Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Transcriptie

1 Locatie: Innova Schooljaar: Vak: Nederlands las: 3 & 4 Afdeling: mavo Bronnen: Nieuw Nederlands 3 vmbo-gt Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst Herkansingen/inhalen: Tijdens de herkansingen kunnen de SE s van een trimester herkanst en/of ingehaald worden. Echter een ingehaald SE kan niet worden herkanst. Leerjaar 3 Trimester 1 Schoolexamens (SE s) met open/gesloten vragen Wat moet ik kennen? Wat moet ik kunnen? Eindtermen Duur SO Lezen H1 Hoofdzaken en hoofdgedachte herkennen. M/ S Cijfer/c ode 3,4,5,8,9, 50 S 1 Weegfacto r SO Woordenschat H1 en H2 H1 H2 - De betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden. - Figuurlijk taalgebruik 3,4,5,8,9,

2 herkennen en begrijpen. - De betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek. SO Grammatica en spelling H1 en H2 H1 - Meewerkend voorwerp met aan en voor en bijwoordelijke bepaling in een zin vinden. - Leestekens en de werkwoordspelling correct gebruiken. H2 - Zinsdelen vinden in een zin, ook lange zinsdelen. - Bijvoeglijke bepaling in de zin vinden. - Het voltooid deelwoord correct spellen. 1,2,3,4,5,8, 9, Proefwerk H1 en H2 1. Lezen 2. Schrijven: zakelijke brief - Hoofdzaken en hoofdgedachte herkennen. - Tekstdoel herkennen en bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is. - Zakelijke brief: een formele zakelijke brief schrijven en de conventies van een zakelijke brief kennen. 1,2,3,4,5,8, 9, 2X50 S 3

3 Cijfer /code 2 SO Lezen H3 Met behulp van signaalwoorden verbanden in een tekst herkennen en begrijpen. 3,4,5,8,9, 50 S 1 Fictiedossier: boekverfilming (op niveau 2-3 van Lezen voor de Lijst) Een boek lezen op niveau 2-3 (Lezen voor de Lijst) en een verwerkingsopdracht maken. 1,2,3,6,7,9,0 P/M 2 SO Grammatica en spelling H3 en H4 H3 - Zinsdelen vinden in een zin, ook lange zinsdelen. - Onderwerpen en persoonsvormen in een samengestelde zin vinden. - Woorden met tussenletters correct spellen. - De persoonsvorm in een samengestelde zin correct spellen. H4 - Verschillende woordsoorten herkennen en benoemen. - Woorden correct afbreken. - Onvoltooide deelwoorden correct spellen.

4 Proefwerk H3 en H4 1. Lezen 2. Schrijven: Artikel - Met behulp van signaalwoorden verbanden in een tekst herkennen en begrijpen. - Een artikel schrijven. - Signaalwoorden voor chronologie gebruiken. 2X50 S 3 Presentatie Onderzoek naar een onderwerp uit de Nederlandse taal uitvoeren en een mondelinge presentatie geven. 1,2,3,6,7,9, 15 2 Cijfer /code 3 SO Lezen H5 Met behulp van signaalwoorden meningen, argumenten en conclusies herkennen en begrijpen. 3,4,5,8,9, 50 S 1 SO Woordenschat H5 en H6 H5 H6 - Overdrijvingen en understatements herkennen en begrijpen. - Figuurlijk en officieel taalgebruik herkennen in een tekst. - Overdrijvingen, understatements en homoniemen in een tekst 3,4,5,8,9,

5 herkennen en begrijpen. - Woorden en uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek en de juiste betekenis vinden. Proefwerk H5 en H6 Lezen - Met behulp van signaalwoorden meningen, argumenten en conclusies herkennen en begrijpen. - De functie van beelden bij en opmaak van een tekst benoemen. 50 S 3 ijk- en luistertoets Luisteren naar teksten over alledaagse onderwerpen. Het begrijpen en interpreteren van informatie. 3,4,9, 90 S 3 Fictiedossier: een zelfgekozen boek lezen op niveau 2-3 (Lezen voor de Lijst) & boekgesprek Een boek lezen op niveau 2-3 (Lezen voor de Lijst) en een verwerkingsopdracht maken. 1,2,3,6,7,9,0 P/M 3

6 Leerjaar 4 Cijfer /code 4 SO Lezen H1 De functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen. 3,4,5,8,9, 50 S 1 SO Woordenschat H1 en H2 H1 & H2 - Onbekende woorden: de betekenis van een onbekend woord afleiden uit de tekst en het woord. 3,4,5,8,9, SO Taalverzorging Alle spelling- en formuleringsregels toepassen. SE 1 / H1 & H2 1. Lezen 2. Schrijven (artikel) 1. Alle geleerde leesstrategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit geschreven teksten. 1. Met behulp van een schrijfplan een artikel schrijven met een inleiding, middenstuk en een slot. 0 S 3 Fictiedossier: een zelfgekozen boek lezen Een boek lezen op niveau 2-3 (Lezen voor de Lijst) en een verwerkingsopdracht maken. PO 2

7 Cijfer/ code 5 SO Lezen H3 Met behulp van signaalwoorden verbanden in een tekst herkennen en begrijpen. 3,4,5,8,9, 50 S 1 SO Woordenschat H3 en H4 H4 H5 - Taalmiddelen herkennen en begrijpen. - De juiste betekenis van een woord zoeken in een woordenboek. 3,4,5,8,9, SO Taalverzorging Alle spelling- en formuleringsregels toepassen. SE 2 ijk- en luistertoets - Luisteren naar teksten over alledaagse onderwerpen. - Het begrijpen en interpreteren van informatie. 3,4,9, 0 S 3 SE 3 1. Lezen 2. Samenvatting 3. Schrijven (zakelijke brief) 1. Alle geleerde leesstrategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit geschreven teksten. 2. Een geleide samenvatting maken. 120 S 3

8 3. Met behulp van een schrijfplan een zakelijke brief schrijven. Fictiedossier: een zelfgekozen boek lezen Een boek lezen op niveau 2-3 (Lezen voor de Lijst) en een verwerkingsopdracht maken. PO 2 Cijfer /code 6 Examentraining Opmerkingen Leerjaar leesboeken op niveau 2-3 lezen + verwerkingsopdracht & boekgesprek (voor de niveau-indeling wordt gebruik gemaakt van de adviezen van Lezen voor de Lijst). Leerjaar leesboeken niveau 2-3 lezen + verwerkingsopdracht (voor de niveau-indeling wordt gebruik gemaakt van de adviezen van Lezen voor de Lijst). Berekening gemiddeld cijfer gemiddeld SE erndoelen Nederlands: 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen,

9 woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren.. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.