KANTOOR DERDE GRAAD BSO

Vergelijkbare documenten
KANTOOR Derde graad BSO Eerste en tweede leerjaar

ZAKELIJKE COMMUNICATIE NEDERLANDS VERKOOP DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. september 2006 LICAP BRUSSEL D/2006/0279/042

STUDIEGEBIED HANDEL (bso)

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Maak kennis met de richting kantoor

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

Onderstaande studierichtingsfoto kan service verlenen in volgende contexten/het formuleren van antwoorden op:

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

ZAKELIJKE COMMUNICATIE NEDERLANDS 3de graad bso Kantoor

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ADMINISTRATIEF MEDEWERKER KMO

Sint-Jan Berchmanscollege

Behaal je diploma secundair onderwijs

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar. Alle studierichtingen

Onderstaande studierichtingsfoto kan service verlenen in volgende contexten/het formuleren van antwoorden op:

Kantoor. Sint-Ursula-Instituut. Onze-Lieve-Vrouw-Waver

FUNCTIEBESCHRIJVING. Afdeling: Subafdeling:

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming STUDIEGEBIED HANDEL. Modulaire opleiding Secretariaatsmedewerker BO HA 002

Profilering derde graad

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Behaal je diploma secundair onderwijs

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Profilering derde graad

Profilering derde graad

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Sint-Jan Berchmanscollege

COMMERCIEEL ADMINISTRATIEF BEDIENDE - VOLTIJDSE DAGOPLEIDING

Profilering derde graad

ZAKELIJKE COMMUNICATIE NEDERLANDS 3de graad bso

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Profilering derde graad

Algemene structuur. 2 de graad BSO

Profilering derde graad

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

TEGELS DEPAEPE zoekt een Medewerker boekhouding

O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING ADMINISTRATIE WZC. 1. Plaats in de organisatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

financiële- en sociale dienst O.C.M.W.

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Profilering derde graad

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: toezichter gebouwen groen reiniging wegen NIVEAU: WEDDENSCHAAL: C1/C3. Plaats in het organogram

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Sint-Jan Berchmanscollege

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Sint-Jan Berchmanscollege

Inleiding: kennismaking met het spilbedrijf + voorstelling van het assortiment

Basis dubbel boekhouden (module A1)

Sint-Jan Berchmanscollege

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Opleiding. Meertalig secretariaat. Code + officiële benaming van de module. A3 Frans 1. Academiejaar Semester. 1 en 2.

* schrappen wat niet past

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Economie & maatschappij E&M. Economie Handel Handel-talen Kantoor Verkoop. Studiegids tweede graad 7

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

COMMERCIEEL ADMINISTRATIEF BEDIENDE - VOLTIJDSE DAGOPLEIDING

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

LOKAAL DIENSTENCENTRUM Administratief medewerk(st)er dienstencentrum

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: adviseur financiën en begroting WEDDENSCHAAL: A1a-A2a. Plaats in het organogram. Hoofddoel van de functie

Vernieuwingen leerplannen BSO studiegebied Personenzorg

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ADMINISTRATIEF MEDEWERKER EXPEDITIE

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Administratief medewerker

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA ADMINISTRATIEF MEDEWERKER 24 maanden

Opleiding: ADMINISTRATIEF MEDEWERKER

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS KANTOOR. Tweede graad BSO

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.

KANTOORADMINISTRATIE EN GEGEVENSBEHEER DERDE GRAAD BSO DERDE LEERJAAR. september 2004 LICAP BRUSSEL D/2004/0279/073

Advies over het algemeen vak Informatica in de tweede en derde graad van het ASO

Inhoud. o 3 pijlers van Kantoor. o 3 de en 4 de jaar: o belangrijke vakken, o nieuw vak (Engels), o aantal uren per vak.

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Sint-Jan Berchmanscollege

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING SECRETARIS-SECRETARIAAT. 1. Plaats in de organisatie

ADMINISTRATIEF MEDEWERKER Functionele loopbaan C1 C3 voltijds

FUNCTIEBESCHRIJVING. deskundige juridische aangelegenheden. De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd stafdienst..

IN1. Nr Omschrijving 2,5j 3j 4j 5j 6j 7j 8j 9j 10j 11j

Een nieuw Koninklijk Besluit betreffende bedrijfsbeheer: gevolgen voor de scholen

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Economie. maatschappij E&M. Handel-talen Kantoor Verkoop. Ruimte voor talent: grensverleggend! Studiegids tweede graad 15

Leren in samenhang in de studierichting Secretariaat-talen tso: aanzet tot het uittekenen van leerlijnen, horizontale/verticale vaksamenwerking, VOET,

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

10 Nulmeting kerntaak B1-K4

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED BIBLIOTHEEK-, ARCHIEF- EN DOCUMENTATIEKUNDE

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

VERKOOP DERDE GRAAD BSO

Transcriptie:

KANTOOR DERDE GRAAD BSO september 2004 LICAP BRUSSEL

KANTOOR DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP BRUSSEL September 2004 (vervangt D/2002/0279/046) ISBN 90-6858-394-8 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Algemene inhoud LESSENTABEL... 5 ALGEMEEN DEEL... 7 ZAKELIJKE COMMUNICATIE NEDERLANDS... 15 BOEKHOUDEN... 23 WETGEVING...45 SECRETARIAAT... 63 LOGISTIEK... 83 SEMINARIES/STAGES... 99 STAGES...111 3de graad BSO - Kantoor 3 Algemene inhoud

Lessentabel www.vvkso.be 3de graad BSO - Kantoor 5 Lessentabel

KANTOOR DERDE GRAAD BSO Algemeen deel 3de graad BSO - Kantoor 7 Algemeen deel

Inhoud 1 Visie op de studierichting Kantoor in de derde graad BSO...9 1.1 Vormingscomponenten...9 1.2 Verantwoording...10 1.3 Leerlingenkenmerken...10 1.4 Algemene doelstellingen...10 2 Algemene pedagogisch-didactische wenken...10 2.1 Het leerplan en het opvoedingsproject...10 2.2 Basisfilosofie voor het BSO-onderwijs...11 2.3 Leerlingenkenmerken...11 2.4 Consequenties voor de leraar...11 2.5 Samenwerking met andere vakken...12 3 Studieprofiel...12 3.1 Contextgegevens...12 3.2 Profiel van de leerling...12 3.3 Geïntegreerde aanpak...13 3.4 Instap...14 3.5 Uitstroom...14 4 Relatie met de geïntegreerde proef...14 8 3de graad BSO - Kantoor Algemeen deel

