Als het niet kan zoals het hoort, zijn er nog duizenden manieren waarop het wél kan



Vergelijkbare documenten
Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

1 Ben of word jij weleens gepest?

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Reflectiegesprekken met kinderen

Een goed leven voor.

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Tekst lezen en vragen stellen

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

30 TIPS VOOR OUDERS EN BEGELEIDERS VAN LEERLINGEN MET LEERPROBLEMEN. Wijs ze op. en de online coach.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

3 Hoogbegaafdheid op school

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Inge Test

30 TIPS VOOR OUDERS EN BEGELEIDERS VAN LEERLINGEN MET LEERPROBLEMEN

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

PeerEducatie Handboek voor Peers

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Waar gaan we het over hebben?

Iedereen heeft een verhaal

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Een handicap is géén beperking. Maak dromen en ambities waar!

Gedragscode. Gewoon goed doen

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Informatie over de deelnemers

VELDDIJK WERELDSTAPPEN ELK TALENT TELT! EEN INKIJK BIJ

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Meer succes met je website

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Onderwijs - onderzoek

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Hoe word je succesvol in sales

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

PROTOCOL WAT TE DOEN BIJ (EEN VERMOEDEN VAN) HEIMWEE

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Passend onderwijs - Op zoek naar een school

Ik ben Alice - docenten

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Mijn kind heeft een LVB

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Samen rekenen... alleen!

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

Het bepalen van je waarden: Stap voor stap

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

Vanjezelfhouden.nl 1

Tilweg 5b. Een tillift thuis

Transcriptie:

Als het niet kan zoals het hoort, zijn er nog duizenden manieren waarop het wél kan

Eerste druk Schrijf- en Adviesbureau Yvette den Brok, juli 2014. Alles uit deze brochure mag worden gebruikt of openbaar gemaakt, mits de bron er duidelijk bij wordt vermeld. ISBN: 978-94-022-0983-9 Productie Boekscout.nl Soest www.boekscout.nl Uitgave in eigen beheer Hoewel het tegenwoordig in Nederland gebruikelijk is om te spreken van mensen met een beperking, wordt in deze brochure heel bewust de term mensen met een handicap gebruikt. Als je een handicap hebt, wil dat immers niet zeggen dat je beperkingen hebt. Je kunt veel meer dan mensen van je denken en vaak kun je ook meer dan je zelf denkt. Waar in deze brochure hij staat wordt ook zij bedoeld, tenzij hij naar een concreet, mannelijk persoon verwijst.

Yvette den Brok Als het niet kan zoals het hoort, zijn er nog duizenden manieren waarop het wél kan

Inhoud: Inleiding 7 Een woord van dank. 15 De geschiedenis van Speciaal Onderwijs in Nederland 20 Wat is er veranderd in het Speciaal Voorgezet Onderwijs? 22 Aanbevelingen 33 Vijf redenen om als samenwerkingsverband van scholen een adviseur met ervaringskennis in dienst te nemen. 34 Verder lezen. 35

Inleiding Dit is een verslag van de tweede van de drie fases waaruit de Werkplaats Ervaringskennis bestaat. Deze tweede fase bestond uit bezoeken aan drie scholen voor Speciaal Voortgezet Onderwijs in Eindhoven en omgeving plus een gesprek met een Pilot Passend Onderwijs van een samenwerkingsverband van middelbare scholen in Gorinchem. Om te zorgen dat u als lezer dit verslag kunt plaatsen, wordt in deze inleiding iets verteld over de opzet en de bedoeling van de Werkplaats Ervaringskennis en vindt u in de kantlijn de belangrijkste bevindingen uit de tweede fase. Het doel Van mensen met handicaps wordt steeds meer verwacht dat ze meedoen in de samenleving. Dat is een goede zaak en veel mensen met handicaps willen dat ook. Maar hoe bouw je als jongere met een verstandelijke, psychische of lichamelijke handicap een eigen leven op in een samenleving, waar jij anders blijkt te zijn dat de rest en waar je steeds weer merkt dat anderen bewust of onbewust geen rekening met je houden? Wie kunnen dat beter vertellen dan volwassenen die heel hun leven al een handicap hebben en al een flink aantal jaren een eigen leven leiden in de samenleving? Zij hebben immers de stap van een leven thuis en op school, naar een eigen leven middenin de maatschappij al gezet en ervaren nog elke dag hoe het is om anders te zijn dan de rest. De zogenoemde ervaringskennis die zij daardoor hebben opgedaan en nog steeds in het leven van alledag opdoen, is goud waard voor jongeren met handicaps die de stap naar een eigen leven nog gaan zetten, voor hun ouders, voor scholen, maar ook voor de politiek. Dit is het oorspronkelijke uitgangspunt van de Werkplaats Ervaringskennis. Het is de bedoeling dat er op grond van die ervaringskennis tips worden geformuleerd waar vooral jongeren met handicaps en hun ouders profijt van zullen hebben bij het op poten zetten van een eigen leven in de samenleving. Al in de eerste fase van de Werkplaats Ervaringskennis werd echter door mensen met ervaringskennis opgemerkt dat juist aan de visie van scholen voor Speciaal Onderwijs één en ander ontbreekt waardoor jongeren met handicaps op school niet optimaal worden voorbereid op een toekomst in de samenleving. Wat er precies aan die visie ontbreekt is simpelweg samen te vatten met ervaringskennis. Want hoe goed de mensen zonder handicap ook opgeleid zijn om jongeren met handicaps te onderwijzen, hoe lang ze ook op scholen voor Speciaal Onderwijs werken en hoe goed zij ook hun best doen om hun leerlingen te begeleiden; ze zullen nooit kunnen invoelen hoe het is om met een handicap te leven. Ze zullen nooit weten wat hun leerlingen, straks in de samenleving tegenkomen; tegen welke obstakels ze zullen oplopen om 7

