Gcrneeuk B\ WC RO BVRI^ Datum: 1 1 SEP 2012 Bricfm.: Alschrili aan: Aan de leden van het College van B&W Gemeente Haarlemmermeer GROENLINKS ZIN IN DE TOEKOMST Betreft: schriftelijke vragen n.a.v. snelheidsverhoging op snelwegen Datum: 11 september 2012 Op 26 juni 2012 jl, heeft de minister van Infrastructuur & Milieu, besloten om de maximumsnelheid op Nederlands autosnelwegen te verhogen. Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 juni 2012. Dit besluit heeft ook gevolgen voor de snelwegen die zich op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer bevinden. Zo zal onder meer op de A4 de maximumsnelheid worden opgevoerd van 100 kilometer naar 120 kilometer per uur. De Minister heeft door het RIVM een gevoeligheidsanalyse door het RIVM laten uitvoeren en een belangrijke conclusie was dat het effect van de snelheidsverhoging op grootschalige concentraties in de Randstad verwaarloosbaar is. Inmiddels heeft de gemeente Amsterdam een contra-expertise laten uitvoeren. Onderzoek van TNO naar de lokale effecten van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit laten hogere concentraties van vervuilende stoffen zien dan het onderzoek van Rijkswaterstaat (uitgevoerd door het RIVM) waarop het verkeersbesluit (mede) is gebaseerd, (zie bijlage) Het is aannemelijk dat bovenstaande ook geldt voor de overige delen van het land waar de snelheidsverhoging wordt ingevoerd. Het verkeersbesluit maakt het halen van de wettelijke normen voor luchtkwaliteit en daarmee het halen van de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit een zwaardere opgave. De fractie van GroenLinks Haarlemmermeer maakt zich zorgen over de effecten van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit in de gemeente. In het bijzonder de toename van fijnstof en stikstofdioxide op lokaal niveau. De fractie van GroenLinks stelt het College daarom de volgende vragen: 1. In hoeverre heeft het College in kaart gebracht welke gevolgen de snelheidsverhoging heeft voor de luchtkwaliteit binnen de gemeente Haarlemmermeer? Indien het antwoord op deze vraag 'nee' is, waarom niet? 2. In hoeverre maakt het College zich zorgen over de gezondheidsrisico's al gevolg van de snelheidsverhoging op onder meer de A4? 3. In welke mate wordt contact met het Ministerie onderhouden om te toetsen of de waarden voor fijnstof en stikstofdioxide binnen de gemeente niet worden overschreden?
4. Wat als blijkt dat de normen voor uitstoot fijnstof en stikstofdioxide binnen de gemeentegrenzen worden overschreden, a.g.v. de snelheidsverhoging? Welke acties onderneemt het College dan? 5. In hoeverre heeft het College in beeld gebracht welke juridisch planologische risico's de gemeente loopt die kunnen leiden tot vertraging of afstel van grote ruimtelijke ontwikkelingen? De fractie van GroenLinks ziet uw beantwoording met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet. Ronny Soehawan Namens de fractie van GroenLinks Haarlemmermeer