1 Visie op de studierichting Kantoor in de derde graad BSO De snel evoluerende administratieve sector vereist een nieuwe visie op de studierichting Kantoor BSO. In eerste instantie moet de studierichting een brede polyvalente vorming aanbieden die een ruime inzetbaarheid op de arbeidsmarkt mogelijk maakt. Ze moet een zo ruim mogelijke beroepsgerichte opleiding bieden met het oog op de uitvoering van eenvoudige, repetitieve administratieve of secretariële taken in de profit en non-profit sector. Bovendien moet rekening gehouden worden met de globalisering van de bedrijfsactiviteiten (wat een minimale talenkennis veronderstelt), de gewijzigde en nog steeds wijzigende werkomstandigheden en de impact van de moderne communicatietechnologie. In de derde graad komen de leerlingen terecht in een reële en virtuele kantooromgeving. Om hen hierin voldoende te kunnen ondersteunen is het nuttig om nieuwe leerstrategieën en simulaties te gebruiken. 1.1 Vormingscomponenten De leerinhouden spitsen zich toe op twee vormingscomponenten. 1.1.1 Talenvorming Talenvorming is in eerste instantie een sociaal interactief gebeuren. Taalvaardigheden worden bij voorkeur aangeleerd via interactieve dynamische werkvormen. De taalvorming beoogt vier taalvaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven). Vanuit de beroepsopleidingsprofielen Boekhoudkundig bediende, Secretariaatsmedewerker en Magazijnier 1 zal de toekomstige bediende in zijn/haar communicatie zich hoofdzakelijk mondeling moeten uitdrukken. Niettemin blijven ook schriftelijke vaardigheden belangrijk zoals bijvoorbeeld het beantwoorden van eenvoudige e-mails. De taalvakken van het fundamentele gedeelte leggen dan ook de klemtoon op het onderdeel Zakelijke communicatie in een bedrijfsgerichte functionele aanpak en context. In de communicatie is het overbrengen van correcte informatie cruciaal, en dus wordt hieraan constante aandacht besteed. 1.1.2 Bedrijfsgerichte vorming De bedrijfsgerichte vorming van de Boekhoudkundig bediende zit verweven in de vakken Boekhouden en Wetgeving. In het vak Boekhouding wordt de administratie van commerciële, financiële en diverse verrichtingen alsook de facturatie aangeleerd via softwarepakketten. Via het vak Recht komen Bedrijfsbeheer en Sociale wetgeving aan bod. De bedrijfsgerichte vorming van de Secretariaatsmedewerker zit verweven in het vak Secretariaat. Dit is een integratievak met de componenten tekstverwerking (inclusief elektronisch publiceren), toegepaste informatica (gegevensbeheer en rekenblad) en secretariaatsvaardigheden (postbehandeling, onthaal, telefoneren ). De bedrijfsgerichte vorming van de Magazijnier zit verweven in het vak Logistiek. In dit vak krijgt de leerling een kader waarin alle aspecten van het magazijnwerk aangeboden worden: goederenontvangst, goederenopslag, orderpicking, veiligheid, gevaarlijke producten, voorraadadministratie 1 Beroepsopleidingsprofielen van de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad): Studie 127 = Boekhoudkundig bediende Studie 29 = Secretariaatsmedewerker Studie 130 = Magazijnier 3de graad BSO - Kantoor 9 Algemeen deel

In het vak Seminaries wordt de binding met de reële kantooromgeving gelegd: een kantoorsimulatie, een virtueel kantoor, attitudetraining voor kantoorberoepen, bedrijfsbezoeken, ervaringsstages zijn mogelijke invalshoeken voor dit vak. Dit vak moet een servicevak of ondersteuningsvak zijn in het naar de praktijk omzetten van de drie beroepsopleidingsprofielen. Via bedrijfsstages komt de leerling in direct contact met de sociale en economische realiteit en wordt voorbereid op directe tewerkstelling. 1.2 Verantwoording De SERV (Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen) en/of CEVORA (Vormingsinstituut van het aanvullend paritair comité van de bedienden) formuleren in hun beroepsprofielen wat zij van een uitoefenaar van een bepaald beroep in de tertiaire sector verwachten. Deze informatie leidt tot een bijsturing van de betrokken opleiding. Daarom is het nodig de bestaande opleiding te linken aan deze gegevens en ze constant bij te sturen. De bijgebrachte vaardigheden, ondersteunende kennis en attitudes uit de tweede graad waren de aanzet tot een meer specifieke opleiding in de derde graad, met inbegrip van het derde leerjaar van de derde graad. 1.3 Leerlingenkenmerken Leerlingen in de studierichting Kantoor willen vooral leren door te doen. Ze hebben oog voor een correcte en stipte uitvoeringen van de opdrachten en leren zelfstandig de hen opgelegde taken uit te voeren met verantwoordelijkheid voor hun eigen werk. 1.4 Algemene doelstellingen De leerlingen leren: administratieve taken verrichten; nauwkeurig en met orde werken; de opgelegde taken correct uitvoeren; werken met documenten en formulieren; bij externe en interne contacten een klantgerichte houding ontwikkelen; een noodzakelijke teamspirit ontwikkelen; verantwoordelijk zijn voor hun eigen opdrachten; communicatieve vaardigheden in het Nederlands, in enkele moderne vreemde talen en in het gebruik van moderne communicatiemiddelen. 2 Algemene pedagogisch-didactische wenken 2.1 Het leerplan en het opvoedingsproject Een school wil haar leerlingen meer meegeven dan louter vakkennis. Haar intentieverklaring in dit verband is te vinden in het opvoedingsproject, waarin ook waardeopvoeding en christelijke duiding zijn opgenomen. Een vakleraar in een school van het katholieke net zal geen ander Engels, geen andere wiskunde geven dan zijn collega s. Wel heeft hij de taak om aan het opvoedingsproject of een aspect daarvan te refereren waar de kans zich voordoet. Als (mede)drager van het christelijke opvoedingsproject is hij alert voor elke kans die het schoolen klasgebeuren biedt om de diepere dimensie aan te reiken. Vele vakken bieden op een of andere manier kan- 10 3de graad BSO - Kantoor Algemeen deel