die vervolgens te overwinnen, wat ze wel blijken te kunnen terwijl niemand dat ooit had verwacht en waaraan ze littekens op hun ziel zullen oplopen die ze heel hun leven met zich mee blijven dragen. Want dat zij een grotere kans hebben op littekens op hun ziel dan leeftijdgenoten zonder handicaps, is een voldongen feit. Daar kun je hen niet tegen beschermen en dat moet je ook niet willen. Uiteindelijk zullen zij er alleen maar sterker van worden. Maar je kunt hen er wel zó op voorbereiden dat ze zich er niet zomaar door uit het veld zullen laten slaan. Daarvoor moet je wel weten hoe het voelt om als gevolg van een handicap door andere mensen of door handicaponvriendelijke omstandigheden op je ziel getrapt te worden. Leerkrachten, mentoren en directeuren zonder handicaps zullen, zelfs met de allerbeste bedoelingen, nooit exact kunnen inschatten waar hun leerlingen zich nu al zorgen over maken in verband met hun handicaps. Trouwens, al zouden zij dat wel kunnen inschatten; de kans dat leerlingen met al hun vragen naar mensen komen die ook hun leerprestaties moeten beoordelen, is wel heel erg klein. Op basis van deze inzichten ontwikkelden de mensen met ervaringskennis die meewerkten aan de Werkplaats Ervaringskennis, het volgende idee: het zou zo goed zijn als elk samenwerkingsverband van scholen voor Speciaal Onderwijs en vervolgens ook samenwerkingsverbanden van reguliere scholen op betaalde basis een adviseur met ervaringskennis aan zou nemen. Die adviseur zou als vraagbaak en inspirator kunnen dienen voor leerlingen met handicaps en leerkrachten kunnen adviseren bij vraagstukken die te maken hebben met het leven met handicaps in de samenleving en hoe zij hun leerlingen daarop kunnen voorbereiden. Daarbij benadrukken deze mensen met ervaringskennis dat het niet uitmaakt welke handicap iemand heeft. Iemand met een lichamelijke handicap kan gemakkelijk iemand met een psychische of verstandelijke handicap ondersteunen en andersom. De onderlinge herkenning wat je meemaakt als je een handicap hebt is zo groot. Op een school voor leerlingen met lichamelijke handicaps kan dus best een adviseur met een psychische of verstandelijke handicap werken. Als gevolg van dit idee is het doel van de Werkplaats Ervaringskennis ietwat verschoven naar het introduceren van dit idee. Daarbij blijft het bieden van tips aan jongeren met handicaps die een eigen leven in de samenleving gaan opbouwen natuurlijk voorop staan. Een groot deel van die tips kunnen zij trouwens al van de adviseur krijgen en het ontmoeten van een volwassene die ook een handicap heeft en betaald op school werkt, zal menig jongere op zich al een flinke dosis inspiratie voor hun ideeën over hun eigen toekomst geven. Vanuit de visie van mensen met ervaringskennis Zoals al eerder vermeld, bestaat de Werkplaats uit drie fases. Elke fase heeft zijn eigen karakter, maar voor alle drie de fases geldt dat de kwes- 8