Bezoekadres Nieuwevaart 5-9 1018 AA Amsterdam Gemeente Amsterdam Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Postbus 95089 1090 HB Amsterdam Telefoon 020 556 5000 Fax 020 556 5700 www.iw.amsterdam.nl AANGETEKEND MET HANDTEKENING RETOUR alsmede per fax verzonden Minister van Infrastructuur en Milieu Peradres:De Hoofdingenieur - directeur van Rijkswaterstaat Noord - Holland T.a.v. afdeling BBV Postbus 3119 2001 DO HAARLEM Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer Faxnummer E-mail / A^^vtQévco 1-0/ 2- Dl W/I NT/2012000474 RWS/DNH/2012/2850 David Gelauff 020 556 5355 020 556 5744 d.gelauff@iw.amsterdam.nl en a.buis@iw.amsterdam.nl Bijlagen 1. Kopie verkeersbesluit snelheidsverhoging AIO West d.d. 26 juni 2012 2. Brief van de heer E.D. Wiebes, Wethouder Verkeer, Ven/oer en Infrastructuur van Amsterdam d.d. 14 december 2011 {kenmerk DIW2011003436) 3. Brief van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam d.d. 8 juni 2012 (kenmeifc 2012-3452) 4. Antwoorden op reacties te nemen verkeersbesluit van 26 juni 2012 {uw brief, kenmerk lenm/bsk- 2012/122128) 5. Publicatie verkeersbesluit snelheidsverhoging A10 West d.d. 29 juni 2012 6. Notitie 'Effect van de verhoging van de maximumsnelheid op de A10 West op de NO2 achtergrondconcentratie in Amsterdam (TNO, 11 juli 2012) 7. 'Air quality effects of an urban highway speed limit reduction', Dijkema et al., Atmospheric Environment (2008) Onderwerp Bezwaarschrift tegen verkeersbesluit snelheidsverhoging A10 West (dd 26 juni 2012) Excellentie, Hierbij dienen wij een bezwaarschrift in tegen uw besluit van 26 juni 2012, gepubliceerd in de Staatscourant van 29 juni 2012, waarbij u heeft besloten om de maximumsnelheid op een gedeelte van de rijksweg A10 West dynamisch te verhogen van 80 km/h naar 100 km/h. Een kopie van het besluit treft u bijgaand aan (bijlage 1). Inleiding en zienswiizeprocedure Op 28 november 2011 kondigde u aan de maximumsnelheid op vier 80 km/h zones, waaronder de rijksweg A10 West, te gaan verhogen naar 100 km/h. Wethouder van Amsterdam Eric Wiebes heeft hierop schriftelijk (brief van de heer E.D. Wiebes, Wethouder Verkeer, Ven/oer en Infrastructuur van Amsterdam d.d. 14 december 2011, kenmerk DIW2011003436, bijlage 2) zijn zorgen geuit over de mogelijk negatieve consequenties hiervan, voor wat betreft de rijksweg A10 West. DIW zorgt ervoor dat de bewoners en bezoekers van Amsterdam zich veilig en efficiënt kunnen verplaatsen in een bereikbare en aantrekkelijke stad
Pagina 2 van 7 Op 24 mei 2012 maakte u uw voornemen om een verkeersbesluit te nemen om de snelheidsverhoging mogelijk te maken. Wij hebben in onze zienswijze tegen dit voornemen (brief d.d. 8 juni 2012, kenmerk: 2012-3452, bijlage 3) onze bedenkingen aan u bekend gemaakt. Ons belangrijkste argument is dat nog onvoldoende is onderzocht wat de effecten op de luchtkwaliteit zijn. U heeft deze reactie op 26 juni 2012 beantwoord (uw brief, kenmerk lenm/bsk- 2012/122128) (bijlage 4). Op 29 juni 2012 heeft u het verkeersbesluit gepubliceerd in de Staatscourant Nr. 13278 (bijlage 5). Op 2 juli 2012 is de maximumsnelheid op de AIO tussen 6:00 uur en 19:00 uur verhoogd naar 100 km/h. Gronden van het bezwaar. Het besluit is genomen in strijd met de wet, in het bijzonder de Wegenverkeerswet 1994 (hierna ook: WVW 1994), en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Inhoudelijk zijn daarvoor de volgende argumenten: 1. Onderzoek van TNO naar lokale effecten van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit laten hogere te verwachten concentraties vervuilende stoffen zien dan het onderzoek van Rijkswaterstaat waarop het