sen daartoe. Hoe meer de leraar de leerlingen persoonlijk kent, hoe meer hij zal aanvoelen wanneer er openheid is om met de leerlingen door te stoten naar zins- en zijnvragen. 2.2 Basisfilosofie voor het BSO-onderwijs De basisfilosofie met betrekking tot het BSO en de daaraan gekoppelde doelstellingen zijn terug te vinden in de brochure Visie op het Beroepssecundair onderwijs van 19 mei 1995 (Kl. 64.03). Dit document bevat fundamentele wenken omtrent het werken met BSO-leerlingen. Om welke studierichting het ook gaat, de aanpak van de BSO-leerling dient steeds te gebeuren binnen dit kader. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk de leerlingen te helpen een positief en correct zelfbeeld op te bouwen. De didactische aanpak moet hierop gericht zijn, onder meer door bemoedigend en stimulerend te werken. Leerinhouden en werkwijze moeten ertoe leiden dat leerlingen zichzelf juist(er) kunnen inschatten en weten wat zij al of niet aankunnen, wat hen ligt, of zij geschikt zijn voor bepaalde beroepen uit de beroepenstructuur van het studiegebied Handel. Een permanente zorg betreffende de aanpak van de leerlingen in het BSO moet uitgaan naar het doe-aspect binnen elk vak: kunnen is in deze visie de basis voor het kennen, met andere woorden: in het vaardigheidsonderwijs is kennisverwerving louter ondersteunend. 2.3 Leerlingenkenmerken Hierna volgen een aantal algemene kenmerken die gelden voor een grote groep; ze dienen met de nodige omzichtigheid te worden geïnterpreteerd. De aandacht van de leerlingen is gericht op het doen. De leerlingen leren weinig van theoretische uiteenzettingen, ze leren vooral van het handelen in concrete situaties. Vanuit dit handelen komen ze tot begripsvorming. Ze hebben vooral interesse voor het onmiddellijk bruikbare. Hun hele leefwereld, zowel binnen als buiten de onderwijstijd, is afgestemd op onmiddellijke consumptie van wat zij als nuttig, als prettig ervaren. Ze reageren doorgaans heel spontaan en impulsief. Hun reacties zijn niet altijd beheerst. Hun intelligentie is eerder beperkt. Ze verwerken moeilijk grote leerstofgehelen. Memoriseren, verbanden leggen, besluiten trekken is niet eenvoudig. Transfer van het ene vak naar het andere, van de leerstof naar de praktische toepassing ervan is niet vanzelfsprekend. Hun schoolverleden verliep niet altijd even vlot. Daardoor tonen sommigen een aversie tegenover het schoolse leren. Ze hebben een geringe verbale vaardigheid. Het onderwijs steunt traditioneel heel sterk op het verbale, zodat leerlingen met een beperkte taalvaardigheid bijzondere moeilijkheden ervaren. Veelal verschilt de school- en vaktaal van de thuistaal, wat meebrengt dat ze niet steeds begrijpen waar de leraar het over heeft. De taakspanning en/of taakgerichtheid is vaak klein. Als deze leerlingen aan opdrachten werken is het voor hen een hele klus om tot het einde vol te houden. Zeker wanneer moeilijkheden binnen de opdracht opduiken, haken ze gemakkelijk af. 2.4 Consequenties voor de leraar De leraar zal: de leerlingen leren kennen en aanvaarden om begeleidend en onderwijzend met hen op weg te gaan; haalbare en duidelijke doelen bij onderwijs en begeleiding vooropstellen; eenvoudige, voor de leerlingen begrijpbare taal hanteren; lesstrategieën aanwenden die uitgaan van de beginsituatie van de leerlingen en van de leerlingenkenmerken; 3de graad BSO - Kantoor 11 Algemeen deel

de lesbetrokkenheid van de leerlingen alle kansen geven; goede studiegewoonten stimuleren; aanzetten geven tot het zelfstandig verwerken van de leerstof: in de eerste plaats in de klas zelf, eventueel ook thuis. 2.5 Samenwerking met andere vakken Het vak PAV of MAVO/Nederlands uit de basisvorming bevat basisdoelen en basisinhouden voor alle studierichtingen. Ze kunnen didactisch worden ingekleurd naar de leef- en leersituatie van de leerlingengroep. De inkleuring kan tot uiting komen in voorbeelden, in tekstmateriaal, in het niveau van beheersing. De vakken Nederlands, Zakelijke communicatie Nederlands, Frans, Engels, Duits, Boekhouding, Recht, Secretariaat, Logistiek, Seminaries en Stages uit het fundamenteel en/of complementaire deel bevatten ook doelstellingen die een inkleuring kunnen krijgen vanuit de verschillende vakken van het fundamentele en/of complementaire gedeelte. Regelmatig overleg tussen de verschillende leraren is dan ook ten zeerste aanbevolen. 3 Studieprofiel De scherpe profilering met typische accenten voor de verschillende studierichtingen gebeurt in de derde graad. De studierichting Kantoor beoogt een grondige opleiding, gebaseerd op drie beroepsopleidingsprofielen: Boekhoudkundig bediende, Secretariaatsmedewerker en Magazijnier. De klemtoon van de opleiding ligt in het verwerven van enerzijds functionele kantoorvaardigheden en anderzijds logistieke vaardigheden. Van de leerlingen wordt dan ook een grote belangstelling voor bovenstaande vaardigheden verwacht. Bij het aanleren van de kantoorvaardigheden wordt ruime aandacht besteed aan het leren omgaan en werken met ICTmiddelen. Bij het aanleren van logistieke vaardigheden wordt ruime aandacht besteed aan de activiteiten die verwacht worden van een boekhoudkundig bediende, secretariaatsmedewerker en magazijnier. 3.1 Contextgegevens De Boekhoudkundig bediende werkt als uitvoerend bediende in een boekhoudafdeling van een bedrijf of bij een zelfstandig boekhouder onder de directe leiding van een of meer verantwoordelijken, hetzij boekhouders of hoofdboekhouders. De Secretariaatsmedewerker oefent een uitvoerende functie uit op een afdelingssecretariaat van een bedrijf, bij een persoon die een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of bij een overheidsinstelling. Hij/zij werkt onder de directe leiding van de afdelingssecretaris. De Magazijnier oefent een uitvoerende functie uit in een magazijn van een zelfstandige of in grote op- en overslagruimtes van distributiebedrijven. Hij/zij werkt onder de directe leiding van de magazijnchef. 3.2 Profiel van de leerling Als startcompetenties van een beginnende beroepsbeoefenaar worden naast inhoudelijke kennis en vaardigheden een aantal sociale beroepsgerichte vaardigheden verwacht, die afhankelijk van de opgedragen taak heel specifiek worden ingevuld. Hierna volgen enkele voorbeelden waaraan extra aandacht zal besteed worden gedurende de opleiding. De Boekhoudkundig bediende werkt resultaatgericht: het resultaat dient op een geconcentreerde manier binnen een welbepaalde tijd te worden bereikt; 12 3de graad BSO - Kantoor Algemeen deel

heeft zin voor initiatief: ziet problemen en pakt ze op een gepaste manier aan; is leergierig en heeft interesse: wil altijd bijleren zowel on-the-job als extern (bijscholing); heeft discipline: kan zich houden aan regels, afspraken en procedures; heeft kwaliteitszorg: werkt nauwgezet, ordelijk en accuraat; werkt eerlijk en discreet: kan vertrouwelijke gegevens als dusdanig behandelen; werkt deskundig: is bereid zich regelmatig bij te scholen en staat open voor vernieuwingen. De Secretariaatsmedewerker werkt accuraat: kan nauwkeurig gegevens verwerken, organiseren en archiveren; heeft zin voor samenwerking: kan correct omgaan met personen binnen en buiten het bedrijf vooral met de afdelingssecretaris; is flexibel: kan snel inspelen op wisselende omstandigheden; is discreet: kan vertrouwelijke informatie met de nodige omzichtigheid behandelen; is stressbestendig: kan goed omgaan met deadlines en kan verschillende taken tegelijkertijd verrichten; kan eigen taken organiseren: kan taken zodanig plannen dat doelen op een efficiënte manier bereikt worden. De Magazijnier werkt accuraat en stipt: kan binnen de voorgeschreven tijd een logistieke opdracht nauwkeurig voltooien; is flexibel: kan zich aanpassen aan wisselende werkomstandigheden en -roosters (ploegen) en is bereid om oplossingen te zoeken voor onvoorziene problemen; is veiligheidsbewust: heeft oog voor mogelijke risico s in het magazijn zoals bij het werken met de heftruck, bij de laadbrug, met pallets en gevaarlijke producten is erop gericht om ongevallen te voorkomen door b.v. het dragen van een veiligheidshelm ; heeft zin voor samenwerking: kan in een gemeenschappelijke ploeg aan één taak werken; is stressbestendig: kan goed omgaan met deadlines. 3.3 Geïntegreerde aanpak In de derde graad Kantoor lopen de drie beroepsopleidingsprofielen als een rode draad door de specifieke vorming. Een geïntegreerde administratieve en juridische vorming (boekhoudkundig bediende), een geïntegreerde ICT-vorming (secretariaatsmedewerker) en een geïntegreerde logistieke vorming (magazijnier) zorgen voor een brede vorming. Binnen het vak Seminaries worden de specifieke vaardigheden voor de drie beroepsopleidingsprofielen aangereikt via een virtueel kantoor, bedrijfsbezoeken, trainingen van sociale vaardigheden In de taalvakken liggen de accenten op de praktische vaardigheden van de zakelijke communicatie. 3de graad BSO - Kantoor 13 Algemeen deel

