het toepassen van een ingetogen, zakelijke architectuur met een terughoudend materiaal- en kleurgebruik. Dat wil zeggen dat geen pirmaire of andere felle kleuren worden gebruikt. Kleur- en materiaalgebruik Uitgangspunt is een duurzaam materiaalgebruik, passend bij het type bedrijvigheid. Te denken valt aan (geribbelde) metaalplaten, beton, niet-reflecterend glas, afgewisseld met baksteen, hout of keramische plaat. De voorkeur gaat uit naar materiaal-eigen kleurgebruik, in afwisselende tinten. Kleuraccenten kunnen worden aangebracht met baksteen of keramische beplating. Overige bouwwerken Het is niet toegestaan losse bouwwerken in de representatieve zone te plaatsen: traforuimten, containeropstelplaats, fietsenstalling e.d. tenzij deze een integraal onderdeel uitmaken van het totale ontwerp. Deze voorzieningen dienen zoveel mogelijk in de bedrijfsbebouwing geïntegreerd te worden. Nutsgebouwen worden bij voorkeur vormgegeven in relatie met de basis ontwerpprincipes die gelden voor de betreffende zone. Reclame-uitingen Van belang is dat de verschillende vormen van reclame een integraal onderdeel uitmaken van het totale ontwerp. Daarbij geldt: reclame op het gebouw mag aangebracht worden op de gevels; toepassing van bedrijfskleuren in de gevels is niet toegestaan; losse elementen zoals vlaggenmasten, reclamezuilen of reclameborden op het dak zijn slechts toelaatbaar indien geïntegreerd in het bouwkundig ontwerp; zelfstandig geplaatste losse elementen mogen uitsluitend in de representatieve zone worden gesitueerd. Opslag Buitenopslag is toegestaan in de functionele zone. Buitenopslag in de representatieve zone is slechts toegestaan wanneer deze niet zichtbaar is vanaf het openbaar gebied. Er dient gestreefd te worden naar een integrale oplossing met andere voorzieningen op het bedrijfskavel. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 13
Bouwenvelop voor een PDV 14 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
3.2 Perifere detailhandelsvestigingen (PDV) Inleiding Aan de voorzijde van de Veken 4, bij de AC de Graafweg zijn kavels gelegen voor zogenaamde Perifere DetailhandelsVestigingen (PDV). Op deze kavels kunnen publiekstrekkende functies zich vestigen, zoals bijvoorbeeld een bouwmarkt of autoshowroom. Het kavel dat gelegen is direct naast de entree van de Veken 4, kan ook een horecabestemming krijgen. Alle kavels worden ontsloten aan de binnenweg. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Er is sprake van zorgvuldig, maar expressief vormgegeven gebouwen die ongeacht hun functie een representatieve bijdrage aan de uitstraling van de Veken 4. De relatie tussen vorm, gebruik en constructie kan vrijelijk worden ingevuld. Relatie tussen bouwwerk en omgeving De situering direct aan de AC de Graafweg noodzaakt tot een strakke ritmering, die bij het passeren de indruk van een samenhangende wand zal vormen die pas bij nadere beschouwing meer details zal prijsgeven. Het motto van eenheid in variatie is hier in het bijzonder op zijn plaats. Ook aan de interne ontsluitingsstructuur is een representatieve zone gelegen, waardoor de bedrijven op deze kavels aan twee zijden een gevel met representatieve uitstraling hebben. De ondernemer die voor zijn bedrijfsvoering een bijzonder gebouw wil realiseren wordt gestimuleerd dit te doen in de zone direct parallel aan de AC de Graafweg, om aldus de collectieve beleving van het bedrijventerrein positief te beïnvloeden. Naast de representatieve zone aan de binnenweg wordt bij deze kavels ook de functionele zone representatief vormgegeven, gericht op de AC de Graafweg. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit De bebouwing is bedoeld voor bedrijvigheid in interessant vormgeven gebouwen, helder van opzet. Ornamenten en andere (losse) verfraaiingen zijn hier op zijn plaats, zolang daarmee een extra dimensie aan het totaalconcept kan worden gegeven en er geen sprake is van loze incidenten. Schaal en maatverhoudingen Van belang is een zorgvuldige afstemming tussen de onderlinge gebouwen, waarbij schaalsprongen (in hoogte en breedte) moeten worden voorkomen. Materiaal, textuur, kleur en licht Uitgangspunt is het gebruik van duurzame materialen in materiaaleigen kleuren, en afwisselende tinten. Te denken valt voor de bedrijfshallen aan (geribbelde) metaalplaten, beton, hout en niet reflecterend glas, afgewisseld met baksteen in een donkere en/of terracotta kleurstelling voor representatieve elementen. Esthetische aspecten De bebouwing moet worden gezien als visitekaartje van de Veken 4 en daarmee bieden deze gebouwen en/of gebouwdelen de mogelijkheid tot het vormen van architectonische parels van het terrein. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 15