ties rondom de voorbereidingen van jongeren op een toekomst middenin de samenleving, bestudeerd wordt vanuit het perspectief van mensen met ervaringskennis. Dit is dus ook zo bij de tweede fase waar dit verslag over gaat. Deze tweede fase bestond weliswaar uit bezoeken aan drie scholen voor Speciaal Onderwijs en een gesprek met een Pilot Passend Onderwijs, echter niet de verhalen van die drie bezochte scholen en van de Pilot Passend Onderwijs staan in dit verslag centraal, maar de visie van de mensen met ervaringskennis op dat verhaal. Eerste fase De eerste fase van de Werkplaats Ervaringskennis in 2013 bestond uit het verzamelen van ervaringskennis. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de brochure Een handicap is géén beperking. Maak dromen en ambities waar! (zie de paragraaf verder lezen achterin dit verslag). De conclusies uit die eerste fase zijn onder meer: 1. Het maakt op zich weinig uit of je een psychische, lichamelijke of een (licht) verstandelijke handicap hebt. Ervaringen zijn voor alle drie de categorieën op wat nuances na - identiek. Waar deze mensen tegenaanlopen is moeilijk samen te vatten, maar het komt erop neer dat zij vaak worden ondergewaardeerd en dat zij vaak niet goed worden begrepen omdat zij een andere taal spreken en/of de dingen anders doen dan gebruikelijk. 2. Mensen met handicaps lopen daardoor veel kans om steeds weer een knauw in hun zelfvertrouwen op te lopen en daar moeten zij dan steeds weer op eigen kracht bovenop zien te komen. Herhaaldelijk werd door de mensen met ervaringskennis die participeerden in de Werkgroep Ervaringskennis gezegd: het leven bestaat uit vallen en weer opstaan, vallen en weer opstaan en dat duurt je leven lang. 3. Op school óók op scholen voor Speciaal Onderwijs krijgen leerlingen weinig gehoor als ze hun ambities kenbaar maken, terwijl er later als ze van school af zijn toch veel mogelijk blijkt. Want, zo blijkt uit ervaring: als iets niet gaat zoals het hoort zijn er nog duizenden manieren waarop het wél kan. 4. Adviseurs met ervaringskennis zouden - als betaalde krachten op scholen moeten worden ingezet ter ondersteuning van de mentoren en leerkrachten, die gewoonweg onmogelijk kunnen weten wat het precies is om met een handicap te leven én als vraagbaak en inspirator voor leerlingen met handicaps. (Misschien is het overbodig om dit erbij te vermelden, maar omdat mensen met verschillende handicaps zoveel gemeenschappelijks hebben, hoeft een ervaringsdeskundig adviseur niet per se dezelfde handicap te hebben als de leerlingen. Iemand met een licht verstandelijke handicap kan iemand met een lichamelijke of psychische handicap prima ondersteunen en andersom). 9

5. Als inclusief onderwijs in Nederland een feit wordt wat haast niet te vermijden is omdat Nederland in 2014 het VN-Verdrag inzake Rechten van Personen met Handicaps bekrachtigt zal het onderwijssysteem zo moeten veranderen: - dat pestgedrag wordt uitgebannen; - dat er naar méér vormen van intelligentie wordt gekeken dan alleen naar het IQ; - en dat leerlingen met handicaps leren omgaan met leerlingen zonder handicaps en andersom. Tweede fase Dit is een verslag van de Tweede fase van de Werkplaats Ervaringskennis in 2014. Deze fase bestond uit bezoeken aan drie scholen voor Speciaal Onderwijs, namelijk: - De Berkenschutse. De Berkenschutse is een school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs te Heeze. Op de school zitten leerlingen tussen 4 en 20 jaar met een niveau van Zeer Moeilijk Lerend tot en met HAVO/VWO. - De Mgr. Bekkersschool. Deze school omschrijft zichzelf op haar website als een school voor zeer moeilijk lerenden. Dit zijn leerlingen met een duidelijke ontwikkelingsachterstand en een zodanige onderwijsbeperking en leerbelemmering dat zij zijn aangewezen op deze vorm van Speciaal Onderwijs. - Mytylschool Eindhoven. Dit is een school voor leerlingen van 4 jaar tot 20 jaar met een lichamelijke handicap, functiestoornis of - beperking. Vanwege leerproblemen en/of sociaal emotionele problemen die hiermee samenhangen ondervinden zij ernstige belemmeringen bij het volgen van regulier onderwijs. In de afdeling voortgezet speciaal onderwijs van deze school komen de onderwijsdoelstellingen overeen met de kerndoelen van het VMBO en met het praktijkonderwijs. Voor leerlingen vanaf 15 jaar bestaat de mogelijkheid om praktijkgericht onderwijs te volgen. De aandacht voor de overgang van school naar de maatschappij neemt bij dat praktijkgericht onderwijs een belangrijke plaats in. Bij dit onderwijs staat de voorbereiding van de leerling op wonen, (on)betaald werken en vrijetijdsbesteding centraal. Daarnaast vond er een gesprek plaats met de Pilot Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs Gorinchem. Met deze Pilot wil het samenwerkingsverband manieren bedenken om leerlingen met handicaps een goede, gelijkwaardige plek te geven binnen het regulier onderwijs. Passend Onderwijs is een maatregel van de Nederlandse regering, die inhoudt dat elk schoolverband plaats moet bieden aan leerlingen met handicaps. Wanneer een school om één of andere reden een leerling met een handicap moet weigeren, moet er binnen datzelfde schoolverband een andere school zijn die de leerling wel kan aannemen. 10