3.4 Instap Leerlingen die instappen in de derde graad Kantoor BSO volgden in de tweede graad veelal de studierichting Kantoor BSO. De leerplannen van de studierichting Kantoor BSO steunen op de voorkennis van deze van de tweede graad, onder meer van de vakken Administratieve vorming en Toegepaste informatica. Instappen vanuit de tweede graad kan ook uit de richting Handel TSO en Handel-talen TSO. 3.5 Uitstroom De leerlingen kunnen met het behaalde getuigschrift tewerkgesteld worden als bediende in een profit- of een non-profit-organisatie. De leerlingen kunnen het derde leerjaar van de derde graad BSO Kantooradministratie en gegevensbeheer volgen. Het slagen in dit specialisatiejaar betekent het behalen van het diploma Secundair Onderwijs. 4 Relatie met de geintegreerde proef De wettelijke en reglementaire basis voor de geïntegreerde proef is te vinden in: het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs; de ministeriële omzendbrief SOZ(91)7 van 3 mei 1991 met betrekking tot de structuur en de organisatie van het voltijds secundair onderwijs. zie ook VVKSO-web. De algemene doelstelling van deze proef is om op een synthetische en realiteitsgebonden wijze de praktische en technische bekwaamheid van de gevolgde opleiding te toetsen, rekening houdend met de nagestreefde studieen beroepsprofielen en dus voor elke specifieke studierichting met de einddoelstellingen van de derde graad. Deze proef slaat op de vakken en specialiteiten van het fundamentele optioneel gedeelte: de vakken van het studierichtingsgedeelte worden er dus zeker bij betrokken. Het is daarom belangrijk dat de betrokken leraren de algemene doelstellingen, de leerplandoelstellingen en leerinhouden bestuderen in relatie met de uitgeschreven studie- en beroepsprofielen van de studierichting. Zij bepalen samen met de directeur welke elementen uit het leerplan in de geïntegreerde proef aan bod (kunnen) komen. De geïntegreerde proef biedt, naast de intense contacten met de bedrijfswereld, eveneens de mogelijkheid om vakoverstijgend tot samenwerking te komen in de loop van het schooljaar en tot het systematische afstemmen van het leerproces op deze geïntegreerde aanpak. Het vak Seminaries is ook geschikt om de leerlingen te begeleiden en te ondersteunen bij de geïntegreerde proef. 14 3de graad BSO - Kantoor Algemeen deel

KANTOOR DERDE GRAAD BSO Zakelijke communicatie Nederlands Eerste leerjaar: 2 uur/week Tweede leerjaar: 0 uur/week 3de graad BSO - Kantoor 15 Zakelijke communicatie Nederlands

Inhoud 1 Beginsituatie...17 2 Algemene doelstellingen...17 3 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen...18 3.1 Zakelijke communicatie...18 3.2 Correspondentie, informatie en organisatie...18 3.3 Mondelinge communicatie...19 4 Evaluatie...21 5 Minimale materiële vereisten...21 6 Bibliografie...21 16 3de graad BSO - Kantoor Zakelijke communicatie Nederlands

1 Beginsituatie Veel leerlingen die de derde graad Kantoor BSO beginnen, komen over uit de tweede graad Kantoor BSO en hebben als groep een eigen identiteit opgebouwd. Zij hebben al kennisgemaakt met de zakelijke communicatie door het vak Nederlands (Zakelijke communicatie) tweede graad BSO Kantoor en verkoop. Toch moeten we rekening houden met neveninstromers uit andere onderwijsvormen, onder andere uit Handel TSO of Handeltalen TSO en allochtone leerlingen die blijvend aandacht en extra begeleiding nodig hebben om hun taal voort te ontwikkelen. Daardoor kan het studieniveau van de leerlingen onderling heel verschillend zijn. We gaan er vanuit dat leerlingen de noodzakelijke basis, een redelijke kennis van het Nederlands (zowel schriftelijk als mondeling) hebben verworven. De leerlingen van de tweede graad Kantoor en verkoop zijn al wel in aanraking gekomen met een initieel referentiekader en observatie- en beoordelingsschema s met vooropgestelde criteria en kunnen zichzelf bevragen. Aansluitend op de tweede graad kunnen ze in het begin van de derde graad de definitie van zakelijke communicatie omschrijven, het communicatiemodel aan de hand van voorbeelden toelichten en de zakelijke communicatie toetsen aan allerlei vormen van informele communicatie. 2 Algemene doelstellingen Het fundamentele gedeelte van deze studierichting is gericht op een arbeidsoriënterende opleiding met als klemtonen de ontwikkeling en ondersteuning van de noodzakelijke vaardigheden voor het toekomstig beroep. Zoals in de tweede graad is het essentieel in het vak Zakelijke communicatie om basiscompetenties nodig voor de latere beroepsuitoefening te ontwikkelen. Meer concreet wil dit zeggen dat communicatieve vaardigheden worden ingeoefend in een zakelijke context, waarbij de nadruk ligt op de praktijkgerichtheid en op het uitvoerend communicatief aspect. Een secretariaatsmedewerker moet in staat zijn om in hoge mate nauwkeurig omschreven taken uit te voeren en onder begeleiding routinematige werkzaamheden te verrichten op het gebied van communicatie, correspondentie, informatie en organisatie. Taalvorming is in eerste instantie een sociaal interactief gebeuren. Taalvaardigheden worden bij voorkeur aangeleerd via interactieve dynamische werkvormen. De taalvorming beoogt vier taalvaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven). Vanuit de beroepsopleidingsprofielen zal de toekomstige bediende zich hoofdzakelijk mondeling moeten uitdrukken. Niettemin blijven ook schriftelijke vaardigheden belangrijk. Het overbrengen van correcte informatie is cruciaal in de communicatie en staat dan ook centraal. De leerlingen leren in de derde graad een uitgebreider begrippenkader aan en schenken meer aandacht aan het reflecteren op hun zakelijk taalgebruik. Om overlappingen met andere vakken te vermijden, zijn afspraken maken en vakcoördinerend werken van enorm belang. Na overleg met de collega s kan duidelijk een relatie gelegd worden tussen de communicatieve toepassingen die deel uitmaken van dit vak en de leerinhouden van de andere vakken. Dit vakoverschrijdend werken laat de leerlingen toe de samenhang te zien, gemakkelijker transfers te maken en de beroepsgerichte vorming als een geheel te ervaren. In het beroepsprofiel worden een aantal houdingen vermeld, die als onmisbaar worden beschouwd: accuratesse, contactbereidheid en zin voor samenwerking, zelfstandigheid en zin voor initiatief, omschakelingsvermogen en flexibiliteit, discretie en betrouwbaarheid, stressbestendigheid, 3de graad BSO - Kantoor 17 Zakelijke communicatie Nederlands

