Begrijpend lezen Strategie 5. Extra oefenen Niveau A

Vergelijkbare documenten
Remediëringsbladen. Normering

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Tekst lezen en vragen stellen. van Duitsland? nog steeds een Nationale Dodenherdenking? gehouden?

Tekst lezen en moeilijke woorden

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Begrijpend lezen Strategie 3 en 4. Extra oefenen Niveau B

Tekst lezen en moeilijke woorden

Het houden van een spreekbeurt

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk...

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau B

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Strategieles Verwijswoorden (Verbanden) niveau A

Begrijpend lezen Strategie 3 en 4. Extra oefenen Niveau A

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Dit weet ik er al over:

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

De MS van Tess Als elke dag onzeker is

Gezond thema: DE HUISARTS

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Strategieles Samenvatten niveau B

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Dit wist ik al. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord.! Dit valt me op!

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Met hulp: onduidelijkheden ophelderen

Bekijk het artikel Waterfantje, maar lees de tekst nog niet.

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

Zonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen

Wat doe je in deze les? Zo staat het in het stappenplan

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

De dieren in de dierentuin bereiden zich voor op het Kerstfeest. Mevrouw Nijlpaard neem nog even een bad voordat ze aan het kerstdiner gaat en meneer

Tekst lezen en een woordenweb maken

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje - BVP Hint Music 2014

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

We gaan het in deze les hebben over zorg dragen voor welbevinden en betrokkenheid van kinderen.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

ie - de - reen iede - reen iedereen Wa - sa - bi Wasabi aard - be - ving aard - beving aardbeving te - le - vi - sie tele - visie televisie

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Take a look at my life week 26

Lesbrief nr 1. Opdracht 1. voor Groep

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.

Ontwikkel je eigen ijsje!

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Webwinkel ongekend populair

1. Tussen de schoenen

Muis heeft tikkertje gespeeld met Draak. Het is al donker als ze naar huis wil. Muis moet nog een heel eind door het bos.

Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

Beleef het mee in 4D!

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Films kijken op internet: verboden of niet?

januari 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Ik huppel - BVP Hint Music 2015

Een oorzaak-gevolg-schema maken met je schrijfmaatje

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dit wist ik al. Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Hier heb ik een vraag bij.! Dit valt me op!

Derde Kamer Handboek Politiek 1

De Trampoline De Haar 200, Leidschendam

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

gedragsregel in verhaal: pesten

Voor plezier en ontspanning bij het opvoeden. 20 eenvoudige tips

Vul dat in het Bekend-Benieuwd-Bewaard-schema in bij de kolommen Bekend en Benieuwd. Let op: De kolom Bewaard vul je pas in bij vraag 4!

Aanvulling Woordenschat NT2

De plaswekker. Ploeppoli. poli Kindergeneeskunde Route 49

Thema: Wereldwijd internet via ballonnen

b) Wat vind jij ervan dat er speciaal voor kinderen een boek over kanker is a) Welke vorm van kanker had Jacintha? geschreven? Leg uit waarom.

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

In de hal wacht de mentor van 2a haar op. Hij geeft Nederlands. Voor de pauze heeft ze twee uur les van hem. Samen lopen ze naar het lokaal van 2a toe

Handleiding Lesmethode Groep 7 &8 Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar

Banger voor spinnen dan voor terreur.

DE SCHOOLBUS. en andere korte verhalen. Josée Van Laer. in makkelijke taal

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

4 manieren om Samsam te gebruiken

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Begrijpend lezen Strategie 5. Extra oefenen Niveau B

Win Samsam. voor de hele groep! Samsam heeft een Facebook pagina. Like ons! Volg samsam_magazine ook op Twitter voor extra lessuggesties en nieuws.

Belangrijk dichtwerkboekje van

Het been van Heleen Over je been in het gips

Werkblad: Vind me dan

LESBRIEF GROEP THEMA: CHINA

Tekst lezen en vragen stellen

Opdrachten thema. Veluwe

Toneelspelen KINDERLITERATUUR

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

De eigen grenzen bewaken

Uitdaging Workshop 3 Een keuze maken Kun jij goed kiezen?

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Transcriptie:

Begrijpend lezen Strategie 5 Extra oefenen Niveau A

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 2 Het kan gebeuren dat je een tekst leest die je lastig vindt. Vraag jezelf dan af waarom je de tekst niet goed meer begrijpt. Staan er moeilijke woorden in de tekst of vind je de verwijswoorden lastig? Hieronder oefen je met alle twee de onderdelen. Wat doe ik als ik het niet meer snap? Onderstaand stappenplan kan je helpen als je niet weet wat een moeilijk woord betekent. Stap 1 I Ik lees de tekst en onderstreep of noteer de moeilijke woorden. Stap 2 I Ik bekijk onderstaande afbeelding. Kan ik op één van deze manieren achter de betekenis van de woorden komen? Ik noteer de betekenis voor mezelf. Stap 3 I Ik controleer of ik de tekst nu beter begrijp.