Passend Onderwijs is in feite een tussenstap van het schoolsysteem zoals dat nu in Nederland is waarin leerlingen mét en leerlingen zonder handicaps grotendeels gescheiden naar school gaan naar inclusief onderwijs, dat het VN-Verdrag inzake Rechten van Personen met een Handicap verplicht stelt. Inclusief Onderwijs wil zeggen dat leerlingen met en zonder handicaps als het even kan samen naar school gaan en dat een school een leerling met een handicap (bijna) niet kan weigeren. In de Pilot Passend Onderwijs in de regio Gorinchem wordt onderzocht hoe aan Passend Onderwijs vorm gegeven kan worden. Het samenwerkingsverband behelst zestien scholen, met in totaal 8600 leerlingen. In de Pilot Passend Onderwijs wordt nauw samengewerkt met instellingen als Bureau Jeugdzorg, Bureau Leerplicht, Schoolmaatschappelijk werk, de GGD en de GGZ. Doel De bedoeling van deze tweede fase was om met drie scholen voor Speciaal Onderwijs en de Pilot Passend Onderwijs te delen wat de eerste fase heeft opgeleverd, omdat zij daar naar alle waarschijnlijkheid veel aan kunnen hebben. Het enthousiasme van de scholen voor Speciaal Onderwijs over - en hun nieuwsgierigheid naar - deze bevinding viel helaas een beetje tegen. De drie scholen legden ons liever uit wat zij allemaal doen. Daarentegen was de belangstelling en de interesse van de Pilot Passend Onderwijs groot en er was bovendien veel herkenning. Belangrijkste bevindingen Met het idee van het in dienst nemen van adviseurs met ervaringskennis ging de Werkplaats Ervaringskennis de tweede fase in: het bezoeken van scholen voor Speciaal Onderwijs. Dat viel een beetje tegen. Scholen voor Speciaal Onderwijs doen nog steeds hun uiterste best om hun leerlingen goed te begeleiden naar een toekomst waarvan zij denken dat die goed is voor de leerlingen. Ze hebben nog net iets te vaak het idee dat jongeren met handicaps extra beschermd moeten worden en veel minder mogelijkheden hebben dan jongeren zonder handicaps. Daardoor worden leerlingen met handicaps onvoldoende aangemoedigd om het onderste uit de kan te halen en er wordt te weinig met hen meegedacht bij het waarmaken van hun dromen en ambities. Dit terwijl mensen met ervaringskennis aangeven dat er met handicaps van alles mogelijk is maar dat je gewoon even moet leren om de dingen anders aan te pakken. Speciaal Onderwijs zou dus wel degelijk een meerwaarde hebben, mits deze scholen zich op de eerste plaats het doel zouden stellen om hun leerlingen helpen te ontdekken hoe zij de dingen wél kunnen doen en hen vervolgens zo snel mogelijk overplaatsen naar een reguliere school of hen op een andere manier dagelijks met jongeren zonder handicap laten omgaan. Bij de drie scholen voor Speciaal Onderwijs die in het kader van de 11

Werkplaats Ervaringskennis zijn bezocht, is deze benadering van de leerlingen nog niet zo vanzelfsprekend als je zou hopen. Dat is echter wel nodig omdat in het kader van het VN-Verdrag inzake Rechten van Personen met Handicaps inclusief onderwijs een wettelijke verplichting wordt. Inclusief onderwijs wil niets anders zeggen dan dat leerlingen met een handicap en leerlingen zonder handicaps samen naar school gaan en samen opgroeien. Bij het Speciaal Onderwijs bestaat in de ogen van mensen met ervaringskennis nog teveel de neiging om de leerlingen binnen te houden en misschien zelfs wel te onderschatten. Op zich is die neiging goed in te voelen. Vooral veel jongeren met psychische of verstandelijke handicaps zijn al vanaf zeer jonge leeftijd in een verdomhoek zijn gezet; door hun eigen ouders, door begeleiders, door leerkrachten op andere scholen. Soms hebben zij zelfs al met de kinderbescherming te maken gehad. De impact die dat soort gegevens op de ontwikkeling van iemands zelfvertrouwen heeft, is onbeschrijflijk. Dat weten scholen voor Speciaal Onderwijs ook. Het is dan verleidelijk om die jongeren te beschermen en niet teveel van hen te verwachten. Maar daar help je die jongeren niet mee. Zelfvertrouwen is iets waarvan juist deze jongeren veel nodig hebben als zij een eigen leven in de samenleving gaan opbouwen. Het Speciaal Onderwijs zal dus hard moeten werken om hun leerlingen hun zelfvertrouwen terug te geven en daar zouden adviseurs met ervaringskennis een grote rol in kunnen spelen. Jammer genoeg zien de drie scholen die door de Werkplaats Ervaringskennis werden bezocht daar vooralsnog niets in. Stellingen voor directies en leerkrachten Met de directies en leerkrachten van de drie scholen spraken we aan de hand van stellingen. Die stellingen luidden: 1. De brochure van de Werkplaats Ervaringskennis heet: Een handicap is géén beperking! Maak dromen en ambities waar!. Dit vat heel kort het resultaat samen van in totaal zeven bijeenkomsten van mensen met ervaringskennis. Hoe gaat jullie school om met ervaringen en ambities van jullie leerlingen? 2. Een belangrijk advies dat voortvloeit uit de Werkplaats Ervaringskennis is dat elke school of elk schoolverband een adviseur met ervaringskennis in dienst zou moeten hebben. Die adviseur zou leerkrachten, mentoren, enzovoort kunnen coachen bij het omgaan met leerlingen met handicaps én als vragenbaak en inspirator kunnen fungeren voor leerlingen met een handicap. Zou zo n adviseur met ervaringskennis een meerwaarde hebben voor jullie school? 3. Inclusief onderwijs wordt vroeg of laat een feit. Wat moet er gebeuren om inclusief onderwijs te laten slagen? 12