organisatievermogen, assertiviteit in functie van het uitvoeren van een taak. 3 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 3.1 Zakelijke communicatie LEERPLANDOELSTELLINGEN De keuze en de geschiktheid van verschillende soorten zakelijke teksten bepalen en vastleggen met aandacht voor inhoudelijke en vormelementen ervan (genreanalyse). Evaluatiecriteria voor effectieve communicatie toelichten, ontdekken in voorbeeldteksten en die criteria zelf toepassen, onder meer door gebruik te maken van observatie- en beoordelingsschema s. Op basis van correcties en commentaar teksten bewerken (tekstrevisie op basis van mondelinge commentaar, schriftelijke opmerkingen). De Belgische en internationale conventies, normen en afspraken, correct toepassen binnen de huisstijl en de bedrijfscultuur van een bedrijf of organisatie. LEERINHOUDEN communicatiemodel alle zakelijke teksten (genres) evaluatiecriteria voor effectieve communicatie observatie- en beoordelingsschema s feedback van spelling en grammatica door middel van softwareprogramma s huisstijl en bedrijfscultuur normen, conventies en afspraken zoals voor de briefschikking, de spatiëringsregels en de voorstelling van eenheden, tijd (datum, uur ) symbolen, getallen, afkortingen, telefoon- en telefaxnummers, incoterms, postnormen, internationale normen 3.2 Correspondentie, informatie en organisatie LEERPLANDOELSTELLINGEN De tekst opstellen volgens de specifieke vereisten van het gekozen medium. Op basis van een concrete situatieschets en gegevens over het doel, de lezer en de schrijver een tekstschema opmaken en gebruiken. LEERINHOUDEN document met standaardinstellingen (tekstverwerking) o.m. brieven, formulieren elektronische post intranet- of internetpagina presentatiedia's aandacht voor stijl en conventies in diverse vormen van (elektronische) publicaties bestelling bevestiging van een afspraak, een overeenkomst, een reservatie informatie geven over een product of een dienst informatie geven over (de gevolgen van) een 18 3de graad BSO - Kantoor Zakelijke communicatie Nederlands

Informatie ontvangen, op het juiste moment doorgeven en op aanwijzing opzoeken. maatregel om informatie vragen (offerte, prijslijst, catalogus, vertegenwoordiger ) telefonische berichten basisregels klantvriendelijke telefoongesprekken memo's noteertechnieken Planningsagenda s bijhouden. planningsagenda vergadering Instructieve teksten en voorlichtingsteksten lezen, analyseren en gebruiken. gebruiksaanwijzingen en handleidingen (bv. van een telefooncentrale, faxtoestel, fotokopieertoestel ) richtlijnen (bv. evacuatieplannen) reglementen korte nota s (bv. verandering van lokalen, berichtjes aan prikbord ) 3.3 Mondelinge communicatie LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Groepsgesprekken voeren als deelnemer. soorten vergaderingen en werkoverleg (organisatie, logistieke ondersteuning) Op basis van concrete situatieschetsen tweegesprekken voorbereiden en op een zakelijke wijze voeren. Deelnemen aan personeelsgesprekken als werknemer. baliegesprekken (onthaal van bezoekers: verwelkomen en doorverwijzen) reservatiegesprekken en afspraken maken (reizen, zakenlunch, vergaderlokalen functioneringsgesprek evaluatiegesprek PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN 1 Zakelijke communicatie Voor leerlingen kantoor staat communiceren in bedrijfs- of overheidssituaties centraal. Het is in dit vak Zakelijke communicatie dan ook erg belangrijk dat zij de attitude ontwikkelen om te reflecteren over zichzelf en dat zij leren rekening te houden met normen en conventies. We bouwen hiervoor in de derde graad verder op de verworven kennis uit de tweede graad. In alle communicatieve toepassingen houden we rekening met de graad van verantwoordelijkheid en complexiteit. Dit betekent dat voor een leerling kantoor zowel de autonomie in de uitvoering van het werk als in het nemen van beslissingen zeer beperkt is. De invloed op de werkverdeling wordt door anderen bepaald. De secretariaatsmedewerker is wel verantwoordelijk voor deelresultaten die dan gecontroleerd worden. Uitzonderlijk is er omgang met vertrouwelijke informatie. De planning en coördinatie van de eigen werkzaamheden blijft beperkt tot zichzelf. Wat de complexiteit betreft, wordt er redelijk veel routinematig werk verricht. Informatie wordt ontvangen, en op aanwijzing uit- en opgezocht en doorgegeven. Deze leerlingen moeten zakelijke teksten die voor hen geschikt en relevant zijn, kennen, gebruiken en evalueren aan de hand van duidelijke criteria voor ef- 3de graad BSO - Kantoor 19 Zakelijke communicatie Nederlands

fectieve communicatie. Bij de doelstellingen spreken we van genreanalyse. Dit kan het best door middel van observatie- en beoordelingsschema s. Het vak Nederlands/Zakelijke communicatie Nederlands kan niet los worden gezien van het vak TV ICT secretariële vorming en TV Administratieve en juridische vorming. Er is bijgevolg absoluut overleg nodig tussen deze betrokken vakleraars voor wat betreft de voorkennis (beginsituatie), de overeenkomstige leerinhouden, de gestelde eisen, de werkmethodes. Bij de 'algemene doelstellingen' werd reeds gesteld dat in het BSO de nadruk ligt op de praktijkgerichtheid en op het uitvoerend communicatieve aspect. De leraar zal bij het opstellen van de lesdoelen zich voortdurend bevragen of ze aan deze algemene doelstelling beantwoorden. De benadering van de BSO-leerling vraagt voor de klaspraktijk specifieke aandachtspunten. Werk met voldoende kleine stappen (afhankelijk van wat de leerlingen aankunnen). Structureer de aangeboden leerinhouden zeer duidelijk, zowel bij het gebruik van het bord als bij het gebruik van cursussen en notities. Werk met authentiek materiaal uit de wereld van bedrijven en/of organisaties. Oefen eerst deelvaardigheden in alvorens te werken met globaal tekstmateriaal. Vertrek van eenvoudige gevalsstudies en voer de complexiteit geleidelijk op. Laat leerlingen veel oefenen aan de hand van modellen; het automatisme wordt hierdoor bevorderd. Het zal evenwel door veelvuldig gebruik in het latere beroepsleven echt verworven worden. 2 Correspondentie, informatie en organisatie Het leerplan legt een grote nadruk op het werken met tekstschema's. Dit is geen eenvoudige zaak. Een mogelijke aanpak is de volgende. De leerlingen stellen in hun schrift een schema op vertrekkend van de aangeboden gegevens. Er is geen goed of slecht schema. Via een geleid klasgesprek komt men tot een modelschema dat op het bord verschijnt. De leerlingen vergelijken individueel het modelschema met het eigen schema. Herhaal deze techniek geregeld. Deze techniek kan worden afgewisseld met de omgekeerde weg. Vanuit een modeltekst wordt een schema afgeleid. Telefoneren hoort bij het ontvangen van informatie, op het juiste moment doorgeven en op aanwijzing opzoeken. De nadruk ligt hier op het communicatieve aspect, waarbij noteertechnieken en het schrijven van memo s de nodige aandacht moeten krijgen. Om overlappingen te vermijden wordt het best overleg gepleegd met collega s. Het opvolgen van instructies komt in een kantoorsituatie dagelijks voor. De leerlingen moeten dergelijke teksten kunnen lezen en in een beperkte mate analyseren. Het gebruik ervan heeft betrekking op ofwel de uitvoering van een richtlijn ofwel op korte teksten die de secretariaatsmedewerker zelf zal moeten uitwerken. Dit is een goede gelegenheid om aandacht te schenken aan leesvaardigheid en verruiming van woordenschat door de context. Als de situatie er zich toe leent, mag er trouwens steeds gewerkt worden aan een ruimere taalkennis en een correcte taalbeheersing. 3 Mondelinge communicatie Het is noodzakelijke dat leerlingen kantoor leren omgaan met gespreksconventies in zakelijke (kantoor)situaties. Gespreksregels en aangepast taalgebruik met aandacht voor taalregister, gevoelswaarde en zinswendingen zijn belangrijke leerinhouden. Complexe mondelinge opdrachten zijn weinig zinvol. Wel moeten leerlingen leren vergaderen en tweegesprekken voeren waarmee ze in hun werksituatie in aanra- 20 3de graad BSO - Kantoor Zakelijke communicatie Nederlands

