Datum 22 december Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 7. Betreft

Vergelijkbare documenten
Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM

Onder verwijzing naar uw per gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Ministerie van Veiligheid en Justitie

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Vertrouwelijk Aangetekend en per reguliere post verstuurd

Kabinet Minister-President

Besluit Ik heb besloten uw verzoek af te wijzen aangezien de betreffende documenten reeds openbaar zijn.

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Beslissing op bezwaar

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

WOB-verzoek over de drukte en veiligheid op Station Amsterdam Zuid.

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Beslissing op bezwaar

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beslissing op bezwaar

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

Waarnemend Manager Leveranciersmanagement ICT (Deel)beslissing op uw verzoek in het kader van Wet openbaarheid bestuur

Gemeente Amsterdam. Aan. Bijlage 2 Inventarislijst. november Geachte heer

heeft een schriftelijk verslag van de hoorzitting gemaakt en daarin staat ook dat er geen geluidsopname is.

Uw verzoek betreft de bekostigíngsaanvraag van het Erasmus College Rivierenland ex. artikel 65 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Hoofdstuk I. Definities

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014.

Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp

Ministerie van Veiligheid en Justide

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Beslissing op bezwaar

PROCEDURE, STROOMSCHEMA EN CHECKLISTEN Openbaarheid van bestuur (Wob)

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Economische Zaken

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst. Hoogachtend,

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Toelichting Zienswijzeprocedure

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

2 0 JUNI. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum Betreft Verzoek op grond van Wet Openbaar van bestuur. uw kenmerk.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Inventarisatie documenten Per onderdeel van uw verzoek vindt een inventarisatie van wel of niet bij RVO.nl aanwezige documenten plaats.

Besluit: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Datum. Beschikking inzake verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Bezwaar In uw bericht. bíj brief van 21 november. en per contact geweest over de omvang en de voortgang van uw verzoek tussen u en

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 28 DEC Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte

Arrondissementsparket Noord-Holland

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

Beslissing op bezwaar

I Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Zienswijzen Er is een derde belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze te geven over de openbaarmaking van het document.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Wet van 31 oktober 1991, houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

Ministerie van Justitie en Veiligheid

6. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit besluit.

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 8 augustus 2018.

Ministerie van Infrastructuur

3 t AUG Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Uitleg Verdrag van Aarhus

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk [kenmerk] Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer] [ adres] Betreft

Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

Werkinstructie Geheimhouding en besloten vergaderen

Beslissing op bezwaar

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: 27692/ Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Buitenlandse Zaken

NRC Handelsolaci Postbus NR Amsterdam. Datum 13 januari Geachte

Transcriptie:

Per e-mail verzonden met bevestiging van ontvangst Openbare versie De Pers -------------------------------- de heer M. Rotteveel Datum 22 december 2010 Ons kenmerk JZ--------------------- Pagina 1 van 7 Telefoon 020-797 ----- E-mail ------------------------@afm.nl Betreft Wob-verzoek inzake Quality Investments B.V. Geachte heer Rotteveel, Onder verwijzing naar uw e-mail van 27 oktober 2010, bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. Uw e-mail betreft een verzoek tot openbaarmaking van informatie ingevolge artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) met betrekking tot het verstrekken van (A) alle documenten ten aanzien van de vergunningaanvraag van Quality Investments B.V. (QI) bij de AFM en (B) alle documenten die inzicht geven in en zijn voortgekomen uit het onderzoek naar QI, dat heeft geleid tot het door QI plaatsen van een openbare verklaring en rectificatie op haar website. U doelt onder andere op (eind)verslagen van het onderzoek, aanwijzingen die QI van de AFM heeft gekregen en ander materiaal in het kader van dit onderwerp (hierna het Wob-verzoek). Bij e-mail van 29 oktober 2010 heeft de AFM de ontvangst van het Wob-verzoek bevestigd. Bij brief van 23 november 2010, met kenmerk JZ---------------------, heeft de AFM aan u medegedeeld dat zij naar verwachting niet binnen de termijn genoemd in artikel 6, eerste lid, Wob op het Wob-verzoek kan beslissen. Op grond van artikel 6, tweede lid, Wob heeft de AFM de beslissing op het Wob-verzoek vanwege de omvang van de door u verzochte informatie, de zorgvuldigheid die de AFM bij de openbaarmaking van deze informatie dient te betrachten alsmede de verwevenheid van de taken en bevoegdheden onder de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de taken en bevoegdheden onder de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc), met maximaal vier weken verdaagd tot uiterlijk 22 december 2010. Deze beslissing is als volgt opgebouwd. Paragraaf 1 bevat de beslissing op uw verzoek en paragraaf 2 bevat de rechtsgangverwijzing. Het relevante wettelijk kader is opgenomen in bijlage 1 bij deze brief. Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759 Kenmerk van deze brief: JZ--------------------- Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus 11723 1001 GS Amsterdam Telefoon 020-797 20 00 Fax 020-797 38 00 www.afm.nl

