie)maatschappij wint het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 4.3 Hoe te realiseren? Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: - de leraar als coach, begeleider; - de leerling gemotiveerd en aangesproken op zijn leer kracht; - de school als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties. De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn Leren leren, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is klein beginnen aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat - doelen voorop stellen; - strategieën kiezen en ontwikkelen; - oplossingen voorstellen en uitwerken; - stappenplannen of tijdsplannen uitzetten; - resultaten bespreken en beoordelen; - reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen; - verantwoorde conclusies trekken; - keuzes maken en die verantwoorden; is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 16 5 Vakoverschrijdende eindtermen 5.1 Wat? Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 5.2 Waarom? Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 5.3 Hoe te realiseren? Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extramuros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen. 5.4 VOET in het vak toegepaste informatica Sommige VOET worden impliciet binnen zo goed als elke les nagestreefd en hoeven in principe niet telkens in de jaarplannen, agenda, VOET-document worden opgenomen. Andere VOET kunnen evt. aan bod komen door onderwerpen behandelen die met een of meer VOET te maken hebben. Indien dat het geval is, is het aan te bevelen om deze expliciet in de hierboven genoemde documenten op te nemen. Uiteraard moet de leraar ook tijd vrijmaken om inhoudelijk die VOET te bespreken. Natuurlijk worden hierover afspraken gemaakt met andere vakleraren zodat een evenwichtige spreiding kan nagestreefd worden. VOET die impliciet worden nagestreefd, zijn bijv.: - binnen de cluster gezondheidseducatie: de leerlingen participeren aan het gezondheids- en veiligheidsbeleid op school en in hun omgeving - binnen de cluster leren leren: de leerlingen kennen verschillende leerstijlen en zijn bereid hun leerstijl zonodig aan te passen met het oog op te bereiken doelen; kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch selecteren en raadplegen met het oog op te bereiken doelen; analyseren zelfstandig informatie kritisch en synthetiseren; oefenen zinvol in memoriseren en herhalen;

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 17 passen verwerkte informatie functioneel toe in verschillende situaties; schatten op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch in en voeren ze uit; evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing; schrijven de oorzaak van slagen en mislukken objectief toe; maken een realistische werk- en tijdsplanning op langere termijn; sturen hun leerproces, beoordelen op doelgerichtheid en passen die zonodig aan; trekken toekomstgerichte conclusies uit leerervaringen; - binnen de cluster sociale vaardigheden: de leerlingen communiceren doelgericht; helpen mee aan het formuleren en realiseren van groepsdoelstellingen; kunnen omgaan met hiërarchie, macht en regelgevingen. VOET die in aanmerking komen om via gepaste oefeningen te bespreken, zijn deze uit de clusters: - democratische raden en parlementen; - maatschappelijke dienstverlening; - wereldburgerschap; - leefstijl en levenskwaliteit; - zorgethiek; - natuur- en milieubeleid; - verkeer en mobiliteit in ruimtelijk beleid. In het geval van het vak Toegepaste informatica kunnen inderdaad de rekenbladen, teksten, programma s of websites die tijdens de lessen, GIP of stage ontwikkeld worden, betrekking hebben op een van bovenstaande thema s. De leraar moet dan wel wat tijd besteden aan de inhoudelijke bespreking ervan.