verkeersbesluit (mede) is onderbouwd; 2. Het verkeersbesluit maakt het halen van de wettelijke normen voor luchtkwaliteit, en daarmee het halen van de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, een zwaardere opgave. Met alle financiële en juridische risico's van dien; 3. Amsterdam acht de voordelen van het verkeersbesluit, de verbeterde reistijd en doorstroming van het verkeer, dusdanig gering, dat deze redelijkerwijs niet kunnen opwegen tegen de nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit. 2
Pagina 3 van 7 Hier volgt een toelichting per argument: 1. Onderzoek van TNO naar lokale effecten van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit laten hogere te verwachten concentraties vervuilende stoffen zien dan het onderzoek van Rijkswaterstaat waarop het verkeersbesluit (mede) is onderbouwd. In het verkeersbesluit baseert u zich in de paragraaf 'Lucht' vooral op het onderzoek 'Verhoging maximumsnelheid 80 km-zones naar 100 km/h, effecten op de luchtkwaliteit' (Rijkswaterstaat, november 2011). Hierin worden de lokale bijdrage aan concentraties fijn stof en stikstofdioxide van de voorgenomen snelheidsverhoging onderzocht. De gemeente Amsterdam heeft TNO gevraagd 'nader onderzoek te doen naar de lokale effecten van de snelheidsverhoging TNO geeft hierin conservatieve indicaties van concentratiestijging. Het onderzoek van Rijkswaterstaat concentreert zich op een "representatief toetspunt' langs de A10. Voor fijn stof concludeert Rijkswaterstaat dat de snelheidsverhoging zal leiden tot een stijging van 0,1 pg/m 3 TNO komt, op een vergelijkbaar punt, uit op een verwachte stijging van 1,3 jg/m 3 Zie de Notitie 'Effect van de verhoging van de maximumsnelheid op de A10 West op de NO2 achtergrondconcentratie in Amsterdam, van TNO, 11 juli 2012 (bijlage 6) In het onderzoek van Rijkswaterstaat wordt voor stikstofdioxide geconcludeerd dat de concentratie als gevolg van de snelheidsverhoging zal stijgen met 0,8 pg/m 3. Het TNO onderzoek komt uit op 1,1 (jg/m 3. Verder heeft TNO gekeken wat de te verwachten concentratiestijging is op een aantal punten verder weg van de A10. Op een afstand van 80 meter venvacht TNO een extra bijdrage van 0,3 pg/m 3. Op een afstand van 160 meter is dit 0,18 jg/m 3. Pas tussen de 1.000 meter en 2.000 meter afstand loop de lokale bijdrage terug naar 0. Verder is hierbij relevant dat de GGD Amsterdam, ten tijde van het invoeren van de snelheidsverlaging naar 80 km/h, in samenwerking met de Universiteit Utrecht, onderzoek heeft gedaan naar de afname van concentraties fijn stof, stikstofoxiden en roet. Zie Dijkema, M.B.A., Van der Zee, S.C, Brunekreef, B., Van Strien, R.T., 2008. Air quality effects of an urban highway speed limit reduction, Atmospheric Environment 42, 9098-9105 (bijlage 7). Vooral de afname van concentraties van het zeer gezondheidsrelevante roet ('zwarte rook') en van fijn stof waren grotere dan eerder verwacht. Destijds was in de evaluatie van de invoer van de 80km/h-maatregel (RWS/AW, onderzoek 80 km/u op luchtknelpunten, 2004) de afname in fijn stof concentratie berekend als 0,5% tot 1%. In de metingen zag de GGD echter een reductie van 7%. Dit bevestigt het beeld dat de bijdrage van het snelwegverkeer aan de concentratie fijn stofte laag wordt ingeschat door Rijkswaterstaat.