Pagina 2 van 7 1. Beslissing op het Wob-verzoek De AFM overweegt als volgt ten aanzien van het Wob-verzoek. 1.1 Onderdeel A van het Wob-verzoek vergunningaanvraag QI Ten aanzien van dit onderdeel, dat ziet op het verstrekken van alle documenten die betrekking hebben op de vergunningaanvraag van QI bij de AFM, heeft de AFM besloten om uw Wob-verzoek niet in behandeling te nemen op grond van het volgende. De informatie en documenten met betrekking tot de vergunningaanvraag van QI zijn verkregen onder de Wft. De AFM is op grond van artikel 1, aanhef en onder c, van het Besluit bestuursorganen WNo en Wob, van de Wob uitgezonderd voor zover zij belast is met werkzaamheden die voortvloeien uit dan wel verband houden met haar taken en bevoegdheden ingevolge (onder meer) de Wft. De informatie verkregen in het kader van de vergunningaanvraag van QI vloeit voort uit, dan wel houdt verband met, de taken en bevoegdheden van de AFM onder de Wft. Gelet op het feit dat de Wob niet op de AFM van toepassing is, wordt het verzoek ten aanzien van onderdeel A niet in behandeling genomen. 1.2 Onderdeel B van het Wob-verzoek onderzoek naar QI De AFM heeft besloten om uw verzoek om informatie - dat ziet op het verstrekken van alle documenten die inzicht geven in, en zijn voortgekomen uit, het onderzoek naar QI, dat heeft geleid tot het door QI plaatsen van een openbare verklaring en rectificatie op haar website - toe te wijzen en de verzochte informatie met in achtneming van het onderstaande aan u te verstrekken. Op grond van artikel 6, vijfde lid, Wob, kan de AFM de verzochte informatie niet eerder verstrekken dan twee weken na bekendmaking van het onderhavige besluit. De AFM verwacht namelijk dat QI tegen de verstrekking van de verzochte informatie aan De Pers bezwaar heeft. Daarnaast zal de AFM in de te verstrekken informatie bepaalde informatie, onder verwijzing naar de uitzonderingsgronden in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c Wob en artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e en g, Wob onleesbaar maken. Hierna wordt dit nader gemotiveerd. 1.3 De te verstrekken gegevens De verzochte informatie kan worden onderverdeeld in categorieën. Hierna zal iedere categorie nader worden toegelicht in het kader van de te verstrekken informatie. Openbare informatie Een deel van het onderzoek van de AFM is gebaseerd op openbare informatie zoals een brochure van QI inzake de opzet van het betreffende Closed Life Settlement Fund XVII (CLSF XVII), het prospectus van de CLSF, de website van QI, de statuten van de Stichting Closed Life Settlement Fund, de voorwaarden van beheer en bewaring en een voorbeeld participatieovereenkomst. Daarnaast zijn er bevindingen in het onderzoek opgenomen die berusten op een Emergency Cease and Desist Order van de Texas State Securities Board, uitgevaardigd tegen de herverzekeraar Provident Capital Indemnity, Ltd (PCI), waarmee QI samenwerkt, en een Complaint van de Securities and Exchange Commission (SEC) tegen particulieren en instanties die met PCI hebben samengewerkt. Op de website van de AFM zijn beide stukken van de Texas State Securities Board en de SEC volledig openbaar gemaakt.