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 18 EVALUATIE 1 Algemene principes Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit louter gericht op beoordelen, maar wordt in tegendeel meer en meer verweven met het leerproces zelf. Het doel van de evaluatie is de leerling beter te kunnen begeleiden in zijn leerproces m.a.w. de leerling (maar ook de leraar) moet uit de evaluatie iets kunnen leren. Naast de evaluatie door de leraar, kunnen ook de leerlingen bij de evaluatie betrokken worden via peerevaluatie (leerlingen evalueren elkaar), zelfevaluatie (de leerling evalueert zichzelf) of co-evaluatie (samen met de leraar). De school is bevoegd voor alles wat met evaluatie te maken heeft. Het spreekt dus vanzelf dat de individuele leraar zijn evaluatie moet afstemmen op het evaluatiebeleid van de school en dat de in het leerplan opgenomen aanbevelingen hieraan ondergeschikt zijn. 2 Kwaliteitscriteria Zoals alle meetapparatuur, moet ook het evaluatie-instrument aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Het is vanzelfsprekend dat er een sterke overeenkomst moet bestaan tussen de onderwezen doelstellingen (op niveau van kennis, vaardigheden en attitudes) en de opgaven van toetsen en examens. Elke opgave moet communicatief eenduidig zijn (slechts voor één interpretatie vatbaar, goed afgebakend en met een beperkt aantal kettingopdrachten). Indien de leerling bij een complexe oefening niet verder kan, zal de leraar hulp bieden. Het spreekt vanzelf dat de leerlingen op toetsen en examens enkel te maken krijgen met opgaven waaraan ze zich min of meer verwachten. Vermits vooral vaardigheden getest worden, moeten bij voorkeur de kennisinhouden beschikbaar gesteld worden (bijv. cursus, handboek of handleiding). Hoe groter het aantal vragen, hoe groter de betrouwbaarheid van het resultaat. Verschillende soorten vragen die gerangschikt zijn in bijv. stijgende moeilijkheidsgraad, motiveert de leerlingen. Een handige vuistregel is: ongeveer 3/4 van de vragen hebben betrekking op kennis en vaardigheden die voor de leerstofvooruitgang onmisbaar zijn en die voor het opleidingsprofiel functioneel zijn. De overige vragen zijn dan (moeilijkere) differentieervragen. De analyse van de antwoorden en de resultaten (ook de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken) geven aanleiding tot bijsturingen en tot leeradviezen. Toetsen en examens worden besproken met en zijn ter inzage van de leerlingen. Ten slotte zal de leraar erop letten dat de evaluatie op geen enkel moment demotiverend werkt. 3 Proces- en productevaluatie Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk: - bij procesevaluatie wordt de leerling tijdens het leerproces zelf geëvalueerd en gaat men na in welke mate de doelstellingen al bereikt zijn en of de gebruikte werkvormen wel efficiënt waren; - de productevaluatie is eerder gericht op het resultaat, wordt afgenomen na een afgesloten geheel van de leerstof en spreekt een oordeel uit over de prestaties van de leerling, dus in welke mate de doelstellingen bereikt werden. In beide gevallen gaat het (afhankelijk van het leerplan) over een mix van kennis, vaardigheden en attitudes. 4 Hoe moet de leraar evalueren? Meestal maakt de leraar gebruik van volgende evaluatievormen: - permanente evaluatie waar kennis, vaardigheden en attitudes geëvalueerd worden; - schriftelijke toetsen en examens waar doorgaans vooral de productevaluatie aan bod komt;

