Rubrics / Leerdoelen Frank van Deursen - M41t - Juni 2016
Scrum Theoretische kennis van Scrum: Ik ben van mening dat ik dit leerdoel heb afgesloten met een voldoende. De eerste sprints waren bij mij en mijn proftaakgroepje veruit dramatisch. Echter vind ik dat we ons door de sprints heen duidelijk hebben verbeterd wat betreft scrum. Ik ben niet erg goed in het onthouden van theoretische kennis, maar toch ben ik ervan overtuigd dat ik basisbegrippen van Scrum kan uitleggen. Om enige voorbeelden te geven: - Scrumteam: een zelf-organiserend team. In het geval van de proftaak waren dat de proftaakgroepjes. - Product owner: Een opdrachtgever die de wensen van de klant bewaakt en vertaalt. Hij is verantwoordelijk voor de product backlog. In het geval van onze proftaak was dit Pieter Dorst. - Scrum master: De leider van het scrummen. Hij begeleid de meetingen en bewaakt het proces. In het geval van onze proftaak was dit Bart Janssen. Mocht hij afwezig zijn dan pakte ik vaak de draad op. - Product backlog: Een overzicht van alle wensen en eisen van het project. De product owner beheert dit onderdeel. - Sprint backlog: Geselecteerd items uit de product backlog die deze sprint worden behandeld/uitgevoerd. Toepassing van scrum in de proftaak: Ik ben van mening dat ik dit leerdoel heb afgesloten met een voldoende. Ik denk dan ook dat iedereen hiermee het eens zal zijn. De eerste sprints was het toepassen van scrum niet goed, of misschien nog beter gezegd: niet eens aan de orde geweest. De dingen die we deden had vrijwel niks te maken met scrum. Toen wij alleen eens wat beter het boek door gingen nemen en Pieter Dorst ons wat betreft dit onderwerp op een beter spoor had gezet ging het scrummen steeds beter werken. Eigenlijk verliep het scrummen aan het eind van het semester juist enorm goed. Ik hoop dat de verbeteringen genoeg zijn geweest om dit leerdoel aan te tonen. Actieve bijdrage aan het Scrum-proces: Ik ben van mening dat ik dit leerdoel heb afgesloten met een goed. Ik vraag me af of iedereen het eens is met deze mening maar als ik puur en alleen naar mezelf en mijn inzet tijdens het scrummen kijk dan vind ik toch dat ik een goed heb verdient. Ik vind namelijk ook dat (met behulp van de aansturing van Pieter Dorst) ik ervoor gezorgd heb dat het scrummen beter is gaan lopen. Ik nam halverwege het semester (misschien wel wat aan de late kant) de beslissing mijn proftaakgroep apart te nemen om mijn meningen over het scrummen toe te lichten. Ik vertelde hun dat ik totaal niet vond dat dit goed verliep en dat er veranderingen plaatst moesten vinden. Hierbij heb ik aangegeven dat niemand van elkaar wist waar hij/zij mee bezig was en dat het ook niet duidelijk was wat wanneer af moest zijn. Van een product en sprint backlog was niet eens sprake. Nadat ik dit had aangegeven gingen we het serieus oppakken en kwam het complete aspect tot inkeer. Tot slot heb ik ook heel vaak de rol van Bart Janssen als Scrum master op mij genomen wanneer hij afwezig was of slechts omdat het hem even niet wilde lukken.
Strategie en Concepting De communicatiestrategie is onderbouwd: Ik vind dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende en eerder rijkt naar een goed dan naar een onvoldoende. Ik denk dat een van de redenen dat wij extreem achter liepen in de eerste sprints kwam omdat we misschien wel te veel focus op dit onderwerp hadden gelegd. Er is veel tijd en moeite gestoken in het onderzoeken van de doelgroep, de doelstellingen, etc. Aan de andere kant ben ik best blij dat we dit gedaan hebben. Aan de hand van dit soort onderzoeken konden we ervoor zorgen dat we bewuste keuzes konden maken met het bedenken, ontwerpen en uitwerken van onze eindproducten. Totstandkoming concept: Dit vond ik een van de moeilijkste onderdelen om te beoordelen aangezien ik vind dat dit leerdoel is berust op een workshop die we naar mijn mening te laat hebben gekregen. Lost van deze mening vind ik dat ik hiervoor een voldoende heb verdiend. Ik en mijn groepje hadden al weken nagedacht over het concept en waren meerdere malen tot concepten gekomen (los van het feit of deze als goed of slecht ervaren werden). De workshops ideeën genereren, media en middelen en contentstrategie (welke in mijn portfolio te lezen zijn) vond ik erg zinvol op dit gebied. Ik denk dan ook dat deze workshops daadwerkelijk een positieve invloed heeft gehad op mijn concept-matig denken, wat overigens een duidelijke valkuil voor mij is gebleken. Conceptmatig denken staat op het moment als hoogste prioriteit in mijn persoonlijk ontwikkelen. De mediastrategie is onderbouwd en bouwt verder op de communicatiestrategie: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende. Het enige bewijs dat ik hiervoor kan geven is de link naar de door ons ontwikkelde mediastrategie en communicatiestrategie. Ook kan ik met een gerust hard zeggen dat we een uitgebreid onderzoek hebben gedaan naar de doelgroep en dat we daardoor logische keuzes hebben kunnen maken m.b.t. de inzet van middelen. Executie van strategie en concept is beargumenteerd: Ik vind dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende en eerder rijkt naar een goed dan naar een onvoldoende. Om te beginnen vind ik het een beetje jammer dat zo n beetje alles wat qua design is gemaakt, door mij is ontwikkeld. Ik denk dat ook al mijn keuzes qua design te kunnen onderbouwen, zowel op gebied van typografie, beeld en tekens, kleurgebruik, enzovoort.