Pagina 3 van 7 Informatie bekend als gevolg van de openbare verklaring van QI op haar website Naar aanleiding van het AFM-onderzoek heeft QI een rectificatie op haar website geplaatst en heeft zij de door de AFM als essentieel gekwalificeerde informatie aan haar (potentiële) participanten verstrekt en deze eveneens op haar website geplaatst. De rectificatie en essentiële informatie hebben betrekking op de positie van de Amerikaanse Trust, die feitelijk anders is dan beschreven in de brochures en prospectus van QI, het ontbreken van zeggenschap van QI over de Overlijdensrisicoverzekering en de Herverzekering en de identiteit van de herverzekeraar, PCI. Deze bevindingen zijn, door middel van de openbare verklaring van QI hieromtrent, reeds openbaar voor een ieder. 1.4 Informatie die niet verstrekt wordt De AFM heeft, onder verwijzing naar de in paragraaf 1.2 genoemde artikelen van de Wob, bepaalde delen van de te verstrekken informatie onleesbaar gemaakt. Artikel 10 Wob kent een aantal absolute uitzonderingsgronden waarbij het verstrekken van informatie achterwege blijft dan wel achterwege blijft voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de belangen als bedoeld in het tweede lid van artikel 10 Wob (relatieve uitzonderingsgronden). Met betrekking tot de verzochte informatie doet de AFM een beroep op de volgende uitzonderingen: Vertrouwelijke meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens (artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, Wob) Gedacht kan worden aan verzekeringspolissen en participantenlijsten. Deze documenten worden niet aan u verstrekt. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10, tweede lid aanhef onder e, Wob) Onder verwijzing naar bovengenoemde uitzonderingsgrond heeft de AFM bepaalde informatie onleesbaar gemaakt, zoals (i) namen, alsmede afkortingen of kenmerken, telefoon- en faxnummers, e-mail adressen van alle AFM-medewerkers, (ii) persoonlijke gegevens zoals privéadressen, privételefoon- of faxnummers, e-mail adressen, (iv) gegevens die betrekking hebben op iemands persoonlijke levenssfeer zoals gezondheid alsmede (v) bankrekeningnummers en geboortedata. Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van de bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke of rechtspersonen dan wel derden (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, Wob) Deze uitzonderingsgrond ziet op gegevens van (rechts)personen die worden genoemd in de stukken, b.v. namen van de participanten, of rechtspersonen niet zijnde degene op wie het onderzoek is gericht - in casu QI alsmede bevindingen die in het onderzoek wel door de AFM zijn geconstateerd, maar niet als essentiële informatie is gekwalificeerd. Doordat deze informatie door de AFM niet gekwalificeerd is als essentiële informatie - die onverwijld aan de (potentiële) participanten gecommuniceerd moet worden en dus openbaar is gemaakt- kan het verstrekken van deze informatie onevenredige benadeling van betrokken participanten of rechtspersonen en van QI met zich brengen. Deze belangen wegen zwaarder dan het belang van openbaarheid. 1.5 Bezwaren belanghebbende Zoals in paragraaf 1.2. is aangegeven, kan de AFM op grond van artikel 6, vijfde lid Wob de verzochte informatie niet eerder verstrekken dan twee weken na bekendmaking van het onderhavige besluit. Reden hiervoor is dat naar

