Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Transcriptie

1 Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 5 e editie Lezen: Uitleggen wat onderwerp, hoofdgedachte, deelonderwerp, feit, mening en argument is. Uit een tekst de onderdelen van de vorige kolom opzoeken en benoemen. Inhoudelijke vragen over een tekst kunnen beantwoorden. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja H1 en 2 Lezen(blz. 8 t/m t/m 50) Nieuwsbegrip 1

2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: Nieuw Nederlands 4 e editie H1 en 2 Taal en woordenschat(blz. 25 t/m t/m 66) Taal en woordenschat: De woorden en betekenissen van opdr. 2 en 2(blz. 26 en 64). Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Verwijswoorden. De betekenissen van de geleerde woorden opschrijven. De geleerde woorden in de juiste zin plaatsen. Aangeven of een zin letterlijk of figuurlijk is. Het juiste verwijswoord in een zin plaatsen. Een zin maken bij de geleerde woorden, waarin de betekenis van het woord duidelijk wordt. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x Nieuwsbegrip 2

3 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: Nieuw Nederlands 4 e editie Grammatica: Vragende en aanwijzende voornaamwoorden + persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden. Theorievragen over de stof beantwoorden. Vragende, aanwijzende, persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en benoemen. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x H1 en 2 Grammatica(blz. 29 t/m t/m 70) 3

4 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 5 Schrijven De regels van een persoonlijke brief. Een persoonlijke brief schrijven aan de hand van een opdracht. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja Nieuw Nederlands 4 e editie H1 Schrijven(blz. 18 t/m 20) Aantekeningen in de les en Powerpointpresentaties. 4

5 Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 4 e editie Spelling: Persoonsvorm, infinitief, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord. De geleerde woorden juist opschrijven tijdens een dictee. Werkwoorden op een juiste manier vervoegen en opschrijven. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x H1 en 2 Spelling(blz. 33 t/m t/m 74) Nieuwsbegrip 5

6 Lesperiode: 2 N.v.t. Boekverslag: informatie via e- mail/elo van de docent. Boekverslag 1(zie opdracht) Een boek lezen(minimaal C- niveau, vanaf 12 jaar). Je mening geven inclusief argumenten. Een keuzeopdracht kiezen en deze uitvoeren volgens de opdracht. Leesverslag: ja Weging: 1x Deadline: Aantekeningen in de les en PowerPointpresentatie 6

7 Lesperiode: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie H3 en 4 Lezen(blz. 86 t/ t/m 128) Lezen: Verbanden in een tekst: opsommingen en voorbeelden, tijd, oorzaak en gevolg. Herhaling van H1 en 2 Lezen(zie PIT 1). Uit een tekst de onderdelen van de vorige kolom opzoeken en benoemen. Inhoudelijke vragen over een tekst kunnen beantwoorden. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja Nieuwsbegrip 7

8 Lesperiode: 2 Nieuw Nederlands 4 e editie H3 en 4 Taal en woordenschat(blz. 103 t/m t/m 144) Taal en woordenschat: De woorden en betekenissen van opdr.2 en 2(blz ). Werkwoorden met een vast voorzetsel en spreekwoorden/gezegdes. Vragen over de theorie beantwoorden. De betekenissen van de geleerde woorden opschrijven. De geleerde woorden in de juiste zin plaatsen. De betekenis van de geleerde spreekwoorden/gezegdes opschrijven. De juiste voorzetsels in een zin plaatsen. Een zin maken bij de geleerde woorden, waarin de betekenis van het woord duidelijk wordt. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x 8

9 Lesperiode: 2 Nieuw Nederlands 4 e editie Spreekvaardigheid: Journaalitem maken over actueel onderwerp. (zie mail voor bijbehorende opdracht) Informatie opzoeken voor een geschikt journaalitem. Een spreekplan maken. Een journaal presenteren dat tussen de 4 en 6 minuten duurt. Presentatie: ja Weging: 1x Deadline: H3 en 6 spreken/kijken/luisteren(blz ) + opdracht via de van de docent

