Week 1 t/m week 12 Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Onderdeel Grammatica Zinsdelen en Grammatica Woordsoorten 1 en 2 2 uur per week Additionele methode: Klare taal plus Weten wat de volgende begrippen inhouden: - enkelvoudige zinnen - samengestelde zinnen - nevenschikking - onderschikking - zinsdeelzinnen met als functie lidend voorwerp, onderwerp, meewerkend voorwerp of bijwoordelijke bepaling - lijdende vormen - bedrijvende vormen - koppelwerkwoorden (in samengestelde zinnen) - hulpwerkwoorden (in samengestelde zinnen) - zelfstandige werkwoorden (in samengestelde zinnen) Kunnen herkennen wanneer er sprake is van genoemde begroepen en zelf zinnen kunnen maken waarin sprake is van deze begrippen. Schriftelijke overhoring Wegingsfactor: 2x
Week 1 t/m week 5 Piet de Kleijn (2005) Alexander. Leerboek uitbreiding Nederlandse woordenschat voor anderstaligen. Amsterdam: Rosenburg Publishers De woorden van Hoofdstuk 1 en 2 van Alexander rond de thema s Het lichaam en Houding en beweging De geleerde woorden invullen in een gegeven zin en zelf correcte zinnen maken met de woorden Repetitie (herkansbaar) Weging: 3x 1 en 2 1 uur per week
Week 6 t/m week 8 Piet de Kleijn (2005) Alexander. Leerboek uitbreiding Nederlandse woordenschat voor anderstaligen. Amsterdam: Rosenburg Publishers De woorden van Hoofdstuk 3 en 4 van Alexander rond de thema s Ziek en gezond en Kleding De geleerde woorden invullen in een gegeven zin en zelf correcte zinnen maken met de woorden Repetitie (herkansbaar) Weging: 3x 3 en 4 1 uur per week
Week 9 t/m week 12 Piet de Kleijn (2005) Alexander. Leerboek uitbreiding Nederlandse woordenschat voor anderstaligen. Amsterdam: Rosenburg Publishers De woorden van Hoofdstuk 5 en 6 van Alexander rond de thema s Eten en drinken en De familie De geleerde woorden invullen in een gegeven zin en zelf correcte zinnen maken met de woorden Repetitie (herkansbaar) Weging: 3x 5 en 6 1 uur per week
Week 1 t/m week 3 Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Onderdeel Lezen 1 en 2 Weten wat de volgende tekststructuren inhouden: aspectenstructuur, verleden/heden/toekomststructuur, voor- en nadelenstructuur, vraag/antwoordstructuur en argumentenstructuur Herkennen waar en wanneer er in teksten van deze structuren sprake is. Schriftelijke overhoring: 2x Weging: 2x 4 uur per week
Week 4 t/m week 6 Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Onderdeel Schrijven 2 Extra materiaal: Meijboom, Marjan en Adriaan Norbart (1999) Schrijven schreef geschreven. Schrijfcursus voor anderstaligen. blz. 52-47 Documenten Schrijven van verslagen: - Format - Beoordelingsmodel - Bijlage signaalwoorden - Bijlage hulpzinnen - De verschillende structuren die een tekst kan hebben en de kenmerken van deze structuren: verklaringstructuur, vraag/antwoordstructuur, verleden/heden/toekomststruc tuur, probleem/oplossingsstructuur, aspectenstructuur voor- en nadelenstructuur, argumentatiestructuur - Weten aan welke eisen een verslag voldoet - Weten welke informatie er in woordenboek staat en welke verschillende woordenboeken er zijn. - Een verslag geven dat voldoet aan de eisen van het voorafgegeven format; - Alle nodige informative over woorden uit een woordenboek kunnen halen. Verslag in een eerste en tweede versie. De tweede versie wordt beoordeeld. Weging: 2x Uiteenzetting schrijven volgens een vaste structuur (herkansbaar) Weging 4x 4 uur per week
: Week 7 t/m 9 De volgende begrippen: Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Onderdeel Spelling 1 en 2 4 uur per week infinitief bersoonsvorm tegenwoordige tijd persoonsvorm verleden tijd gebiedende wijs voltooid deelwoord onvoltooid deelwoord bijvoeglijk naamwoord, afgeleid van een voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden die zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden en die al dan niet betrekking hebben op personen 40 nieuwe woorden Genoemde vormen en woorden kunnen herkennen, gebruiken (invullen en in eigen zinnen) en juist kunnen spellen Schriftelijke overhoring Weging: 2x
Week 10, 11 en 12 Onderdeel Literatuur Verstraten, L. (2005) De omgevallen boekenkast Een aantal literaire begrippen begrijpen, samenhangend met tijd, ruimte, handeling, vertelvorm en figuren. Deze begrippen kunnen toepassen Schriftelijke overhoring Weging: 2x Extra materiaal: Begrippenapparaat verhaalanalyse 4 uur per week
Vak: NEX Week 1 t/m week 12 Syllabus Nederlandkunde: Project Nederlands buiten de les Project Nederland schoolsysteem 1 uur per week Weten hoe je interviewt en hoe je een interview kan uitschrijven; Weten hoe je een goede samenvatting schrijft; Weten hoe het Nederlandse omroepbestel werkt. Weten welke kranten er zijn en wat het verschil hiertussen is. Interviews kunnen geven en kunnen uitschrijven; Samenvattingen van artikelen en programma s kunnen maken en hierbij een eigen mening kunnen formuleren Opdracht 1 en 2:Syllabus Nederlands buiten de les Wegingsfactor: 2 Opdracht 3 en 4 Syllabus Nederlands buiten de les Wegingsfactor: 2