king zullen komen. Dit kan alleen maar in interactieve en communicatieve situaties geoefend worden, met aandacht voor observatie en feedback. Ten slotte werken bedrijven en overheidsinstanties meermaals met functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken. Dit mag onze leerlingen niet afschrikken. Op een eenvoudige manier kunnen zij hiermee vertrouwd worden gemaakt. Ook in schoolsituaties vinden er voortdurend begeleidende en evaluerende gesprekken plaats. Uiteraard gelden minimumvaardigheden die alle leerlingen moeten verwerven. Leerlingen die echter hogere eisen aankunnen, moeten hiertoe ook worden gestimuleerd. Nieuwe tendensen en ontwikkelingen (normen, conventies, hulpmiddelen...) kunnen steeds aan bod komen. Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (leerplannen@vvkso.vsko.be) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren. 4 Evaluatie Omdat schriftelijke en mondelinge vaardigheden actief en communicatief moeten worden ingeoefend is permanente evaluatie wenselijk. Evaluatie van taalvaardigheden kan niet zonder vooropgestelde criteria die vooraf toegelicht worden. Observatie- en beoordelingsschema s kunnen de leerlingen stimuleren om zichzelf beter te leren kennen. Zo verzamelen zowel leerlingen als leraar gegevens over de vorderingen tijdens het leerproces. Logboeken, begeleidende gesprekken, studieplanners, observeren van video-opnamen zijn middelen om het leerproces van de leerlingen op te volgen. Het is belangrijk dat er voldoende feedback wordt gegeven aan de leerlingen over hun evolutie. 5 Minimale materiële vereisten Om alle vaardigheden en simulaties te kunnen uitvoeren en te evalueren is een aangepast lokaal dat kan worden gedeeld met andere vakken die met verkooptechnieken in communicatieve situaties omgaan, een vereiste. Er moet interactief kunnen worden gewerkt. Audiovisuele middelen zijn dus noodzakelijk. 6 Bibliografie Ad Rem, Tijdschrift voor zakelijke communicatie, VVZC, Kluwer. DE WITTE, A., Instrumentaal-toegepaste stilistiek, Van In, Lier, 1996. GRUBBEN, E., VRIENS, J., Professioneel schrijven, Handleiding bij het voorbereiden en schrijven van heldere en creatieve teksten, Schoonhoven Academic service, 1995. 3de graad BSO - Kantoor 21 Zakelijke communicatie Nederlands

KORSWAGEN, C.J.J., Drieluik Mondelinge Communicatie: Unilaterale-Bilaterale Multilaterale Communicatie, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 1994. Schriftelijke communicatie Reeks, Cevora-opleidingen, Garant, Leuven, 1997. VERHOEVEN G., WEKKING M., Succesvol formuleren: een advies- en oefenboek voor professionele schrijvers, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1995. Vonk, Tijdschrift Vereniging Onderwijs in het Nederlands, VON. 22 3de graad BSO - Kantoor Zakelijke communicatie Nederlands

KANTOOR DERDE GRAAD BSO Boekhouden Eerste leerjaar: 3 uur/week Tweede leerjaar: 2 uur/week 3de graad BSO - Kantoor 23 Boekhouden

Inhoud Inleiding...25 1 Beginsituatie...25 2 Algemene doelstellingen...26 3 Algemene pedagogisch-didactische wenken...27 4 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen...30 4.1 Situering van de afdeling boekhouden...30 4.2 Situeren van een spilbedrijf...30 4.3 Verwerken van de beginsituatie...31 4.4 Verwerken van de aankopen...31 4.5 Verwerken van de verkopen...32 4.6 Verwerken van de betalingen...32 4.7 BTW-administratie...33 4.8 Verwerken van lonen en salarissen...34 4.9 Verwerken van wisselbrieven...34 4.10 Verwerken van het resultaat...35 4.11 Facturatie op pc...36 5 Evaluatie...43 6 Minimale materiële vereisten...44 7 Bibliografie...44 24 3de graad BSO - Kantoor Boekhouden

Inleiding Het leerplan voor het vak Boekhouden van de derde graad Kantoor BSO is gebaseerd op het beroepsopleidingsprofiel Boekhoudkundig bediende. Het beroepsopleidingsprofiel omschrijft de vaardigheden die een toekomstig beginnende Boekhoudkundig bediende op het einde van de opleiding beheerst. De Boekhoudkundig bediende kan in opdracht de administratie van commerciële, financiële en diverse verrichtingen uitvoeren. Deze vaardigheden houden een kennis van boekhouden in en overal waar het van toepassing kan zijn, het gebruik van een professioneel softwarepakket. Alle doelstellingen die nodig zijn om te voldoen aan bovenstaand beroepsopleidingsprofiel zijn in het leerplan Boekhouden opgenomen. Er wordt gekozen voor een professioneel softwarepakket waarmee alle leerstofonderdelen kunnen worden uitgevoerd. 1 Beginsituatie Het leerplan voor het vak Boekhouden is bestemd voor de leerlingen van de derde graad 'Kantoor BSO'. Dit vak komt voor in het fundamenteel gedeelte pro rata van drie wekelijkse lestijden in het eerste leerjaar en twee wekelijkse lestijden in het tweede leerjaar. De leerlingen van het eerste leerjaar van de derde graad 'Kantoor BSO' komen meestal uit het tweede leerjaar van de tweede graad 'Kantoor BSO'. De leerlingen hebben in de tweede graad Kantoor BSO de basisbegrippen in verband met dubbel boekhouden geleerd in het vak Administratieve vorming. Instapleerlingen moeten deze basisvorming bezitten of zich via een individueel programma zo snel mogelijk eigen maken. Concreet betekent dit dat ze dus in de tweede graad een studierichting uit het handelsgeoriënteerd onderwijs hebben gevolgd. Dit betekent dat bepaalde leerstofonderdelen nog eens grondig moeten herhaald worden. Afhankelijk van de kennis van de groep kan dit aan een hoger tempo gebeuren. De didactische aanpak in de lessen Boekhouden gaat uit van de leerlingenkenmerken. Daarom zal de leraar: de leerlingen leren kennen en aanvaarden om begeleidend en onderwijzend met hen op weg te gaan; haalbare en duidelijke doelen bij onderwijs en begeleiding vooropstellen; eenvoudige, voor de leerlingen begrijpbare taal hanteren; lesstrategieën aanwenden die uitgaan van de beginsituatie van de leerlingen en van de leerlingenkenmerken; de lesbetrokkenheid van de leerlingen alle kansen geven; goede studiegewoonten stimuleren; aanzetten geven tot het zelfstandig verwerken van de leerstof: in de eerste plaats in de klas zelf, eventueel ook thuis. 3de graad BSO - Kantoor 25 Boekhouden