10 Lesperiode: 2 Nieuw Nederlands 4 e editie Grammatica: Zinsdelen benoemen t/m de bijwoordelijke bepaling (Ond, PV, gez., LV, MV, BWB). Zinsdelen herkennen en benoemen. Een zin kunnen ontleden(ond, PV, gez., LV, MV, BWB). Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x H3 en 4 Grammatica(blz. 107 t/m t/m 147) 10

11 Lesperiode: 2 N.v.t. Schrijfvaardigheid: De regels van een nieuwsbericht. Een nieuwsbericht schrijven aan de hand van een opdracht. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja Schrijfvaardigheid: aantekeningen in de les. Nieuwsbegrip 11

12 Lesperiode: 3 N.v.t. Boekverslag 2: informatie via e- mail/elo van de docent Boekverslag 2(zie opdracht) Een boek lezen(minimaal C- niveau, vanaf 12 jaar). Je mening geven inclusief argumenten. Een keuzeopdracht kiezen en deze uitvoeren volgens de opdracht. Leesverslag: ja Weging: 1x Deadline: 12

13 Lesperiode: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie H3 en 4 Spelling(blz. 111 t/m t/m 152) Spelling: Leestekens en meervouden De geleerde woorden juist opschrijven tijdens een dictee. Hoofdletters en leestekens op de juiste plek in de zin zetten. De juiste meervoudsvorm opschrijven van de geleerde woorden. De geleerde woorden in de juiste zin plaatsen. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x 13

14 Lesperiode: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie H5 en 6 Lezen(blz. 164 t/m t/m 206) Lezen: Schema maken van een tekst en het voorwaardelijk verband kennen. Herhaling van H1 t/m 4(zie PIT 1 en 7). Een voorgedrukt schema invullen met informatie uit de tekst. Uit een tekst de onderdelen van de vorige kolom opzoeken en benoemen. Inhoudelijke vragen over een tekst kunnen beantwoorden. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja Nieuwsbegrip 14

15 Lesperiode: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie H5 en 6 Taal en woordenschat(blz. 181 t/m t/m 222) Nieuwsbegrip Taal en woordenschat: De woorden en betekenissen van opdracht 2 en 2(blz. 182 en 219) Vaktaal en jargon Uitdrukkingen en leenwoorden. Vragen over de theorie beantwoorden. De betekenissen van de geleerde woorden opschrijven. De geleerde woorden in de juiste zin plaatsen. De betekenis van de geleerde uitdrukkingen/spreekwoorden opschrijven. Een zin maken bij de geleerde woorden, waarin de betekenis van het woord duidelijk wordt. Synoniemen opschrijven van de geleerde woorden. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x 15

16 Lesperiode: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie H5 en 6 Spelling(blz. 189 t/m t/m 230) Spelling: Woorden die los of aan elkaar vast geschreven worden (samenstellingen, splitsbaar werkwoord, voorzetsels) Het liggend streepje, hoofdletters, afkortingen Woorden die los of aan elkaar vast geschreven worden herkennen en goed opschrijven. Woorden herkennen die met of zonder hoofdletter gechreven moeten worden en deze goed opschrijven. De geleerde woorden goed opschrijven. Schriftelijke overhoring 1: ja Weging: 2x Nieuwsbegrip 16

17 Lesperiode: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie Boekverslag 3(zie opdracht) Een historische roman lezen(minimaal een C-boek, vanaf 12 jaar). In tweetallen een krant maken volgens de opdracht. Leesverslag: ja Weging: 1x Deadline: Boekverslag 3: informatie via e- mail/elo van de docent

18 Lesperiode: 3 N.v.t. Schrijfopdracht: De regels weten voor het schrijven van een artikel. Een artikel schrijven aan de hand van een opdracht. Repetitie: ja Weging: 4x Herkansbaar: ja Schrijfvaardigheid: aantekeningen in de les. 18