Bouwenvelop voor een bedrijf in de randzone 16 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
3.3 Randzone met representatieve bedrijven Inleiding De grote waterpartij is een belangrijke structuurdrager in de Veken 4. De bebouwing op deze kavels gaan daarom een opvallende relatie aan met dit water. Gebouwen staan in of op het water. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Er is sprake van zorgvuldig, maar ingetogen vormgegeven bedrijvencomplexen, waarbij kantoren en bedrijfshallen min of meer zelfstandig, maar wel in samenhang aan of in het water zijn gepositioneerd. Beoogd gebruik van de bebouwing mag in de architectuur tot uitdrukking komen. Relatie tussen bouwwerk en omgeving Het profiel van de watergang wordt mede gevormd door de bouwwerken, die gepositioneerd zijn aan of in het water. Dit is de zijde waar bedrijven zich, naast de representatieve zone aan de binnenweg, ook naartoe moeten richten en presenteren. De waterlijn op de plankaart is daarin de (vaste lijn) verplichte rooilijn waarop de bebouwing geplaatst wordt. Naast de representatieve zone aan de binnenweg wordt bij deze kavels ook de functionele zone representatief vormgegeven, gericht op de AC de Graafweg en het buitengebied. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit De bebouwing is bedoeld voor grootschalige bedrijven, in grote kubistische gebouwen, enkelvoudig en helder van opzet. Ornamenten en andere (losse) verfraaiingen zijn niet op zijn plaats. Schaal en maatverhoudingen Van belang is een zorgvuldige afstemming tussen de bedrijfshallen en showroom en/of kantoorvolume, waarbij schaalsprongen (in hoogte en breedte) moeten worden voorkomen. Materiaal, textuur, kleur en licht Uitgangspunt is het gebruik van duurzame materialen in materiaaleigen kleuren, en afwisselende tinten. Te denken valt aan beton, hout en niet reflecterend glas, aangevuld of afgewerkt met baksteen of (niet geribbelde) metaal- of keramische beplating, in een donkere en/of terracotta kleurstelling. Esthetische aspecten De showrooms en/of kantoorbebouwing moeten worden gezien als een integraal onderdeel van de bedrijven(complexen); maar tegelijkertijd vormen deze gebouwen en/of gebouwdelen de architectonische parels van het terrein. De ondernemer die voor zijn bedrijfsvoering een bijzonder gebouw wil realiseren wordt gestimuleerd dit te doen in de zone direct parallel aan de watergang, om aldus de collectieve beleving van het bedrijventerrein positief te beïnvloeden. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 17
Bouwenvelop voor een bedrijf in het binnengebied 18 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
3.4 Binnengebied Inleiding De kavels in het binnengebied zijn voor het beeld van de Veken 4 van onderschikt belang. Ten aanzien van bebouwing, inrichting en gebruik gelden zo min mogelijk beperkingen. Bebouwing dicht op de wegen is representatief, terwijl verder weg gelegen bebouwing utilitair van karakter is. Hoekpercelen hebben ten minste één representatieve zijde gelegen aan de openbare weg. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Er is sprake van doelmatig vormgegeven bedrijvencomplexen, waarbij kantoren en bedrijfshallen min of meer zelfstandig, maar wel in samenhang zijn gepositioneerd en beoogd gebruik van de bebouwing in de architectuur tot uitdrukking mag komen. Schaal en maatverhoudingen Van belang is een zorgvuldige afstemming tussen de bedrijfshallen en showroom en/of kantoorvolume, waarbij te grote schaalsprongen (in hoogte en breedte) moeten worden voorkomen. Materiaal, textuur, kleur en licht Uitgangspunt is het gebruik van duurzame materialen in materiaaleigen kleuren, en afwisselende tinten. Te denken valt voor de bedrijfshallen aan (geribbelde) metaalplaten, beton, hout en niet reflecterend glas, afgewisseld met baksteen in een lichte en/of beige kleurstelling voor representatieve elementen. Relatie tussen bouwwerk en omgeving Het profiel van de ontsluitingswegen is simpel en vraagt niet om bijzondere architectonische expressie in de bebouwing. Esthetische aspecten De bebouwing is in hoofdzaken bedoeld voor bedrijfsmatig gebruik, dat in de vormgeving tot uitdrukking gebracht mag worden, zolang als schijn-architectuur afwezig blijft. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit De bebouwing is bedoeld voor bedrijven, in kubistische gebouwen, enkelvoudig en helder van opzet. Ornamenten en andere (losse) verfraaiingen zijn niet op zijn plaats, maar expressiviteit in showroom en/of kantoorvolumes is mogelijk. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 19
