Waalwijk OVER DE SCHOOL Soort onderwijs VMBO-GT Onderwijsvisie Regulier Identiteit school Rooms-katholiek Adres school Olympiaweg 8a Plaats 5143 NA Waalwijk Aantal leerlingen 637
BEOORDELING SCHOOL EINDOORDEEL Hoe goed is een school in vergelijking met alle andere middelbare scholen? Elke school is beoordeeld volgens vier criteria: 1 de positie van leerlingen in de derde klas ten opzichte van het advies van de basisschool, 2 de onderwijssnelheid in de onderbouw, 3 het bovenbouwsucces en 4 het examencijfer. Elsevier gebruikt voor de beoordeling van scholen openbare cijfers van de Inspectie van het Onderwijs, maar berekent het oordeel volgens een eigen methode. Die wijkt op twee hoofdpunten af: 1. Elsevier kent als eindoordeel toe: superschool, goed, voldoende en onvoldoende. Dat oordeel hangt af van de drie scores die een school kan halen op de vier criteria: bij de beste 15 procent, bij de middelste 70 procent of bij de zwakste 15 procent. - De Inspectie van het Onderwijs maakt alleen onderscheid in voldoende en onvoldoende, en geeft aan of een school aan de door haar gestelde landelijk norm voldoet. 2. Elsevier gaat uit van kale feiten over de prestaties van de school, en corrigeert die in de waardering niet voor het type scholier dat erop zit. Argument: dan weten ouders en scholieren wat de waarde van het diploma is in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt. - De Inspectie van het Onderwijs stelt de normen per onderdeel van de beoordeling bij als een school naar verhouding veel leerlingen met leerproblemen telt, uit achterstandswijken of met mogelijke aanpassingsproblemen na een verhuizing of overgang naar een andere school. Dit bijgestelde oordeel van de Inspectie van het Onderwijs wordt eveneens vermeld. Elsevier berekent alleen een eindoordeel als de school op alle vier criteria een oordeel heeft gekregen. EINDOORDEEL ELSEVIER: GOED Oordeel Inspectie van het Onderwijs: Voldoende
ONDERBOUW POSITIE IN LEERJAAR 3 Welk onderwijs volgt de leerling in de derde klas: vmbo, havo of vwo? En komt dat overeen met het advies van de basisschool? onderwijspositie geeft aan in welke mate een school erin slaagt om leerlingen een trede hoger te brengen dan het schooladvie De score laat een saldo zien: het percentage leerlingen dat hoger uitkwam dan het advies, verminderd met het percentage dat uitkwam. Boven 0 wil zeggen dat meer leerlingen een trede hoger uitkwamen dan lager, onder 0 dat meer leerlingen juist lager dan hoger. Precies 0 betekent dat evenveel leerlingen boven als onder het advies uitkwamen, of dat alle leerlingen precies het volgen zoals de basisschool adviseerde. Belangrijk: schoolvestigingen zijn alleen vergeleken met vestigingen die dezelfde onderwijssoort(en) aanbieden. Voorbeeld: als alleen onderbouw havo-vwo aanbiedt, dan is die alleen met vestigingen van andere scholen vergeleken die ook havo-vwo verzo onderwijspositie is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde en het oordeel zijn alleen berekend als voldoende gegevens beschikbaar zijn. Elsevier-oordeel onderwijspositie: Voldoende (bij de middelste 70 procent) Oordeel Inspectie van het Onderwijs: Boven de norm Saldo onderwijspositie 2013-2016: -6,27 Ontwikkeling onderwijspositie 2013-2016 0,0-2,5-5,0-7,5-10,0 2013-2014 2014-2015 2015-2016 ONDERBOUWSNELHEID Hoeveel leerlingen komen zonder zittenblijven in de derde klas? De onderbouwsnelheid toont het percentage leerlingen dat o de bovenbouw begint. Zittenblijvers tellen negatief mee. Ook leerlingen die naar een andere vestiging of school vertrokken zijn meegerekend. De onderbouwsnelheid is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde en het oordeel zijn alleen berekend a gegevens beschikbaar zijn. Elsevier-oordeel onderbouwsnelheid: Voldoende (bij de middelste 70 procent)
Oordeel Inspectie van het Onderwijs: Boven de norm Gemiddelde percentage onderbouwsnelheid 2012-2015: 96,39 Ontwikkeling onderbouwsnelheid 2012-2015 100 75 50 25 0 2012-2013 2013-2014 2014-2015
BOVENBOUW BOVENBOUWSUCCES Hoeveel leerlingen doorlopen zonder zittenblijven de bovenbouw? Het bovenbouwsucces toont het percentage leerlingen dat haalt, dat overgaat naar een volgende klas van dezelfde schoolsoort dan wel naar eenzelfde of volgende klas van een hogere o schoolsoort (bijvoorbeeld van vmbo-gt naar havo, of havo naar vwo). Het bovenbouwsucces is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde en het oordeel zijn alleen berekend al gegevens beschikbaar zijn. Elsevier-oordeel bovenbouwsucces: Voldoende (bij de middelste 70 procent) Oordeel Inspectie van het Onderwijs: Boven de norm Gemiddelde percentage bovenbouwsucces 2012-2015 90,96 Ontwikkeling bovenbouwsucces 2012-2015 100 75 50 25 0 2012-2013 2013-2014 2014-2015 EXAMENCIJFER Hoe goed of slecht zijn de examenresultaten? Het examencijfer toont het gemiddeld behaalde cijfer van alle leerlingen voor all het centraal examen. Het examencijfer is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde en het oordeel zijn alleen berekend als vold gegevens beschikbaar zijn. Elsevier-oordeel examencijfer: Super (bij de beste 15 procent) Oordeel Inspectie van het Onderwijs: Boven de norm 6,63
Gemiddelde examencijfer 2012-2015: Ontwikkeling examencijfer 2012-2015 7,5 5,0 2012-2013 2013-2014 2014-2015
GESLAAGD OF GEZAKT SLAGINGSPERCENTAGE Hoeveel procent van de examenkandidaten slaagde in 2016 voor het examen? Geslaagden Geslaagd Gezakt VERSCHIL SCHOOL- EN CENTRAAL EXAMEN Een te hoog schoolexamencijfer maakt het voor leerlingen makkelijker om hun diploma te behalen. Deze indicator telt niet mee voor het eindoordeel van Elsevier. En ook de Inspectie betrekt het verschil niet in haar berekende oordeel. Toch blijft het relevante informatie, omdat scholen op basis van de Wet op het Voortgezet Onderwijs hun examenlicentie verliezen als het gemiddelde verschil tussen cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen te groot is. De Inspectie van het Onderwijs berekende het gemiddelde verschil tussen het schoolexamen en centraal examen over 2013, 2014 en 2015. De Inspectie hanteert drie normen: 'gering verschil' als het gemiddelde verschil kleiner of gelijk is aan 0,5 punten, 'groot verschil' als het verschil groter dan 0,5 maar kleiner of gelijk is aan 1,0 en 'zeer groot verschil' als het verschil groter is dan 1 punt. Puntenverschil school- en centraal examen -0,18 Oordeel Inspectie over puntenverschil gering verschil SECTORKEUZE Gegeven zijn de sectorkeuzes van vmbo'ers die in 2016 examen deden. Sectoren: Techniek Zorg en Welzijn Economie Landbouw VMBO-TL = Theoretische Leerweg binnen VMBO-GT Er zijn ook combinaties van sectoren mogelijk Sectorkeuze examenkandidaten 20-1-2017
Economie VMBO-TL Techniek Zorg en welzijn 20-1-2017