Vragen aan de leerlingen Met de leerlingen werd gesproken aan de hand van kaartjes waar vragen opstonden. De leerlingen trokken om de beurt een kaartje. De desbetreffende leerling gaf eerst zelf een antwoord op de vraag en vervolgens werd ook aan de andere leerlingen gevraagd of zij er iets over wilden zeggen. De vragen waren: - Wat wil je bereikt hebben als je 25 bent? - Wat zou jij graag aan ons willen vragen? - Wat is jouw liefste wens en wat kun jij er aan doen om die wens uit te laten komen? - Stel je krijgt later een kind dat dezelfde handicap heeft als jij. Gaat jouw kind dan ook naar deze school? - Wat is jouw liefste wens en wat kan de school er aan doen om die wens uit te laten komen? - Stel er komt op deze school iemand werken die zelf een handicap heeft en aan wie je alles kunt vragen. Hoe zou jij dat vinden? - Wat doet deze school om te zorgen dat jij straks een baan krijgt die bij jou past? En ben je daar tevreden over? - Waar, hoe en met wie wil je later wonen? - Heb jij een goed advies voor de school? - Heb je een idool? Wie is dat? - Waar ben jij goed in? - Wat vind je het leukste schoolvak? Waarom? - Waarom zit jij op deze school? - Wat wil je zeker een keer meemaken in je leven? Met de Pilot Passend Onderwijs werd gesproken naar aanleiding van de volgende stellingen: - Het uitgangspunt van de Werkplaats Ervaringskennis is dat mensen die uit eigen ervaring spreken (in dit geval mensen met ervaring met leven met handicaps) veel specifieke kennis hebben die een onmisbare aanvulling is op professionele ervaring. Hoe is daar bij de Pilot Passend Onderwijs over nagedacht en welke plaats nemen mensen met ervaringskennis in, in de Pilot? - Het doel van de Werkplaats Ervaringskennis was oorspronkelijk om jongeren met handicaps die nog een eigen leven in de samenleving gaan opbouwen en hun ouders wat handreikingen te kunnen bieden. Na de eerste fase was het al duidelijk dat het grote knelpunt voor jongeren met handicaps om een eigen leven op te kunnen bouwen, vooral ligt bij het onderwijs dat hen op hun plaats houdt en dat je daar juist iets aan moet doen. In de tweede fase werd dit alleen nog weer eens bevestigd. Verbetert dit met de komst van Passend Onderwijs? De derde fase van de Werkplaats Ervaringskennis In de derde en laatste fase van de Werkplaats Ervaringskennis in 2014 13

en 2015 wordt een documentaire over ervaringskennis gemaakt en op verschillende plaatsen in Nederland vertoond. De documentaire krijgt de titel Ongewenste onderwaardering omdat volgens de mensen die meewerkten aan de Werkplaats Ervaringskennis, het constante risico om niet serieus te worden genomen en ondergewaardeerd te worden, het meest pijnlijke is aan het leven met een verstandelijke, psychische of lichamelijke handicap. Leeswijzer In dit verslag wordt ingegaan op de reacties op de stellingen en vragen, waarbij ook is gelet op de dingen die tussen de regels door gebeurden en die zoals dat meestal het geval is méér zeiden dan wat er hardop werd gezegd. Na deze inleiding volgt een woord van dank aan degenen die deze tweede fase mogelijk maakten, waarbij ook wordt aangeven wat de Werkplaats Ervaringskennis aan hun inbreng heeft gehad. Daarop volgt een stukje geschiedenis van het Speciaal Onderwijs in Nederland. Dat helpt om te begrijpen waarom het Speciaal Onderwijs nu is zoals het is. Daarna wordt er gekeken wat er sinds de komst van het Speciaal Onderwijs in Nederland (1901, met de invoering van de leerplicht) veranderd is in de houding van de onderwijswereld tegenover leerlingen met handicaps. Tot slot wordt er een aantal aanbevelingen gedaan aan het onderwijs en met name aan het Speciaal Onderwijs - in Nederland. En dan helemaal aan het einde - vindt u vijf goede redenen om als samenwerkingsverband van scholen een adviseur met ervaringskennis in dienst te nemen. 14

