WOB-verzoek over de drukte en veiligheid op Station Amsterdam Zuid.

Transcriptie

1 Gemeente Amsterdam Bezoekadres Weesperstraat XA Amsterdam Postbus logo HB Amsterdam Telefoon I ttozo Retouradres: Postbus 95089, logo HB Amsterdam Datum I tui,2019 Ons kenmerk V&OR/UIT/2olgoo613o Uw kenmerk Behandeld door V&OR -1111M, amsterdam.n1 Kopie aan ProRail, NS en Zuidasdok Bijlage Zie brief Onderwerp WOB-verzoek over de drukte en veiligheid op Station Amsterdam Zuid. Geachte In uw brief van 15 februari 2019, ontvangen op 15 februari 203.9, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over de communicatie tussen de gemeente Amsterdam en ProRail en tussen de gemeente Amsterdam en de Nederlandse Spoorwegen over bezoekersaantallen en de veiligheid van bezoekersstromen op het station Amsterdam Zuid vanaf 1januari Daarnaast heeft u gevraagd om documenten zoals onderzoeksrapporten naar de veiligheid van bezoekers op station Amsterdam Zuid. De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd per van 22 februari Bij besluit van 12 maart 2019 is de beslisterrnijn met vier weken verdaagd tot 13 april Op g april heeft u telefonisch gesproken met de Wob-coördinator van de Directié Verkeer en Openbare Ruimte. In dat gesprek heeft u verteld dat er momenteel een onderzoek wordt gedaan naar de veiligheid van de bezoekersstromen op Station Zuid en dat de uitkomst van dit onderzoek nog niet beschikbaar is. U heeft daarop aangegeven dat u, in verband met uw verzoek om informatie over onderzoeksrapporten naar de veiligheid van bezoekers op station Amsterdam Zuid graag nadere informatie ontvangt over dit onderzoek, waaronder het antwoord op de vraag of en wanneer de resultaten van het onderzoek openbaar worden gemaakt. Met u is afgesproken dat met deze informatie aan uw verzoek om informatie over onderzoeksrapporten zal worden voldaan. Daarnaast heeft u in het telefoongesprek verteld dat er bij de Directie Verkeer en Open bare Ruimte enkele mailwisselingen aanwezig zijn over bezoekersstromen op station Een routebeschrijving vindt u op

2

3 Gemeente Amsterdam Datum 27 juni 2019 V&OR/U1T/2oi9oo623o Pagina 2 van 6 Amsterdam Zuid, tussen medewerkers van de gemeente Amsterdam en ProRail en de Nederlandse Spoorwegen. Voordat er een besluit kon worden genomen over openbaarmaking van deze documenten, moest een zienswijze worden gevraagd aan de betrokken organisaties. Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage a, Inventarisatie documenten Met betrekking tot uw verzoek om informatie over de communicatie tussen de gemeente Amsterdam en ProRail en de gemeente Amsterdam en de Nederlandse Spoorwegen over bezoekersaantallen en de veiligheid van bezoekersaantallen zijn in totaal vijf documenten aangetroffen. a. Een brief van de gemeente Amsterdam aan de Nederlandse Spoorwegen van 6 april 2018; 2. Een bericht van ProRail aan de gemeente Amsterdam van 25 juni 2018; 3. Een bericht van de gemeente Amsterdam aan ProRail van 26 juni 2018; 4. Een bericht van ProRail aan de gemeente Amsterdam van 16 juli 2018; 5. Een bericht van de Nederlandse Spoorwegen aan de gemeente Amsterdam van 5 november Zienswijzen ProRail en de Nederlandse Spoorwegen hebben beide aangegeven dat zij geen bedenkingen hebben tegen openbaarmaking van de documenten, niet uitzondering van de namen en gegevens van hun medewerkers. Besluit ik heb besloten alle documenten openbaar te maken met uitzondering van de daarin vernielde namen, adressen en telefoonnummers van personen. Voor de motivering verwijs ik naar de overwegingen bij dit besluit. Over het lopende onderzoek met betrekking tot de bezoekersstromen en te veiligheid van bezoekers van Station Amsterdam Zuid kan ik u als volgt informeren: Bij de voorbereiding van het Bestemmingsplan Zuidasdok en het Tracébesluit Zuidasdok is onderzoek gedaan naar de verkeer- en vervoersstromen in en rond het plangebied van Zuidasdok. De resultaten zijn opgenomen in: de Integrale rapportage wegverkeer Zuidasdok van maart 2015 (bijlage 2 bij Milieueffectrapport Zuidasdok, bijlage 18 bij toelichting Bestemmingsplan Zuidasdok) en van maart 2016 (bijlage a bij Rapportage actualisatie milieu-informatie, bijlage 4 bij toelichting Bestemmingsplan Zuidasdok); de Integrale rapportage openbaar vervoer en langzaam verkeer Zuidasdok van maart 2015 (bijlage 3 bij Milieueffectrapport Zuidasdok, bijlage 19 bij toelichting Bestemmingsplan Zuidasdok).