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 19 - volledigheidshalve moeten nog de mondelinge toetsen vermeld worden, maar de praktijk wijst uit dat die steeds minder voorkomen. Het is aan de leraar om bij elke evaluatievorm een evenwichtige puntenverdeling op te stellen voor alle in aanmerking komende evaluatie-elementen (en die ook aan de leerlingen mee te delen). Het gebruik van de helpfaciliteiten van het softwareprogramma is vanzelfsprekend. Ook het laten gebruiken van eigen nota s of handboeken kan geen probleem vormen. 5 Permanente evaluatie De belangrijkste doelstellingen van het leerplan zijn de vaardigheden. De werkvorm die gebruikt wordt om deze doelen te bereiken, is hoofdzakelijk het onder begeleiding individueel werken aan de computer. De evaluatievorm die hiervoor in aanmerking komt, is de zgn. permanente evaluatie. Permanente evaluatie is per definitie de evaluatie van de kennis, vaardigheden en attitudes van de leerlingen tijdens hun opleiding. De leraar of vakgroep kan uitgaande van de doelstellingen van het leerplan een hanteerbare lijst opmaken van de te evalueren criteria (op niveau van kennis, vaardigheden en attitudes). Er kan gewerkt worden met een fiche per klas of per leerling, waarop de leraar gedurende een rapportperiode of korter (bijv. de duur van een thema of project) zijn observaties noteert (dat is de registratiefase) 2. De mate waarin een criterium bereikt werd, kan op de fiche genoteerd worden door middel van een schaal: bijv.: - + bereikt, + niet helemaal bereikt, niet bereikt; - ZG (zeer goed), G (goed), V (voldoende), ZW (zwak), ZZW (zeer zwak); - cijfercode bijv. 1 tot 3. Het gebruik van schalen met meer dan 5 indelingen moet absoluut vermeden worden omdat het niet mogelijk is om waargenomen observaties zo sterk te nuanceren. Wat de attitudes betreft onderscheiden we de vakgerichte attitudes (die in het leerplan vermeld staan) en de vakoverschrijdende attitudes. De vakgerichte attitudes worden mee verrekend met het vakcijfer, maar voor de vakoverschrijdende is dat niet aangewezen (die worden bij voorkeur apart geëvalueerd en gerapporteerd via een zgn. attituderapport). Er moet wel over gewaakt worden dat attitude niet verward wordt met gedrag, waarvoor het lokale tuchtreglement toepasselijk is. Het niet tijdig indienen van een taak of het niet meebrengen van een handboek kan invloed hebben op het "attitudecijfer", maar mag geen aanleiding zijn om het rapportcijfer op absolute wijze met een aantal eenheden te verminderen. Nadien moet de leraar al de observaties adequaat rapporteren (met woorden of vertaald naar een cijfer). Ten slotte moet dit proces leiden tot een aangepaste remediëring. 2 Voorbeelden van evaluatiedocumenten zijn te vinden op de website van de PBD: www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 20 BIBLIOGRAFIE COMPUTERSYSTEMEN COMER, D. E., Computernetwerken en internetten, Academic Service, 2000, 512 p. DE LANGE, De computer en wij: software, Wolters Plantyn, 2001, 199p. GILSTER, R., PC Hardware Grand Cru, Easy computing 2004, 665 p. GUBBELS, F., ICT-Infrastructuur en Datacommunicatie, Organisatie, beheer en techniek, Academic Service, 2002, 572 p. HAYDEN, M., Computernetwerken in 24 uur, Pearson Education, 2001, 487 p. TANENBAUM, A. S., Gestructureerde computerarchitectuur, Academic Service, 1999, 710 p. TANENBAUM, A. S., Modern Operating Systems - Second Edition, Prentice Hall, 2001, 976 p. VAN DE MAELE, M., Computersystemen, De Standaard, 2000. VERBAETEN, P., Structuur en Organisatie van Computersystemen, De Standaard, 2000. Weblinks www.howstuffworks.com www.sip.be/hardware/ www.w3schools.com www.zdnet.be WEBDESIGN BUYENS, J., Bouw zelf een website, Academic Press, 2006, 157 p. CHUN, R., Flash voor Windows en Macintosh, Pearson Education, 2001, 409 p. FINKELSTEIN, E., LEETE G., Flash8 voor Dummies, Addison Wesley, 2006, 411 p. HEYKOOP, H., Basiscursus XML, Academic Service, 2006, 241p. HUIZINGEN, K. en TAATGEN W., Klantgerichte websites, AW Bruna, 1999. KAMPHERBEEK, J., Basishandboek Javascript, Bijleveld Press, 1998, 237 p. KASSENAAR, P., Basiscursus JavaScript 1.5, Academic Service, 2002, 274 p. KASSENAAR, P., Basiscursus DreamWeaver, Academic Service. LAMMENS, K. en GLADINNES A., Snelgids Frontpage 2003 - Haal het beste uit Frontpage en uw Webpagina's, Easy computing. MESDOM, F., Webdesign (Dreamweaver), Via informatica, Die Keure, 2006, 132 p. PHP, Basiscursus PHP5, Academic Service, 2004, 283p. SCHÄFFER, F., Het boek Webdesign, Easy Computing. SEEBOURGER-WEISELBAUM, M., Javascript voor het dagelijkse gebruik, AW Bruna, 316p. ULLMAN, L., Snel op weg PHP voor het World wide web, Pearson Education, 2004, 447 p. Weblinks www.design-web.nl/lessen_overzicht.php www.handleidinghtml.nl www.ivobrugge.be www.leraarinformatica.be www.nationalemediasite.nl/php.php