2 Algemene doelstellingen In het leerplan zijn een aantal elementen uit het minimum leerplan Bedrijfsbeheer voor het secundair onderwijs SOZ(91)13 van 10 juli 1991 verwerkt. De courante bedrijfsverrichtingen in de handelszaak, van beginbalans over de aankoop-, verkoop-, financiële en diverse verrichtingen tot proef- en saldibalans, inventaris en eindbalans, kunnen zij correct analyseren, coderen op basis van de MAR, en registreren via het systeem van het dubbel boekhouden. Hierbij worden een aantal elementen uit de BTW-wetgeving bestudeerd. De leerlingen leren inzichtelijk werken met een professioneel en geïntegreerd softwarepakket voor facturatie en boekhouden. De leerlingen analyseren de gegevens uit de boekhouding (dagboeken, staten, rekeningen, lijsten, BTW-aangifte ) en leggen verbanden. In het vak Boekhouden kan doelbewust naar volgende attitudes gewerkt worden: zin voor orde en nauwkeurigheid ontwikkelen; zin voor initiatief; gegevens correct overnemen; naar een verzorgd cijferschrift streven; accuraat en geconcentreerd opdrachten uitvoeren; permanente controles inbouwen in alle activiteiten; zelfstandig en efficiënt werken; de eigen plaats binnen het bedrijf of de organisatie correct inschatten; positief omgaan met kritiek; werken in teamverband; respect voor collega s en klanten; een klantgerichte houding aannemen; kritische zin voor eigen werk; verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de hun opgelegde taken; leergierigheid; doorzettingsvermogen; stressbestendig zijn. De leerlingen verwerven volgende vaardigheden: nauwkeurig en met orde werken; de opgelegde taken correct uitvoeren binnen een bepaalde tijdslimiet; documenten en formulieren lezen, invullen en interpreteren; nauwgezet registreren en klasseren; werken volgens procedures en concepten; correct schrijven en overschrijven; het geleverde werk nauwkeurig controleren; een juiste woordenschat gebruiken; het naleven van nationale en internationale conventies; informatie vragen, opzoeken en terugzoeken in de media. 26 3de graad BSO - Kantoor Boekhouden

3 Algemene pedagogisch-didactische wenken Het leerplan is een graadleerplan. De leerinhouden moeten niet in de vooropgestelde volgorde behandeld worden. Vooraleer de opdracht met het gebruikte softwarepakket wordt uitgevoerd, moet het manueel voorbereid worden. De opdracht wordt eerst geanalyseerd, daarna manueel voorbereid en pas daarna ingebracht in de computer. De bespreking van lijsten en historieken kan daarna gebeuren aan de hand van de computerlijsten. De leerlingen werken zowel in het eerste als in het tweede leerjaar met een professioneel pakket rond facturatie en boekhouden. Om efficiënt te kunnen werken verdient het aanbeveling twee lesuren na elkaar te programmeren, in het eerste leerjaar 2 uur en 1 uur en in het tweede leerjaar 2 uur. Het is ook aangewezen om voor alle uren over een computerlokaal te beschikken. Het leerplan richt zich op 75 lestijden in het eerste leerjaar en 50 lestijden in het tweede leerjaar. Het aantal lestijden per leerstofonderdeel is enkel indicatief. Het verwerken van het leerplan gebeurt al vanaf het eerste leerjaar gelijklopend manueel en op computer. De leerlingen werken rond een spilbedrijf (identiek voor het eerste en tweede leerjaar). De verwerking van de leerinhouden gebeurt steeds aan de hand van realiteitsgetrouwe documenten die eerst worden geanalyseerd. Bij de analyse van de verrichting bepalen de leerlingen: soort verrichting (aankopen, verkopen, financiële verrichting, diverse verrichting), kosten/opbrengsten of bezittingen/vorderingen/schulden/eigen vermogen (en bedragen), BTW-rekeningen: terugvorderbare BTW of verschuldigde BTW (en bedragen), vermeerdering of vermindering, debet of credit. De leerlingen coderen steeds de verrichtingen op basis van een rekeningenstelsel. Hier staat de verantwoording van de registratie centraal (waarom debet, waarom credit). Het is aan te bevelen om, zowel in het eerste als in het tweede leerjaar, in de opdrachten steeds de elementaire aankoop-, verkoop-, financiële en diverse verrichtingen op te nemen. Elke verrichting wordt ontleed op basis van een document. Na de analyse volgt de codering met het oog op de boekhoudkundige registratie, en wordt de relatie gelegd met de minimumindeling van het rekeningenstelstel (MAR). Volgend model kan hiervoor worden gebruikt: Soort verrichting: Rekening (naam) A/P/K/O Rekeningnummer +/- D-bedrag C-bedrag Soort verrichting: aankopen, verkopen, financiële verrichting, diverse verrichting. A/P/K/O/: actiefrekening, passiefrekening, kostenrekening, opbrengstenrekening. +/-: stijging of daling. D/C: debet of credit. De leerlingen interpreteren de betekenis van de bedragen als vermeerdering/vermindering van schulden/vorderingen/eigen vermogen/kosten/opbrengsten. Op basis van de analyse en de codering registreren de leerlingen de verrichtingen. 3de graad BSO - Kantoor 27 Boekhouden

Eerste leerjaar 3 lesuren/week 1 Situering van de afdeling boekhouden 1 2 Situering van een spilbedrijf concrete beginsituatie basisgegevens klanten, leveranciers en artikelen manueel aanmaken basisbestanden aanmaken op pc 3 Verwerken van de beginsituatie korte beginbalans: beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bespreken dagboek, lijsten en historieken 4 Verwerken van de aankopen narekenen binnenlandse facturen/creditnota s: handelsgoederen, goederen en diensten, investeringen: handelskorting, vervoerkosten, terugstuurbare verpakking, kosten volledig ten laste van de zaak, BTW volledig aftrekbaar beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bijwerken leverancierskaarten aankopen in de BTW-aangifte bespreken dagboek, lijsten en historieken 5 Verwerken van de verkopen opmaken binnenlandse facturen/creditnota s met handelskorting, vervoerkosten, terugstuurbare en verloren verpakking, meerdere btwtarieven, verkopen zonder factuur beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bijwerken klantenkaarten verkopen in de BTW-aangifte bespreken dagboek, lijsten en historieken 6 Verwerken van de betalingen betalingsdocumenten analyseren beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bijwerken klanten- en leverancierskaarten bespreken dagboek, lijsten en historieken 7 BTW-administratie BTW-aangifte overboeken BTW-rekeningen BTW-listing: manueel en vergelijken met de gegevens op pc 8 Verwerken van lonen en salarissen prestatiestaten, loonberekening loonstaat sociaal secretariaat beredeneringsschema opstellen, inbrengen loonstaat, inbrengen betaling voorschot, nettoloon, rsz, bedrijfsvoorheffing bespreken dagboeken, lijsten en historieken 9 Facturatie op pc: enkel de verkoopadministratie inbrengen eenvoudige bestellingen afdrukken orderbevestigingen afdrukken leveringsbonnen aanmaken facturen aanmaken creditnota s voorraad controleren afdrukken en bespreken van voorraadlijsten 6 4 15 20 10 4 8 7 Totaal 75 28 3de graad BSO - Kantoor Boekhouden