User Experience Verplaatsen in de doelgroep dmv gebruikersonderzoeken: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende. Tijdens de weken die we aan de proftaak mochten werken is er meerdere malen onderzoek verricht naar de wensen en de eisen van de doelgroep. Om te beginnen heeft de doelgroep ervoor gezorgd dat wij tot ons concept: Vrijheid kwamen. Ook in de sprints dat de focus meer lag op het ontwerpen van de media uitingen betrokken wij de doelgroep in ons proces. Het merendeel van deze onderzoeken was methodisch. Meer over deze rubric en haar bewijslasten is te lezen in mijn portfolio onder de kopjes UX. Prototypen: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende. In het ontwikkelproces heb ik diverse prototype gemaakt die aansluiten bij de briefing van de klant en een weergave zijn van de user experience. Zo hebben ik meerdere malen met het nieuwe programma van Adobe gewerkt Experience Design, waarbij ik een prototype van de website en de facebookcampagne aan DAF en de doelgroep kon tonen. Dit was handig om eventuele feedback te ontvangen en aan de andere kant een duidelijk beeld te geven.
Front-end Development Kennis Frameworks: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende. Nadat we verschillende workshops hadden gekregen op gebied van developping, waaronder bijvoorbeeld Learning By Doing en The Essence, kreeg ik een duidelijker beeld van Frameworks en hun voor- maar ook nadelen. Om te bewijzen dat ik deze rubric met een voldoende heb afgesloten wil ik dan ook graag verwijzen naar mijn resultaten van deze workshops. Keuze Frameworks: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende, alhoewel ik veel moeite had met deze rubric. Een van de redenen dat ik het niet makkelijk vond is dat ik vind dat er tijd gemaakt moet worden om een goede framework te zoeken. In deze tijd wordt het aantrekkelijker zelf aan de slag te gaan met code, wat dan ook bij mij meerdere malen voorkwam. Toch kan ik aangeven dat ik logisch na heb gedacht om eventueel een framework toe te passen. Zo is er voor dit portfolio gebruik gemaakt van Bootstrap, een HTML, CSS, Javascript framework wat het voor de gebruiker makkelijk maakt mobile-first, responsive websites te bouwen. Ik ben van mening dat dit voor veel tijdwinst heeft gezorgd en dat ik in de toekomst ook graag opnieuw gebruik maak van dit framework. Documentatie: Naast dat ik van mening ben dat ik deze opdracht heb afgesloten met een voldoende, heeft deze rubric gezorgd voor ontzettend veel ergernis bij mij. Mijn groepje heeft nog uitvoeringen/werkzaamheden verricht op gebied van design en coderingen. Dit maakte het voor mij erg lastig om documentatie te verrichten, omdat het mij simpelweg demotiveerde om werkzaamheden te verrichten waar toch niet naar gekeken zal worden. Echter heb ik mezelf er toe kunnen zetten comments te plaatsen in stukjes code en in tijdens het updaten van GIT. Code: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende. Ik wil bij deze rubric graag verwijzen naar mijn portfolio-website http://www.iamfrank.eu. Ik wil dan ook dit onderdeel bewijzen doormiddel van deze website een geen gebruik maken van de proftaak. Op mijn portfoliowebsite heb ik gezorgd voor een combinatie van mijn eigen framework, welke zorgt voor de preloader van de website i.c.m. het framework bootstrap welke verantwoordelijk is voor het responsive aspect. In de proftaak hebben we ook gebruik gemaakt van mijn framework. Echter zit hier geen tweede framework in, wel een API van Google. Test: Ik ben van mening dat ik dit onderdeel heb afgesloten met een voldoende en eerder rijkt naar een goed dan naar een onvoldoende. We hebben binnen onze proftaakgroep namelijk niet alleen medestudenten testen uit laten voeren, maar ook onze doelgroep! Dit heeft geleid tot verbeteringen aan de applicatie waardoor het eindproduct ook beter werd ervaren. Echter ben ik ook van mening dat deze testen niet altijd uitbundig groot waren, vandaar dat ik het hou op een voldoende.