DIW/INT/2012000474 Dienst Infrastructuur Verkeer en. Vervoer Pagina 4 van 7 2. Het verkeersbesluit maakt halen van de wettelijke normen voor luchtkwaliteit, en daarmee bethalen van de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, een zwaardere opgave. Met alle financiële en juridische risico's van dien. U stelt in uw brief aan de Tweede Kamer van 26 juni dat uw besluit geen, of hooguit in uitzonderlijke gevallen extra overschrijdingen van grenswaarden oplevert. Wij wijzen er op dat het GGD meetpunt op enkele meters afstand van de bebouwing aan de A1 O-West in 2011 een concentratie stikstofdioxide van 55 pg/m 3 signaleerde. Dit is voor 2011 binnen de norm. Echter in 2015 wordt de norm 40 pg/m 3 Om hier aan te voldoen moet dus nog een relatief grote reductie van stikstofdioxide op de A10 West zelf worden gerealiseerd. Uitgaande van de door TNO verwachte stijging concentratie stikstofdioxide geldt voor Amsterdam in ieder geval voor de bijna-knelpunten Amstelveenseweg en Jan van Galenstraat een verhoogd risico op overschrijding van de wettelijke norm in 2015 als gevolg van uw het besluit. Voor fijn stof wijzen wij er op dat de zeezoutcorrectie in 2012 is aangescherpt. Het maximum aantal toegestane overschrijdingsdagen van de jaargemiddelde concentratie gaat daarmee de facto terug van 41 naar 39. Volgens het GGD meetpunt zou dit aantal in 2011 overschreden zijn als toen deze norm had gegolden. Ook hier signaleren wij daarom een verhoogd risico van overschrijdingen van de norm. Bij het niet tijdig voldoen aan de normen voor de luchtkwaliteit loopt de gemeente Amsterdam grote juridisch-planologische risico's die kunnen leiden tot vertraging of afstel van grote ruimtelijke ontwikkelingen. Dit brengt financiële risico's met zich mee en gaat ten koste van de vitaliteit van de stad. Wat alle genoemde onderzoeken gemeen hebben, is dat ze bevestigen dat het halen van de wettelijke normen voor de luchtkwaliteit en daarmee de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (hierna: NSL) op 1 januari 2015 een grotere opgave wordt. In uw brief van 26 juni 2012 aan de wethouder stelt u: "...zoals in de GCN rapportage aangegeven, neemt het RIVM het eindbeeld van de landelijke snelheidsverhoging volgend jaar integraal mee in de GCN rapportage 2013. Het effect van de snelheidsverhoging op de achtergrondconcentraties vormt daarmee ook mede de basis voor de NSL-monitonng 2013. Bij eventuele overschrijdingen wordt binnen de reguliere systematiek van het NSL naar een oplossing gezocht'. Dit betekent dat de gemeente Amsterdam mede verantwoordelijk wordt voor het oplossen van eventuele overschrijdingen van de norm, als gevolg van het besluit om de snelheid op de A10 West te verhogen. Wij vinden dit uitgangspunt volstrekt niet redelijk.
Pagina 5 van 7 De gemeente Amsterdam werkt hard aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en wij investeren daar stevig in. Als eerste gemeente hebben we alle luchtkwaliteitmaatregelen doorgerekend en zetten alleen in op efficiënte maatregelen. Amsterdam levert zo een maximale bijdrage aan het behalen van de gezamenlijke luchtkwaliteitdoelstellingen, als geformuleerd in het NSL. Echter, onze mogelijkheden zijn beperkt. Wij hebben al eerder, ook in VNG-verband, aangegeven dat extrarijksmaatregelennodig zijn om de NSL doelstellingen te halen. Het is teleurstellend dat u nu een besluit neemt dat het halen van deze doelstellingen bemoeilijkt. Wij zijn niet in staat extra maatregelen uit te voeren ter compensatie van een slechtere luchtkwaliteit als gevolg van uw besluit. Ter illustratie: op een afstand van 80 meter verwacht TNO een stijging van de concentratie stikstofdioxide van 0,3 pg/m 3. Dit is vergelijkbaar met de reductie die wordt gehaald met de Milieuzone Vrachtverkeer, een maatregel waarin de gemeente Amsterdam ruim 3 miljoen heeft geïnvesteerd, en waan/an de totale kosten (inclusief maatschappelijke kosten) worden geraamd op circa 6 miljoen. j