Een woord van dank. De drie scholen voor Speciaal Onderwijs, de Pilot Passend Onderwijs en de mensen die het mogelijk maakten om dit verslag c.q. handreiking samen te stellen worden in deze paragraaf bedankt en er wordt even stilgestaan bij de waarde van hun inbreng voor de Werkplaats Ervaringskennis. Allereerst veel dank aan Stichting SPZ. Zonder haar financiële ondersteuning was het uitvoeren van de Werkplaats Ervaringskennis niet mogelijk geweest. Bovendien werkt het erg stimulerend om steeds weer te merken hoezeer Stichting SPZ belang hecht aan ervaringskennis. Daarnaast wordt De Berkenschutse hartelijk bedankt. Op deze school werd met de directie en leerkrachten van het Arbeids- en Onderwijstrainingscentrum van gedachten gewisseld. Dat gaf veel inzicht in de spagaten waarin het Speciaal Onderwijs terecht kan komen als gevolg van regels van de Onderwijsinspectie die Directeur: Een leerling die vreselijk is gepest op zijn vorige school, krijgt van ons eerst de ruimte om tot rust te komen. De onderwijsinspectie kent daar geen regels voor. niet zijn afgestemd op behoeften en vaardigheden van jongeren met handicaps én als gevolg van het gegeven dat een school voor Speciaal Onderwijs vaak onderdeel is van een groter geheel. Als schoolleiding heb je zodoende aan verschillende partijen verantwoording af te leggen. Bij De Berkenschutse werd ook duidelijk dat inclusief onderwijs op sommige scholen voor Speciaal Onderwijs in zekere zin al een feit is. Op De Berkenschutse zitten leerlingen van allerlei niveaus: van zwaar verstandelijk gehandicapt tot en met hoogbegaafd. Alleen leerlingen zonder handicaps en leerlingen met puur lichamelijke handicaps, ontbreken er nog. Je gaat dan bijna denken dat leerlingen zonder handicaps juist naar het Speciaal Onderwijs gehaald moeten worden in plaats van dat leerlingen met handicaps moeten worden ingepast in het reguliere onderwijs, zoals dat met het op stapel staande inclusief onderwijs wordt beoogd. Ook Mytylschool Eindhoven wordt heel vriendelijk bedankt. Daar werd gesproken met de interim adjunct-directeur, vervolgens met een leerkracht van de laatste klas van het VMBO en met het hoofd van de Praktijkgerichte Leergang - die tevens stagebegeleider is - en tot slot met een groepje VMBO-leerlingen plus één leerling van de Praktijkgerichte Leergang. 15

Wat op Mytylschool Eindhoven vooral naar voren kwam is dat de interim adjunct-directeur groot voorstander is van Person Centered Planning. Person Centered Planning zet de wensen en ambities van leerlingen centraal en gaat vandaaruit kijken wat mogelijk is. Als een jongere die in een rolstoel zit ballet wil gaan doen wordt er dus niet meteen gezegd: Dat kun jij niet!, want daarmee sla je alle hoop en ambitie van de jongere de grond in. In plaats daarvan wordt er gevraagd: Wat vind Stagebegeleider: We hebben een leerling die hartstikke zwaar lichamelijk gehandicapt is. Die wil voetballer worden. Wat moet je daar nou mee? Ervaringsdeskundige: Je zou kunnen kijken wat deze jongere zo leuk vindt aan voetballen en kunnen kijken wat hij in die richting wél kan. Misschien wordt hij wel sportjournalist of komt er iets heel anders uit. jij zo leuk aan ballet? en vandaaruit wordt gekeken wat hij daarmee wel zou kunnen. Daarmee houd je de hoop en ambitie van de jongere in stand en geef je hem de kans om zo dicht mogelijk bij zijn ambitie uit te komen. Eigenlijk is dit de normale gang van zaken. Ook als je geen handicap hebt, kom je zelden of nooit uit bij de droombaan die je in gedachte had toen je veertien of zestien was. Waarom zou dat dan anders gaan bij mensen met handicaps? Toch krijgt deze interim adjunct-directeur die nu dit verslag geschreven wordt alweer weg is bij Mytylschool Eindhoven zijn collega s niet makkelijk mee in die gedachtegang. Person Centered Planning vereist dat je niet bij voorbaat al wegen af gaat sluiten voor je leerling, maar creatief meedenkt in de richting van zijn wensen en dat is moeilijk. Ook uit eerder onderzoek van het Schrijf- en Adviesbureau Yvette den Brok blijkt dat men bij een jongere met een handicap zijn ambities eerder afkapt dan bij een jongere zonder handicap. Op zich is dat vrij logisch. Als het gaat om jongeren met handicaps lijkt het vaak overduidelijk dat zij bepaalde dingen nooit zullen kunnen en dan lijkt het beter om eerlijk tegenover hen te zijn en hen erop te wijzen dat zij geen dingen moeten willen die onmogelijk zijn. Die benadering van ambities van jongeren met handicaps was op Mytylschool Eindhoven en in mindere mate op de andere twee scholen - zichtbaar. Er werd gezegd dat het belangrijk is om tegenover de leerlingen eerlijk te zijn als het gaat over hun toekomstverwachtingen, er werd gezegd dat de samenleving nog niet klaar is voor participatie van jongeren met handicaps, en zo werden er meer opmerkingen gemaakt die de indruk wekten dat men bang was om bij de leerlingen een te hoge verwachting te wekken. Dit gaf ons veel bruikbaar inzicht over hoe er tegen jongeren met handicaps en hun kans op een stage- of werkplek kan worden aangekeken. 16