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 3 Vraag 1 Stap 1 I Lees de tekst en onderstreep de moeilijke woorden. 1 Heel hard met Hollandse Hyperloop 2 Door Sytse Wilman - Met dik duizend kilometer per uur door een buis sjezen. Klinkt als een attractie in 3 een pretpark of een actiefilm? Als het aan knappe koppen uit Delft ligt niet. Zij maakten een soort trein 4 die dit echt kan: de Hyperloop. 5 Een uitvinding van wereldniveau. Dat vindt minister Kamp van de Nederlandse supertrein die afgelopen 6 week werd onthuld. De bouwers hebben het idee ervoor niet helemaal zelf bedacht. De steenrijke 7 zakenman Elon Musk kwam met het idee voor de Hyperloop. Die kan zo snel omdat hij niet over rails 8 rijdt, zoals een gewone trein. In plaats daarvan zweeft hij er iets boven, dankzij magneten. Dat scheelt een 9 hoop wrijving en daardoor kan hij sneller. Ook de weerstand die de lucht geeft, wordt zo klein mogelijk 10 gemaakt. Om dat te kunnen doen, rijdt de Hyperloop door een grote buis. Op die manier kun je supersnel 11 rijden, in een half uurtje flits je van Amsterdam naar Parijs. 12 Wedstrijd 13 De rijke bedenker heeft grote plannen met zijn idee. Om ze zo goed mogelijk uit te voeren, schreef hij een 14 wedstrijd uit: wie maakt de beste trein? Het plan van het team uit Delft werd vorig jaar al tweede. Nu 15 hebben ze dus een echt test-type gemaakt. In augustus laten ze het in de Verenigde Staten aan Musk 16 zien. Als de Hollandse versie in de smaak valt, flitst hun Hyperloop straks misschien over de hele wereld. Stap 2 I Betekenis moeilijke woorden Bekijk de woordhulpkaart en vul onderstaand schema in. Moeilijk woord Hoe ben je achter de betekenis gekomen? Betekenis Stap 3 I Controleer of je de tekst nu beter begrijpt.

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 4 Vraag 2 Nog een keer oefenen met moeilijke woorden Stap 1 I Lees de tekst en onderstreep de moeilijke woorden. 1 Les tegen teken 2 Door Sytse Wilman - Voorjaar en dat betekent: lekker buitenspelen. Helaas loop je dan wel kans dat er 3 een teek op je lijf gaat zitten. Leerlingen van basisschool De Breede Hei in Amersfoort kregen er daarom 4 les over van Stichting Jeugd EHBO Event. 5 Ieuw, dit is echt eng, roept Mandy (12) als ze het beestje op een uitvergrote foto ziet. Wie heeft er 6 weleens een teek gehad? wil EHBO-er Cyrille van de kinderen weten. Meteen gaan een paar handen 7 omhoog. Waar was dat? vraagt Cyrille aan Florian (10). Op de camping, antwoordt hij. Ja, maar waar op 8 je lichaam bedoel ik. Eeh, zegt Florian, op een heel vreemde plek Zo vreemd is dat niet, blijkt al snel. 9 De diertjes zitten vaak in lage bosjes. En op een mensenlijf hebben ze een voorkeur voor warme plekjes, 10 tussen je benen of zelfs in je bilspleet. Maar wat vergeten de meeste mensen te doen als ze een teek in 11 hun huid hebben? Weghalen, roept de één. Naar de dokter, probeert een ander. Het antwoord: op de 12 kalender schrijven wanneer je hem hebt gekregen. Dat wil de dokter namelijk weten als je daarheen 13 moet. Meestal hoeft dat niet, alleen als je een rode kring krijgt op de plek waar de teek zat. Dat kan wijzen 14 op de ziekte van Lyme die door teken overgebracht kan worden. Daarom is het belangrijk dat je een teek 15 altijd zo snel mogelijk verwijdert. En dat wil Cyrille graag even oefenen. Opgewekt roept ze: Nu gaan we 16 de teken uitdelen. We hebben thuis een tekenkwekerij, dus houd je hand maar op! Even kijken de 17 leerlingen verschrikt naar elkaar. Gelukkig krijgen ze geen echte teken op hun hand, maar stempeltjes. 18 Opgelucht roepen de kinderen dingen als die van mij heet Teek 1 en de mijne Henk! Ze krijgen er ook 19 meteen tangetjes bij waarmee je echte teken kunt weghalen. Ze zijn nu goed bewapend tegen deze 20 rotbeestjes.

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 5 Stap 2 I Betekenis moeilijke woorden Bekijk de woordhulpkaart en vul onderstaand schema in. Moeilijk woord Hoe ben je achter de betekenis gekomen? Betekenis Stap 3 I Controleer of je de tekst nu beter begrijpt.