4 Gemeente Amsterdam Datum 27 juni 2019 V&OR1UITizoi9oo613o Pagina 3 van 6 Op de resultaten wordt tevens ingegaan in de toelichting van het Tracébesluit Zuidasdok en de toelichting van het Bestemmingsplan Zuidasdok, De documenten kunt 1.1 inzien via de websites (Tracébesluit Zuidasdok) en (Bestemmingsplan Zuidasdok). In de afgelopen jaren is een toename van het aantal treinreizigers op station Amsterdam Zuid waargenomen. Daarnaast is in juli 2018 de Noord/Zuidlijn in gebruik genomen en tevens is de lijnvoering van het stedelijk openbaar vervoer gewijzigd. Deze ontwikkelingen zijn voor de projectorganisatie Zuidasdok (samenwerking gemeente Amsterdam, ProRail en Rijkswaterstaat) aanleiding geweest om te onderzoeken of de prognose en gegevens over herkomst en bestemming moeten worden bijgesteld en of op basis van de verkregen inzichten knelpunten ontstaan voor de bouwfasering van Zuidasdok. De actualisatie van de vervoergegevens is nog niet volledig afgerond. Voor de actualisatie van de vervoergegevens en de analyse daarvan wordt overigens niet een rapport opgesteld. Naar verwachting is in de eerste helft van juli meer bekend. ik stel voor dat ik u dan nader bericht. Overwegingen De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van Informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd. In alle documenten staan persoonsgegevens, namelijk de namen van de betrokken personen, hun adressen en telefoonnummers. Il< ben van oordeel dat ten aanzien van deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid. Daarom heb ik de persoonsgegevens verwijderd uit deze documenten. Wijze van openbaarmaking De documenten treft u bij dit besluit in kopie aan. De stukken die met dit besluit voor een ieder openbaar worden, zullen op worden gepubliceerd. Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbenden.

5 Gemeente Amsterdam Datum 27 juni 2019 V&ORJUIT/2oigoo6i3o Pagina 4 van 6 Bezwaarmogelijkheid Mocht ti het niet eens zijn met dit besluit, dan kunt u, op grond van artikel 7:1 Awb, binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift bij het College van Burgemeester en Wethouders, t.a.v. de Bezwaarschriftencommissie, Postbus 202, woo AE Amsterdam. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. In spoedgevallen kan tijdens de bezwaarschriftenprocedure een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht, Algemeen, Postbus 75850,1070 AW Amsterdam, Aan het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn griffiekosten verbonden. Een verzoek om voorlopige voorziening kan ook digitaal worden gevraagd. Dat kan via Daarvoor moetuwel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). De precieze voorwaarden staan op genoemde site. Tot slot Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met via telefoonnummer o6 Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders Amsterdam, nan e E eline Schiev n Directeur Verkeer en Openbare Ruimte

6 Gemeente Amsterdam Datum 2.7 juni 2019 V&OR/UIT/ o Pagina 5 van 6 Bijlage i Relevante artikelen uit de Wob Artikel 3 1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. 2. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen. 3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen. 4. Indien een verzoekte algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem daarbij behulpzaam. 5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen ao en 11. Artikel 6 1. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen. 2. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker. 3. Onverminderd artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, tot de dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijie naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 4. Indien de opschorting, bedoeld in het derde lid, eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. 5. Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daar tegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. 6. Voor zover het verzoek betrekking heeft op liet verstrekken van milieu-informatie: a. bedraagt de uiterste beslistermijn in afwijking van het eerste lid twee weken indien het bestuursorgaan voornemens is de milieu-informatie te verstrekken terwijl naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft; b. kan de beslissing slechts worden verdaagd op grond van het tweede lid, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de milieu-informatie een verlenging rechtvaardigt; c. zijn het derde en vierde lid niet van toepassing. Artikel 7 1. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie met betrekking tot de documenten die de verlangde informatie bevatten door: a. kopie ervan te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken, b. kennisneming van de inhoud toe te staan,

7 Gemeente Amsterdam Datum 27 juni 2019 V&OR/UlTholgoo613o Pagina 6 van 6 c. een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of d. inlichtingen daaruit te verschaffen. 2. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door de verzoeker verzochte vorm, tenzij: a, het verstrekken van de informatie in die vorm redelijkerwijs niet gevergd kan worden; b. de informatie reeds in een andere, voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is. 3. Indien het verzoek betrekking heeft op milieu-informatie als bedoeld in artikel 29.1a, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer, verstrekt het bestuursorgaan, zo nodig, en indien deze informatie voorhanden is, tevens informatie over de methoden die zijn gebruikt bij het samenstellen van eerstbedoelde informatie. Artikel io i. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2. van hoofdstuk z van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel la, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking.

8