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 21 www.regnery.net/html/index.php www.w3schools.com PROGRAMMAONTWIKKELING BRUIJNES, G., Basiscursus Visual Basic 2005 Express Edition, Academic Service, 2006, 298 p. CALLAHAN, E., Microsoft Access 2000 Visual Basic for Applications fundamenten, Academic Service, 2000, 424p. EVJEN, B., Professional VB2005, Wrox, 1066 p. FRANS, R., Visual Basic.NET 1/2, Campinia Media, 2005, 279p. FRANS, R., Visual Basic.NET 2/2, Campinia Media, 260p. LAFORE, R., Datastructuren en algoritmen in 24 uur, Academic Service, 2000, 576p. LEINECKER, R., Teach Yourself Visual J++ in 21 days, SAMS 1999. LUNN, K., Software engineering met UMl, Academic Service, 2004, 482p. NAGIN, P., IMPALGLIAZZO J., Computer science, A breath first approach with Pascal, Wiley, 1995, 730 p. OBELINK, A., Visual Basic 2005 De basis, Addison Wesley, 2006, 247 p. PELLAND, P., Bouw uw eerste programma!, Academic Service, 2006, 181 p. ROBINSON, E., Upgraden naar.net, Academic Service, 2002, 508p. SILER, B. en SPOTTS J., Visual Basic 6, Academic Service, 881p. Weblinks www.ivobrugge.be www.ster.be DATABANKEN BORGELIOEN, J., MYNY J., DE GEYTER-DIEPENDAELE T., Wegwijs in MS ACCESS deel1 en deel 2, WWW-soft, 2003. DOBSON, R, Microsoft Handboek, Programmeren in Access 2003, Academic Service, 2004. FRANS, R., Access 2000 (2 delen beginners en gevorderden), Campinia Media. JACOBS, Een relationele kijk op databases, All Computing, 1992, 27 p. KORPERSHOEK, I en GROENENDIJK, B, Databases en Access 2000, Academic Service 2000. KROENKE, D., Leerboek databases, Academic Service, 1998. MATTHEY, U., BENDIG U., Access 2000, Easy Computing, 2000, 479 p. PRAGUE, C. N., Alles over Microsoft Access 2000, Addison Wesley Nl, 2000, 1057p. TOOM, J., Basishandleiding Access 2000, Bijleveld Pers. VIESCAS, J. L., Microsoft Handboek Access 2003, Academic Service, 2004. VAN BLAERE, Y., Cursus Access 2000, eigen uitgave. TEKSTVERWERKING BONTE, G., GOETHALS, R., MESTDAGH-SIX, R., Typ-Top Vandaag 4, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2004. DE BROUWER, H., HOSTYN, M., LEMAITRE, D., LOONES, J., MAASSEN, J., VOLDERS, V., Tekstverwerking MS Word 2000 en XP basis en gevorderden, 2000 en 2003. DEVRIENDT, D. en DE GEYTER-DIEPENDAELE, T., Werk wijzer Met Word XP en Word 2000, deel 1, deel 2 en deel 3, WWW-Soft, Oostkamp, 2003. http://www.soft.be

TSO 3e graad Specifiek gedeelte Boekhouden-Informatica 22 GEMEENSCHAPSONDERWIJS, PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST, Het Bin-Boekje, Nevelland, Brussel, 2003. MAESEELE, L., SEYNAEVE, E., MESTDAGH-SIX, R., Typ-Top Vandaag 6 XP, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2006. Vaardige Vingers, driemaandelijks tijdschrift van de Academie voor Bureauwetenschappen. http://www.abw.be VAN DEN BROECK, E. en CUYPERS, E., MS Word XP, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2004. Word 2000, deel 1, deel 2 en deel 3, Instruct Educatieve Uitgeverij, Herent, http://instruct.be REKENBLAD BOERTJES, R., Sneller werken met Excel 2000, Academic Service, 2000, 450p. BRUIJNERS, G., Basiscursus Excel 2000, Academic Service, 2000, 312p. CUYPERS, E. en VAN DEN BROECK E., Excel 2000, Standaard uitgeverij, Antwerpen. DE GEYTER-DIEPENDAELE T., DE MAERSCHALK E., Wegwijs in Excel, Deel 1 basis, Deel 2 gevorderden, WWW-Soft,1999. DODGE MARK, Microsoft Handboek Excel 2000 NL, Academic Service, 1999, 1044p. FRANS, R., Excel 2000, Campinia Media, Geel. LEIERER, G.A., EC Gids Excel 2000, Easy Computing, 2000, 447p. NELSON, STEPHEN, Microsoft Excel 2000 pocket (nl), Academic Service, 1999, 208p. VONBOEGEN, H., Het Excel 2000 Boek, Easy computing, 2000, 1021p.