Ook hartelijk dank voor de gastvrijheid en de inzichten van de Mgr. Bekkersschool. Wat ons opviel in gesprek met de adjunct-directeur, het hoofd van het VSO-team van de Mgr. Bekkersschool was de warmte en de betrokkenheid bij hun leerlingen. De school heeft allerhande methodieken in huis om uit de leerlingen te halen wat in hen zit, betrekt de leerlingen overal bij zelfs bij het schrijven van hun rapport - en onderhoudt een prima contact met stageadressen en met potentiële werkgevers. Person Centered Planning is bij deze school bekend en in de geest daarvan wordt gewerkt, weliswaar hier en daar met wat aanpassingen. Dit gesprek maakte ook duidelijk waarom de school niet direct staat te springen bij het concept van inclusief onderwijs: veel van de leerlingen van deze school komen namelijk van het regulier onderwijs af waar ze vastliepen omdat ze de lesstof niet aankonden, maar vaak ook omdat ze werden gepest. Als inclusief onderwijs een feit moet worden, moet er dus eerst heel goed worden gekeken hoe Docente Speciaal Onderwijs: Leerlingen zijn vaak bang geworden voor regulier onderwijs. We merken ook dat reguliere scholen huiverig zijn om met ons samen te werken. pestgedrag en andere buitensluitingssystemen op scholen uit de wereld kunnen worden geholpen. Maar de allermeeste dank gaat toch uit naar de leerlingen van Mytylschool Eindhoven en naar de leerlingen van de Mgr. Bekkersschool. Zij vertelden gewoon ieder in hun eigen woorden - over hun leven, over school, over wat ze in hun vrije tijd doen en over wat ze in de toekomst willen gaan doen. Het viel op dat veel van de leerlingen met wie gepraat werd het moeilijk vonden om te zeggen waar ze goed in zijn. Gek is dat. Op een school voor Speciaal Onderwijs zou het daar toch elke dag over moeten gaan? Want juist het weten waar zij goed in zijn helpt jongeren om hun zelfvertrouwen groter te laten worden en dat is nou precies wat leerlingen met handicaps die al vaak in het verdomhoekje hebben gezeten en zijn gepest nodig hebben. Wat ook opviel is dat sommige leerlingen een toekomstwens hadden, maar dat hun ouders of de school dat niet zo n goed idee vonden. Dat is bedenkelijk. Wie bepaalt er eigenlijk wat iemand met zijn leven gaat doen? Aan de verhalen van de leerlingen te horen hebben zij goede vrienden en vriendinnen en zitten ze in hun vrije tijd op allerlei clubs. De docenten die bij het gesprek met de leerlingen zaten, benadrukten steeds maar dat de meeste leerlingen hun vrienden alleen maar van school kennen. Maar is dat niet bij (bijna) alle jongeren zo? Waarschijnlijk bedoelden deze docenten dat de leerlingen alleen omgaan met leeftijdgenoten die ook een handicap hebben. Maar als dat zo is, is dat dan niet een logisch gevolg 17

van het feit dat zij op een school voor Speciaal Onderwijs zitten en dat clubjes in onze samenleving vaak ook opgedeeld zijn in clubs voor jongeren zonder handicaps en clubjes voor jongeren met handicaps? Trouwens, sommige leerlingen vertelden zelf dat ze ook met jongeren uit de buurt omgaan. Het is echt hartstikke knap hoe de leerlingen hun woordje deden. Dank jullie wel. Dank ook voor het gesprek met de Pilot Passend Onderwijs. Uit dat gesprek werd vooral duidelijk dat je door samen te werken met verschillende deskundigen en door creatief te kijken naar oplossingen, heel ver komt als het gaat om het realiseren van één onderwijssysteem waar iedere leerling met óf zonder handicap de zorg en aandacht krijgt die hij nodig heeft. In de Pilot Passend Onderwijs wordt dit grondig aangepakt, zodat de mogelijkheden van leerlingen van alle kanten kunnen worden bekeken. Zo is er voor elke school die participeert in de Pilot een gedragsdeskundige contactpersoon, die voor leerlingen met een psychische of verstandelijke handicap bekijken hoe zij in het regulier onderwijs een plek kunnen vinden. Daarnaast is er een zogenaamde reboundvoorziening waarin jongeren met een handicap die in het regulier onderwijs vastlopen, tijdelijk opgevangen kunnen worden totdat duidelijk is wat er op school precies misgaat, zodat dit kan worden opgelost en de leerling weer gewoon verder kan op het regulier Pilot Passend Onderwijs: In principe krijgt ieder schoolverband om het even plat te zeggen een zak geld en daarmee moeten ze kijken hoe ze Passend Onderwijs vorm geven. Het schoolverband waar ik werk, heeft er dus voor gekozen om er een Pilot aan te wijden om te kijken wat er allemaal mogelijk is. En er is veel mogelijk. We hebben bijvoorbeeld een leerling met autisme die er vast van overtuigd is dat hij zijn VWO-diploma wil halen, want hij wil naar de Technische Universiteit. Dan kan hij best want hij kan goed leren. Maar door zijn autisme vangt hij alles op wat in zijn omgeving gebeurt. Na twee dagen school is die jongen dus hartstikke moe. Bij het onderwijs bestaat dan de neiging om te zeggen dat hij beter weer naar het Speciaal Onderwijs kan. Wij hebben ervoor gezorgd dat hij van de leerplichtambtenaar s woensdags thuis mag blijven. onderwijs. Het grote voordeel hiervan is dat leerlingen geen angst ontwikkelen voor reguliere scholen of om later de gewone samenleving in te moeten. Ze hebben immers geleerd dat er oplossingen te bedenken zijn als er even iets misgaat. 18