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 6 Wat doe ik als ik het niet meer snap? Onderstaand stappenplan kan je helpen als je niet weet waar een verwijswoord naar verwijst. Stap 1 I Ik lees de tekst. Stap 2 I Ik bedenk wat verwijswoorden zijn. Ik bekijk de uitleg hieronder. Verwijswoorden zijn woorden die naar een ander woord in de tekst verwijzen. Voorbeelden van verwijswoorden zijn: hij, zij, deze, die, dit, dat Stap 3 I Ik zoek het lastige verwijswoord op in de tekst. Stap 4 I Ik bedenk waar het verwijswoord naar verwijst. Ik bekijk de uitleg hieronder. Hoe weet je waar een verwijswoord naar verwijst? Ik ga op zoek naar het verwijswoord in de tekst. Ik lees een stukje terug en een stukje verder en ga op zoek naar wie of wat het verwijswoord verwijst. Bijvoorbeeld: o Niels loopt door de school. Hij hangt zijn jas aan de kapstok. Wie hangt zijn jas aan de kapstok? > Niels. Hij verwijst naar Niels. o Bo gaat vandaag naar de winkel met haar moeder. Dat vindt ze erg leuk. Wat vindt Bo erg leuk? > Dat ze naar de winkel gaat met haar moeder. Dat verwijst naar het naar de winkel gaan met haar moeder. Stap 5 I Ik controleer of ik weet waar het verwijswoord naar verwijst. Begrijp ik de tekst nu beter?

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 7 Stap 1 en 2 I Lees de tekst. Een aantal verwijswoorden is onderstreept en rood gedrukt. 1 Badbever wordt beroemd 2 Hij weet van niks, maar meer dan honderdduizend mensen hebben dit bevertje begluurd terwijl hij in 3 bad zat. Er staat een lief filmpje van hem op Instagram. Het baby tje werd een paar weken geleden 4 gevonden op een golfbaan in Canada. Hij zat in zijn uppie onder een boom en had een zere staart. 5 Waarschijnlijk heeft een roofdier hem ontvoerd uit zijn nest en een eind meegesleept. Inmiddels gaat het 6 een stuk beter met het kleintje. Als hij groot genoeg is, kan hij gewoon weer het wild in. Stap 3 en 4 I Zoek de verwijswoorden op in de tekst. Het regelnummer staat achter het verwijswoord. Waar verwijzen de verwijswoorden naar? 3 Waar verwijzen de verwijswoorden hieronder naar? Hij (regel 2) verwijst naar: hij (regel 2) verwijst naar: Het baby tje (regel 3) verwijst naar: Hij (regel 4) verwijst naar: hem (regel 5) verwijst naar: het kleintje (regel 6) verwijst naar: hij (regel 6) verwijst naar: Stap 5 I Controleer of je weet waar de verwijswoorden naar verwijzen. Begrijp je de tekst nu beter? Hoe goed heb jij de tekst begrepen? Zet een rondje om het cijfer. 1 2 3 4 5 (1 is niet zo goed; 5 is heel goed)

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 8 Nog een keer oefenen met verwijswoorden Stap 1 en 2 I Lees de tekst. Een aantal verwijswoorden is onderstreept en rood gedrukt. 1 Havik Angel werkt bij de Mac 2 Door Bouwien Jansen - Woestijnhavik Angel heeft een baan. Ze werkt sinds kort bij de McDonald s in 3 Alblasserdam. Niet achter de toonbank natuurlijk, maar in de bewaking. Het restaurant wordt namelijk 4 belaagd door snackvogels. Hordes hongerige kauwen vieren elke dag een feestje rondom de volle 5 prullenbakken. Daardoor wordt het een enorme troep op de parkeerplaats. Angel hoeft maar één rondje 6 te vliegen en ze zijn allemaal weg, vertelt haar baas Erik Snijder. De roofvogelhouder neemt zijn havik 7 twee keer per week mee. Ze vindt het fantastisch werk, want ze doet niks liever dan rondvliegen. Pikt 8 Angel zélf weleens een patatje van de grond? Nee, lacht Snijder. Het is geen fastfoodtype. Na het werk 9 krijgt ze een verse muis. Of een lekker kuiken. Stap 3 en 4 I Zoek de verwijswoorden op in de tekst. Het regelnummer staat achter het verwijswoord. Waar verwijzen de verwijswoorden naar? 4 Waar verwijzen de verwijswoorden hieronder naar? Ze (regel 2) verwijst naar: ze (regel 6) verwijst naar: De roofvogelhouder (regel 6) verwijst naar: Ze (regel 7) verwijst naar: ze (regel 9) verwijst naar: Stap 5 I Controleer of je weet waar de verwijswoorden naar verwijzen. Begrijp je de tekst nu beter? Hoe goed heb jij de tekst begrepen? Zet een rondje om het cijfer. 1 2 3 4 5 (1 is niet zo goed; 5 is heel goed)

Remediëringsbladen - strategie 5 Niveau A 9 Dit is het einde van de les. Wat weet je nu meer dan eerst? Waar helpt dit je bij?