Pagina 6 van 7 3. Amsterdam acht de voordelen van het verkeersbesluit, de verbeterde reistijd en doorstroming van het verkeer, dusdanig gering dat deze redelijkerwijs niet kunnen opwegen tegen de nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit. Uit de 'Evaluatie 80 km zones'van Rijkswaterstaat uit 2007 blijkt dat de snelheidsverlaging geen meetbaar effect hebben gehad op de doorstroming. Alhoewel een zeer geringe verslechtering van de doorstroming op de A10 West is gemeten na invoering van de snelheidsverlaging, concludeert het rapport dat de oorzaken hiervan buiten de snelheidsveriaging zelf lagen. Een verhoging van de maximumsnelheid zal dan ook niet aantoonbaar leiden tot een verbeterde doorstroming. Daarnaast geeft u in een schriftelijk antwoord op een Kamen/raag op 5 juli jl. aan dat de maximale tijdswinst op de 130 km/u trajecten 1% bedraagt. Wij gaan er van uit dat de mogelijke snelheidswinst voor de A10 West in dezelfde orde van grootte ligt. In de meest ideale situatie, bij volledige doorstroming, bedraagt de tijdwinst op het 5,6 km lange traject A10 West niet meer dan 44 seconden. Deze zeer geringe voordelen voor de reistijd en de doorstroming van het verkeer kunnen naar onze mening in redelijkheid niet opwegen tegen de nadelen voorde gezondheid van omwonenden en het grote risico op overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen en de (kosten van de) extra maatregelen die nodig zijn om dit effect ongedaan te maken. Het besluit is aldus in strijd met de Wegenverkeerswet 1994 en de algemene beginselen van behooriiik bestuur Gezien het voorgaande is het besluit genomen in strijd met artikel 2, tweede lid onder a van de Wegenverkeerswet en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel (artikel 3:2, artikel 3:4, artikel 3:46 en 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht) Samengevat zijn de onderzoeken waarop het besluit is gebaseerd onvoldoende en weegt het beoogde doel van het besluit niet op tegen de te verwachten nadelen.
Pagina 6 van 6 Specifiekere onderzoeken voor deze locatie wijzen immers uit dat hèt besluit zeer waarschijnlijk nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van omwonenden en de (normen voor de) luchtkwaliteit. Daardoor is reëel te verwachten dat de snelheidsverhoging tot gevolg heeft dat de gemeente Amsterdam genoodzaakt is extra kosten te maken voor de verbetering van de luchtkwaliteit, onder meer om de luchtkwaliteit binnen de wettelijke normen te houden. De verhoging van de maximumsnelheid brengt zo ook de doelstellingen van het Nationaal Programma Luchtkwaliteit in gevaar. De gevolgen van het besluit zijn onvoldoende onderzocht en de te verwachten nadelige gevolgen wegen niet op tegen het geringe voordeel voor de reistijd en de doorstroming van het verkeer. Aldus is het bestreden besluit in strijd met de Wegenverkeerswet en onzorgvuldig, onvoldoende en ondeugdelijk gemotiveerd en ligt aan het besluit een ondeugdelijke belangenafweging ten grondslag. Wij zijn dan ook van mening dat u het besluit om de snelheid op de A10 West te verhogen niet in redelijkheid heeft kunnen nemen. Wij verzoeken u ons de gelegenheid te geven dit bezwaarschrift mondeling te laten toelichten. Graag behouden wij ons het recht voor om het bezwaarschrift aan te vullen dan wel te! wijzigen. \ '.! Dit bezwaar wordt mede ingediend namens de stadsdelen West en Nieuw-West. Wij verzoeken u de correspondentie met betrekking tot dit bezwaar te richten aan: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, T.a.v. mevrouw mr. A.S. Buis, Postbus 95089,1090 HB Amsterdam. j I j Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Amsterdam, mr. E.E. van der Laan burgemeester