Last but not least dank aan Ineke Horst, Coen Boot en Tony Cox voor hun inzet. Zij zijn mensen met ervaringskennis en maakten in 2013 deel uit van de Focusgroep van de Werkplaats Ervaringskennis 1. Hoewel hen dat al veel tijd heeft gekost, zijn zij ook nog eens bereid geweest om mee te gaan naar de scholen en deze schoolbezoeken te evalueren. Maar ook Aart Lodder verdient het om bedankt te worden. Hij werkt bij MEE Nederland en hij weet zijn belangrijke, drukke werkzaamheden daar, steeds weer te combineren met de praktische organisatie van de Werkplaats Ervaringskennis, zodat ik mij volledig kan richten op de inhoudelijke kant. Dat wil overigens niet zeggen dat Aart zich niet bezighoudt met de inhoud. Niets is hem te veel om mee te denken en over allerlei bijkomende vraagstukken te discussiëren. Fijn dat MEE Nederland hem die ruimte geeft. Bedankt! Yvette den Brok, Schrijf- Advies- en Trainingsbureau. 1 De Werkplaats Ervaringskennis maakt deel uit van het Kennisplein Gehandicaptensector en heeft tot doel kennis te verzamelen en te implementeren over wat jongeren met handicaps met name op het gebied van enablement nodig hebben om een eigen leven middenin de samenleving op te bouwen. In 2013 heeft een groep volwassenen die vanaf hun kindertijd met een handicap leven (de zogenaamde Focusgroep), geïnventariseerd wat zij nodig hadden om een eigen leven in de samenleving op te bouwen. 19

De geschiedenis van Speciaal Onderwijs in Nederland In 1901 is in Nederland de leerplicht van kracht geworden. De leerplicht geldt uiteraard ook voor kinderen en jongeren met handicaps. Er wordt in die tijd van afwijkende kinderen gesproken die tot dan toe géén - of heel kort onderwijs kregen. De onderwijswereld weet zich eenvoudigweg geen raad met deze kinderen. Er wordt klakkeloos aangenomen dat deze kinderen niet in het normale onderwijssysteem passen en daardoor wordt de roep om Speciaal Onderwijs groter dan voorheen. Voorheen waren er ook al een paar scholen voor Speciaal Onderwijs maar dat waren particuliere initiatieven en er was niets verplicht. De invoering van de leerplicht verandert de hele situatie. De Nederlandse overheid gaat inzien dat ze iets moet doen om te bewerkstelligen dat afwijkende kinderen ook onderwijs krijgen en met invoering van de Wet op het Lager Onderwijs in 1920 krijgt het Speciaal Onderwijs in ons land een officiële status. In de jaren 20 blijft het Speciaal Onderwijs beperkt tot zwakzinnige kinderen, doofstomme kinderen, blinde kinderen en slechthorende kinderen. In de jaren 30 komen daar scholen voor kinderen met een psychische handicap en scholen voor kinderen met een lichamelijke handicap bij. Alleen al aan de termen waarmee men in die tijd kinderen met handicaps aanduidt, kun je zien dat men geen erg hoge pet van hen op heeft. Scholen voor kinderen met psychische handicaps worden in die tijd doorgaans zelfs scholen voor psychopaten genoemd. In onze tijd kun je het je haast niet meer voorstellen dat je zo over kinderen spreekt. In de jaren 40 van de vorige eeuw worden de scholen voor zwakzinnige kinderen gesplitst in scholen voor imbeciele kinderen en scholen voor debiele kinderen. Deze maatregel veroorzaakt niet alleen dat er méér scholen voor Speciaal Onderwijs komen, maar ook dat er meer kinderen naar het Speciaal Onderwijs gaan. Vermoedelijk betekent dat dat het reguliere onderwijs van steeds meer kinderen gaat denken dat zij op het Speciaal Onderwijs beter op hun plek zitten. Blijkbaar had niemand toen nog in de gaten dat dat een soort tweedeling in de samenleving teweeg brengt: kinderen met een handicap groeien op die manier immers gescheiden van kinderen zonder handicap op, terwijl ze later in de maatschappij in principe wel met elkaar te maken krijgen. Tenzij je jongeren met handicaps die van school afkomen in tehuizen plaatst of thuis laat, natuurlijk. En dat gebeurde toen doorgaans. Veel andere mogelijkheden hadden jongeren met handicaps en hun ouders trouwens niet: pas in 1967 dus aan het eind van een periode waarin andere groepen in de samenleving zich emanciperen en de vrijheid opeisen om te zijn wie ze zijn - komt er een wet die Voorgezet Speciaal Onderwijs mogelijk maakt. Vlak na die tijd verandert er van alles als het gaat om de positie van mensen met handicaps. Aan het eind van de jaren 60 beginnen onderwijsdeskundigen vraagtekens te zetten bij de noodzaak en bij het effect van Speciaal Onderwijs. Langzamerhand groeit het besef dat kinderen en 20