Overige bebouwing 20 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
3.5 Overige bebouwing Facilitypoint Op de kruising van de groene assen van het plangebied is een facilitypoint voorzien. Hierbij kan men denken aan een voorziening met eet- en wasgelegenheid voor werknemers van het bedrijventerrein die in de transport en logistiek werken. Tevens bestaat de mogelijkheid voor een informatiepunt m.b.t. de bdrijfshuisvesting ten tijde van de realisatie van de Veken 4. Ook zou een vergaderfaciliteit gerealiseerd kunnen worden. Het facilitypoint dient een onderscheidend karakter te krijgen, de locatie ervan is zeer in het oog springend. Vernieuwende architectuur kan worden toegepast. Zie hiervoor de referentiebeelden hiernaast. Parkeren voor werknemers vindt plaats op eigen terrein, parkeren voor bezoekers kan worden voorzien in de openbare ruimte. De groene berm zou plaats kunnen bieden aan enkele langsparkeerplaatsen voor vrachtverkeer en autoverkeer. Horeca Ook is er de mogelijkheid van vestiging van een horecavoorziening op het terrein. Deze is gelegen in de rand met PDV's, bij de entree van de Veken 4 vanaf de AC de Graafweg. Deze horecavoorziening is kleinschaliger van aard dan de PDV's en heeft een onderscheidend karakter. Een lunchroom voor werknemers behoort tot de mogelijkheden. De bebouwing is maximaal 2 lagen hoog (max. 9m), kleinschalig van karakter en architectuur; een duidelijke onderverdeling in de gevels met meerdere materialen en/of kleuren. Parkeren voor werknemers en bezoekers vindt plaats in de openbare ruimte. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 21
Wegprofiel Blauwe en groene zones 22 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
OPENBARE RUIMTE 4.1 Inleiding Vanwege het karakter van de Veken 4 is gekozen voor een ruim profiel waarbinnen de overige functies gelegen zijn. Dit profiel is van toepassing op alle wegen in het gebied, waardoor de wegen een verbindende constante factor vormen. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein. Voor de PDV-cluster wordt een gezamelijk parkeerterrein op openbaar gebied aangelegd. Voor overige publiekstrekkende functies zoals horeca of het facilitypoint wordt per functie de parkeerdruk bekeken in combinatie met de fucntie en de beschikbare ruimte. Waar mogelijk kan in het parkeren worden voorzien in de openbare ruimte. 4.2 Profiel wegen Het profiel van alle wegen heeft een minimale breedte van 13m. Naast een rijweg van 7m is aan beide zijden van de weg een strook van minimaal 3m aanwezig. Binnen het profiel zijn geen hoogteverschillen aanwezig behalve de groenvoorziening. Doordat deze zowel aan de linker- als aan de rechterzijde van de wegen ligt, ontstaat de belijning van de straat. Alle bermen zijn ten minste 6m breed, waarbij geldt dat in het openbaar gebied een zone van 3m is gereserveerd voor ligging van kabels en leidingen terwijl op eigen terrein een voorzone van 3m is gereserveerd, die wordt afgezoomd met een haag (groene lijnen op plankaart). Deze bermen worden parkachtig ingericht. 4.3 Groenvoorziening Door de Veken 4 zijn twee blauwgroene noord-zuid gelegen assen aanwezig. De meest westelijk gelegen as vormt de overgang van de het bedrijventerrein naar het naastgelegen recreatiepark. Voor de inrichting wordt gedacht aan een ruig gebied met extensief beheer rondom een flinke waterpartij. Ook bestaat de mogelijkheid voor enkele struinpaden. De tweede as ligt aan de oostelijke rand van het plangebied en vormt de overgang naar het open buitengebied van Opmeer. In deze blauwe as is voornamelijk bebouwing aanwezig, die met elkaar verbonden wordt door een brede watergang. Naast deze twee assen is een derde groene as aanwezig aan de noordzijde van het plangebied. Deze as tussen de doorgaande weg en de kavels en is een brede groene ruimte. Deze ruimte is ingericht met een laanbeplanting. Een vierde groene as is aanwezig aan de uiterste noordzijde van het plangebied. Hier worden de kavels op de grens van het buitengebied omzoomd door een brede groene rand met opgaande beplanting, aangeplant met bodembedekkers en eventueel enkele wandelvoorzieningen met halfverharding. De wegen binnen de Veken 4 worden versterkt door de aanplant van blokhagen aan beide zijden van de weg met daarin enkele solitairen. 4.4 Erfafscheidingen De erfafscheidingen die grenzen aan een openbaar gebied, dienen ontworpen erfafscheidingen te zijn, met een maximale hoogte van 2 meter. De hekwerken mogen worden geplaatst op 3m uit de aan de openbare ruimte grenzende perceelsgrens (achter de haag!) en/of in alle overige perceelsgrenzen. De erfafscheidingen die grenzen aan particulier gebied, zijn vrij van inrichtingseisen. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 23