Tweede leerjaar 1 Situering van een spilbedrijf concrete beginsituatie basisbestanden aanmaken op pc 2 Verwerken van de beginsituatie beginbalans: beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bespreken dagboek, lijsten en historieken 3 Verwerken van de aankopen narekenen binnenlandse facturen/creditnota s: handelsgoederen, goederen en diensten, investeringen: kosten deel zaak/deel privé; BTW volledig, gedeeltelijk en niet aftrekbaar, werken in onroerende staat, handelskorting, korting voor contant, kredietbeperking, vervoerkosten, verschillende betalingsvoorwaarden beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc aankopen in de BTW-aangifte bespreken dagboek, lijsten en historieken 4 Verwerken van de verkopen opmaken binnenlandse facturen/creditnota s met handelskorting, korting voor contant, kredietbeperking, vervoerkosten, meerdere btw-tarieven, verkopen zonder factuur beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc verkopen in de BTW-aangifte bespreken dagboek, lijsten en historieken 5 Verwerken van de betalingen betalingsdocumenten analyseren elektronisch bankieren rekeninguittreksel sturen naar de klant beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bespreken dagboek, lijsten en historieken 6 BTW-administratie BTW-aangifte overboeken BTW-rekeningen btw-listing op pc 7 Verwerken van lonen en salarissen prestatiestaten, loonberekening loonstaat sociaal secretariaat loonstaat interimkantoor beredeneringsschema opstellen, inbrengen loonstaat, inbrengen betaling voorschot, nettoloon, RSZ, bedrijfsvoorheffing bespreken dagboeken, lijsten en historieken 8 Verwerken van wisselbrieven trekker, betrokkene, begunstigde, vervaldag, domiciliëring boek Te innen en Te betalen wisselbrieven beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bespreken dagboek, lijsten en historieken 9 Verwerken van het resultaat proef- en saldibalans resultaat berekenen beredeneringsschema opstellen, inbrengen op pc bespreken dagboek, lijsten en historieken eindbalans 2 lesuren/week 3 1 8 8 8 2 4 4 4 3de graad BSO - Kantoor 29 Boekhouden

10 Facturatie op pc verkoopadministratie bestellingen orderbevestigingen leveringsbonnen facturen creditnota s voorraadlijsten aankoopadministratie bestellingen aankoopfacturen/creditnota s voorraad controleren voorraadlijsten 8 Totaal 50 4 Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 4.1 Situering van de afdeling boekhouden LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.1.1 De plaats van de afdeling boekhouden in het organogram van een bedrijf situeren. 4.1.2 De plaats van een boekhoudkundig bediende in het organogram van een bedrijf situeren. 4.1.3 Profiel van een boekhoudkundig bediende omschrijven. LEERINHOUDEN afdeling boekhouden boekhoudkundig bediende onder meer: resultaatgerichtheid, zin voor initiatief, leergierigheid, interesse, discipline, sociale houding, methodisch werken, kwaliteitszorg, eerlijkheid, discretie PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Via een organogram de afdeling Boekhouden situeren binnen een bedrijf. Het profiel van de boekhoudkundig bediende uitleggen aan de hand van enkele praktische voorbeelden 4.2 Situeren van een spilbedrijf LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.2.1 Het Spilbedrijf situeren aan de hand van een concrete beginsituatie. 4.2.2 De basisgegevens van klanten, leveranciers en artikelen manueel aanmaken. LEERINHOUDEN een handelszaak situeren op basis van een inventaris, beginbalans en voorraadlijst fiches aanmaken klanten, leveranciers en artikelen 4.2.3 De basisbestanden aanmaken op computer. bestand van rekeningen, klanten, leveranciers, artikelen, betalingsvoorwaarden 30 3de graad BSO - Kantoor Boekhouden

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De studie van het dubbel boekhouden vertrekt steeds van het spilbedrijf (beginbalans, klanten, leveranciers, artikelen, een reeks verrichtingen op basis van documenten, het rekeningenstelsel). Op de klanten- en leverancierskaarten komen de vaste gegevens zoals referentie, naam, adres, BTW-nummer Op de artikelkaarten komen gegevens zoals referentie, naam, magazijn, beginvoorraad Gegevens van klanten, leveranciers en artikelen worden eerst manueel genoteerd op klanten-, leveranciers- en artikelkaarten. Deze kaarten worden dan volgens een bepaald criterium geklasseerd. Daarna worden die gegevens ingebracht in het gebruikte boekhoudpakket 4.3 Verwerken van de beginsituatie LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4.3.1 De beginbalans en de inventaris begrijpen. beginbalans, inventaris 4.3.2 De openingspost boekhoudkundig voorbereiden en inbrengen. 4.3.3 Dagboek afdrukken en interpreteren. beredeneringsschema opstellen, fiches bijwerken van klanten en leveranciers, boeking inbrengen, controleren en verwerken op pc 4.3.4 Raadplegen en interpreteren van lijsten en historieken. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De gegevens op rekeningen moeten niet manueel bijgehouden worden. Ze kunnen opgevraagd en afgedrukt worden vanuit het boekhoudpakket. Het is heel belangrijk om de gegevens in de afgedrukte dagboeken en historieken te bespreken. Dit kan gebeuren aan de hand van een aantal vragen. 4.4 Verwerken van de aankopen LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.4.1 Aankoopfacturen en creditnota s analyseren, controleren, herberekenen, herkennen van de soorten aankopen. 4.4.2 Aankoopfacturen en creditnota s boekhoudkundig verwerken. 4.4.3 Afdrukken en interpreteren dagboeken aankopen en creditnota s op aankopen. LEERINHOUDEN binnenlandse facturen, creditnota s soorten aankopen: handelsgoederen, diverse goederen en diensten, investeringen kosten: deel zaak/deel privé; BTW: volledig, gedeeltelijk en niet-aftrekbaar; werken in onroerende staat handelskorting, korting voor contant, kredietbeperking, vervoerkosten verschillende betalingsvoorwaarden beredeneringsschema opstellen inbrengen, controleren en verwerken op pc aankoopdagboek, dagboek creditnota s op aankopen 4.4.4 BTW-aangifte enkel voor de aankopen. specifieke roosters van de aankopen bekijken 3de graad BSO - Kantoor 31 Boekhouden