Pagina 4 van 7 verwachting een belanghebbende, zijnde QI, bezwaar heeft tegen openbaarmaking van de bovengenoemde informatie. De te verstrekken informatie zal daarom eerst aan QI worden voorgelegd, alvorens deze aan u wordt verstrekt. QI heeft twee weken na bekendmaking van onderhavig besluit de mogelijkheid om in bezwaar te gaan en daarnaast - omdat het indienen van bezwaar de werking van het bestreden besluit niet schorst - bij de Voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank een verzoek in te dienen tot schorsing van het besluit van de AFM tot openbaarmaking van de door De Pers gevraagde gegevens. Indien de AFM kan overgaan tot het verstrekken van de verzochte informatie, zal de AFM de stukken digitaal aan u verstrekken op het bij de AFM bekende e-mail adres -------------------------------. Indien u tevens de stukken in hardcopy wenst te ontvangen, verzoekt de AFM u een adres aan te geven, waar deze stukken naartoe kunnen worden verzonden. U kunt hiervoor contact opnemen met de heer -------------------- op bovengenoemd e-mail adres en telefoonnummer. 2. Rechtsgangverwijzing Voor zover het besluit het niet in behandeling nemen van het Wob-verzoek betreft (onderdeel A van uw verzoek) is deze paragraaf niet van toepassing. Iedere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar maken door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam. Een bezwaarschrift kan ook per fax (alleen naar faxnummer 020-797 3835), per e-mail (alleen naar e- mailadres bezwarenbox@afm.nl) of door middel van het formulier op de website van de AFM (www.afm.nl/bezwaar) worden ingediend. Aan deze elektronische wijze van verzending stelt de AFM nadere eisen die op haar website worden toegelicht. Dat een bezwaarschrift niet aan andere AFM faxnummers of AFM e- mailadressen wordt verzonden dan de hier genoemde, is één van die eisen. De AFM zal het bezwaarschrift alleen inhoudelijk in behandeling nemen als aan bedoelde eisen is voldaan. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten [Was getekend] -------------------- General Counsel -------------------- Hoofd Juridische Zaken

Pagina 5 van 7 Bijlage 1 Wettelijk kader Wet openbaarheid van bestuur (Wob) Artikel 3 1.Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. 2.De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen. 3.De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen. 4.Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem daarbij behulpzaam. 5.Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Artikel 6 1. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen. 2. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker. 3. Onverminderd artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, tot de dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijze naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 4. Indien de opschorting, bedoeld in het derde lid, eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. 5. Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daar tegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. 6. Voor zover het verzoek betrekking heeft op het verstrekken van milieu-informatie: a. bedraagt de uiterste beslistermijn in afwijking van het eerste lid twee weken indien het bestuursorgaan voornemens is de milieu-informatie te verstrekken terwijl naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft; b. kan de beslissing slechts worden verdaagd op grond van het tweede lid, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de milieu-informatie een verlenging rechtvaardigt; c. zijn het derde en vierde lid niet van toepassing. Artikel 10 1.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

Pagina 6 van 7 c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3.Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4.Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5.Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6.Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7.Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8.Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Besluit bestuursorganen WNo en Wob Artikel 1 Als bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet Nationale ombudsman onderscheidenlijk artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet openbaarheid van bestuur, zijn uitgezonderd: a. de Nederlandse Omroep Stichting, genoemd in artikel 16 van de Mediawet, voor zover belast met andere werkzaamheden dan welke voortvloeien uit onderscheidenlijk verband houden met de coördinatie van de programma's van de instellingen die zendtijd hebben gekregen voor landelijke omroep, onderscheidenlijk met het indelen van de zendtijd van de instellingen die zendtijd hebben verkregen voor de landelijke omroep; b. de Nederlandsche Bank N.V., voor zover belast met de werkzaamheden die voortvloeien uit dan wel verband houden met haar taken op grond van de artikelen 2, eerste, tweede en derde lid, en 3 van de Bankwet 1998, en haar

Pagina 7 van 7 taken en bevoegdheden ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Bankwet 1998, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het notarisambt en de Wet op het financieel toezicht, alsmede, voor zover nog van toepassing op grond van de artikelen 2a, 5, 8, 17, 18, 19, 20a, 22, 25a, 46, en 49 van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet, de Pensioen- en spaarfondsenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling zoals deze luidden op 31 december 2006; c. de Stichting Autoriteit Financiële Markten, voor zover belast met werkzaamheden die voortvloeien uit dan wel verband houden met haar taken en bevoegdheden ingevolge de Wet toezicht financiële verslaggeving, de Wet op het financieel toezicht, de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het notarisambt.