Referentiebeelden openbare ruimte 24 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
4.5 Straatmeubilair Al het straatmeubilair dient op een zorgvuldige wijze in het ontwerp te worden geïntegreerd. Gedoeld wordt hierbij niet alleen op zitmeubilair en verlichtingsarmaturen in het openbaar gebied, maar ook op voorzieningen op eigen terrein, bijvoorbeeld ten behoeve van containeropslag, fietsenstalling e.d. In het openbaar gebied zal straatmeubilair beperkt worden toegepast. Waar deze wel wordt toegepast, zijn materialen duurzaam en kleuren materiaaleigen, een eenvoudige detaillering en universeel van vorm. 4.6 Water Het water vormt naast het groen de verbindende factor in de Veken 4. Er zijn enkele kleine watergangen aanwezig; aan de AC de Graafweg en aan de Opmeerderweg. De grote watergang naast het recreatiepark vormt op de kruising met de groene bomenlaan een grote waterpartij. Daarnaast is een grotere watergang aanwezig die de overgang vormt naar het open buitengebied van Opmeer. Deze watergang is t.p.v. de kavels minimaal 20m breed, tegenover de dwarswegen is deze tussen de bebouwing minimaal 40m breed om contact met het water vanaf de weg mogelijk te maken. Langs beide grote watergangen is een groen talud met een breedte van 5m aanwezig. Voor de opsluiting van wegen en andere verharding is overal een berm van 2m aanwezig. Alle taluds gelegen aan openbaar gebied vallen onder de openbare ruimte van de Veken 4 en hebben een taludmaat van minstens 1:3. Alle oevers hebben een vlak en laag beeld en zijn intensief beheerd. De oevers bij de kavels in de randzone liggen op particulier terrein en worden beheerd door de eigenaar van de betreffende grond. In de waterpartij op de kruising van de assen is een extra invulling bij de oever mogelijk in de vorm van een kleine steiger of kunstwerk als visgelegenheid of voor andere recreatieve vormen. Ook behoort een groter losstaand element in het midden van de waterpartij tot de mogelijkheden (fontein, kunstwerk). 4.7 Bruggen en duikers Op het plangebied van de Veken 4 zijn geen bruggen voorzien. Eventuele waterdoorgangen worden gevormd door duikerconstructies. Er geldt een drooglegging van 1.20m, wat betekent dat bij een maaiveldhoogte van -0.75m NAP het waterpeil op -1.95m NAP ligt. Een gedeelte van de oevers is gelegen op openbaar terrein, een gedeelte is gelegen op particulier terrein. beeldkwaliteitsplan De Veken 4 25
26 beeldkwaliteitsplan De Veken 4
BIJLAGES Begrippenlijst Achtergevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen. Achterkant: De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen Blinde wand, muur of gevel: Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Bouwblok: Een geheel van geschakelde bebouwing. Bouwperceel: Een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het bestemmingsplan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan. Erfafscheiding: Bouwwerk of groenvoorziening bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf, de weg / openbaar groen. Gevel: Verticaal scheidingsvlak van een gebouw tussen buiten en binnen. (Gevel)geleding: Onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metselwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en -detailleringen. Referentiekader: Het geheel van waarden en normen binnen een bepaalde groep waarnaar verwezen kan worden. Representatief: In zijn kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend, er een goed beeld, indruk van geven. Rooilijn: Lijn die in het bestemmingsplan of bouwverordening aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden. Slagenlandschap: Een landschap met langgerekte ontginningslinten met haaks daarop een stelsel van smalle kavels gescheiden door afwateringssloten. Stijl: Architectuur of vormgeving uit een bepaalde periode of van een bepaalde stroming. Voorgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. Voorgevelrooilijn: Voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de beeldkwaliteitsplan De Veken 4 27
gemeentelijke bouwverordening. Voorkant: De voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. Zijgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. 28 beeldkwaliteitsplan De Veken 4